Concertreview: The Human League in Paradiso (Amsterdam)
Een band zonder muzikanten.
Stanley Kubrick’s ‘A Clockwork Orange’ met zijn absorberende Moog synth voorspelde een synthetische toekomst. Het waren geluiden die een paar sci-fi geobsedeerde computerprogrammeurs uit staalstad Sheffield niet vreemd waren. De keuze tussen rijbewijs of een Korg 700s was snel gemaakt. Technocratisch optimisme was het uitgangspunt: Kraftwerk met een menselijk gezicht - elektronische pop voor de moderne stedeling. Het gevolg: een sluimerende carrière die pas poten kreeg toen Martyn Ware en Ian Craig Marsch, het muzikale kapitaal van de band, hun exit maakten en zanger Philip Oakley twee 18-jarige schoolmeisjes (Susan Ann Sulley en Joanne Catherall) - die zo uit het Top of the Pops publiek leken te zijn geplukt - selecteerde als podium props: iets om naar te loeren, want verder was er weinig beweging op de bühne.
Vanavond doen de dames nog altijd trots hun minimalistische pasjes, kakelen ze vrolijk dissonant en zijn ze gehuld in minuscule rokjes waar knikkende knieën onder staan te beven. Zoals het Britse vrouwen betaamt zal het een zorg zijn wat mensen van hen denken (en gelijk hebben ze!). Philip Oakley kiest tegenwoordig voor de mix: Morpheus, Dark Sith Lord en Duitse SM-meester.
]Synthesizers, keyboards, keytars, en microfoonstandaards zijn allemaal gehuld in Stormtrooper wit: haast iets te gestileerd en in licht contrast met de laissez-faire houding die ze altijd hebben gehad wat betreft de muziek. Het holle, blikkerige jaren 80 geluid doet realiseren dat futuristische muziek van weleer, paradoxaal als het klinkt, juist het best kan worden vastgepind op het verleden. Als extra herinnering brult Philip aan het begin van elk liedje ook nog eens het jaartal.
Tijdens ‘Mirror Man’ (1982!) doet het publiek handjeklap. ‘The Sound Of The Crowd’ (1981!) schalt en op de schermen zien we het hoofd van Nixon veranderen in een bever. Tijdens ‘Heart Like A Wheel’ (1990!) regent het kogeltjes op de schermen en we kunnen het niet laten een blik op ons klokje te werpen. ‘One Man In My Heart’ (1994!) klinkt als de druilerige theme song van een gedateerde Koreaanse reclame. Philip zoekt intussen naarstig naar oogcontact met mensen uit het publiek, die daar overigens niet van gediend zijn.
Het aan de grond genagelde publiek lijkt inmiddels begonnen aan een proces van fossilisatie, maar radiohit ‘Lebanon’ slaat in als een komeet en laat een grote krater achter. ‘(Keep Feeling) Fascination’, een nog grotere komeet, stond op de soundtrack van ‘Grand Theft Auto: Vice City’ - een videospel dat zich afspeelde in het Miami van de jaren 80 en heeft bijgedragen aan een korte eighties renaissance bij millennials. Enkelen zijn vanavond (wellicht ironisch) komen aankakken en lallen nu uit volle borst mee. Wel pijnlijk dat Philip bij het voorstellen van de bandleden haast Joanne vergeet - de vrouw waar hij nota bene 8 jaar mee samen was. ‘And then the conversation turned...’
Voor de bis draagt Philip, gehuld in het pak van een bijenhouder, solo het avant-gardistische ‘Being Boiled’ voor - een betoog waarin hij boeddhisme en hindoeïsme door elkaar haalt en pleit tegen het vermoorden van zijdewormen om sokken van te maken of zoiets.
The Human League lijkt op een knullige gelegenheids verkleedact van mama’s en papa’s uit de buurt: professionele amateurs met kleinstedelijke bescheidenheid. Ze zijn nooit afgezakt naar Londen en altijd met beide benen op de grond blijven staan. Nu genieten ze van elk optreden dat ze mogen geven. Het ontroert en tovert een glimlach op ons gezicht.
Het moment
Paradiso is voor even getransformeerd tot Aziatische karaoke-bar tijdens ‘Don’t You Want Me’, een knaller die nog altijd in roulatie is bij menig studenten-dj.
Quote
‘Some of you might have seen us here before, some of you died of old age.’
Tweet