Concertreview: Rone op Rock Werchter 2018
Elektronica op Werchter? Magere oogst dit jaar, en met Rone hadden ze niet het allerscherpste potlood uit de doos gehaald. Maar wél mooi binnen de lijntjes gekleurd.
Het is altijd opletten geblazen met slaapkamerproducers, maar kijk: Erwan Castex, alias Rone, had voor Rock Werchter z’n besmeurde Kleenexjes netjes opgeruimd en een vers T-shirt aangetrokken. In een decor dat een futuristische grootstad verbeeldde – zijn jongste plaat heet Mirapolis – trok de in Berlijn residerende Fransman zijn KluB C-set op gang met euforische bliepjes, alsof hij een nieuw stratenplan ontwierp voor de Kraftwerk-classic ‘Metropolis’.
Vijf minuten later waren we al kopje-onder gegaan in Underworld-achtige klanken, verdwaald in de ‘Midnight City’ van M83 en ervandoor gesjeesd op de motor uit de videoclip bij Ken Ishii’s techno-evergreen ‘Extra’. Van een blitzstart gesproken.
“Just let you know I’m down”, zong Kazu Makino van Blonde Redhead even later van op een digitaal bestandje. Ze bedoelde het vast anders, maar het klonk helaas alsof ze in hetzelfde dipje zat waarin Rones set was beland. Moederziel alleen stond hij daar op pads te slaan en aan knoppen draaien, terwijl hij op plaat in haast elke song wel iemand voor zijn kar weet te spannen.
undefined
Jammer dat bijvoorbeeld John Stanier, de briljante drummer van onder meer Helmet en Battles, er deze keer niet bij was om het energiepeil op te krikken. En zonder kleurrijke belichting zag dat decor er toch ook maar van bordkarton uit.
Knisperend spek
Beterschap kwam er toen Castex een kraakheldere technobeat serveerde, knisperend als het gebakken spek dat Laurent Garnier bij zijn ontbijt neemt. De man haalde naar eigen zeggen inspiratie bij het experimentele label Warp, dat onderdak biedt aan onaangepaste types Aphex Twin en Autechre. Kan zijn, maar wij denken dat Richard D. James mannetjes als Rone grijnzend tussen zijn boterham legt nadat hij er eerst met zijn tank over is gereden.
undefined
Soit, wij misten de spanning van de hierboven genoemde acts, de ijskoude melancholie van Trentemøller of de glasharde agressie van Moderat - groepen met wie Rone vaak wordt vergeleken. Maar met dat oordeel stonden we min of meer alleen, te oordelen naar de euforische hey ho-ow-gezangen die Rone te beurt vielen in KluB C.
Tot hij ons het aan eind alsnog overtuigde met knarsende geluiden, over elkaar struikelende breakbeats en naar een climax klimmende synths. Volgende keer schuiven we hem bij het begin een slijper toe.