Concertreview: Tamino op Pukkelpop 2018
Moeten wij van Tamino houden? Ja, dat moeten wij. Niemand doet melancholie zo’n lekker badpak om.
‘It’s the perfect time for a bottle of wine,’ zuchtte Tamino-Amir Moharam Fouad – maar zegt u gerust gewoon Tamino, het leven is te kort voor lange namen - in ‘Cigar’, en hij had gelijk. Fysiek stond je misschien op een verdord weiland in Kiewit, mentaal was je op een onder de zon gloriërend Grieks eiland. De zee je kalme bondgenoot, de wind je bff, je horloge op aperitiefuur. En ‘Persephone’ op bezoek, in een gebloemde bikini.
undefined
Tamino deed in de Marquee eigenlijk iets heel eenvoudig: doen waarvoor hij geboren is. Zingen, that is, soms mét band en soms solo, maar altijd je emotioneel kompas verbrijzelend. Overigens: kunnen we ophouden met die luiïge Jeff Buckley-vergelijkingen? De stem van Tamino bezoekt toch een hoop andere registers dan die van de bewuste Jeff. Zoals diens moeder altijd zei: kwaliteit komt altijd bovendrijven.
undefined
Het was een vreemde namiddag, daar in de Marquee – zonbespat, vol lekker ruikende mensen, slechts een paar millimeters verwijderd van het wereldrecord euforie. Gelukkig kwam Tamino verkoeling brengen: zijn liedjes zijn de Airbnb’s waar de melancholie zich eindelijk te slapen kan leggen.
undefined
Schoonheid, dus, ongecompliceerde schoonheid. En toen moest ‘Habibi’ nog komen – heel veel centimeters ontroering. ‘Waarom stress je mij, Habibi, Habibi?’ Doorgaans word ik beschuldigd van verregaande heteroseksualiteit, maar die Tamino, ja, die zou het toch maar één keer moeten vragen.