Humo sprak metERIKA VLIEGHE, JOHAN VAN GRIENSVEN EN ISRA DEBLAUW, infectiologen in 'Besmet'
‘Covid-19 zal altijd blijven smeulen. Net zoals de mazelen opduiken waar niet goed wordt gevaccineerd’
Soms hebben programmamakers ongelofelijke mazzel. Hoe verklaar je anders dat de makers van ‘Besmet’ beslisten om hun tenten in het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) op te slaan, nét voor er een pandemie uitbrak? De Canvas-reeks toont hoe één virus genoeg is om de hele wereld plat te leggen en laat Erika Vlieghe voorspellen welke vieze ziekten er nog in het verschiet liggen. ‘Ik mag er niet aan denken wat er gebeurt als je mazelen kruist met ebola. Dán hebben we pas een probleem.’
HUMO Dankzij ‘Besmet’ weten we nu wat al die virologen, epidemiologen en infectiologen aan het ITG uitspoken wanneer er géén pandemie rondwaart.
ERIKA VLIEGHE (lacht) «Je hebt natuurlijk veel verschillende soorten infecties. Er zijn er die het hele jaar door overal ter wereld voorkomen. Daar houden wij ons continu mee bezig. Daarnaast heb je de reisgebonden ziektes. Onze reiskliniek ligt nu wat stil, maar normaal komen daar mensen langs die in het buitenland een ziekte hebben opgelopen. Verder zijn er de infecties in ziekenhuizen en is er ook de groeiende groep van mensen met een zwakke immuniteit: mensen met hiv, transplantatiepatiënten… Dat is zowat ons dagelijks werk, maar dat wordt nu verdrongen door de crisis.»
HUMO Voor jullie kwam deze pandemie wellicht niet als een verrassing.
VLIEGHE «Al toen ik op de universiteit zat, werd er een grote pandemie aangekondigd. Toen dachten we aan een nieuw griepvirus of iets dat uit de dierenwereld zou komen. En toch had ik nu niet vanaf dag één het gevoel: dit is de voorspelde pandemie. We hadden al kennisgemaakt met SARS en MERS, maar die virussen hadden nooit zulke proporties aangenomen.»
HUMO SARS en MERS zijn ook coronavirussen. Hadden we daaruit niet meer kunnen leren om de huidige pandemie te voorkomen?
VLIEGHE «In 2012, het jaar dat MERS uitbrak, was er ook een uitbraak van ebola. Ik weet nog dat ik naar een congres over infectieziekten ging in Spanje en tegen mijn baas zei: ‘Die ebola zullen we wel onder controle krijgen, maar wat MERS betreft, heb ik er een minder goed oog op.’ Op dat moment waren er veel ziekenhuisuitbraken in Saoedi-Arabië. Omdat elk jaar miljoenen moslims op bedevaart trekken naar Mekka, vreesden wij voor een drama, maar het aantal gevallen bleef tot onze verbazing beperkt.»
HUMO Wanneer had u in de gaten: dit keer loopt het wel uit de hand?
VLIEGHE «In het begin van de coronacrisis waren er wat uitzaaiingen in de Filipijnen, Japan en Thailand, die niet meteen tot grote uitbraken hebben geleid, waardoor wij verkeerdelijk de indruk kregen dat het wel meeviel. Daarna kwamen de cruiseschepen en nog altijd dachten we: ja, maar op zo’n cruiseschip zitten veel oude mensen en die zijn extra kwetsbaar. Vervolgens waren er een aantal gevallen op Europees grondgebied, maar ook die werden snel herkend en geneutraliseerd. Pas toen het in Italië volledig uit de hand begon te lopen, hadden we door dat dit van een totaal andere orde was.»
HUMO In ‘Besmet’ zien we u voorbereidingen treffen voor de komst van een gevaarlijk virus naar onze contreien. Alleen hadden jullie toen eerder ebola in gedachten, niet corona.
VLIEGHE «Van zo’n hemorragische koorts als ebola (koorts veroorzaakt door inwendige bloedingen, red.) hebben we elk jaar wel één of meer verdachte gevallen in België. Meestal gaat het om hulpverleners die uit een risicogebied terugkeren. Ik herinner me dat, terwijl we met die ebola-oefeningen bezig waren, af en toe de vraag werd geopperd: ‘Wat als we hier ooit met een gigantische epidemie te maken krijgen?’ Daar waren we niet op voorbereid.»
HUMO Er lag wel een draaiboek klaar, maar het was beperkt.
VLIEGHE «Een pandemieplan opstellen voor een heel land moet op nationaal niveau gebeuren. Als instituut of ziekenhuis – ik werk intussen niet meer voor het ITG, maar voor het UZA – kun je je alleen voorbereiden op wat binnen je takenpakket valt.»
HUMO Intussen leren we elke dag bij over het nieuwe coronavirus. Hoe heeft het jullie al verrast?
VLIEGHE «Het heeft ongeveer elke maand weer een andere verrassing voor ons in petto. Een pijnlijk besef was dat je al besmettelijk kunt zijn als je geen of nóg geen symptomen hebt. Dat was een gamechanger: het maakt alles zoveel ingewikkelder. Er zijn nog wel andere infecties die besmettelijk zijn voor je symptomen hebt, zoals de mazelen, maar bij een heleboel andere infecties is de mantra toch: als je geen klachten hebt, ben je weinig of niet besmettelijk. Bij griep is dat bijvoorbeeld zo. Bij ebola gelukkig ook.»
JOHAN VAN GRIENSVEN (infectioloog aan het ITG) «Het wordt steeds duidelijker dat dit geen banaal griepje is. Een deel van de patiënten wordt zwaar ziek en blijft langdurig klachten ondervinden. Ook bij ebola hebben we gemerkt dat veel mensen die de ziekte hebben doorgemaakt, blijvende klachten hebben – gewrichtsontstekingen, vermoeidheid, depressie en gezichtsstoornissen.»
VLIEGHE «Nog een punt waarover van bij het begin ongerustheid was: verspreidt dit virus zich via de lucht of niet? Het duurt lang voor je daar voldoende solide bewijzen voor hebt. Tot die tijd moet je uitgaan van het worstcasescenario. Tot op vandaag bestaan er twijfels. We weten nu wel dat de fijne druppels – de zogenaamde aerosolen – een rol kunnen spelen, maar welk percentage van de patiënten op die manier besmet raakt, is moeilijk te zeggen. Wat speelt de grootste rol in een klas van twintig kinderen: zijn dat de aerosolen, die lang blijven hangen als het lokaal niet goed geventileerd wordt? Of toch eerder het feit dat de kinderen te dicht bij elkaar zitten? Vermoedelijk zal het een combinatie van de twee zijn, maar daar valt nog onderzoek te verrichten, zeker nu we de winter ingaan.»
VERDACHTE VLEERMUIS
HUMO ‘Corona heeft de wereld geleerd dat rijke landen evenveel gevaar lopen als arme landen op de uitbraak van een infectieziekte,’ horen we in ‘Besmet’. In het Westen zagen we infectieziektes tot voor kort als een ver-van-mijn-bedshow.
VAN GRIENSVEN «De meeste recente uitbraken van infectieziektes gebeurden ver weg: ebola is aan Afrika gelinkt en ook zika sloeg vooral in armere landen toe. In dat opzicht was covid-19 een wake-upcall: wij zijn ook kwetsbaar. Als westers land denken we dat we beter voorbereid zijn dan pakweg Afrika. We waren vooral bang voor wat corona met dat continent zou doen, maar op dit moment doet het het beter dan Europa.
»Je hebt natuurlijk wat factoren die in hun voordeel werken: een jongere bevolking, een ander klimaat en een leven dat zich meer buitenshuis afspeelt. Maar net zo goed zijn er factoren die een minder positief scenario voorspellen, zoals minder capaciteit en beademingsmachines op intensieve zorgen. Voorlopig valt het mee, maar we weten niet of er nog een belangrijke tweede of derde golf zal komen in Afrika.»
VLIEGHE «Voor het Westen is dit inderdaad een wake-upcall. Je teert als land altijd op je sterktes. Wij zijn sterk in diagnoses stellen en patiënten verzorgen. Als er één ding is dat tot nu toe goed heeft gedraaid, dan is het de flexibiliteit van onze ziekenhuizen en ons zorgsysteem. Maar we merken nu ook dat we veel te lang veel te weinig hebben geïnvesteerd in preventieve gezondheidszorg. Er liggen geen plannen klaar voor een gigantische instroom van patiënten.
»Nu, er liggen in België voor wel méér dingen geen plannen klaar: een kernramp, een black-out… Wij zijn geen vooruitziende maatschappij, helaas. En onze ingewikkelde staatsstructuur helpt daar niet bij, integendeel. Veel landen die het minder breed hebben, hebben wél een traditie van investeren in volksgezondheid. Het is niet zo uitzonderlijk dat er ergens in Afrika nog weleens een cholera-epidemie uitbreekt, dus zijn ze daar beter op voorbereid. Als je na onderzoek in het buitenland terugkeert naar België, is het confronterend om te zien wat er in je eigen land allemaal nog niet goed werkt.»
ISRA DEBLAUWE (entomoloog aan het ITG) «Dat zie ik ook in mijn vakgebied: insecten. Anders dan in tropische gebieden zijn we het in België totaal niet gewoon dat muggen ziektes overbrengen. We steken geen geld in onderzoek en preventie, want – zo denken we – die muggen doen ons toch niks. Het is belangrijk om politici van het tegendeel te overtuigen.»
HUMO Begin vorige eeuw heerste, na een aantal successen, het idee dat we alle infectieziektes konden uitroeien. Sinds de jaren 50 is men daarvan moeten terugkomen: meer en meer infectieziektes steken de kop op.
VLIEGHE «We leven hier al decennia zonder de bedreiging van epidemieën. Als het dan nog een keer gebeurt, worden we brutaal wakkergeschud. Maar ik zou niet zeggen dat de wereld ten onder aan het gaan is aan infectieziekten.»
HUMO Er wordt nu gevreesd dat klimaatverandering, massale ontbossing en bevolkingsgroei uitbraken in de hand zullen werken.
DEBLAUWE «Vergeet de globalisatie niet: we reizen de hele wereld rond en brengen allerlei ziekten mee naar huis.»
VLIEGHE «De wereld is nu zo geconnecteerd dat, als er ergens een epidemie uitbreekt, ze veel moeilijker ter plaatse te houden is. We hebben nu gemerkt hoe hard Azië verbonden is met Europa.»
HUMO In ‘Besmet’ zoomen de makers in op Manaus, de Braziliaanse stad waar de huizen tegen het regenwoud aanschurken. Niet verwonderlijk dat er dan een virus overspringt vanuit de jungle op de mens.
DEBLAUWE «Dat is exact wat met het zikavirus is gebeurd. Je hebt twee ondersoorten van de mug die het zikavirus overdraagt: één die in de jungle leeft, en één die zich goed heeft aangepast aan de stedelijke omgeving. Die laatste lijkt het virus meer te verspreiden, en het is uitgerekend die soort die naar Amerika en Azië is geëxporteerd en zo het zikavirus heeft verspreid.»
VLIEGHE «Ook dat fenomeen is niet nieuw: een eeuw geleden kampte het zuiden van de VS met grote uitbraken van gele koorts, omdat mensen er steeds dieper de onontgonnen biotopen binnendrongen en zo in contact kwamen met nieuwe ziekteverwekkers. Waar zo’n uitbraak vroeger beperkt bleef tot één dorp, kunnen die nieuwe virussen zich nu heel snel verspreiden over de wereld. Die twee componenten samen maken ons erg kwetsbaar.»
HUMO Een dier dat vaak wordt genoemd als boosdoener, is de vleermuis. Weten we waarom die zo geschikt is als drager van virussen?
VLIEGHE «Niet echt. Alle dieren huisvesten virussen, alleen huisvesten sommige dieren er meer dan andere. Vleermuizen vliegen dan ook nog eens rond en komen zo met veel andere dieren in contact.»
VAN GRIENSVEN «Zelfs voor het ontstaan van ebola verdenken we de vleermuis, maar ook daar weten we het fijne nog niet van. De oorsprong zou net zo goed bij een andere diersoort kunnen liggen.»
VLIEGHE «Collega’s van het ITG hebben in de jaren 90 grote stukken oerwoud uitgekamd en alle mogelijke knaag- en andere dieren onderzocht, maar nooit hebben ze een sluitende link met ebola gevonden.
»Ook het ontstaan van SARS-CoV-2 proberen we te reconstrueren. Aanvankelijk dachten we dat het begonnen was op de dierenmarkt van Wuhan, maar wellicht was die markt gewoon een superverspreiderevenement. Meer aannemelijk is dat het virus al maanden aanwezig was, maar ergens moet het Wuhan zijn binnengeraakt. Waar en via welk dier – en of iemand dat dier heeft gegeten of de besmetting accidenteel is gegaan – valt moeilijk te zeggen.»
HUMO Virussen uitroeien blijkt ook moeilijk. Waarom is het voor pokken en polio gelukt, maar niet voor ebola?
VAN GRIENSVEN «Als je het echt wil uitroeien, dan moet je weten wat de oorsprong is: waar zit het virus tussen de uitbraken door? Als dat reservoir heel groot is, dan is het niet altijd mogelijk om het helemaal te neutraliseren. Je kunt niet alle vleermuizen van Afrika gaan afslachten.»
VLIEGHE «Er is ook een verschil tussen een ziekte volledig uitroeien, en een ziekte onder controle krijgen tot een leefbaar niveau. Dat is wat we in West-Europa nu al een hele tijd doen met hiv. Natuurlijk willen we niets liever dan dat zo weinig mogelijk mensen besmet worden met hiv – en misschien zal dat ook lukken – maar we zijn al heel blij met de enorme ommekeer in die epidemie.
»Dat is ook wat we met covid-19 gaan proberen, met vaccinatie en misschien op termijn ook met de ontwikkeling van antivirale middelen. We gaan ervoor zorgen dat de impact minder groot is, maar we gaan het niet kunnen uitroeien. Het is hier en het zal hier blijven.»
HUMO Opflakkeringen van covid-19 zullen er altijd zijn?
VLIEGHE «Ik hoed me voor grote uitspraken over covid-19 – we kennen dat beestje nog maar tien maanden – maar ik denk het wel. Het virus zal altijd blijven smeulen, net zoals de mazelen. Ook daar zien we: op plekken waar niet goed gevaccineerd wordt, flakkeren de mazelen weer op. Alleen door voldoende mensen te vaccineren, blijven we het virus een stapje voor. Een virus kan heel mysterieus zijn. SARS was destijds plots verdwenen. In theorie kan ook dat virus weer opduiken.»
HUMO De pest associëren we vooral met de middeleeuwen, maar die ziekte is ook nog niet verdwenen.
VLIEGHE «De pest komt nog in verschillende landen voor, onder andere in Madagaskar, Mongolië, Malawi, Congo en delen van China. We kunnen ze nu gelukkig wel behandelen. Infectieziekten kunnen in de loop der tijd ook van aard en karakter veranderen. De pest die vandaag voorkomt, is niet te vergelijken met de bacteriële infectie die in de middeleeuwen een groot deel van de Europese bevolking heeft weggevaagd. Hetzelfde met syfilis: in de 17de en 18de eeuw stierven er veel meer mensen aan. Wellicht ging het toen om een agressievere variant van de bacterie dan degene die wij nu kennen.»
HUMO Professor Van Griensven, u vertelt in ‘Besmet’ hoe u in 2014 naar Sierra Leone trok, waar ze net een grote ebola-uitbraak hadden: ‘Alsof je in oorlogsgebied landt zonder wapens.’
VAN GRIENSVEN «We hadden er vooraf goed over nagedacht, maar bij zo’n uitbraak stap je toch altijd wat in een zwart gat. Dat maakte het bijzonder stressvol. Met teamspirit en collegialiteit hebben we ons daar goed doorheen geslagen en hebben we goed werk kunnen verrichten, maar zoiets bijna onvoorbereid aanpakken, overleef je geen twee keer.»
HUMO Hoe haalt een mens het in zijn hoofd om van zo’n levensgevaarlijk virus zijn beroep te maken?
VAN GRIENSVEN «Het is inderdaad niet zonder gevaar. Meestal zijn het mensen die al in Afrika hebben gewerkt en graag bezig zijn met acute zaken.»
HUMO Zijn jullie al ooit besmet op de werkvloer?
VLIEGHE «Toen ik in Afrika werkte, ben ik besmet met tuberculose. Maar nooit met iets heel besmettelijks als ebola. Ik heb mezelf ook al vier keer laten testen op covid, omdat ik klachten had: telkens negatief.»
VAN GRIENSVEN «Ons team heeft bij de ebola-uitbraak wel een paar risicovolle momenten gekend. Iemand die bij het uitkleden een spat in het gezicht krijgt, bijvoorbeeld – gelukkig heeft dat niet tot besmettingen geleid. Zelf heb ik al covid achter de rug. De ziekte zelf was vrij mild, maar het heeft toch twee maanden geduurd voor ik me fysiek weer de oude voelde en kon sporten.»
HUMO Hoe groot is de kans dat ebola zich buiten Afrika uitbreidt of zelfs naar hier komt?
VLIEGHE «Ik mag er niet aan denken dat we in België ook nog iets dodelijks als ebola zouden moeten oplossen. Het grote voordeel is: voor zover we weten, wordt ebola niet overgedragen door de lucht of via aerosolen. Als een ziekte zich alleen via contact met lichaamsvloeistoffen verspreidt, kun je dat met goeie maatregelen op redelijke wijze indammen. Bij een aandoening die via de lucht overdraagbaar is, wordt het vele malen moeilijker. Wij zeggen soms: als je ebola kruist met mazelen, dan heb je pas écht een probleem. Daar mag ik niet te veel over nadenken.»
LIFTENDE MUGGEN
HUMO Door de klimaatopwarming komen bij ons steeds meer uitheemse muggen voor die tropische ziekten kunnen overbrengen. Over welke exotische muggen moeten we ons zorgen maken?
DEBLAUWE «Ondertussen hebben zich al verschillende exotische muggen gevestigd in Europa, vooral in Zuid-Europa. Vooral de tijgermug baart ons zorgen. Die mug kan virussen als dengue, chikungunya en zika op de mens overbrengen. Ze is Europa in 1979 via Albanië binnengekomen, en is zich vanuit Italië verder beginnen te verspreiden. Ieder jaar klimt ze een beetje noordelijker. Ondertussen zit ze al boven Parijs. In Duitsland komt ze in het Zwarte Woud voor. Dat is nog maar 200 kilometer van België. Die muggen raken hier omdat ze in vliegtuigen zijn meegereisd, en liften nu ook via auto’s mee. We hebben al eitjes van de tijgermug gevonden op parkings langs grote autowegen. Eigenlijk zouden we een meldpunt moeten hebben waar mensen kunnen signaleren dat ze een tijgermug hebben gezien, zodat men ze snel ter plekke kan verdelgen.»
HUMO Lopen wij hier straks ook gevaar op dengue, zika en chikungunya?
DEBLAUWE «Zo’n vaart als met corona zal het niet lopen. In Frankrijk zijn er jaarlijks wel gevallen van dengue of chikungunya door de tijgermug, maar die blijven toch zeer uitzonderlijk. Zo’n mug moet eerst iemand steken die op reis dengue heeft gekregen en het virus opnemen, om dan andere mensen te kunnen besmetten. In Frankrijk is zo’n brandhaard altijd snel uitgeroeid. Als je er op tijd bij bent, kun je voorkomen dat het virus zich verder verspreidt. In Italië was er dit jaar ook een uitbraak van dengue. Als de mug zich definitief zou vestigen in België, wat een reële mogelijkheid is, zou dat ook bij ons kunnen gebeuren. Het is dan zaak om een goed bewakingssysteem te hebben, zodat uitbraken in de kiem kunnen worden gesmoord. In andere landen zijn er rond muggen ook educatieve programma’s en heb je veel sensibilisering in de media. Daar moeten mensen meehelpen met de bestrijding van muggen door bijvoorbeeld geen water te laten staan in potten en emmers in de tuin. In België moeten we daar nog allemaal mee beginnen.»
HUMO Dit jaar stierf een koppel in Kampenhout aan malaria, nadat ze thuis door een mug waren gestoken. U hebt dat geval toen onderzocht.
DEBLAUWE «Daar ging het om een andere muggensoort. De malariaparasiet wordt overgedragen door de malariamug, in dit geval door een mug die via de luchthaven tot hier was gekomen. Die muggen kunnen hier niet overleven. Dat koppel heeft de brute pech gehad dat die besmette tropische mug van Zaventem tot in hun huis is geraakt. Ook al omdat het in september zeer warm was.»
HUMO Malaria komt al vrij algemeen voor in oostelijk en zuidelijk Europa. Moeten we er rekening mee houden dat malaria straks ook bij ons weer heel gewoon wordt, zoals dat vroeger het geval was?
DEBLAUWE «Er zijn verschillende soorten malariaparasieten. De variant in Kampenhout is een soort die niet door onze lokale muggen kan worden overgedragen. Het risico dat we hier opnieuw met malaria te maken krijgen, is dus heel klein.»
VLIEGHE «Tropische ziekten kunnen ook niet zomaar bij ons geïntroduceerd worden. Het zal warmer worden, maar dat betekent niet dat wij een volledig tropisch klimaat krijgen. Op sommige plaatsen zal het droger worden, op andere net vochtiger. Het valt moeilijk te voorspellen welke soorten straks welke ziekten kunnen overbrengen.»
LEGER STAAT PARAAT
HUMO Iedereen lijkt het erover eens dat de volgende pandemie al in de maak is. Welke virussen, dieren of regio’s moeten we in het oog houden?
VLIEGHE «Nu moeten we eerst van covid-19 proberen af te raken. Belangrijk is dat we voor één keer lessen trekken uit deze moeilijke oefening, zodat we voorbereid zijn op de volgende pandemie. Dan moet je, zoals onze biologen doen, letterlijk in de jungle naar potentieel gevaarlijke nieuwe virussen gaan speuren. Dat is een titanenwerk – je kunt natuurlijk niet permanent alle jungles screenen – maar we kunnen ook veel andere dingen doen. We weten dat we het gevaar op nieuwe pandemieën vergroten door vaker in de biotoop van wilde dieren te komen, of door de vele reusachtige pluimveekwekerijen in Azië in stand te houden. Daar kunnen we voorschriften rond uitwerken, maar dat is nog een lange weg.»
HUMO Virale bedreigingen zouden ook uit een andere hoek kunnen komen: met technieken als crispr, waarmee je DNA kunt bewerken, is het volgens sommigen niet zo moeilijk om bijvoorbeeld een verkoudheidsvirus te fabriceren waarvan je kanker krijgt. Er is dan maar één biohacker en één geschifte terreurgroep nodig om een ramp te veroorzaken.
VLIEGHE «Dat is niet helemaal onrealistisch, maar je moet zo’n virus ook nog maken en verspreid krijgen, en dan moet het ook nog de juiste ziekte veroorzaken. In de tijd dat ik op ebola werkte, deed mijn nicht onderzoek naar terrorisme. We zeiden toen tegen elkaar: ‘Stel dat er iemand een bom maakt met ebola, hoe erg zou dat zijn?’ Dat lijkt me dan nog net iets makkelijker dan het maken van een kankerverwekkend virus met crispr-technieken. Voor mij blijft het toch een beetje sciencefiction.
»Een veel grotere bedreiging is antibioticaresistentie (een bacterie die niet te bestrijden valt met antibiotica, red.). Dat is een zeer groot probleem dat onze aandacht verdient. Aan de ene kant moeten we als wetenschappers visionair zijn en denken als schakers, maar we moeten ook weer niet de hele tijd drie stappen vooruit willen zijn en daardoor niks doen aan de problemen die nu op ons bord liggen.
»Ik moet bekennen: er is een tijd geweest dat ik mij ergerde aan al dat paniekerige gedoe over hoe we ons op een pandemie moesten voorbereiden, omdat er volgens mij al een pandemie wás: antibioticaresistentie. Ik heb mijn idee daarover ondertussen wat bijgesteld.»
HUMO In ‘Besmet’ horen we dat er altijd een nieuwe vijand klaarstaat om de plaats van de vorige in te nemen. Als je weet dat er ongeveer 1,67 miljoen nog onontdekte virussen zijn, waarvan 600.000 à 800.000 mogelijk op de mens kunnen overspringen, dan lijken jullie een onmogelijk te winnen gevecht te voeren.
VLIEGHE «Je kunt natuurlijk niet voorbereid zijn op anderhalf miljoen virussen, maar je kunt wel een aantal algemene dingen doen. Bijvoorbeeld zorgen dat je als land een goed noodplan hebt. Al de systemen die nu zijn opgezet – contacttracing, verhoogde labocapaciteit – kunnen we bij toekomstige uitbraken opnieuw gebruiken. Met een solide plan moet elke epidemie te bedwingen zijn. Het probleem bij de huidige crisis is dat er een tijdlang geen vooruitziend beleid is gevoerd. De eerste weken is er kostbare tijd verloren.»
VAN GRIENSVEN «Het besef is in Europa nu wel groter geworden. De bevolking zal niet aanvaarden dat zo’n crisis ons opnieuw overkomt.»
VLIEGHE «Nee, maar als ik nu weer alle vragen om versoepelingen hoor, denk ik: hoe is het in godsnaam mogelijk? De ziekenhuizen liggen nog stampenstevol, en voor de derde keer op rij klinkt de vraag om alles weer open te gooien. Dat gaat er bij mij echt niet in. Mensen vergeten snel, politici ook. Dus ja: ik hoop echt dat dit omgezet wordt in een permanente paraatheid. Zoals we een leger hebben dat altijd paraat is, moeten we ook een leger hebben klaarstaan voor virusuitbraken.»
HUMO We merken nu hoe belangrijk het is voor de wetenschap om het vertrouwen van de bevolking niet te verliezen.
VLIEGHE «In eerste instantie is dat iets wat politici moeten doen. Je ziet daar de laatste maanden een evolutie. Met de wissel van de regering is er ook een andere communicatiestijl gekomen. De groep van professor Maarten Vansteenkiste houdt het ook heel goed in de gaten met de motivatiebarometer, waarmee ze kan zien hoe sterk mensen gemotiveerd zijn om de maatregelen te volgen. Die motivatie kende een dieptepunt in september, toen er versoepelingen werden ingevoerd waar niemand iets van begreep. Er is later dan toch een knik gekomen, en nu is er geleidelijk aan een herstel van vertrouwen, ondanks de strengere maatregelen.
»Mensen hebben nu toch het gevoel dat er een beleid wordt gevoerd, ook al hoor je nog altijd ontzettend veel kritiek. Dat is ook wel eigen aan België: het is altijd iets. Een gigantische epidemie waarbij je zeer ingrijpende maatregelen moet nemen, dat kenden wij als land niet. En dus waren wij daar in onze communicatie ook niet op voorzien. Ik heb destijds wel communicatietraining gehad voor één-op-ééngesprekken met patiënten, maar niet om een heel volk toe te spreken. Toen wij als experts steeds vaker gevraagd werden om uitleg te komen geven, dacht ik eerst: hoe begin ik daar in godsnaam aan? Maar achteraf kreeg ik veel berichten van mensen die me vroegen om dat absoluut te blijven doen: ze waren bang, en na onze uitleg waren ze toch iets meer gerustgesteld.»
HUMO Er wordt jullie ook gevraagd de toekomst te voorspellen.
VLIEGHE «Dat is heel moeilijk. Ze hebben mij de voorbije maanden vaak gevraagd wat er zou gebeuren, maar dat gaat niet als je nog nooit zo’n apocalyps hebt meegemaakt. Als ze mij in januari hadden gevraagd of we verschillende golven zouden krijgen en of de wereldwijde economie in elkaar zou stuiken, had ik alleen kunnen zeggen dat dat een mogelijkheid was. Als je me nu zou vragen wanneer het voorbij zal zijn, kan ik ook daar geen zinnig antwoord op geven. Er zijn zoveel variabelen. De ontwikkeling van de vaccins, bijvoorbeeld. Toen de eerste geruchten opdoken dat die er al in het najaar zouden zijn, geloofde ik het ook niet. Ik begrijp dat mensen naar duidelijke antwoorden snakken, maar de waarheid is dat wij het vaak ook niet weten.»
HUMO Los van de enorme drama’s en alle narigheid: voor jullie moet het ook wel fascinerend zijn om een pandemie over de aardbol te zien rollen.
VLIEGHE «Natuurlijk is het fascinerend. Ik heb dagelijks gesprekken met mensen uit andere disciplines en dat is superboeiend. Ik leer elke dag zoveel bij. Maar het is toch ook zeer overweldigend. Je holt van de ene vergadering naar de andere, en ondertussen moet je ook de grote lijnen proberen te snappen. Als de pandemie voorbij is, zullen we er nog jaren mee bezig zijn om dit echt goed te begrijpen. Ik zal blij zijn als we weer eventjes wat rust krijgen.»
‘Besmet’, maandag 30 november, Canvas, 21.30u.