De 7 hoofdzonden volgens Maaike Cafmeyer
Het leven wordt er niet eenvoudiger op als je twee kinderen moet grootbrengen, en ouder worden is niet bepaald een pretje. Maar Maaike Cafmeyer (39), tegenwoordig in ‘Twee tot de zesde macht’ lid van de strijdmacht van zes Bekende Vlamingen, wil niet te veel klagen.
Ze beseft dat het leven niet altijd een cadeau is, maar ze vecht tegen de verzuring om haar heen én in zichzelf, en probeert manmoedig haar mood swings te weerstaan. Tegelijk is ze wél bang voor wat moet komen: 'Ik denk steeds vaker: wat als op een dag de stoppen doorslaan?' De 7 Hoofdzonden.
Hoogmoed
Maaike Cafmeyer «Ik heb een hekel aan mensen die zich beter voelen dan anderen en zich gedragen alsof de wereld rond hun persoontje draait. Dat soort mensen mijd ik als de pest: het leven is te kort.
»Vroeger was ik - heel naïef - overtuigd dat in elk mens wel iets goeds zat. Maar nu weet ik dat sommigen er alleen maar op uit zijn om alle energie van hun medemensen op te slorpen - als vampieren, zeg maar. Ik heb dat in het verleden een paar keer meegemaakt, in relaties en vriendschappen, en daardoor ben ik heel behoedzaam geworden.»
HUMO Voel jij je nooit beter dan anderen?
Cafmeyer «Nee. Maar ik stel wel vast dat ik, naarmate ik ouder word, vaker durf te zeggen: 'Ik kan dat,' of zelfs: 'Ik kan dat béter dan iemand anders.' Ik ben de laatste jaren een stuk zelfzekerder geworden. En dat terwijl mijn andere twijfels alleen maar zijn toegenomen: wat doe ik hier? Wat is de zin van mijn leven? Is dit alles? Kan ik er niet méér uithalen? Die vragen houden mij de laatste tijd heel erg bezig.»
HUMO Heb jij veel vrienden?
Cafmeyer «Steeds minder, en dat vind ik erg. Ik ben sociaal ingesteld, heb vrienden nódig om me goed te voelen: dankzij hen leer ik mezelf beter kennen, ze houden me een spiegel voor. Maar jammer genoeg heb ik, zeker sinds ik kinderen heb, veel te weinig tijd om mijn vriendschappen te onderhouden. Bij mijn vrienden is het trouwens net hetzelfde: we leven allemaal in onze eigen cocon en weten nauwelijks nog waar de anderen mee bezig zijn. Dát vind ik de grootste plaag van deze tijd.
»De maatschappij is heel individualistisch geworden, en daar heb ik het moeilijk mee. Mensen twitteren en facebooken alsof hun leven ervan afhangt, maar wat betekent het allemaal? Niks. Ik heb nood aan échte gesprekken met mensen, aan écht contact. Virtueel interesseert mij niet. Maar ik ben blijkbaar een uitzondering, want steeds meer mensen geloven dat daar hun geluk ligt. De betekenis van hun leven is: vanachter hun computer tonen hoe interessant dat leven wel is.
»Puur exhibitionisme. Veel mensen vinden het leuk - en blijkbaar ook noodzakelijk - om ons te laten weten: 'Ik heb mijn regels.' Of: 'Ik ben op het Antwerpse Zuid een cava aan het drinken.' Mensen die zichzelf voortdurend zitten te googelen, zijn in hetzelfde bedje ziek. Ik heb ooit één van mijn collega’s in een gezelschap horen zeggen: 'Als je mijn naam op Google intikt, krijg je 10.500 hits.' Het enige wat ik toen kon denken, was: 'Waar ben jij in godsnaam mee bezig?'
»Ik kan niet meer mee, en dat merk ik aan alles. Alles is veel te druk en stresserend geworden: ik word overstelpt met telefoons, e-mails en sms'en, en ik word daar echt zot van. Ik ben elke dag van zeven uur ’s morgens in de weer met mijn kinderen, en ik lig zelden vóór middernacht in mijn bed, maar het lijkt alsof er daarnaast nog een wereld is bijgekomen, een wereld waarin ik mails en sms’jes moet beantwoorden en aan ik weet niet welke verplichtingen moet voldoen. Sorry, maar ik kan dat niet aan.»
HUMO Welk beeld hebben anderen van jou, denk je, en komt dat overeen met wie je echt bent?
Cafmeyer «Mensen die mij niet goed kennen, denken dat ik een zotte doos ben, een prettig gestoorde spring-in-'t-veld. Maar ik heb ook een heel melancholische kant, die soms gevaarlijk overhelt naar depressie. Gelukkig ben ik mentaal sterk genoeg om er altijd weer bovenop te komen.
»Ik ben een grote piekeraar: het staat niet stil in mijn hoofd. Dat had ik vroeger ook al, maar sinds ik kinderen heb, is het gepieker exponentieel toegenomen. Ik maak me echt over alles zorgen. Als ik moet werken en mijn man is alleen thuis met de kinderen, zit ik de hele tijd te denken: 'Zal het wel gaan? Gaat hij het aankunnen?' En zo maalt het maar door. Af en toe zou iemand mij eens een flinke tik op mijn poep moeten geven, zodat ik stop met mijn eigen gedachten te herkauwen.»
HUMO Waar lig je ’s nachts van wakker?
Cafmeyer «Ik ben bang voor het rusthuis! Oude mensen worden bij het vuilnis gezet, en dat gaat alsmaar sneller. Vrouwen hebben daar doorgaans meer last van dan mannen, omdat ze veel meer op hun uiterlijk worden getaxeerd, ongeacht hun talenten of capaciteiten. Ik merk dat veel ouder wordende vrouwen er echt van afzien dat de maatschappij hen niet meer nodig heeft, en dat ze zich afvragen: 'Waar díén ik eigenlijk nog voor?' Ik begrijp dat. Hoewel ik nog veertig moet worden, voel ik mij soms behoorlijk oud, en ik ben bang voor wat mij nog te wachten staat.
»Er zit nog steeds een klein meisje in mij, dat nog zo veel goesting heeft en zo veel mogelijk dingen wil doen. Maar als ik in de spiegel kijk, zie ik haar niet: ik zie alleen maar een ouder wordende vrouw. Heel confronterend, ook al omdat ik weet dat er een dag komt, en lang zal dat niet meer duren, dat ik met een stok of een rollator zal rondlopen, terwijl dat kleine meisje daar nog altijd zit. Het leven is meedogenloos, en daar kan ik heel verdrietig van worden.»