De 7 Hoofdzonden volgens Sister Bliss (Faithless)

'Mannen in een popgroep hoeven maar met hun vingers te knippen als ze seks willen. Vrouwen hoeven zelfs dat niet te doen.'

Meer dan vijftien jaar al is Sister Bliss (echte naam: Ayalah Bentovim) de drijvende kracht achter Faithless, het extreem populaire Britse dancecollectief dat iedereen die op een festival al eens zijn armen in de lucht heeft gestoken voornamelijk kent van de monsterhit 'God Is a DJ', en dat door een malafide journalist lang geleden werd omschreven als 'triphop voor toeristen'. Samen met haar voormalige partner Rollo, die nooit op het podium of in de spotlights verschijnt, levert zij de muziek; tekst en zang zijn voor Maxi Jazz.

Bliss heeft intussen een nieuwe partner wiens naam ze hardnekkig geheim probeert te houden, maar in de hoezen van Faithless-platen wordt sinds een paar jaar steevast ene Nicholas Egg bedankt, over wie verder niets geweten is. Wat wel vaststaat is dat Bliss met haar nieuwe partner een vierjarig zoontje heeft, Nate, dat Faithless met 'The Dance' eerder dit jaar zijn zesde studioplaat uitbracht, en dat ze daarmee op zaterdag 20 november in het Sportpaleis staan. Hoog tijd om Sister Bliss de 7 Hoofdzonden voor te leggen.

Sister Bliss over 'Onkuisheid'

HUMO Dit vinden onze lezers de leukste hoofdzonde.
SISTER BLISS «Hááá, vleselijke lust! Meer dan de helft van mijn leven heb ik doorgebracht in miserabele relaties, terwijl ik het zelf niet in de gaten had. Vrouwen hebben het vaak niet gemakkelijk, meer dan mannen worden ze gedefinieerd door wat anderen over ze zeggen. Een kuisheidsgordel, dat bestaat niet voor een man. Begin je te jong met seks, dan ben je een sloerie; wacht je te lang, dan ben je een muurbloempje. Vrouwen kunnen seksueel makkelijker onderdrukt worden, misbruikt, gemanipuleerd.

Het heeft mij veel tijd gekost - ik word veertig binnenkort - om me seksueel op mijn gemak te voelen. Ik deed altijd wat anderen wilden dat ik deed, of wat ik dacht dat anderen vonden dat ik moest doen. Op mijn twintigste vond ik lust eng, iets waarmee ik maar moest zien om te gaan. Nu is het onontbeerlijk in mijn leven. Een leven zonder lust is geen leven. Sterker: zonder lust zouden jij en ik hier nu niet zitten.»

HUMO Raak je op tournee makkelijk aan seks?
SISTER BLISS «Wat had je dan gedacht? Tuurlijk. Als man in een popgroep hoef je maar met je vingers te knippen; als vrouw hoef je zelfs dat niet te doen (lacht).
Als muzikant getrouwd zijn of thuis een partner hebben, maakt het er niet makkelijker op. Op tournee moet je goed opletten, want er loopt voortdurend sexy manvolk om je heen. Wat wij doen is behoorlijk intens, we zijn van huis weg, elke avond in een nieuwe stad: dan leef je in een luchtbel. Vooral als je met je partner even in dipje zit, steekt de lust algauw zijn lelijke kop op. Gelukkig zijn we ondertussen allemaal oud genoeg om realiteit van fictie te kunnen onderscheiden.»

HUMO Maak je je weleens zorgen om je zoontje? Hij groeit op in een tijdperk waarin bijna alles om seks draait.
SISTER BLISS «Voor jongens is het nog altijd anders dan voor meisjes, hè.
Goh ja... (denkt na) Ik weet dat kinderen tegenwoordig vroeger rijp zijn, dat ze op het internet alles te zien krijgen wat ze willen, maar ik probeer me daar niet te veel zorgen over te maken. Elke generatie heeft zijn eigen problemen, en ik probeer vooral geen tegenreactie te veroorzaken. Nate holt graag zonder kleren aan door het huis, en dan ga ik niet zeggen: 'Trek een broek aan, viezerik!' Integendeel: ik zie hem graag in zijn blootje. Wat ik ook nooit zal zeggen: 'Niet met jezelf spelen!' Nee, dat is de natuur: jongetjes spelen nu eenmaal graag met hun piemeltje. Als hij mij iets vraagt, probeer ik daar zo eerlijk mogelijk op te antwoorden, zonder te veel in detail te treden.
Een maand geleden vroeg hij me: 'Mama, dus ik zat vroeger in jouw buik?' Waarop ik: 'Ja, daar zitten kindjes voor ze geboren worden.' Gisteren - hij had er duidelijk over nageacht - zei hij: 'Ik wil later ook een baby in mijn buik.' Kijk, daar zal ik dus iets dieper op moeten ingaan (lacht).»

Het volledige interview leest u in Humo 3663 van 16-11-2010