David Gilmour: 'Strikt genomen heb ik in Pink Floyd, The Beatles en The Who gespeeld. Wie doet beter?'
David Gilmour heeft alles bereikt: erkenning, roem, welvaart en respect. Daar zal zijn vierde soloplaat, ‘Rattle That Lock’ weinig aan toevoegen, maar wij zijn er toch heel blij mee.
'Applaus is een drug waarvan ik al een hele tijd probeer af te kicken. Ik voel geen enkele behoefte om de Stones of U2 te overtroeven'
Als mevrouw Gilmour mee aanschuift voor het interview, is dat niet omdat zij thuis de broek draagt, wel omdat ze mee schreef aan de songteksten van ‘Rattle That Lock’. Dat deed ze eerder al voor de in 2014 verschenen laatste Pink Floyd-cd en voor ‘On an Island’ (2006), de vorige soloplaat van manlief.
’t Is duidelijk een goed koppel, die twee. Niet alleen zijn ze – extreem zeldzaam in de popmuziek – al dertig jaar samen, ze zijn ook het prototype van het sociaalbewuste, democratische miljonairspaar. De voorbije decennia heeft Gilmour in alle stilte miljoenen weggegeven (‘Ik zeg mijn collega’s altijd: teken gewoon die cheque, maak er geen pr-manoeuvre van’). Hij was het ook die ervoor zorgde dat Syd Barrett, de ontspoorde bezieler van de vroege Pink Floyd, tot aan zijn dood in 2006 auteursrechten kreeg uitgekeerd.
Sinds onze vorige ontmoeting heeft Pietje de Dood lelijk huisgehouden in Gilmours naaste omgeving: naast Barrett zijn onder anderen ook de geniale hoezenmaker Storm Thorgerson en Pink Floyd-toetsenist Rick Wright overleden. Ook daarom wil hij niets meer horen over een reünie van zijn oude groep: ‘Zonder Rick zou het een travestie zijn.’ Het management drukt ons bovendien op het hart dat vragen over Roger Waters niet gewaardeerd worden.
Voor de rest is alles peis en vree in de Astoria. Zo statig als de locatie is, zo joviaal zijn Polly en David.
HUMO Nu ik zie waar jullie opnemen, begin ik te begrijpen waarom zo veel van jullie songs verwijzingen bevatten naar water…
Polly Samson «Klopt. Water is leven. De mens bestaat voor 70 procent uit water. De rivier brengt rust, voedsel, dynamiek.»
HUMO David, ik keer met permissie eerst even terug naar de drie prachtige concerten die je in 2006 in de Royal Albert Hall hebt gegeven. Het was de enige keer dat David Bowie zich sinds zijn hartaanval op een podium heeft laten zien. Hoe heb je hem zover gekregen?
David Gilmour «Mijn tourmanager had vroeger nog voor David gewerkt: het volstond dat ik één keer achteloos zijn naam liet vallen opdat hij hem opbelde. Ik wist wel dat Bowie een fan was van Pink Floyd, of toch van Syd Barrett – hij wilde graag ‘Arnold Layne’ zingen. Ik denk dat hij het vooral waardeerde dat ik zijn aanwezigheid niet commercieel heb uitgebuit, want alleen mijn muzikanten wisten dat hij zou komen. It was lovely.»
HUMO Ik heb zelden zo’n perfect geluid gehoord als tijdens die concerten. Het blijft me verbazen dat anno 2015 de klank tijdens concerten nog vaak belabberd is, ook als het om supersterren gaat: slecht gemixt, te luid, chaotisch, vol ongewenste echo... Ben jij strenger dan je collega’s?
Gilmour «Wellicht, maar ik ben vooral minder gierig. Ik wil niemand voor schut zetten, maar ik heb me op concerten van collega’s ook al blauw geërgerd aan de slechte klank. Voor mij is dat nog erger dan voor jou, want ik kan niet opstappen zonder de ster in kwestie onsterfelijk te beledigen. Als ik dan zo tactvol mogelijk probeer te weten te komen waaraan het ligt, zegt de ster in kwestie vaak iets als: ‘Ik wilde eigenlijk X of Y inhuren, maar die was te duur.’ En dat zijn dan soms rocksterren die schandalig hoge ticketprijzen aanrekenen. Some people don’t think beyond the stage: ze verspillen handenvol geld aan een peperduur decor of gigantische videoschermen, maar ze besparen op de PA, de mixtafel of de geluidstechnicus. Ik begrijp dat niet. Voor een concert geldt nog meer dan elders: je bent zo zwak als je zwakste schakel. En wat baat het dat je muzikanten briljant spelen, als de zaalmix belabberd is? I mean, how stupid is that?»
HUMO Met al jouw ervaring en op basis van het dozijn klassiekers dat je hebt geschreven: is er een verband tussen input en output? Levert hard werk de beste songs op?
Gilmour «Er zit geen logica in, helaas. Ik heb een handvol popping songs geschreven, als in: they pop into your brain, out of nowhere. Je rommelt wat aan en een geniaal idee presenteert zichzelf, volledig gevormd. Dan heb je vaak de neiging om er nog lang aan te schaven, omdat je de illusie hoog wil houden dat je hard hebt gewerkt, en omdat je je stiekem een beetje schaamt dat je dat idee cadeau gekregen hebt van de muze, of hoe je het ook wil noemen. Maar alles wat je eraan verandert, maakt het alleen maar slechter. Op mijn tweede soloplaat stond het nummer ‘Out of the Blue’, waarvan tekst en muziek er in minder dan vijf minuten waren – de tijd om het anderhalve keer te spelen. Vandaar de titel.»
HUMO Een beroemde schilder zei ooit, toen een klant klaagde dat hij voor een in twee minuten gemaakte schets een waanzinnig bedrag moest betalen: ‘U betaalt mij niet voor die twee minuten. U betaalt me voor de vijftig jaar oefenen die het vergde om zoiets op twee minuten te kunnen maken.’
Gilmour «Precies. Nog een voorbeeld: ‘Sorrow’ (het laatste nummer op ‘A Momentary Lapse of Reason’ van Pink Floyd, red.) heeft me maximaal een kwartier gekost. Iets zei me: ‘Neem een pen en een gitaar.’ Ik deed het, en voilà. Schandalig, eigenlijk (grinnikt).»
HUMO Mijn favoriet. Vreemd dat die er zo vlot uitrolde, want het is een lang, complex nummer.
Gilmour «Klopt. Maar mijn vrouw heeft wel lang aan de tekst geschaafd.»
Samson «‘High Hopes’ was één van de eerste nummers waaraan ik heb meegewerkt. Eerst schoorvoetend, want ik wist dat het gevaar bestond dat ze me als een soort Yoko Ono zouden zien, het vriendinnetje dat zich bemoeit met de kunst van haar man. ‘High Hopes’ was David te elfder ure te binnen geschoten, de plaat was eigenlijk al af. We hebben ons drie dagen afgezonderd in Frankrijk om het nummer en de tekst te finetunen.»
undefined
undefined
'Gilmour en zijn vrouw Polly Samson, die haar man al eens een songtekst aanreikt. 'Mijn vriendinnen zeiden eens: 'Wow, Polly, dat is jouw man die daar voor zestigduizend mensen jouw teksten zingt!' Maar ik heb tijdens concerten meer het gevoel dat ik werk.'
HUMO Wat jouw beste songs gemeen hebben, of liever: de songs van jou die ik het beste vind, is dat ze een mix zijn van melancholie en euforie. Da’s een zeldzame combinatie. ‘High Hopes’, ‘On an Island’… Dat zijn heel levenslustige, hoopvolle, maar ook ietwat droeve nummers.
Gilmour «Naar mijn gevoel zijn die twee geen tegengestelden. Ik draag ze allebei even prominent in mij. Ik ben een onverbeterlijke optimist en ik heb een hekel aan cynisme, maar ik kan ook tobben als de besten. Die tweespalt leg ik bewust in mijn nummers.»
HUMO De beste tekst op de nieuwe plaat is die van ‘In Any Tongue’.
Samson «Ook dat was een inval van het laatste moment. Een song over een heel mannelijk onderwerp: oorlog. Ik las poëzie van de strijdende partijen in Afghanistan, waaruit bleek dat de twee kampen veel meer gemeen hadden dan ze ooit zouden toegeven. Het is een oerwaarheid: verdriet is in elke taal even erg.»
HUMO Het meest melancholische nummer is ‘A Boat Lies Waiting’.
Samson «Het verbaast me niet dat je dat zegt, want het gaat over Rick Wright, meer bepaald over het feit dat hij er niet meer is. Het is een cliché om te zeggen dat iemand die sterft een grote leemte laat, maar wij waren echt gechoqueerd door hoezeer we Rick missen. Niet alleen was hij een uniek toetsenist, hij straalde ook echte goedheid uit. Hij bracht een verzoenende, menselijke warmte binnen al dat gekrakeel in Pink Floyd. Rick had soul.
»Sindsdien is ook mijn vader gestorven, en heb ik het gevoel dat ik die tekst onbewust ook al voor hem schreef.»
undefined
'Ik wist dat het gevaar bestond dat ze me als een soort Yoko Ono zouden zien, het vriendinnetje dat zich bemoeit met de kunst van haar man' Polly Samson
HUMO Ik heb Rick ooit ontmoet op de lancering van een Pink Floyd-box in Londen. Hij leek me heel aimabel en zachtaardig, maar ook wat afwezig, alsof hij al met één voet in een andere wereld stond.
Samson «Dat was Ricks natuurlijke staat, ik heb het nooit anders geweten.»
Lachen met Lech
HUMO ‘Rattle That Lock’ is een metafoor die zoveel zegt als: ‘Verzet je tegen de sleur, schik je niet in je lot, blijf strijden voor een beter bestaan.’ Het nummer begint met zowat het laatste geluid dat ik met jou geassociëerd zou hebben: het deuntje waarmee de Franse spoorwegen een spoorwijziging aankondigen. Hoe werkt dat? Je bent op weg naar je buitenverblijf in de Provence, in het Gare du Midi van Parijs weerklinkt die jingle en in jouw hoofd floept een lampje aan: ‘Record!’?
Gilmour «Yeah. Bijna letterlijk zo. Ik nam het op met m’n iPhone in Aix-en-Provence. Je kan je inbeelden dat iemand die zoals ik vaak op wereldtournee is getrokken al dat soort jingles weleens heeft gehoord. En ofwel erger ik me er blauw aan, ofwel ben ik ze meteen vergeten. Maar deze niet. Hij duurt maar vier seconden, maar in die vier seconden zit melodie, syncopering, ritme, sfeer. Vakwerk. Het leek me een flard muziek waarbij de song ontbrak.»
HUMO Even tussendoor: slaap je slecht?
Gilmour (grinnikt) «Niet slechter dan andere mannen van mijn leeftijd, waarom?»
HUMO Heb je ‘5 A.M.’ om vijf uur ’s ochtends geschreven?
Gilmour «Gedeeltelijk. ‘5 A.M.’ en ‘And Then…’ zijn de boeksteunen van de plaat, waarvan het concept héél los de gebeurtenissen en bedenkingen van een man op één dag beslaat. En natuurlijk staat die ene dag symbool voor een heel leven. Let’s face it, ik word er niet jonger op, dus ik wilde een soort overzicht niet uit de weg gaan.»
HUMO ’t Zijn allebei instrumentals. Hoe plak je een titel op een nummer dat geen tekst heeft?
Gilmour «Soms bepaalt de sfeer van het moment of de locatie die de track inspireerde de titel, in andere gevallen bepaal ik ’m later.
»Ik hou van instrumentals, laat dat duidelijk zijn. Sommige artiesten vinden ze beneden hun waardigheid, en sommige critici insinueren dat het mislukte songs zijn, songs waarvoor de artiest geen tekst of refrein kon bedenken. Da’s natuurlijk onzin: bijna alle klassieke muziek is instrumentaal.»
HUMO Je bent, in alle stilte, misschien wel de meest sociaal voelende van alle rocksterren. Je geeft letterlijk miljoenen weg, en ondanks het feit dat je haast nooit officieel tourt, speel je vaak gratis concerten. Bijvoorbeeld in 2008 in Gdansk, waar Poolse arbeiders onder leiding van Lech Walesa in 1980 de vakbond Solidarnosc gesticht hadden.
Gilmour «Ik heb veel sympathie voor die mensen. In moeilijke tijden, onder een lastig regime, hebben ze blijk gegeven van heel wat doorzettingsvermogen en initiatief. Ik heb ook sympathie voor Lech Walesa, met wie ik wel wat dingen gemeen heb. We hebben allebei belachelijk veel kinderen, bijvoorbeeld.»
Samson «Daar maakte hij nog een grapje over, iets als: ‘Ik zie dat ook jij slecht bent met voorbehoedsmiddelen’, of zoiets.»
Gilmour «Algemeen ben ik flexibeler als men mij vraagt voor een goed doel dan voor reclame of zogenaamd prestigieuze onzin. ‘On the Turning Away’ (ook uit ‘A Momentary Lapse of Reason’, red.) is vaak gebruikt voor liefdadigheidsacties, omdat die tekst in die context de juiste snaar raakt. De song straalt hoop uit. Actievoerders lusten ’m ook omwille van de zinsnede ‘It’s not enough to just stand and stare’.»
HUMO Slechts een handvol gitaristen hebben, zoals jij, een signature sound, een klankkleur en speelstijl die vanaf de eerste noot herkenbaar zijn. Maar heb je ooit een instrument geleerd dat we niet met jou associëren?
Gilmour «Ik heb een tijdje saxofoon geleerd. Maar we hadden in Pink Floyd een briljant saxofonist (sessiemuzikant Dick Parry, red.), dus mijn gewriemel viel in het niets bij wat hij deed. Wat niet wil zeggen dat het geen nut heeft gehad: misschien hebben mijn probeersels wel een paar gitaarsolo’s of melodieën beïnvloed, zonder dat ik precies kan duiden welke. Mijn saxofoonleraar zei me dat ik vaak oriëntaalse toonladders gebruikte. Puur intuïtief, want ik was me daar niet van bewust.»
HUMO Heb jij notenleer gevolgd?
Gilmour «Nee, ik kan geen muziek lezen of schrijven. (Droog) Vandaar dat ik het nooit ver heb gebracht. Ik weet niet of ik mijn beste werk zou hebben gemaakt als ik me aan de regels van de kunst had gehouden. Gitaarsolo’s onttrekken zich sowieso vaak aan de wetten der notenleer. Anderzijds had ik met een degelijke opleiding misschien nog beter werk afgeleverd. Maar laat ik niet te bescheiden klinken: ik wéét dat ik muziek aanvoel, en dat ik ze veel beter begrijp dan een hoop klassiek geschoolde muzikanten.»
HUMO Ik heb beelden gezien van een geweldige barn jam, waarin jij twaalf minuten lang dezelfde vier melancholische akkoorden speelt, terwijl de muzikanten om je heen improviseren. Puur instrumentaal, geen zang. De opnamen moeten dateren van een aantal jaar geleden, want Rick Wright is erop te zien.
Gilmour «Ik denk dat ik weet welke sessie je bedoelt, volgens mij was dat in 2007. Ik heb er ook een paar vruchtbare gedaan met mijn buurman, Phil Manzanera van Roxy Music. Ik zet er wellicht een paar als bonustracks op deze cd. Ik heb er nog hopen liggen.»
HUMO Wat was in die halve eeuw de leukste jamsessie?
Gilmour «Er waren er goddank veel. Maar ik heb ooit Paul McCartney zover gekregen dat hij ‘I Saw Her Standing There’ met me speelde, en ik heb ook met Pete Townshend gejamd. Strikt genomen heb ik dus in Pink Floyd, The Beatles en The Who gespeeld. Wie doet beter? (grijnst) Ik heb trouwens ooit een Australische Pink Floyd tribute band en The Bootleg Beatles geboekt voor mijn verjaardagsfeest. Dat was ook lollig. En ik heb goeie herinneringen aan de smerigste en kleinste repetitieruimte waar we ooit gewerkt hebben, omdat dat hok ons ‘Shine on You Crazy Diamond’ en nog een paar parels heeft opgeleverd.»
Een dief met smaak
HUMO Je gaat straks voor het eerst in negen jaar weer op tournee. Je zou duizend stadions kunnen uitverkopen, maar je speelt slechts negentien concerten in middelgrote zalen.
Gilmour «Ik word straks 70, mijn tijd op deze planeet is niet oneindig, en ik wil niet meer zo lang van mijn kinderen weg zijn. Bovendien is applaus een drug waarvan ik al een hele tijd probeer af te kicken. Ik ben ambitieus maar niet competitief. Ik voel geen enkele behoefte om de Stones of U2 te overtroeven.»
undefined
'Ik heb ooit, onder invloed van een bepaald wit poeder, op een motor door een restaurant geracet. Ik ben er niet trots op'
HUMO Polly, hoe is het eigenlijk om in volle stadions de teksten te horen die je bij wijze van spreken aan jullie ontbijttafel hebt geschreven?
Samson «Ik herinner me dat tijdens de laatste wereldtournee van Pink Floyd mijn vriendinnen me zeiden: ‘Wow, Polly, dat is jouw man die daar voor zestigduizend mensen jouw teksten zingt!’ Maar zo heb ik het nooit gevoeld. Ik heb tijdens concerten meer het gevoel dat ik werk. Dan denk ik dingen als: ‘Niet vergeten om David te melden dat waar ik zat de drums te luid klonken’ of ‘Deze setlist gaat niet crescendo’. Ik kan me op zo’n moment moeilijk ontspannen.»
HUMO Tot slot iets dat niets met muziek heeft te maken, maar alles met humor.
Gilmour «De dubreggaeversie van ‘The Dark Side of the Moon’?»
HUMO Ook leuk, maar nee.
Gilmour «Silly stuff van toen we nog hippies waren? We hebben ooit onze geluidstechnicus slaapmiddelen gevoerd en hem op een matras in een lift gelegd. En later heb ik ooit op een motor door een restaurant geracet. Maar dat was onder invloed van een bepaald wit poeder en ik ben er niet trots op.»
HUMO Nee. Lang geleden maakte Raw Sex – een komisch muzikaal duo dat Dawn French en Jennifer Saunders begeleidde – een sketch waarin jij, Eric Clapton, Mark Knopfler, Lemmy en nog ween vracht andere gitaargoden opdraafden om voor de rechtbank te getuigen dat het fenomeen van het songbook, waarin de teksten en muziek van bekende nummers afgedrukt staan, oplichterij is.
Gilmour «Ik herinner me dat ik daaraan heb deelgenomen – op mijn leeftijd is dat al heel wat (grijnst). Ik herinner me ook dat Mark Knopfler zonder the dots (de bolletjes die, voor wie geen notenleer beheerst, aangeven op welke snaar je welke vinger moet zetten, red.) zogenaamd de riff van ‘Money for Nothing’ niet kon spelen. De opnamen zelf waren niet zo grappig, eerlijk gezegd: zo’n sketch wordt pas grappig na de montage, en ze hadden ons niet alles vooraf verklapt om het spontaan te houden. Wellicht om te voorkomen dat we zouden acteren (lacht).
»Soms is het echte leven grappiger dan een sketch. Toen ik voor mijn eerste solotournee repeteerde in Brixton Academy, werd er eens ingebroken in mijn auto. De ruit was kapot, de cd-speler was weg, en m’n jas en nog van alles. Op de achterbank lag onder andere een kartonnen doos met exemplaren van mijn nieuwe plaat. Toen we buitenkwamen, zagen we de dief wegrennen. Hij zag ons, besefte dat we hem wellicht zouden achtervolgen en dat hij niet álles wat hij gestolen had, kon meeslepen. Hij moest dus een keuze maken: hij wierp één blik op de platen, en toen hij zag dat het er van David Gilmour waren, dumpte hij de hele doos. He threw my pride on the ground and ran away. Duidelijk een man met goede smaak (lacht).»