Concertreview: Yasiin Bey (Mos Def) in Openluchttheater Rivierenhof 2017
Mos Def is dood. ’t Is te zeggen: the artist formerly known as Mos Def is springlevend, maar hij veranderde zijn naam jaren geleden al in Yasiin Bey en nu draagt hij zijn artistieke alter ego helemaal ten grave. De begrafenisstoet – ook wel The Final Tour geheten – hield vanavond halt in het Rivierenhof.
Mos Def was altijd al een vreemde eend. Nooit een vedette als Jay-Z, maar een cultfiguur die zijn reputatie dankt aan twee briljante platen: het politieke ‘Mos Def & Talib Kweli Are Black Star’ uit 1998 en soulpil ‘Black on Both Sides’ van het jaar daarna. Die maakten van hem de spannendste ster uit de undergroundhiphop sinds A Tribe Called Quest. Daarna volgden een paar soffen en de wereld was hem bijna vergeten toen hij in 2009 het fantastische ‘The Ecstatic’ bricoleerde uit gerecycleerde Stones Throw-beats. In 2013 verhuisde hij naar Kaapstad, op zoek naar innerlijke rust en anonimiteit, en enkele jaren later kondigde hij zijn definitieve afscheid aan. Het zat hem tot hier; hij wilde weg van geld, roem en al die dingen die de gemiddelde werkmens relatief weinig in de weg zitten.
In Deurne was zijn set aanvankelijk vooral weird. Hij kwam het podium op met een zak rozenblaadjes die hij rondom zijn microfoonstatief uitstrooide (‘een ode aan iedereen die we verloren hebben’) terwijl op de achtergrond een scherm stond waarop een dervish de hele show lang om zijn as stond te draaien. De allereerste song was een mij geheel onbekend afro-reggaenummer met het mantra ‘all over the world’ dat vooral peace, love and understanding hoorde uit te stralen. En Mos brak nummers meerdere keren halverwege af om instructies te geven aan het technisch personeel (‘Meer! Minder! Stiller! Luider!’), om daarna droogweg opnieuw te beginnen. ‘Ik stop hierna toch, dus ik kan doen wat ik wil,’ grijnsde hij.
En wat wilde hij doen? Elke uithoek van zijn carrière verkennen, behalve die faliekante periode rond ‘The New Danger’ en ‘True Magic’. Jammer genoeg vindt hij zijn laatste plaat ‘December 99th’ – een onbegrijpelijk, ongeïnspireerd probeersel – wél de moeite ('veel mensen begrijpen het niet, maar ik vind het prachtig') en greep hij er vaak naar terug. Zo ging ‘No Time to Pretend’ helemaal nergens heen, ondanks de heerlijke pianosample uit ‘C.R.E.A.M.’ van Wu-Tang Clan (of, ietsje verder terug: ‘As Long as I Got You’ van The Charmels).
Héél erg: ’s mans recente teksten, die amper kladjes waard zijn. Denk aan ‘life: nobody makes it out alive’ uit ‘Hemp’ of het onbegrijpelijke ‘N.A.W.’: ‘Girls and ladies / Pushing out at the playground / So so beautiful / They say that they like you / Do they even like themselves? / You like yourself so much.’ Die songs toonden Mos Def zoals hij nu is: een ouder wordende, aan zichzelf twijfelende, verwarde experimentalist die niet altijd het verschil weet tussen een goed idee en een brokje voor Fikkie.
Gelukkig was er naast Yasiin Bey ook heel veel Mos Def, en dat is toch de mens die iedereen wilde zien: de grote artiest die wel degelijk nog altijd in hem schuilt. Zijn snelheid en precisie zijn nog altijd on point en hij blijft één van de beste zangers uit de rap, met een bijna even goed oor voor samples als Kanye. ‘Auditorium’, gestut door een goeie Madlib-beat, eindigde in een coole scatsessie waarin Mos even een zijdezachte James Brown werd, en in ‘Casa Bey’ begeleidde ‘La La Land’-achtige swingjazz zijn vlekkeloze flow. Soms brak hij een nummer te vroeg af en soms viel hij te lang in herhaling, maar wanneer het goed zat – ‘Umi Says’, ‘Pistola’ – was het straf. Speciale vermelding ook voor ‘Ms. Fat Booty’, mogelijks het enige Mos Def-nummer met humor: ‘I seen her on the Ave, spotted her more than once / An ass so fat you could see it from the front.’ Ha!
In de absolute hoogtepunten – ‘Hip Hop’, ‘Mathematics’, ‘Travellin’ Man’ en al de rest uit ‘Black on Both Sides’ – bereikte hij zelfs het spirituele hogere niveau waar hij al die tijd naar op zoek was. Het was, in totaal, een gulle en warme maar ook extreem chaotische show vol gekke bokkensprongen, bruuske tempowissels en half afgewerkte ideeën van een artiest in wiens kop alles in de knoop lijkt te zitten. Net dáárom denk ik dat we Mos Def vanavond op een heel emotionele, kwetsbare manier gezien hebben: met wratten en al, te nemen of te laten.Het was geen perfect afscheid, maar wel een mooi en op zijn allerminst een écht.