De 7 Hoofdzonden volgens Showbizz Bart
Als Bart Verbeeck máákt men het niet in de showbusiness. Net zomin als men het als Willy De Gieter maakt wanneer men charmezanger wil worden. Of als Serge Quisquater, wanneer men een carrière als televisiepresentator ambieert. Of als Paul Baeten, wanneer men tijdloze prachtboeken wenst te schrijven.
Enfin, om die reden werd Bart Verbeeck dus ooit Showbizz Bart. Dat gebeurde, zo leert ons zijn biografie op de website van vtm, toen hij via het Conservatorium in Antwerpen op de redactie van Q-Music terechtkwam, waarna hij vaste showbizzreporter werd in het jolige ochtendprogramma 'Deckers & Ornelis'. En wilt u nu eens weten waarom wij deze Showbizz Bart al enige tijd aan een gespierde 7 Hoofdzonden willen onderwerpen? Omdat zijn vtm-biografie (net als alle biografieën) iets verzwijgt. Eind jaren negentig, toen er van Q-Music nog geen sprake was en het toekomstige Q-publiek nog nietsvermoedend naar Donna luisterde, volgde Showbizz Bart, die toen dus nog gewoon Bart Verbeeck heette, een priesteropleiding aan het seminarie Johannes XXIII in Leuven.
Hebzucht
HUMO Ben je van rijke komaf?
Bart «Ik ben nooit iets tekortgekomen, maar we waren zeker niet rijk.
Ik kom uit een artistiek milieu. Mijn ouders hebben elkaar leren kennen op de scène, in een operette ergens in de jaren vijftig. Ze scheelden 27 jaar: mijn mama is van 1939 en mijn papa was van 1912 - hij zou nu bijna honderd geweest zijn. Hij heeft nog meegespeeld in de tweede Vlaamse film die ooit gemaakt is, na 'De Witte': 'Alleen voor u', met Nand Buyl en Jefke Bruyninckx, toen allebei prille tieners.
Mijn ouders zijn getrouwd in '57. Daarna hebben ze een tijdlang een café gehad in Mechelen, en daarna zijn ze naar Bonheiden verhuisd. Daar is mijn papa ziek geworden: zware artrose en artritis. Mijn mama heeft toen enkele jaren heel goed voor hem gezorgd.
Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Ik was vijf. Ik was thuis met mijn oudere broers Dirk en Markus; papa deed zijn middagdutje, en mama was met de fiets het dorp ingegaan. Markus was de keukendeur aan het verven, en Dirk ging mijn papa wakker maken voor het journaal van zes uur - dat wilde hij iedere dag zien.
Ineens riep hij vanuit de slaapkamer: 'Markus, kom eens. Papa wordt niet wakker!' Markus ging kijken, en toen hij vaststelde dat mijn papa inderdaad niet wakker werd, zijn we alledrie naar buiten gerend. Net op dat moment kwam mama in de verte aangefietst. Een heel vreemd beeld was dat, dat me altijd is bijgebleven: mijn broer die wild aan het gebaren en het roepen is, en mijn mama die héél traag door de velden komt aangefietst. Althans, dat leek zo: ze hield uiteraard een normaal tempo aan, maar op dat moment was het bijna alsof ze achteruit fietste.
Van de rest herinner ik me vooral totale hysterie. Mijn mama gooide haar fiets tegen de muur, stormde de slaapkamer binnen en riep meteen: 'Hij is dood!' Een hartstilstand, vermoedelijk.
Ze wilde naar buiten rennen, maar in haar paniek liep ze pal tegen de keukendeur aan die mijn broer aan het verven was - ik zie nog altijd haarscherp die witte afdruk op dat blauwe jurkje. Ik begon heel hard te wenen, en mijn moeder riep: 'Hou onze Bart bezig! Lees iets voor!' Dirk is dan heel luid uit de Donald Duck beginnen voor te lezen, het enige wat hij zo snel kon vinden. En het volgende dat ik me herinner is hoe de ambulanciers mijn papa langs de schuifdeur naar buiten droegen. Hij was toen al dood, maar omdat ambulanciers eigenlijk geen lijken mogen vervoeren, hebben ze achteraf gezegd dat hij op weg naar het ziekenhuis gestorven is.
Sindsdien bleef mijn mama thuis om voor mij te zorgen. En ergens doet ze dat nu nog steeds, want ik woon nog altijd thuis. Ik zit daar goed in Bonheiden: 't is centraal gelegen, en toch midden in de natuur. We wonen in een natuurreservaat, met wilde herten en konijntjes en zo. En ik ben graag bij mijn moeder.
Maar ik blijf ook weleens bij mijn vriend slapen, Bas. Hij woont in Adegem, dus als ik in West- of Oost-Vlaanderen moet zijn, is dat mijn uitvalsbasis.»
HUMO Blijft hij ook weleens in Bonheiden slapen?
Bart «Ja, mijn mama is daar heel gemakkelijk in. En ik heb een dubbel bed - zonder zo'n voor in het midden, zoals je in hotels wel ziet. Vreselijk vind ik dat (lacht). Maar als Bas is afgestudeerd, zoeken we samen iets. Hij volgt toerismemanagement.»
HUMO Betaal je huur?
Bart «Nee. (Verlegen lachje) Is dat erg? Ik geef mijn mama wel mijn maaltijdcheques, en ik neem haar af en toe mee uit eten. En ik koop ook weleens iets wat nodig is in huis.»
HUMO Waar geef jij het meeste geld aan uit?
Bart «Eten en reizen - dat mag iets kosten voor mij. Ik heb ook een dure auto, een BMW 5, met automatische versnellingsbak. Daar schaam ik me niet voor: ik rij 50.000 kilometer per jaar, dus mijn auto is mijn tweede huis. 't Is ook een grote, want ik heb ruimte nodig voor mijn kostuums.»
HUMO Heb je een idee hoeveel kostuums je in totaal bezit?
Bart «Oef... Twintig? Dertig? Vijftig? Ik weet het niet. Maar ik geef daar zelf niet zoveel geld aan uit: ik heb gelukkig een kledingsponsor.
Het kostuum dat ik nu aanheb, had ik trouwens ook vorig jaar aan, in 'De laatste show'. Ik dacht: dat pak heeft me toen geluk gebracht, wie weet nu wéér (lacht). Nee, dat mag ik eigenlijk niet zeggen, want ik ben helemaal niet bijgelovig. Maar dat ik daar bij m'n entree zo'n beetje van de trap ben gevallen, was natuurlijk wel een zegen voor mijn carrière: sindsdien kennen veel meer mensen me.»
Het volledige interview leest u in Humo 3615 van dinsdag 15 december.