De 7 hoofdzonden volgens Wim Helsen
Tussen avond en nacht woekert altijd weer onbestemde tijd – tochtgat en echoput in één. Wim Helsen gedijt goed in dat niemandsland: ‘Winteruur’, het kraakpand dat hij op Canvas betrekt, is een zegen voor wie kruisje noch kusje krijgt voor het slapengaan.
'Ik heb een vrij complexloze verhouding met seks omdat ik een heel goede, gezonde moeder heb'
Om te peilen naar zijn deviante gedragingen, trekken we meer tijd uit – het zijn dan ook zéven zonden die ik met Helsen (47) wil bespreken.
Hoogmoed
Wim Helsen «De allergrootste fout, vind ik. Of toch de fout waarmee we ’t onszelf het moeilijkst maken.»
HUMO Laten we ze dan eerst precies definiëren: wat is hoogmoed?
Helsen «Je identificeren met een onjuist zelfbeeld, en daarin gaan geloven. Hoogmoed heeft altijd te maken met jezelf als meer of minder dan de andere beschouwen. Wie geestelijk gezond wil blijven, kan zichzelf maar beter zo weinig mogelijk met andere mensen vergelijken.»
HUMO Is het moeilijk om niet hoogmoedig te zijn als je getalenteerd bent, en als dat talent ook nog eens uitmondt in vrolijk succes? Er bestaat een consensus over jou: ‘Wim Helsen, die deugt.’
Helsen «In mijn geval is het góéd dat ik al eens te horen krijg dat ik deug. Ik voel me haast nooit beter dan mijn omgeving. Ik heb eerder last van omgekeerde hoogmoed: als ik mezelf met anderen vergelijk, voel ik me per definitie minder. Dat is sympathieker dan de klassieke hoogmoed, maar even debiel en destructief.
»Mijn professionele succes heeft me een basisvertrouwen geschonken. Ik kan nu leunen op de wetenschap dat ik op het podium zal kunnen blijven staan en dat, als ik straks een nieuwe voorstelling schrijf en ik geef genoeg aandacht aan wat ik doe, het op één of andere manier zal werken. Maar het geeft me nooit het gevoel beter te zijn dan anderen – hoogstens heft het tijdelijk het gevoel op de mindere te zijn.»
undefined
undefined
'Het leven is slechts een spel, maar laten we 't toch maar zo ernstig mogelijk nemen'
HUMO Mits gestut door bakken talent kan ik arrogantie wel van iemand aanvaarden.
Helsen «Mij lijkt arrogant zijn ook een soort van luxe, want het maakt dat je je minder bezighoudt met de wensen van anderen. Stom voorbeeld: ik besteed behoorlijk wat tijd aan het beantwoorden van mails van ‘Winteruur’-kijkers. Dan vraagt iemand op een verontschuldigende, ostentatief bescheiden manier om eens naar de teksten op zijn website te kijken. In die minzame kruiperigheid zit iets lafs, iets parasitairs, iets van chantage: ik voel me dan bijna moreel verplicht om naar die website te gaan en er wat te lezen, want anders stel ik teleur. En als ik zo iemand dan vriendelijk laat weten dat ik het niet helemaal voel, zijn schrijfsels, of dat ik simpelweg geen tijd heb om me er grondig in te verdiepen, volgt er vaak een mail waarin de kruiperige toon het verwijt nauwelijks camoufleert – ‘Ik begrijp het. Ik had gewoon gehoopt op een paar minuutjes van uw tijd.’ Tien dagen later kan ik daar nog mee in mijn maag zitten. Dat is de angst om niet te voldoen in de ogen van de andere, hè, schuldgevoel omdat ik tekortgeschoten ben. In zo’n geval zou een kleine dosis arrogantie mij helpen. Ik denk dat ik vooral wil vermijden dat mensen boos op me worden. Terwijl je dat niet kán vermijden, en dat uiteindelijk ook helemaal niet erg is. Soms zoek ik het op, organiseer ik de dingen zo dat mensen wel kwaad moeten zijn. Vreemd, hoor.»
HUMO Hoogmoed komt volgens mij vaak voort uit het niet willen aanvaarden van je eigen nietigheid.
Helsen «O, ja. Wat wij doen heeft geen betekenis: we zijn niets, of toch alleszins niet veel. Mensen die dat een onwezenlijke, terneerdrukkende gedachte vinden, vluchten vaak in de aspiratie om iets groots achter te laten, iets dat betekenis heeft en de tijd zal doorstaan – en dan wordt het algauw pathetisch.
»Toch denk ik dat iets willen betekenen niet per definitie op vergeefse ijdelheid berust. De passage van Tom Lanoye in ‘Winteruur’ ging daar volgens mij over. Door zijn temperament, door wie hij is, voelt Lanoye een grote nood om iets te betekenen. Hij doet alles met heel veel overgave, vraagt met aandrang om aandacht, neemt wat hij maakt fundamenteel ernstig. Hij kan dat doen omdat hij zich tegelijkertijd net heel bewust is van zijn nietigheid. Hij schrijft niet voor de eeuwigheid, maar terwijl hij schrijft, wil hij wel doen alsof dat het enige is dat op dat moment van belang is – ’t is mogelijk zelfs de enige manier om tot iets goeds te komen. Dat is voor mij ook het plezier van een voetbalmatch: we genieten het meest als wij helemaal in een wedstrijd opgaan, terwijl we tegelijk beseffen dat het nergens over gaat, dat het helemaal niet belangrijk is. Maar zolang dat spel gespeeld wordt, nemen we het zo serieus mogelijk. Dat is wel zo’n beetje de manier waarop ik naar het leven kijk: het is een spel, slechts een spel, maar laten we ’t toch maar zo ernstig mogelijk nemen. Laten we toch maar zo enthousiast mogelijk spélen.»
undefined
undefined
'Het leven krijgt een merkwaardige glans als we liefde voelen stromen: je gaat nooit een optelsom maken van alles wat jij je kind geeft.'
Traagheid
HUMO Ben je het aan anderen verplicht om steeds de beste versie van jezelf te zijn?
Helsen «Ik weet om te beginnen al niet of dat kan. Ik moet nu denken aan de passage van Annelies Verbeke in ‘Winteruur’. Zij had een fragment van de Tsjechische schrijver Karel Čapek gekozen, waarin hij betoogt dat er niet één ik is – dat een mens bestaat uit fragmenten, uit verschillende ikken die beurtelings met de vlag vooroplopen. Voor mij was die zienswijze nieuw, en aanvankelijk voelde ik er weerstand tegen. Maar toen ik toch probeerde om erin mee te gaan, dacht ik: ‘Ja, deze manier van kijken naar wie je bent, is net zo valabel als vele andere manieren, en het is nog plezant ook.’ Vandaag bijvoorbeeld loopt de sufferd in mij met de vlag – ik ben te plots opgestaan en ik loop de hele tijd een half been achter, ken je dat? – en de andere ikken lopen daarachter aan. Morgen heeft iemand anders de vlag. En ik ben géén van die figuren: ik besta niet.»
HUMO Welke ik draagt in jouw geval het vaakst de vlag?
Helsen «Moeilijke vraag. Ik weet alleszins welke ik het liefst de vlag zie dragen: de ik die open is, niet in zichzelf gekeerd, die kan kijken en luisteren en het heft in handen neemt. Zeg eens, hoe zou ik die noemen?»
HUMO Ronny?
Helsen (lacht) «Nee, ik bedoel: hoe vat ik die het best in één woord? De elegante ik, misschien: diegene die het sensitiefst is, het best kan meedansen in het spel dat het leven elke dag is. (Plots streng) Ronny. Ik zou nooit één van mijn vlagdragers Ronny noemen. (Spuugt het woord uit) Ronny. Een Ronny draagt altijd een pet.»
HUMO Maar er zijn dus ook momenten waarop je níét elegant bent.
Helsen «Ja, absoluut. Wat me het meest in de weg zit, is mijn traagheid. Er zijn periodes waarin ik mezelf opsluit en wegvlucht in nukkige, oppervlakkige verslavingen. Wanneer ik me goed voel, en open en vitaal ben, maak ik plannen – dan weet ik waar ik met mijn leven naartoe wil, doe ik leuke dingen met de mensen die ik graag zie, en ben ik productief in mijn werk. Maar op andere momenten vlucht ik weg van alle mogelijke problemen. Dan beland ik in een toestand waarin ik vooral níét wil voelen en denken, en begin ik van YouTubefilmpje naar YouTubefilmpje te klikken, of speel ik computerspelletjes, of doe ik urenlang niets anders dan roken, koffie drinken, lezen en vergeten wat ik net gelezen heb.»
undefined
'Wie geestelijk gezond wil blijven, kan zichzelf maar beter zo weinig mogelijk met andere mensen vergelijken'
HUMO Ik denk dat ik die pijnlijke lethargie ken. Vitaal en ondernemend willen zijn, maar het tegendeel doen, en wegzinken in een inertie die alleen maar ongelukkig maakt.
Helsen «Dat is het helemaal. Want lui zijn is op zich geen probleem. Lui zijn en je er tegelijk schuldig over voelen wél.»
HUMO En hoe meer schuld je voelt, hoe dieper je je in die lethargie ingraaft.
Helsen «Ja! En ik wéét dat het weer zover is op het moment dat het gebeurt, en toch laat ik het gebeuren. Het is een totale blokkering, je brengt uren, soms dagen na elkaar door in volstrekte dadenloosheid. Allicht heeft ook dat bij mij te maken met dat ingebakken gevoel van minder te zijn dan de anderen.»
Gramschap
HUMO In je vorige Humo-interview zei je: ‘Blijkbaar is er in mij een mechanisme werkzaam dat zich kwaad wil maken, dat verbijsterd wil zijn, dat wil haten.’
Helsen «En dat is natuurlijk niet wat ik wil. Maar ik heb er al veel minder last van dan vroeger. Ik ben minder vaak redeloos kwaad, ik weet nu beter wat ik met die woede aan moet. Wanneer IS bijvoorbeeld aanslagen pleegt in Parijs, voel ik een opstoot van enorme razernij. Daar gaan gedachten mee gepaard die niet koosjer zijn – kwaaie, racistische gedachten over moslims. Maar terwijl die gedachten in mijn hoofd ontstaan, weet ik al: ze zijn niets waard. Het is de staart vol vlooien die aan mijn kwaadheid hangt. Die gedachten bezoeken mij, maar ik geloof er niet in, en ik laat ze dus ook geen waarheid of ideologie worden. Maar ik erken ze wel, waardoor ik mensen die in dat soort hufterige woede blijven steken wel kan begrijpen – ik snáp dat je zo boos bent dat je racistische onzin gaat uitkramen of de commentaarsecties van nieuwssites gaat volspammen. Maar bij mezelf ben ik alert genoeg om niet te gaan geloven in de gedachten die op zo’n moment in me opwolken, omdat ik weet dat ze niet kloppen. En dat ze mij bitter en ongelukkig maken als ik ze voor waar neem.»
undefined
'In het dagelijkse leven vind ik het een goeie zaak om eens heel hard te roepen. Of om een béétje op iemand te kloppen'
HUMO Kan woede ook tot iets goeds leiden?
Helsen «Ja, ik kan er bijvoorbeeld veel mee in mijn voorstellingen. En zelfs in het dagelijkse leven vind ik het een goeie zaak om eens heel hard te roepen. Of om een béétje op iemand te kloppen. Iemand eens liefdevol door elkaar schudden: daar kunnen beide partijen erg van opkikkeren.
»Bij woede is het zoals bij jaloezie: je moet ze onderkennen, en dan heb je de helft van het probleem al opgelost. Geef aan jezelf toe dat je boos of jaloers bent, druk dat gevoel niet weg, en de angel is er al goeddeels uit.»
Jaloezie
Helsen «Jaloezie is op zich niet zo’n probleem. Wel: dat jaloezie niet sexy is, waardoor mensen gaan ontkennen dat ze jaloers zijn. En als ze het vervolgens ook zélf niet meer zien, wordt het gevaarlijk. Dan gaan mensen het talent of de verwezenlijkingen van diegene op wie ze jaloers zijn relativeren: ‘Zo goed is die nu toch ook weer niet.’ Jaloezie wordt dan iets bitters, en ik vind dat heel onaantrekkelijk. Ik merk dat ik mezelf op een afstand van dat soort mensen hou.»
HUMO ‘We hebben allemaal dingen die we zouden willen zijn, hebben of kunnen, maar die we nooit zullen zijn, hebben of kunnen,’ zei je jaren geleden al in Humo. Ben je vaak jaloers op mensen die iets hebben dat jij niet hebt?
Helsen «Er is een tijd geweest dat ik zoveel last had van lethargie dat ik jaloers was op mensen die ’s ochtends gewoon opstonden en boodschappen gingen doen. Dat was geen giftige jaloezie die zich tegen die mensen richtte – het was eerder een vervelende afgunst die vooral mezelf in de weg zat. Waarom kon ik niet zijn zoals die mensen? Maar met die gedachte kan je niet verder. Je moet naar jezelf kijken, onderzoeken waarom je energie mist, en daarmee aan de slag gaan.»
HUMO Ben je jaloers in de liefde?
Helsen «Nee, helemaal niet. Ik heb ooit wel een beetje jaloezie gespééld, omdat ik dacht dat de vrouw in kwestie dat leuk vond, dat daar mijn liefde uit bleek. Maar je kunt zoiets toch niet volhouden als je het niet echt bent.
»De mensen met wie ik een relatie heb – liefde of vriendschap, maakt niet uit – zijn doorgaans niet afgunstig. Op één of andere manier filteren jaloerse mensen zich automatisch uit mijn kring van naasten.»
Onkuisheid
Helsen «Ik beschouw onkuisheid niet als een zonde. Ik zou ze willen vervangen door machtswellust. Dát is een kwaad: relaties – of ze nu seksueel van aard zijn of niet – waarin heersen over de ander het objectief is.»
HUMO Drukt seks niet altijd een machtsverhouding uit?
Helsen «Zoals in die quote van Oscar Wilde? ‘Alles gaat over seks, behalve seks zelf. Dat gaat over macht.’ (Schudt het hoofd) Dat geldt alleszins niet voor mij. Ik geloof dat ik een vrij complexloze verhouding met seks heb – dat het gewoon een prettige aanwezigheid in mijn leven is, en niet het speelveld van allerlei demonen. Machtsverhoudingen sturen mij niet in seks en in mijn relaties met vrouwen. Dat komt, geloof ik, omdat ik een heel goede, gezonde moeder heb.»
HUMO Dat moet je even uitleggen.
Helsen «Ik heb vrienden bij wie macht wél een grote rol speelt in hun relaties. Die absoluut willen domineren, of net kiezen voor een pathetische onderdanigheid. Wanneer ik met hen praat, blijkt vaak dat ze kampen met een vorm van vrouwenhaat die ze bij hun moeder hebben opgedaan. En dan ben ik toch heel blij dat ik een moeder heb die me nooit belast heeft met ideeën over mannen en vrouwen die me geweldig in de weg zouden zitten in mijn relaties. Ik ken bijvoorbeeld iemand met een moeder uit een eng, geborneerd, beklemmend katholiek nest. Zij heeft haar zoon opgezadeld met een wurgend schuldbesef: ze definieerde mannen voortdurend als slechteriken, als agressieve figuren die macht willen over vrouwen, en hen louter seksueel willen gebruiken. Het erge is dat die gast zichzelf ook effectief zo ziet, en vrouwen beschouwt als de moreel verheven wezens die hem op zijn slechtheid en zijn zondigheid betrappen. Complexe boel, hoor – en blij dat ik er geen last van heb.»
HUMO Een mens toont zich tijdens het vrijen op zijn naaktst – en dat bedoel ik niet in de eerste plaats letterlijk. Ook geen last van?
Helsen (lachje) «Je gaat me hier geen complex aanpraten, hoor. Ik voel me nu, tijdens dit gesprek, veel naakter dan wanneer ik met iemand de lakens deel. Jij kan een mens heel indringend aankijken.»
HUMO Pardon.
Gulzigheid
Helsen «Gulzigheid in de letterlijke zin is me nagenoeg vreemd. Van de drugs die ik al gebruikt heb, onthoud ik toch vooral de fysieke ongemakken die erop volgden, eerder dan de roes. En alcohol maakt me slaperig nog voor ik zat ben – dan is de lol er snel af. In mijn beginperiode had ik voor een optreden eens een paar glazen wijn gedronken. Op het podium merkte ik dat ik al een beetje met een dubbele tong sprak, en dat ik in de greep was van een oncomfortabele sloomheid: ik hinkte achterop bij mijn eigen verhaal. Op zo’n moment is het simpel voor mij: dit doe ik niet meer.
undefined
»Na een optreden heb ik wel de neiging om het nachtleven in te duiken. Een wat kinderlijke reflex is dat: ik ervaar een roes wanneer ik op het podium sta, en die roes wil ik vervolgens zo lang mogelijk rekken.»
HUMO Dat heet misschien escapisme, en dat heeft een slechte naam. Waarom eigenlijk?
Helsen «Er is niets mis met de vluchtweg naar drank of werk of computerspelletjes of wat dan ook – zolang het geen dwang wordt. Je moet ervan genieten: dat lijkt me een geschikte maatstaf.
»Misschien is escapisme ooit al wel met me aan de haal gegaan, maar er zit toch vooral een sterk zelfcorrigerend mechanisme in me. Het helpt ook dat ik intussen 47 ben en verantwoordelijkheden heb: kinderen die houvast nodig hebben, een carrière die gevoed dient. Dat klinkt misschien saai en banaal, maar het hélpt om jezelf op de rails te houden. Want als ik mijn temperament laat waaien, loop ik in veel richtingen tegelijk. Ik heb de neiging om véél te doen, om alle mogelijkheden te willen benutten, om op zoek te gaan naar interessante en opwindende dingen. Het is goed om die rusteloosheid af en toe wat af te toppen.»
Hebzucht
HUMO Ben je ook gulzig in materieel opzicht?
Helsen «Ik had vroeger minder dan gemiddeld, nu meer. Op een bepaald moment heb ik wel vastgesteld dat ik meer met de aanwas van mijn bankrekening bezig was dan ik eigenlijk wilde. Dat doet een beetje geld hebben klaarblijkelijk met je. Maar ik heb dat tijdig ingezien en heb het intussen achter me gelaten.
»Ik loop niet rond met het idee dat mensen voortdurend dingen van me willen afpakken, dat ik mijn eigendom moet beschermen en dat mijn bankrekening een heiligdom is. Dat komt, denk ik, omdat ik omringd ben door mensen die me in financieel opzicht correct behandelen. Dan wordt je hebzucht of je achterdocht niet gevoed.
»Ik ben natuurlijk geprivilegieerd omdat ik niet werk in een sector waarin hiërarchie van belang is. Ik sta alleen op het podium, en wat ik verdien, hangt af van hoeveel mensen er komen kijken. Niet van welke positie ik bekleed binnen een organisatie: ik hoef niet bezig te zijn met promotie maken. Het privilege zit ’m ook in het feit dat ik iets doe waarmee je, als je er goed in bent, veel geld verdient. En dan ben ik ook nog eens uitdrukkelijk niet gehecht aan dure auto’s, een uitpuilende klerenkast of buitenissige luxe. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit in mijn leven met een nieuwe auto gereden – ik koop alleen tweedehands. Dat heeft niets te maken met krenterigheid of een gebrek aan geld, wel met mijn zelfbeeld. Ik vind dat een nieuwe auto niet bij mij past: het is iets voor grote mensen.»
HUMO Een neefje van hebzucht luistert naar de naam gierigheid.
Helsen «Dat vind ik eigenlijk veel erger dan hebzucht. Want gierigheid gaat niet louter over geld. Het appelleert voor mij aan hoe je in het leven staat: ben je bereid om iets te géven? Niet alleen materieel, maar ook zorg, hulp, steun, energie en bovenal: aandacht. Kun je luisteren en kijken naar anderen? Vragen stellen, proberen te begrijpen? Aandacht is misschien wel het mooiste wat je kunt geven. Ik vertelde je al dat ik tevreden ben wanneer mijn elegante ik met de vlag vooroploopt. Maar ik zie hem die vlag ook graag doorgeven aan mijn genereuze ik. Als je warmte en aandacht uit te delen hebt, als je de aandrang voelt om te zorgen en te helpen, dan ben je rijk. Maar ik maak me geen illusies: een permanente staat van generositeit is onmogelijk – toch in mijn leven. Het is spijtig en vervelend, maar er zijn periodes waarin ik niet in staat ben tot warmte en aandacht en liefde.
»(Denkt na) Een paar jaar geleden had ik met David Vann (de schrijver van onder meer ‘Legende van een zelfmoord’ en ‘Caribou Island’, red.) een gesprek over de redenen die mensen aandragen om kinderen te hebben – hij vond het allemaal lulredenen. Ik ben toen bij mezelf nagegaan waarom ik het de moeite waard vond om kinderen te hebben – ik heb een zoon en een dochter – en kwam bij iets uit dat zo klef is dat ik het nauwelijks uit mijn mond gewrongen krijg, maar wel wáár is. Het gaat om het gevoel dat we allemaal op ons best zijn wanneer we omringd worden door mensen die we graag zien, en door wie we ons graag gezien weten. Het leven krijgt een merkwaardige glans als we liefde voelen stromen, als we genereus zijn zonder dat daar een principe of een plichtsgevoel of iets van dwang achter zit. Je gaat nooit een optelsom maken van alles wat jij je kind geeft, om vervolgens te berekenen wat je terug hoort te krijgen. Dat heb ik toen ook aan David gezegd: kinderen hebben is fantastisch, omdat je je kinderen moeiteloos graag kunt zien, ook als ze vervelend zijn en irriteren. En dan zijn we op ons best: als we liefde voelen stromen. Pardon voor alle klefte, maar het is wel waar. Denk ik.»