interviewMarc Van Ranst
‘De beste prognose die ik kan geven voor deze pandemie is tussen de één en tachtig jaar’
In de laatste dagen van 2021 schrijven onze verslaggevers verhalen over grote en kleine gebeurtenissen in het nieuwsjaar dat bijna achter ons ligt. Vandaag: viroloog Marc Van Ranst (56) is een fenomeen. Hij wordt alom gewaardeerd om zijn deskundigheid, maar ook door velen gehaat om zijn scherpe tong. Hij moest afgelopen jaar enige tijd onderduiken. ‘Ik zou best salsaleraar willen zijn. Prachtig beroep lijkt me dat.’
De portier haalt zijn schouders op. Marc Van Ranst is een half uur te laat, maar dat is niet ongewoon. ‘Ik heb hem al wel gezien, hoor. Ik zal hem eens een berichtje sturen. Hij neemt nooit op als je hem belt, hè.’’
Het is een doordeweekse donderdagmiddag in Leuven, in het Rega Instituut voor Medisch Onderzoek, de werkplek van misschien wel de drukste viroloog van België. Van Ranst heeft een afspraak met de krant, daarna met de radio en later op de dag ook nog met de televisie. Tussendoor is hij natuurlijk gewoon aan het werk.
En daar tussendoor mengt hij zich, vaak via Twitter, stevig in het publieke debat over racisme en discriminatie, kwesties die hem na aan het hart liggen. Het is, kortom, een dag zoals vele andere in de afgelopen twee jaar.
Daar komt hij aangewandeld, op zijn gemak, zoals bijna altijd gekleed in trui met V-hals (bruin, deze keer). Met iets meer rimpels, iets meer grijze haren en iets meer kilo’s dan aan het begin van de pandemie, zoals hij zelf zegt. ‘Inderdaad al twee jaar, hè’, klinkt het, bijna verbaasd. ,’Het lijkt eerder vier of vijf maanden of zo. Ik ga blij zijn als alle heisa voorbij is. Maar ik weet inmiddels ook dat we er voorlopig nog niet klaar mee zijn.’
- Hoe vaak heeft het virus u al verrast?
MARC VAN RANST «Och, bijna continu! Virussen veranderen en muteren. Dat is wat ze doen. Maar tot mijn geluk zien we ook iets nieuws, iets wat we nog nooit hebben gedaan. We hebben inmiddels voor elke aardbewoner een vaccin gemaakt. Ongeveer de helft is inmiddels gevaccineerd. Let op: als je negen miljard vaccins kunt produceren en in armen kunt prikken, dan is dat de grootste operatie ooit.»
- Realiseren we ons dat wel genoeg?
VAN RANST «Nee. Mensen zitten vooral te klagen over hoeveel prikken er nog moeten komen. Men ziet er het slechte van, maar absoluut niet de waanzinnige snelheid waarmee die dingen uiteindelijk door een heleboel vrijwilligers in armen worden gespoten. De verwachtingen zijn te hoog gespannen. ‘Zo’n pandemie kun je wel weg managen’, heet het dan. En als je dat niet kunt, dan ben je een oerdomme politicus of een onbekwame viroloog. In feite is het heel simpel: we kunnen alleen maar proberen van een heel grote ramp een iets kleinere ramp te maken. That’s it.’»
- Heeft u een dikke huid gekregen?
VAN RANST «Ja, die kweek je wel. Maar dat is geen verdienste, hoor. Het is uiteindelijk ook niet de bedoeling, natuurlijk. En aan sommige excessen, Marion Koopmans weet daar ook van, daar mág je niet aan wennen.»»
(Zijn Nederlandse collega deed recent aangifte van bedreiging vanwege een mail waarin ze onder meer werd uitgemaakt voor ‘vuil goor monster van Dachau’ en ‘corrupte zakkenvullende volksverlakker’.)
- U heeft een maand in een safehouse gezeten, nadat de extreemrechtse en gewapende militair Jürgen Conings bij u aan de deur was geweest.
VAN RANST «Ja, maar dat was op zich niet zo spannend. Het was erg veilig in het safehouse. Maar het gemak waarmee mensen het heel normaal vinden dat je wordt afgemaakt, en daar plezier in scheppen, daar word je niet vrolijk van.»
- Op sociale media, bedoelt u?
VAN RANST «Ja. Mensen denken dat het internet compleet losstaat van wie ze zijn en wat ze schrijven. Als je gaat kijken naar de profielen van die mensen, dan blijkt het ineens om een heel lieve opa te gaan. Ik bel ze weleens, als het echt te gortig wordt. Gewoon, om te weten van wie zo’n vervelende boodschap komt. Ze zijn dan altijd eerst heel verrast: hoe komt u aan mijn nummer?! Gewoon, via het internet. Daarna kan het twee kanten op gaan. Sommigen worden heel boos en blijven schreeuwen, van anderen krijg ik excuses, want het was een grapje en niet zo bedoeld. Soms hebben we dan zelfs een babbel die heel beleefd en gemoedelijk eindigt.
»Ik wil met iedereen in discussie, maar met mensen die onbeleefd zijn, heb ik geen geduld. Die blokkeer ik direct en zonder aarzelen. Dan klagen ze meteen over de vrijheid van meningsuiting. Da’s onzin. Ze mogen al die dingen best zeggen, maar ik wil het niet horen. Dat is absoluut mijn recht. Het is mijn voorhofje, en als je daarin gaat wateren, dan is dat meteen de laatste keer geweest.»
- U krijgt voornamelijk kritiek uit extreemrechtse hoek.
VAN RANST «Ik sta hier al langer bekend als tegenstander van extreemrechts, racisme en xenofobie. Daar ben ik altijd heel open en vocaal over geweest. Partijen als Vlaams Belang of Forum voor Democratie genieten niet mijn sympathie. Als die onbehoorlijke dingen zeggen, dan is er de kans, als ik het lees, dat ik daarop reageer. Die mensen kunnen dat totaal niet hebben; niet in België, niet in Nederland. Ze vinden me gevaarlijk, want ik ben vaak in de media, krijg elke dag aandacht. Dus duwen ze een deel van hun achterban in een gevaarlijke richting. Ik ben al vergeleken met een pedofiel en met Stalin. Let op, hè: dat is een massamoordenaar. Je hoeft maar één idioot te hebben die denkt: ik ga de mensheid een plezier doen. Dat is inderdaad niet geheel ondenkbaar, nee.»
- Moeten we het nog hebben over Willem Engel van Viruswaanzin? U won onlangs een rechtszaak die hij tegen u had aangespannen. Hij was boos op u, omdat u hem zou hebben omschreven als een virusontkenner.
VAN RANST «Nee, dat is absoluut geen must. Het is de bedoeling hem te herleiden tot een fait divers. Al zou ik best zijn baan willen hebben. Nee, echt! Salsaleraar is toch de meest geweldige job die je kunt hebben. Weinig zorgen, fijne muziek. Het zou me absoluut liggen. Helaas ben ik een hark. Mijn gevoel voor ritme is nul.»
- Toch gaat u weleens in gesprek met antivaxers.
VAN RANST «Zeker. Niet op eigen initiatief, maar als een wappie-organisatie me vraagt om te komen spreken, dan doe ik dat. In het begin is de situatie altijd zeer geladen, maar later is er toch respect. Je hebt tenminste gedurfd met hen te babbelen. Je gaat nooit iemand overtuigen, hè. Die verwachting mag je niet koesteren. Het is een religie.»
- U heeft een zoon van 12, Milo. Kunt u hem uitleggen wat u drijft?
VAN RANST «Dat weet hij wel. En dat voorbeeld mag hij ook best wel zien. Het is niet verkeerd als je zoon of dochter ziet dat je passioneel met iets bezig bent, en dat je je mond open durft te doen als het voor de goede zaak is.»
- Heeft u nog wel een privéleven?
VAN RANST «Niet echt, nee. Ik heb de afgelopen periode tijd gehad voor... nu ja, niks. Niks anders dan de pandemie. Niet voor hobby’s, niet voor andere leuke dingen. Een monomaan bestaan. Ik ontspan me wel, heus wel. Maar niet veel. Ik hou het vol, omdat ik weet dat het eindig is. In 2009, tijdens de Mexicaanse griep, was ik als griepcommissaris net zo zichtbaar en net zo druk. Maar in 2010 was het gedaan. Die horizon is bijzonder aantrekkelijk.»
- Wat is uw prognose voor deze pandemie? Is het ergens mee vergelijkbaar?
VAN RANST «Als je een wetenschappelijke prognose wilt, moet je deze pandemie vergelijken met de enige waarmee ze vergelijkbaar is: de Russische griep van 1890. Daarbij ging een rundercoronavirus over op de mens. Er zijn toen ongeveer een miljoen mensen overleden, op een wereldbevolking van anderhalf miljard. Dat is qua impact vergelijkbaar met nu. Het ziektebeeld was exact hetzelfde, inclusief smaak- en geurverlies. Hier in Leuven hebben we de theorie ontwikkeld dat het huidige humaan coronavirus OC43, een virus dat elke winter voorkomt in de vorm van een ernstige verkoudheid, een uitloper is van die Russische griep. Nu is OC43 ontdekt in 1970. Dat betekent dat het in ongeveer tachtig jaar is overgegaan van een pandemisch virus naar een verkoudheidsvirus.
»We weten niet wanneer die omslag heeft plaatsgevonden. Dat kan in 1969 gebeurd zijn, al is dat onwaarschijnlijk. Het kan ook in 1891 gebeurd zijn, ook onwaarschijnlijk. Ergens daartussenin, dus. De beste prognose die ik kan geven is tussen de één en tachtig jaar. Maar daar help je weinig mensen mee. Misschien is omikron een stapje in de richting van een verzwakking van het virus, misschien komt er na omikron een gevaarlijker variant. Dat weten we niet. Je hebt daar ook geen enkele controle over. Je moet leven met heel veel onzekerheid en toch een beleid proberen te voeren. Op basis van 10 of 20 procent van de informatie, wetende dat twee maanden later iedereen je bekritiseert met 100 procent van de informatie. Da’s makkelijk, dat zijn de achteraf- experts.»
- Dus u bent nog wel even aan het werk. Hebt u nog vrij, binnenkort?
VAN RANST «Jazeker, we gaan een weekendje naar de Efteling. Daar gaan we graag naartoe. Er hoeft dan ook niemand te bellen van de krant, van de radio of de tv.»
(AD)