null Beeld

De 7 Hoofdzonden van de banksector

Tussen 2011 en 2013 nam de Nederlandse journalist Joris Luyendijk voor de Engelse krant The Guardian honderden interviews af van de wonderlijke lui die de Londense City bevolken. Nu is er ‘Dit kan niet waar zijn’: een meesterlijke synthese van dat extensief interviewwerk.

Tom Pardoen

‘Dit kan niet waar zijn’ is geen bundeling van columns en blogposts, en het is ook geen analyse op economische leest. Het is een antropologische veldstudie naar de 250.000 inwoners van de City. De conclusies zijn er niet minder verontrustend om, en één metafoor willen we u alvast niet onthouden: die van het vliegtuig waarvan de motoren in brand staan, terwijl de cockpit verlaten is. De prognose – ‘Het kan zo weer gebeuren’ – komt trouwens niet van de auteur zelf, maar van een bankier. De crisis is niet veroorzaakt door hebzucht, luidt het ook, maar door het systeem, dat door zijn weeffouten, perverse stimuli en een totaal gebrek aan controle risicovol gedrag niet bestraft, maar net aanmoedigt. Een morele X-ray dringt zich op.

HUMO Het is een religieus concept dat zich uitstekend leent tot journalistiek, maar kunt u als antropoloog ook aan de slag met De 7 Hoofdzonden?

Joris Luyendijk «Natuurlijk. Taboes: daar doen we het voor (lacht). In een eerdere versie van het manuscript liet ik een 14de-eeuwse monnik door de City lopen: hij ziet dat de kerken nog maar één tiende zo hoog zijn als de glazen kantoortorens ernaast. De hoogste gebouwen bepalen het aangezicht van de stad, maar ze belichamen ook de belangrijkste waarden. Dus de monnik zou waarschijnlijk denken: ‘Dit is het werk van Satan.’ Een moefti zou ongeveer hetzelfde denken, want in de meeste interpretaties van de islam draait alles rond matiging en zelfbeheersing: het tegenovergestelde van de City.»

HUMO De cultuur in de City – schrijft u – is niet immoreel, maar amoreel: men denkt niet in termen van ‘goed’ en ‘slecht’.

Luyendijk «Het is een organizing principle dat de totale vrijheid moet garanderen. Alles mag, tenzij het tegen de wet is. Als je ook nog moraal zou introduceren, is de redenering, krijg je mensen die bepalen wat de norm is, en die macht vroeg of laat gaan misbruiken.»

HUMO U vermeldt een vrouwelijke bankier die met de nek werd aangekeken nadat ze hardop vragen had gesteld bij het maatschappelijke nut van alweer een nieuw, vernuftig financieel product.

Luyendijk «‘Ben jij socialist of zo?’ (lachje)

»Op een gegeven moment werd Bob Diamond – een fervent lezer van de boeken van de Amerikaanse schrijfster en filosofe Ayn Rand – de grote baas van zakenbank Barclay’s en ging iedereen Rands boeken lezen. Volgens haar is het hoogste doel dat je als mens je eigen geluk nastreeft, en dat bereik je door rationeel je eigenbelang te volgen. Altruïsme is onverenigbaar met dat individualisme.

»De amorele cultuur van de financiële sector past bij het hypercompetitieve karakter ervan. Ik had vaak het gevoel dat ik met atleten aan het spreken was die zich aan het voorbereiden waren op de Olympische Spelen, in een land dat het niet zo nauw neemt met de mensenrechten. Je kúnt niet opgaan in het spel als je je vragen stelt bij morele uitgangspunten. Een topvoetballer wil tijdens de match niet discussiëren over de regels, hij wil scoren. Een elleboog kán, als de ref het maar niet ziet: dat is het amorele perspectief.»

undefined

'Machtspolitiek, conformisme en angst: de City lijkt wel de echte wereld'

HUMO In de City geldt een strikte zwijgplicht. Praatten mensen toch met u omdat ze u als biechtvader zagen?

Luyendijk (denkt na) «Veel interviewees wilden gewoon wat terugzeggen. Alles wat er over hen verteld wordt, is negatief. Stel je voor dat jij als journalist de hele tijd wordt aangesproken over het afluisterschandaal bij News of the World: dan wil je toch ook zeggen dat jij géén telefoons hackt? 99 procent van de bankiers had niks met de crash te maken. Wél met talloze andere schandalen, maar niet met 2008.»


Hebzucht

HUMO Het lijkt me vanzelfsprekend om deze biecht aan te vatten met hebzucht.

Luyendijk «En toch ook weer niet. Ik denk zelfs dat de focus op hebzucht een kardinale fout was, omdat we het probleem zo hebben gepersonaliseerd, terwijl het systéém heeft gefaald. Het systeem biedt mensen de mogelijkheid om risico’s te nemen, spoort ze er zelfs toe aan. Jij wil graag dat je artikel door veel mensen wordt gelezen, ik wil dat mijn boek wordt gelezen: dat noemen wij geen hebzucht. Maar in de financiële sector wordt succes uitgedrukt in geld, omdat geld nu eenmaal het product van die sector is. Een master of the universe – zoals ik met Tom Wolfe de hypercompetitieve topbankiers noem – wil zich gewoon meten met andere topbankiers. Voor hem is het een spelletje dat hij wil winnen.»

HUMO Met het loonbriefje als scorebord.

Luyendijk «Precies. Zo iemand zou je evengoed kunnen uitbetalen in kokosnoten. Je baseert je voor dit interview op een heel oud boek waarin te lezen staat dat hebzucht van alle tijden is. Als hebzucht de oorzaak van de crash zou zijn, dan zou je dus constant en overal crashes hebben. Maar waarom heeft Canada zijn banken dan niet moeten redden in 2008?»

HUMO Ik zou beter moeten weten, maar ik breng toch maar even het allergrootste bankierscliché ter tafel: Gordon Gekko, het hoofdpersonage uit Oliver Stones ‘Wall Street’. Eén: Gekko is geen bankier. Twee: hij wordt meestal onvolledig geciteerd.

Luyendijk «‘Greed is good,’ zegt men hem na, maar ze vergeten het essentiële tussenzinnetje ‘for want of a better word’. Gekko legt eigenlijk het concept animal spirit uit, wat de econoom Keynes ook al deed: de mens wil zichzelf ontstijgen. Als die wens doorschiet, wil je te veel en wordt het hebzucht. Maar iets willen uitvinden waarmee je als holbewoner efficiënter op bizons kunt jagen, is op zich niet kwaad. Dankzij die reflex zitten wij in deze verwarmde ruimte, en niet in een grot. In de diepste zin vind ik de financiële sector een net zo knappe uitvinding als taal. Geld is een informatiedrager die iets zegt over relatieve schaarste – een ongelofelijk moeilijk concept. Alle bestaande olievoorraden naast de toekomstige vraag leggen en dan tot één getal komen waar de hele wereld van op aan kan: ‘Dat is de olieprijs.’ Dat is een waan-zin-nig mooi voorbeeld van menselijke samenwerking. Het is opvallend hoe weinig dat doordringt. Mensen denken dat de financiële sector een parasiet is: ‘Als we die uitroken, zijn we allemaal weer broeders.’ Maar als we de parasiet uitroken, worden we weer holbewoners.»

HUMO ‘De buitenwereld ziet hebzucht,’ klaagt een bankier in uw boek, ‘maar ik zie machtspolitiek, conformisme en angst.’

Luyendijk «Ja, het lijkt wel de échte wereld (lacht).»

HUMO Hebzucht mag dan niet de oorzaak zijn van de kredietcrisis; wie zijn ogen opentrekt, ziet dat het in de City allemaal om maatpakken, dure polshorloges en snelle wagens draait. Hebt u op persoonlijk niveau veel hebzucht gevoeld?

Luyendijk «De types die door luxe en geld gedreven worden, boden zich niet aan bij mij.

»Dat gezegd zijnde: mensen raken snel gewend aan een inkomensniveau dat alleen in hun directe omgeving normaal is. Kijk, de gemiddelde Belgische student behoort tot de 15 procent rijkste mensen op aarde, alleen zal hij zichzelf nooit zo zien, omdat hij zich vergelijkt met afgestudeerde Belgen die al twintig jaar geld verdienen. Dat effect bestaat ook hier: ik heb mensen ontmoet die niet begrepen hoe je kunt rondkomen met minder dan 200.000 pond per jaar. De wagens en de polshorloges drukken natuurlijk iets uit, en de obsessie met status is groot, maar evenveel mensen doen daar níét aan mee. Zij vinden het werk intellectueel uitdagend. Ik heb een hoop mensen ontmoet die erbij lopen als ik én zien wat er fout loopt, maar voortdoen omdat er ‘nergens anders zo veel slimme mensen bijeenzitten’. Mensen van de economiefaculteiten bezwoeren me dat topstudenten naar de banken gaan om zich te meten met anderen. De City is de Premier League.»


Hoogmoed

HUMO Wikipedia – ik ben niet rooms opgevoed en moest ergens terecht – definieert hoogmoed als ‘het verlangen om beter bevonden te worden dan men is’.

null Beeld

Luyendijk «Dat is de continue, verlokkelijke belofte van de City: ‘Meer zijn dan je was.’ (Denkt na) Hoogmoed is ook: ‘Welja, ik koop nóg een bank. Dan hebben we 100.000 werknemers in plaats van 90.000.’ Of: ‘Ik snap die wiskundige modellen best, ook al heb ik de bijsluiter van 900 bladzijden niet gelezen en doen computers er drie weken over om te bepalen wat iets waard is.’ En: ‘Ja, ik kan 100 uur per week werken.’»

HUMO Narcisme is een gradatie van hoogmoed: uit uw boek meen ik te mogen opmaken dat u wel wat narcisten hebt gesproken.

Luyendijk «Ik heb dat soort labels uitdrukkelijk niet gebruikt in mijn boek – omdat ze erg vaag zijn, zeker in het dagelijkse taalgebruik. Bij psychopathie, bijvoorbeeld, halen mensen alles door mekaar.»

HUMO U laat bankiers aan het woord die u omschrijft als ‘koele kikkers’. De lezer kan dan enige psychopathie vermoeden.

Luyendijk «En toch ook weer niet: als ze over hun privéleven vertelden, twijfelde ik. Het is meer een kwestie van compartimenteren: alleen in een professionele context laten ze ethische overwegingen achterwege. Een psychopaat voelt überhaupt geen empathie. Narcisme is, grosso modo, een betere verklaring voor een aantal disfuncties. Je moet zo hard werken, en je moet je zo hard laten vernederen dat een psychopaat al snel door de mand zou vallen: zij zijn te impulsief, en slecht in langetermijnrelaties. Narcisten ervaren een existentiële leegte, omdat ze zich niet veilig gehecht hebben tijdens hun jeugd. Ze putten hun gevoel van eigenwaarde uit hun business cards en bonussen. Dat verklaart hoe mensen tegen hun ouders – die vanuit Australië zijn overgevlogen om hen te zien – kunnen zeggen: ‘Sorry, geen tijd.’ Omdat ze een pitch moeten voorbereiden waarvan ze weten dat de klant er niet naar zal kijken. Een psychopaat zou zich daar onderuit lullen, maar een narcist dóét dat, want als hij ontslagen wordt, is zijn diepste wezen vernietigd. De sector trekt dat soort mensen aan – wegens de belofte van perfectie – en nadien is er ook een schifting: wie normaal in mekaar zit, houdt het hier niet vol.»

HUMO Hoogmoed betekent ook: zichzelf untouchable wanen. Dat geldt zeker voor deze lui. Zoals u schrijft: ‘De City is immuun voor onthullingen.’ Al zeven jaar lang komen de meest ontstellende mistoestanden aan het licht, maar toch grijpt niemand in.

Luyendijk «Het collectief is écht onaantastbaar. We weten perfect hoe groot de kapitaalbuffer van Lehmann had moeten zijn om een faillissement te voorkomen. En toch doet niemand er iets aan. Het is alsof Tsjernobyl ontploft, en de kaduke reactor drie jaar later doodleuk weer opgestart wordt – mét het oude management aan het roer.»

HUMO Als je met militairen spreekt, praten die vaak met enig dédain over ‘de burgerij’. De City lijkt me ook niet vrij van misprijzen.

Luyendijk «Sommigen gebruiken die term ook gewoon: civilians. Dat hebben ze gemeen met militairen, maar ook met kunstenaars: die hebben ook het idee dat ze buiten de werkelijkheid staan en voor iets hogers zijn voorbestemd. Bankiers en kunstenaars aanvaarden ook met hetzelfde gemak subsidies.»

HUMO Ik zou ‘schaamte’ hier met de nodige omzichtigheid willen poneren als het tegendeel van hoogmoed. Hebt u veel gêne ervaren?

Luyendijk «Nee.»

HUMO U schrijft toch over een vrouw die op datingsites verzwijgt dat ze in de City werkt?

Luyendijk «Ja, maar is dat schaamte? Of berekening? Sowieso denk ik dat het menselijke vermogen tot schaamte overschat wordt. Ken je de piramide van Maslow? Die toont dat naarmate onze materiële behoeften ingevuld worden, immateriëlere behoeften belangrijker worden. Eten en drinken is de basis, onderdak en veiligheid zitten erboven en zelfontplooiing is de top. Ik heb de indruk dat er nog een hogere trede is: de behoefte om jezelf vrij te pleiten. Het vermogen van westerlingen om uit te leggen waarom ze niet met de rest van de wereld hoeven te delen is groot. Bankiers kunnen ook goed uitleggen waarom ze desondanks recht hebben op subsidies. Mensen reserveren heel wat hersenbandbreedte om te bedenken waarom hen geen blaam treft.»


Gulzigheid

HUMO Ook bekend als onmatigheid – wat u daarnet al aanstipte. Maar laat ons gulzigheid hier zintuiglijk interpreteren. Eten. Drinken.

Luyendijk «Vroeger was de tradingvloer nog echt een marktvloer, a pit waar verkopers van verschillende banken tegenover mekaar stonden, waar Essex Barrow Boys de plak zwaaiden: volkse straatverkopers die zich een weg naar boven baanden. Daar hoorde een zekere stoerheid bij: ze organiseerden vreetwedstrijden. Maar dat is allemaal wég: het clichébeeld van de bankier – buik, bretellen, whisky en sigaar – spoort niet meer. Tegenwoordig zijn bankiers asceten die brein en lichaam optimaliseren. Je hebt tegenwoordig veel wiskunde nodig, en mensen die goed zijn in wiskunde zijn gewoon heel anders. Minder geïnteresseerd in status.

»Maar alcohol blijft een probleem. Veel deals zijn als een onzekere reis, met reisgenoten die je niet zo goed kent. Die onzekerheid kun je afdekken met een gevoel van medeplichtigheid, door samen stevig in de drank te vliegen. Alcohol is ook compleet geaccepteerd. Meer zelfs: moslims en sikhs klaagden dat níét drinken een probleem is.»

undefined

'Door op de hebzucht te focussen, hebben we het probleem gepersonaliseerd, terwijl het systéém heeft gefaald'

HUMO Circuleren ook vrijelijk: pillen. Uppers. Downers. Om te slapen, of om staande te blijven.

Luyendijk «Is dat uniek? In de journalistiek gaan die dingen toch ook vlot rond? De spanning is natuurlijk wel groot, zeker als je gevoel van eigenwaarde zo sterk verknoopt is met je werk, dat op de koop toe wordt bepaald door factoren waar je geen vat op hebt. Wij hebben min of meer controle over wat we doen, maar die mensen kunnen hun baan kwijtraken als er een tsunami over Japan rolt.»

HUMO Nog een flamboyant cliché: de bergen cocaïne.

Luyendijk (schudt het hoofd) «De buitenwereld is meestal niet verslaafd aan coke, maar wél aan alcohol, en daarom focussen ze op de cocaïne. Mijn interviewees zeggen mij dat ze niet gebruiken en het ook niet zien gebruiken. Ik geloof hen. Het is weer zo’n simplistische redenering: ‘We pakken hun coke af, dan komt alles goed.’ Ik kan het me moeilijk voorstellen, want precisie is onvoorstelbaar belangrijk. Elk cijfertje moet kloppen. Coke maakt overmoedig. Maar ik weet er te weinig van – misschien zou ik het vaker moeten gebruiken om het te begrijpen.»


Onkuisheid

HUMO U vergelijkt de City weleens met een Olympisch dorp, wat mij naadloos bij de gretigst gelezen hoofzonde brengt: talloos zijn de verhalen over hoererende atleten, maar valt er in de City wat te rapen qua onkuisheid?

Luyendijk «Eerlijk: ik wéét het niet. Als het op onkuisheid aankomt, ben ik een slechte correspondent. Iedere westerling die in de Arabische wereld terechtkomt, krijgt eerst bargoens aangeleerd. Piemel. Kut. Ik heb er zes jaar gewoond: dat is volledig aan mij voorbijgegaan. Ik heb een kuisende werking op mensen. (Denkt na) Ik denk wel dat de stripclub het equivalent is van de roversbende die gaat verkrachten. Overdag in team een kleine Belgische gemeente naaien, ’s avonds samen op verkrachtingstocht. Die vrouw zou het nooit met je gedaan hebben, als je niet had betaald – maar misschien is dat een deel van de prikkeling: seks teruggebracht tot een transactie. Relaties teruggebracht tot een prijs. (Denkt verder na) Ik denk ook dat er weleens iets... gebeurt als de allerjongste bankiers en de senior managing directors – midden de 40, al twintig jaar bij dezelfde vrouw – in hetzelfde team zitten, highs and lows delen. Ik moet je niet uitleggen wat zo’n man denkt als zo’n aantrekkelijk, superslim ding voorbijloopt, ook al met een gevaarlijk complex dat ze wil weg... euh... (Aarzelt) Zeg ik daar neuken? Ja, dat zeg ik.»


Jaloezie

HUMO Zijn bankiers jaloerse types?

Luyendijk «Nee. Ik draai het zelfs om: ik denk dat heel wat mensen hun blik op de City laten vertroebelen door jaloezie. Mensen projecteren hun eigen houding op bankiers, terwijl we eigenlijk geen haar beter zijn. Als jij voor heel weinig geld een T-shirt koopt dat gefabriceerd is in een sweatshop in een lageloonland: zit dat niet evengoed in die grijze zone tussen amoreel en immoreel?»

HUMO U klinkt nu als de koele kikker die u op het einde van uw boek citeert.

Luyendijk «Ik was het helemaal met hem eens. Geef mensen de kans om geld te lenen: hupsakee! Other people’s money! Als je mensen een procent meer rente biedt, gaat de overgrote meerderheid niet vragen: ‘Jamaar, waar komt dat geld vandaan? Jullie investeren toch niet in wapens en kinderarbeid, ofzo?’»

undefined

'We hebben een monster gecreëerd en het nu aan de grond gebonden met enkele touwtjes om z'n tenen'

HUMO Speelt er onderling jaloezie: ‘Die krijgt zo veel, en ik máár zo veel?’

Luyendijk «De grootte van je bonus onthullen is een sackable offense. Dat soort dingen wordt unilateraal aan je meegedeeld door de baas, waarna je kunt beslissen of je blijft of naar een andere bank overstapt. Wie uit de biecht klapt, gaat eruit. Als er dus al sprake is van jaloezie, dan is het ten opzichte van de bank: ‘Ik heb 7 miljoen voor ze verdiend, ik wil minstens 20 procent terug.’»

HUMO De bedragen die in uw boek genoemd worden, zijn astronomisch.Hebt u zelf ooit jaloezie gevoeld?

Luyendijk «Nee. Maar kijk hoe ik erbij loop: spullen interesseren me geen reet. Ik draag nog steeds de hemden die ik heb gekregen toen ik ‘Zomergasten’ presenteerde, in 2006. Ik ben wél jaloers op de cognitieve vermogens van die mensen, en ik ben ook jaloers als ik een bankier hoor zeggen dat-ie in Egypte (knipt met de vinger) zó de minister van Financiën te zien krijgt.»


Traagheid

HUMO Van traagheid kan men deze lui niet verdenken.

Luyendijk «Wie lui is, gaat er meteen uit. Het is keihard werken. Dagen van 17 uur, 100 uur per week. En door de smartphones zijn mensen nu permanent ingelogd. Wie wakker wordt, grijpt naar zijn telefoon: even de markten checken. Het is een megaorganisme geworden dat permanent met informatie gevoed wordt, door individuen met elk een eigen klein perspectief.»

HUMO In uw boek legt een jonge vrouw even haarfijn als pakkend uit hoe haar relatie naar de haaien gaat, doordat haar vriendje alsmaar meer opgeslorpt wordt door zijn baan.

Luyendijk «Een menselijk drama: ze kan maar niet begrijpen hoe haar vriendje gegrepen wordt door die succesideologie, waarin zij geen plek heeft.»

HUMO Geldt ook als traag: niet genoeg naar het góéde streven. In hoeverre zijn ze bezig met het voorkomen van een nieuw 2008?

Luyendijk «Níét. Het is te groot geworden, onoverzichtelijk. Ze zitten op een klein onderdeeltje van een boot, en kunnen de koers niet bijsturen. En dus geven ze een interview om te zeggen dat ze machteloos zijn. Ze hebben nog gelijk ook. Maar wie uitzoomt en dat kleine perspectief overstijgt, ziet dat er wezenlijk níéts is veranderd.»


Woede

HUMO Er wordt vaak geroepen in de City, het taalregister is boertig.

Luyendijk «Er zit veel boosheid in de sector, en die vindt vaak een uitlaatklep in minachting voor zwakkeren. Ik geloof best wel dat deze mensen een moreel kompas hebben, en dat ze gedwongen worden om klanten te minachten: ‘Tja, die muppets zijn nu wel veel geld kwijt, maar dan hadden ze onze rommel maar niet moeten kopen.’»

HUMO Ik citeer tussendoor een grapje uit uw boek: ‘Waar gaat een gorilla van 300 kilogram zitten? Waar hij wil.’ Waarom slaagt dat leger superintelligente mensen er niet in om zulk primitief gedrag te overstijgen?

Luyendijk «Ze kunnen niet anders. Je kunt op elk moment buitengeflikkerd worden, je wordt continu gerangschikt. De financiële sector is daar niet alleen in, want zoals Paul Verhaeghe schrijft in ‘Identiteit’, zet het neoliberale model mensen overal tegen mekaar op, in de overtuiging dat alles dan beter wordt.»

HUMO Machismo tiert welig in de City, maar seksisme, homofobie en racisme zijn er volstrekt onbestaand.

Luyendijk «Bij de topbanken althans. In tegenstelling tot vijftig jaar geleden: toen was het érg. Kijk, als ik openlijk zeg dat er weinig seksisme is, komen er sowieso boze brieven, en links en rechts komt het nog voor, maar het is bij banken stilaan een point d’honneur. Amoreel betekent: binnen de krijtlijnen van de wet. En de wet verbiedt nu eenmaal discriminatie. Het is ook een afgeleide van de hypercompetitieve cultuur, van de meritocratie. Iedereen krijgt een kans. Alleen de intrinsieke kwaliteit telt. Al moet gezegd dat het glazen plafond er nog altijd is. Vrouwen worstelen met dat hypercompetitieve, dat zich erg masculien manifesteert. Het is toch anders wanneer een vróúw zegt: ‘Let’s fuck them up the arse.’»

undefined

'We gaan dit regelen. Hopelijn net vóór we collectief verarmd zijn en niet erná'

HUMO Zullen we het tot slot over uw eigen woede hebben? Die voelde u onstopbaar opwellen na een lunch met een oude vriend – zélf bankier – die u bevestigde: het is business as usual in de bankenwereld.

Luyendijk «Woede is volgens mij het moment waarop ontkenning omslaat in agressie. Ik was kwaad op de journalisten die mij niet hadden verteld hoe dicht we in 2008 bij de afgrond waren geweest. Op de politici die nadien hun campagnes niet hebben georganiseerd rond het repareren van de sector. De lobbyisten. De banken. En in het algemeen was het een besef van: niemand heeft nog overzicht, laat staan controle. ‘Bedankt,’ zei iemand die mijn boek had gelezen, ‘ik voel me een pak minder veilig.’»

HUMO U bent zelf ook het voorwerp geweest van woede. In de comment section onder uw blog werd heftig gescholden, en gedreigd.

Luyendijk «Werd ik bedreigd? Ach ja, wel een beetje. De lezers van The Guardian (Luyendijks blog verschijnt op de site van The Guardian, red.) waren kwaad omdat ik de sector humaniseerde, insiders waren kwaad omdat ik de sector dehumaniseerde.»

HUMO Ook Belgische en Nederlandse bankiers en economen kwamen in het verweer. Men noemde u een onheilsprofeet.

Luyendijk «Ik legde onlangs nog ’ns uit hoe een omvallende bank tot plunderingen kan leiden: men geloofde me niet, ‘want met de millenniumbug is het toch ook goed gekomen?’ Wauw, dacht ik: (laat met twee handen denkbeeldige rolluiken voor de ogen zakken) de shutters zijn weer naar beneden.»

HUMO U overdrijft over wat we in 2008 hebben meegemaakt, zegt men.

Luyendijk «Daarom was ik blij dat de onverdachte Herman Van Rompuy vorig jaar zei wat ik al die tijd had gezegd: ‘We zaten op enkele millimeters van de totale implosie van het systeem.’ Dan moeten we ons alleen nog afvragen wat zo’n implosie inhoudt. Dat is: het einde van de bevoorrading. Van supermarkten, apotheken en benzinestations.»

HUMO U schrijft hoe bankers na het faillissement van Lehman naar huis belden, en hun echtgenotes inprentten: ‘Haal de kinderen van school, sla cash geld in en...’

Luyendijk «‘...hou je klaar om naar het platteland te vluchten.’ Ik snap dat mensen er indertijd niet mee naar buiten zijn gekomen, want dan krijg je de paniek waar je bang voor bent, maar tegelijk is het een tragedie, want nu is er geen politiek kapitaal om de misstanden aan te pakken.

»Als men zegt dat ik overdrijf wil ik dat graag geloven, hoor, maar zeg dan wáár de overdrijving zit. Als banken failliet gaan, klapt volgens mij het financiële systeem in mekaar, vervolgens de handelsfinanciering, en dan de bevoorrading. Wélke stap is overdreven?»

HUMO Politiek en haute finance zijn innig vervlochten, nog altijd.

Luyendijk «Ik heb de indruk dat het in Nederland een groter probleem is dan in België.»

HUMO Karel De Gucht, Patrick Janssens en Herman Van Rompuy: ze zaten allemaal ergens in een raad van bestuur van Dexia of filialen ervan.

Luyendijk «Ze zaten daar voor wanneer het nodig was, als rechtstreekse lijn naar de staatskas. Dat is één van de meest nefaste gevolgen van banken die too big to fail zijn: het is altijd interessant om oud-politici in de board te zetten. Een perverse prikkel voor politici: die hebben er baat bij om dergelijke banken een hand boven het hoofd te houden. De liberaal Gerrit Zalm verdient bij ABN Amro vijf keer zo veel als wat-ie als minister van Financiën kreeg.»

HUMO Critici zeggen ook dat er intussen wel degelijk drempels zijn ingevoerd – wettelijk en intern. Dat de kapitaalbuffers zijn opgetrokken.

Luyendijk «O ja. We hebben de laatste veertig jaar een monster gecreëerd, en binden het nu aan de grond met een paar touwtjes rond z’n tenen. Maar het monster zal zich niet laten tegenhouden wanneer de touwtjes over een paar jaar versleten zijn. Dat monster is het product van specifieke politieke beslissingen – en die kunnen we herroepen. We hebben een nieuw beest nodig.

»Ik denk dat je het financiële spel anders kunt inrichten. Een bankier plaatste één en ander in een verrassend perspectief door rugby en voetbal te vergelijken. Twee zeer mannelijke balsporten, maar het cultuurverschil is enorm: in het rugby is de scheidsrechter heilig. Zorg er met andere woorden voor dat de masters of the universe nog altijd in het spel kunnen opgaan, zich met elkaar kunnen meten, maar wel met de nodige achting voor de scheidsrechters. Nu is het zo dat de scheidsrechter alles toestaat. Vaak gaat de scheidsrechter voor de clubs werken waarvan hij wedstrijden heeft gefloten. De Britse investment banker Hector Sants stond aan het hoofd van de Britse toezichthouder Financials Services Authority toen de boel ineenklapte. Toen kreeg hij een baan bij een bank, voor 3 miljoen pond per jaar.»

HUMO Ik begrijp waarom u een ‘sombere geest’ bent, zoals sommigen zeggen.

Luyendijk «Als ik dat echt was, zou ik wel naar de andere kant overgelopen zijn. Als ik lezingen geef aan insiders, is er altijd wel één die roept: ‘Komt u niet gewoon voor ons werken?’ Ik zou na dit boek bijvoorbeeld koperconsulent kunnen worden: dan leer ik een obscure Afrikaanse taal en ga ik naast een kopermijn wonen: ik zou dé go-to person worden, want daar zijn weinig mensen actief.»

HUMO Waarom doet u het níét?

Luyendijk «Omdat ik nu doe wat ik wil doen. En – mijn tijd in het Midden-Oosten heeft mij echt gevormd – ik ben een idealist van de democratie: die staat of valt met het feit dat genoeg burgers weten wat er speelt en wat de keuzes zijn. Het is een voorrecht om daar aan bij te dragen. Het klinkt heel hoogdravend, maar volgens mij vind je in de politiek alleen nog maar idealisme bij de PVV – bij ons – en de N-VA – bij jullie. Zij zijn de enigen die nog zeggen: ‘Ik geef om mijn land of volk, en ik vécht.’ De rest – progressieven en liberalen – lachen hoogstens wat gegeneerd. Ik vind het verschrikkelijk dat de democratie niet meer werkt. Ik wil helpen stutten: mijn boek is een klein pilaartje, zoals de rechterlijke macht een grote pilaar is.»

HUMO Heeft het wel zin? U zegt zélf dat de financiële sector immuun is voor onthullingen.

null Beeld

Luyendijk «Nu nog wel. Maar dat zal veranderen. In Nederland zijn 70.000 mensen gaan kijken naar ‘Door de bank genomen’, een toneelstuk over geldscheppende instanties. ‘Radar’ van de TROS heeft een tweedelige serie over de crisis gemaakt. Piketty verkoopt Paradiso sneller uit dan eender welke band. 90.000 Nederlanders hebben de Tweede Kamer tot een debat over geldcreatie gedwongen. Er komt zelfs een dansvoorstelling die gebaseerd is op mijn blog. Ze zijn immuun, ja, maar mannen waren ook lang immuun voor de verzuchtingen van de vrouwenbeweging. Vergeleken bij de pioniers van de vrouwenbeweging stel ik niets voor, maar we gaan dit regelen. Hopelijk net vóór we collectief verarmd en getraumatiseerd zijn, en niet erná.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234