null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

Coronavirus

Coronacurve stijgt weer: ‘Dat het contactonderzoek nog altijd niet op punt staat, is onvergeeflijk.’

Ja, het aantal nieuwe besmettingen stijgt, maar niet spectaculair. En het aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen blijft dalen. Waarom maken experts zich dan zo ongerust?

Cathy Galle

Alle ogen zijn dezer dagen op de besmettingscijfers gericht. En bij experts gaan alle alarmbellen af. Het aantal nieuwe besmettingen met Covid-19 gaat in stijgende lijn. Het reproductiecijfer van het coronavirus ligt boven één, zei premier Wilmès op de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad vandaag. En het weekgemiddelde, waarbij telkens naar de afgelopen zeven dagen wordt gekeken, steeg vorige week met 11 procent tegenover de week daarvoor. Per dag waren er gemiddeld 95 nieuwe besmettingen. Twee weken geleden lag dat rond de 86.

Biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven). 'De curve is weer aan het stijgen. Dat moeten we au serieux nemen.' Beeld rv
Biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven). 'De curve is weer aan het stijgen. Dat moeten we au serieux nemen.'Beeld rv

Een stijging, maar niet meteen tot spectaculair hoge aantallen. Bovendien komen de meeste infecties nu voor bij de actieve bevolking, de 20 tot 59-jarigen. Een groep die doorgaans beter bestand zou moeten zijn tegen het virus dan de oudere, verzwakte populatie. Uit de data van Sciensano blijkt dat de nieuwe besmettingen zich vooral in de grote steden situeren en in enkele gemeenten in Limburg. Terwijl grote delen van het land nog behoorlijk coronavrij blijken. Ten slotte dalen de ziekenhuisopnames én het aantal sterfgevallen door Covid ook verder. Daardoor lijkt het globale plaatje er helemaal niet zo slecht uit te zien.

Toch is de ongerustheid erg groot. Want het feit an sich dat de curve van de nieuwe besmettingen blijft stijgen, al is dat niet veel, is een alarmsignaal, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven). “We hebben intussen al heel wat versoepelingen doorgevoerd zonder al te grote zichtbare problemen. Dat was een beetje misleidend. Want de curve die aan het dalen was, is eerst trager gaan dalen. Daarna is het dalen gestopt en bleven we lange tijd op een ongeveer gelijk aantal besmettingen per dag. Nu is de curve dus weer aan het stijgen. Dat moeten we au sérieux nemen.”

Paniek

Paniek is zeker niet nodig, alertheid wel, meent professor Molenberghs. “We zijn in het begin van de crisis met een klein aantal besmettingen gestart. Toen dachten veel mensen dat het wel zou meevallen. Niet dus. De curves van dit virus kruipen een tijdje over de grond en schieten dan plots als een pijl uit de boog omhoog.”

Daarom is het belangrijk niet alleen naar de weekgemiddelden te kijken, stellen experts, want die kunnen te laat een indicatie geven dat de pijl gelanceerd is. Als we de dagcijfers bekijken, zien we inderdaad dat er de afgelopen weken piekdagen waren van boven de honderd nieuwe besmettingen, met zelfs een uitschieter vorige week van 135. Als er meer en meer uitschieters komen, zullen die uiteindelijk het weekgemiddelde omhoog stuwen, maar tegen dan zijn we mogelijk al enkele weken verder. Bovendien zitten de cijfers van de laatste vier dagen niet in dat weekgemiddelde.

Netflixen

Enkel door alles goed te monitoren en onder controle te proberen houden, kunnen we een tweede golf vermijden. Daar is iedereen van overtuigd. Maar daar wringt het schoentje. Want om de zaak te monitoren is contactonderzoek een essentiële schakel. En dat draait nog altijd niet zoals zou moeten, zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). “Er zijn nog altijd grote problemen met de doorstroming van informatie naar de contactspeurders die naar verluidt soms gevraagd worden ‘wat te Netflixen’ omdat ze niets om handen hebben. Aan de andere kant horen we verhalen van besmette personen die zich afvragen waarom ze nog altijd niet gebeld zijn.”

Maar nog erger, de contactonderzoekers onderzoeken enkel de contacten van een persoon. Er wordt tijdens de gesprekken niet gepeild naar een mogelijke bron van besmetting. Pas wanneer uit de data die Sciensano per gemeente oplijst blijkt dat er ergens een lokaal probleem is, wordt een team ter plaatste gestuurd. Die worden aangestuurd door een gezondheidsinspecteur, maar daar is er niet eens één van per provincie.

Epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen). 'We weten op dit ogenblik niet hoe die nieuwe besmettingen opgelopen worden.' Beeld BELGA
Epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen). 'We weten op dit ogenblik niet hoe die nieuwe besmettingen opgelopen worden.'Beeld BELGA

Het systeem is lang niet fijnmazig genoeg, waardoor we eigenlijk volledig blind varen en grote kansen aan het missen zijn. “We weten inderdaad op dit ogenblik niet hoe die nieuwe besmettingen opgelopen worden”, zegt ook epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen). “Komt het door de versoepelingen die doorgevoerd zijn en zo ja, door welke dan precies? Geen kat die het weet.”

In VTM Nieuws waarschuwde de epidemioloog dat er in Europa een tweede coronagolf is begonnen. “Op een toenemend aantal plaatsen in Europa nemen de besmettingen toe. Het lijkt alsof we weer de controle kwijt zijn. Tot een paar weken terug waren we vrij goed bezig, en was de epidemie vrij goed onder controle in gans Europa. We staan nu voor een uitdaging om dat terug onder controle te proberen krijgen”, klinkt het. We moeten volgens Van Damme alleszins beter aan bronopsporing doen. “We moeten dat systeem op orde krijgen, best tegen eind juli al.”

Professor Molenberghs noemt het zelfs ‘onvergeeflijk’ dat het systeem nog altijd niet op poten staat. Niet alleen in Vlaanderen overigens, ook in Brussel en Wallonië loopt het nog niet zoals zou moeten. En hij volgt viroloog Van Ranst, die zich maandag openlijk afvroeg of er voor het contactonderzoek wel de juiste profielen aangeworven zijn. “Je moet zoiets ook sociologisch kunnen kaderen”, stelt Molenberghs. “We zien in Brussel bijvoorbeeld dat de meeste nieuwe besmettingen in de benedenstad zitten. Als er in pakweg Molenbeek een kleine uitbraak is of in de Europese wijk in Brussel, dat maakt een groot verschil. Mensen uit verschillende buurten hebben vaak andere contactpatronen. Een uitbraak in de Europese wijk kan binnen de kortste keren voor een uitbraak in heel Europa zorgen, terwijl het in Molenbeek eerder lokaal kan beginnen te woekeren, zoals in Leicester. Daar moet je allemaal rekening mee houden.”

(DM)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234