Concertreview: Mykki Blanco op Pukkelpop 2017
Mykki Blanco: de doorn in de ontstoken zij van de hiphop. Een genre dat volgens hem door veel zwarte Amerikanen beschouwd wordt als een 'stronghold for their masculinity'. Een toevluchtsoord voor geconstipeerde macho's, waar stoer klinkende prietpraat en mysogyne bullshit niet alleen getolereerd worden maar de norm zijn. Blanco is alles maar nooit de norm.
Vreemd: Mykki Blanco (Michael David Quattlebaum Jr.: jazeker) stapte een kwartier na het afgesproken tijdstip het podium van de Castello op, en nóg had hij tijd in overvloed om indruk te maken, pirouettes tussen het tot zitten aangemaande publiek te draaien, twee speakers te droogneuken, een fles water over zijn pruik uit te kappen, zinnige dingen over de ziekte van de wereld te zeggen, Shirley Temple te coveren en - 'I wanna be loved by you / Toepoepidoe' nog aan toe - een set neer te zetten die we niet snel uit onze oren (of van onze oogballen) zullen wassen.
In zijn afwezigheid werden die eerste vijftien minuten trouwens sfeervol gevuld door de dj van Blanco. Zijn naam zijn we vergeten, maar u herkent hem aan zijn muilkorf.
Ja, Mykki Blanco is meer performer dan hiphopper. Dat steekt hij zelden onder stoelen of banken. Hij kaapt het genre om zijn inzichten en wereldbeeld een publiek te bezorgen. Sinds zijn passage in 'Pop-O-Rama' (Canvas) weten we bovendien dat ook zijn hele transgender-identiteit meer performance is dan iets anders. Oké. Maakt dat zijn statements gratuit of tot aandachtstrekkerij? Nee.
Door zijn extravagante looks (vandaag: roze oogschaduw, kappa-short, puntbottines en blonde mèchen) en door wat hij in interviews zegt, maakt Blanco zich net kwetsbaar en zet hij zichzelf voortdurend in de frontlinie. Als hij rochels richting redneck-nazi Richard Spencer en co mikt, is dat omdat hij zélf al zo lang bespogen wordt door door iedereen die zich door hem - 'Zwart, gay en een grote mond? Eeek!' - bedreigd en beledigd voelt. Blanco heeft het al jaren over de beerput die nu in Charlottesville is overgelopen.
Toch: goéde hiphop gehoord, daar in de Castello. Want Blanco doet niet alléén in pamfletten en barricades, hij weet ze ook te verpakken in prima songs. Belangrijk, want anders zou er niemand luisteren. Muzikaal heeft Blanco een rijke ader aangeboord, één waardoor het bloed met een aanstekelijk tempo vloeit waar het niet gaan kan. En die tegelijk met 'pisnijdig' als met 'laidback' omschreven zou kunnen worden.
'Fendi Band' en 'Haze.Boogie.Life' pendelen tussen rap en dub, en Blanco gaat ervoor in het midden van een door het publiek gevormde cirkel staan. Hij doet daarna zijn kamerjas aan voor 'Hideaway', zijn queer-parodie op hardcore gangsta rap.
Wanneer hij het vanuit Kiewit over zijn thuisland heeft, dan met 'American boy / Shoot your shit / Drink your stink.' Niet helemaal zeker wat het betekent, maar: klinkt goed. Ook een oneliner die blijft plakken: 'The drugs don't love you like I do', uit 'The Plug Won't'.
Blanco omschreef zijn single 'Loner' al vaak als zijn 'eerste poging tot popmuziek'. Geslaagd, vooral omdat er al zo weinig popnummers bestaan met zinnen als 'I'm fucked up / I know that / I need help'.
Tijdens het laatste nummer trekt Blanco zijn pruik af. Hij loopt de zaal uit, vraagt het publiek om hem te volgen, veroorzaakt daarmee de eerste massapolonaise van het festival en gaat op de weide verderop nog iets doen dat het midden houdt tussen 'kunst' en 'een kunstje'.
Mykki Blanco was zonder gerede twijfel de raarste flurk die u hier dit weekend had kunnen zien. Verfrissend!