Danger Mouse & Daniele Luppi - Rome
Als Brian Burton
alias Danger Mouse
niet in de studio kampeert met U2
, gezellige gekte uit zijn mouw schudt met Gnarls Barkley
of droompop bedenkt met Broken Bells
, valt hij altijd wel voor nóg een muzikale ontdekkingsreis te porren.
Zo is hij de voorbije vijf jaar in de weer geweest met Daniele Luppi , een Italiaanse componist die in de hoop op een grootse carrière naar Hollywood verhuisd is, maar voorlopig alleen de soundtracks van een paar tweede- en derderangsfilms geschreven heeft.
Danger Mouse was zo onder de indruk van 'An Italian Story', Luppi's eerbetoon aan de Italiaanse filmmuziek van de jaren zestig en zeventig uit 2004, dat hij hem inhuurde voor de arrangementen van 'St. Elsewhere', het debuut van Gnarls Barkley.
Uit die muzikale vriendschap is 'Rome' geboren, een plaat waarop ze hun gezamenlijke liefde voor de soundtracks van Ennio Morricone bij de spaghettiwesterns van Sergio Leone laten opbloeien. Zeker, de invloed van pakweg 'The Good, The Bad & The Ugly' is onmiskenbaar, maar dé soundtrack die het sterkst als onderlegger van 'Rome' gediend heeft, is die - van Morricone - bij Terence Young s vergeten oorlogsfilm 'The Rover'.
Nu, de zalvend romantische orkestklanken, de twanggitaren en de dromerige, buitenwereldse koorzang (door het Cantori Moderni, dat onder meer te horen was op de soundtrack van 'Once upon a Time in the West') roepen Morricone op, maar 'Rome' is geen slaafse kopie van het werk van Il Maestro.
Vooral omdat er ook drie songs met een zeer androgyn klinkende Jack White op staan, plus drie met Norah Jones , die voor de gelegenheid haar vocale maniërisme achterwege laat: het zijn zes goeie tot straffe ('The Rose with a Broken Neck' !) stoten, en de negen korte instrumentale stukken doen daar amper voor onder - zéker niet als sopraan Edda Dell'Orso (nog een Morricone-veterane) een woordloze zanglijn als een strik rond de muziek knoopt, zoals in 'Roman Blue' .
'Rome': een soundtrack die geen beelden behoeft.