Concertreview: miXmass in DeSingel
Ooit keken klassiek geschoolde muzikanten neer op het schorem uit de popsector, maar van dat dédain valt bij het Antwerpse B.O.X (Baroque Orchestration X) niets meer te merken. Het ensemble sluit allianties met pop- en rockartiesten en plaatst de klankkleur van haar barokinstrumenten in een hedendaagse context. Tijdens het tweedaagse miXmassfestival werden de muren tussen oud en nieuw genadeloos gesloopt en primeerde het muzikale avontuur.
Toegegeven, een theorbe, harp, cornet, clavecimbel of viola da gamba kom je doorgaans niet tegen op plaatjes van Queens of the Stone Age of Kendrick Lamar. Maar voor wie dacht dat je met die tuigen alleen maar composities van Bach of Pachelbel tot leven kunt brengen: Think again. Bij de muzikale vrijdenkers van B.O.X dienen ze net zo goed het repertoire van Radiohead of PJ Harvey. De groep gaat systematisch op zoek naar artistieke partners die niet bang zijn een stap in het onbekende te zetten en heeft de jongste zeven jaar allerlei prikkelende projecten opgezet die tijdens miXmass allemaal nog eens in de schijnwerper mochten. De festivalprogrammatie was in handen van luitspeler Pieter Theuns, de bezieler van B.O.X, en zo blikte de groep, in een XL-bezetting, terug op haar samenwerkingen met Dez Mona (‘Saga’), Shara Nova van My Brightest Diamond (‘You Us We All’) en de IJslandse singer-songwriters Mugison en Pétur Ben (‘The Loom of Mind’). Dat leverde onderling sterk verschillende resultaten op, maar ze deden je wél telkens verrast de oren spitsen.
B.O.X keek in deSingel echter ook vooruit. Ze kruiste bijvoorbeeld het voor het eerst de instrumenten met Efterklang, een indietronicaformatie uit Kopenhagen. Dat leidde tot een spannende set waarin de pulserende sound van de Denen herkenbaar bleef maar waar de Antwerpenaren heel wat nieuwe dimensies aan toevoegden. Zanger Casper Clausen –in shorts, om te onderstrepen dat je niets elitairs hoefde te verwachten– bediende zich weliswaar voor het eerst van zijn moedertaal, maar stilistisch sloten de songs perfect aan bij die van een cd als ‘Piramida’: melodieus, dromerig en rijk aan details. Vertrouwd en toch een tikje anders, zoals je geliefde die thuis komt in een beeldige nieuwe jurk.
Tegen het einde van het concert kreeg het gezelschap vocale assistentie van Kórus, een 24-koppig IJslands koor dat tijdens mixMass voor het eerst een buitenlands podium verkende. Prachtige stemmen, zeker, maar het concert dat de dames en heren eerder op de avond hadden gegeven baadde toch teveel in een kerstballensfeer om ons bij de les te houden.
Het festival bood behoorlijk wat ruimte aan nevenprojecten van de leden van B.O.X en hun muzikale sparring partners. Zo gaf de als operazangeres geschoolde Amerikaanse Shara Nova met ter plekke opgetrommelde begeleiders een heerlijk voorsmaakje van ‘A Million and One’, haar dra te verschijnen nieuwe popplaat met My Brightest Diamond. De Belgische violiste Liesa Van der Aa ging dan weer aan de slag met drumcomputers, loop stations en elektronische stemvervormers. Het resultaat was een collage-achtige soloperformance waarin futuristische funk en avant-hop onder één hoedje speelden.
Toch kwamen de voornaamste blikvangers op miXmass uit IJsland, een plek waar de werelden van pop en klassiek van oudsher door elkaar lopen. Gambaspeler Liam Byrne, vast lid van B.O.X, bundelde zijn krachten met Valgeir Sigurdsson, een voormalige handlanger van Björk en Bonnie ‘Prince’ Billy. Tegelijk is de man een exponent van de laptopelektronica en bedenker van soundtracks voor film en ballet. Het duo plukte fragmenten uit zijn jongste cd ‘Dissonance’, waarop ambient en postminimalisme versmolten tot cerebrale onthaastingsmuziek. Voorts werd een strijkkwartet van Mozart digitaal verknipt en gecombineerd met statische drones. Niet bepaald voor doetjes dus.
Gyda en Anna Valtysdóttir, tweelingzussen die ooit een lidkaart op zak hadden van de IJslandse droompopband Múm en tegenwoordig aan een eigen carrière bouwen, stonden helaas simultaan geprogrammeerd. We zagen dus slechts een stukje van elk. Celliste Gyda kreeg ruggensteun van haar levensgezel, avantrockgitarist Shazad Ismaily en een drummer en serveerde stukjes uit ‘Epicycle’, een plaat waarop ze een eigen draai gaf aan klassieke composities van de jongste 2000 jaar. Het aanbod ging van Hildegard von Bingen, Robert Schumann en Franz Schubert tot Harry Partch en Valtysdóttir schrok er duidelijk niet van terug tegen heilige huisjes aan te schoppen. Anna, vandaag bekend als Kria Brekkan, was eerder al te horen aan de zijde van Animal Collective (ze was even getrouwd met Avey Tare), maar figureerde dit keer solo aan de vleugelpiano. Met haar excentrieke kindstemmetje leek ze nog het meest op een éénvrouws-Coco Rosie. Dolletjes!
Pétur Ben wisselde prima eigen songs af met een memorabele, vrij ingetogen cover van Iggy Pops ‘Search and Destroy’ en dook ook op tijdens de twee lekker anarchistische optredens van zijn maat Mugison. Die laatste, een bizarre kruising tussen Tom Waits en Will Oldham, is in IJsland al een ware volksheld. De man voelt zich het best wanneer alles in het honderd loopt en was met zijn ‘what the fuck’-attitude op miXmas duidelijk de hond in het kegelspel.
Mugison gaf het festival een welgekomen rock-’n’rollinjectie, middels ongepolijste bluessongs als ‘Mugiboogie’ of het op een killer-riff geplante ‘Murr Murr’. Als afsluiter introduceerde hij muzikanten met wie hij nadrukkelijk níet had gerepeteerd en net dat rauwe en ongepolijste bracht, om half twee ’s ochtends, extra leven in de brouwerij. Het grofkorrelige ‘I’m A Wolf’, het seksueel getinte ‘Jesus is A Good Name to Moan’, het door het Leger des Heils bestoven ‘Tipsy King’: ze klonken allemaal even memorabel. Een geweldig orgelpunt van een tweedaagse zonder oorkleppen, die muzikale grenswachters voorgoed tot werklozensteun veroordeelde.