De comeback van de Terminator
Vandaag zal ik voor de eerste keer in mijn leven mijn grote idool ontmoeten, mijn Teutoonse afgod, mijn favoriete actieheld: Arnold Schwarzenegger.
'Van de acteercoach van Jack Nicholson kreeg Arnie een gouden raad: 'Niet proberen te acteren.' Een raad die hij altijd met verve heeft opgevolgd'
Arnold Schwarzenegger! De dubbelgespierde levende legende die mij in mijn kindertijd – die vandaag nog steeds voortduurt – zo veel plezier heeft bezorgd in de donkere zaal. Het klinkt misschien als heiligschennis, maar als ik moet kiezen tussen ‘Citizen Kane’ en ‘Commando’, dan kies ik zonder aarzelen voor ‘Commando’. ‘Conan the Barbarian’, ‘The Terminator’, ‘Raw Deal’, ‘Predator’, ‘The Running Man’, ‘Total Recall’ (‘See you at the party, Richter!’): ik zou ze elke dag kunnen bekijken. En wie op mijn voicemail valt, hoort de beroemdste soundbite uit de filmgeschiedenis: ‘I’ll be back.’
Vanmorgen heb ik in een IMAX-bioscoopzaal in de buurt van de Potsdamer Platz ‘Terminator Genisys’ al kunnen bekijken, de vijfde aflevering in de ‘Terminator’-franchise. Net zoals in ‘Terminator 2: Judgment Day’ en ‘Terminator 3: Rise of the Machines’ kruipt Schwarzenegger in de synthetische huid van de ‘goede’ Terminator die Sarah Connor (hier vertolkt door Emilia Clarke, beter bekend als Daenerys Targaryen uit ‘Game of Thrones’) tracht te beschermen tegen een legertje boosaardige cyborgs. De plot van ‘Terminator Genisys’ ontgoochelt, maar dit is niettemin The Schwarz zoals ik hem het liefste zie: vurend uit alle geweerlopen, springend uit helikopters, vrolijk wisecracks rondstrooiend: ‘I’m old, but not obsolete!’ Op 30 juli wordt Arnie 68. Ja, hij is oud – maar niet verouderd!
'Misschien komt er ooit een moment dat het publiek mij spuugzat is. Hopelijk gebeurt dat pas wanneer ik een halve meter onder de grond zit'
Frommelend door mijn notities laat ik de film van zijn leven nog eens voor mijn ogen afspelen. En wat voor een film! Arnold groeide op in Thal, een onooglijk, door donkere dennenbossen omgeven plattelandsdorpje aan de voet van de Oostenrijkse Alpen. Het leven in het naoorlogse, door hongersnood geteisterde Oostenrijk was hard, zo schrijft hij in zijn entertainende autobiografie ‘Total Recall: My Unbelievable True Life Story’. Zijn moeder Aurelia diende op de nabijgelegen boerderijen te gaan bedelen voor een beetje graan, suiker en boter. Zijn vader Gustav was kapitein bij de lokale gendarmerie, maar diens inkomen volstond lang niet om rond te komen. Het gezin woonde in een grote boswachtershut, met dikke muren en kleine ramen die de strenge winters buiten hielden. Zich wassen deden ze in een grote teil: eerst de vader, daarna de moeder, en dan, wanneer het water al zwart zag van het vuil, de kleine Arnold en zijn broertje Meinhard. Zijn vader was een heftige drinker – ’s nachts hoorden de broers hem met zijn zware gendarmelaarzen ladderzat door het huis rondstampen en tegen hun moeder brullen. En als Arnold zich misdroeg, ranselde zijn vader hem af met zijn riem. Wanneer alle families op zondagmiddag bijeenkwamen in het dorpscafé, ging het er gezellig aan toe, maar achter de Gemütlichkeit ging veel bitterheid en angst schuil. ‘Ik groeide op tussen mannen die zich een stelletje losers voelden,’ aldus Arnie. Dit was de generatie die Wereldoorlog II had verloren. Zijn eigen vader had gevochten in België, Frankrijk, Noord-Afrika en Leningrad, en was teruggekeerd met een gebroken rug en een flinke lading schrapnel in zijn beide benen.
Sit-ups voor het ontbijt
Jaren later, tijdens de opnamen van ‘Twins’, kwam het oorlogsverleden van zijn vader als een boemerang terug in Arnolds gezicht toen de Engelse tabloid News of the World schreef dat Gustav een lid van de SS was geweest, en dat Arnold zelf een fervente neonazi was. Dat laatste kon Arnold gemakkelijk weerleggen, maar van zijn vader, die in 1972 was overleden, was hij minder zeker – thuis was de oorlog altijd taboe geweest. Arnold schakelde uiteindelijk de nazi-jagers van het Simon Wiesenthal Center in teneinde het oorlogsverleden van zijn vader grondig uit te spitten. Die ontdekten dat Gustav wel lid was geweest van de nazipartij, maar dat hij geen oorlogsmisdaden op zijn kerfstok had; Schwarzenegger kon herademen en News of the World diende een rechtzetting te publiceren.
Wat hij in de oorlog ook had gedaan of meegemaakt, Gustav reageerde zich af door zijn eigen kinderen een loodzware discipline op te leggen; zo mochten Arnold en Meinhard pas ontbijten nadat ze enkele tientallen sit-ups hadden gedaan. Uw dienaar wil hier niet de amateurpsycholoog uithangen, maar hier zit wellicht de sleutel die de deur naar Schwarzeneggers fabelachtige carrière deed openspringen. ‘Ik voelde me nooit goed genoeg,’ zo schrijft Arnie in zijn autobiografie, ‘nooit sterk genoeg, nooit slim genoeg. Mijn vader liet me de hele tijd – en hardhandig – voelen dat er altijd ruimte was voor verbetering. Veel kinderen zouden eronderdoor zijn gegaan, maar voor mij werden zijn strenge eisen een stimulans.’
Arnolds droom om uit Thal weg te trekken en naar Amerika te gaan werd niet alleen gevoed door de afbeeldingen van Amerikaanse auto’s en vliegtuigen in zijn prentenboeken, maar ook en vooral door de klappen van zijn vader: ‘Met elke vernedering joeg hij me vooruit.’ De jonge Arnie overtuigde er zichzelf van dat hij voorbestemd was voor grootse dingen, en zijn ticket naar de roem was: bodybuilding. In zijn hoofd vormde zich een kristalhelder doel waar hij met een lasergerichte precisie naartoe begon te werken: hij wilde bodybuildingkampioen worden. Het krachthonk werd zijn nieuwe thuis. Work-outs, reps, trainingen, wedstrijden: Arnie voelde dat hij ervoor was geboren – ‘In plaats van alleen maar te bestaan, begon ik te leven.’ Zijn vader zag het allemaal minachtend aan: ‘Ga liever hout hakken!’ Zijn moeder haalde er zelfs de huisdokter bij: ‘Dokter, zijn vrienden hebben allemaal foto’s van meisjes op hun muur hangen. En hij? Foto’s van naakte mannen!’ Waarop de dokter: ‘Frau Schwarzenegger, er is niks mis met Arnold. Zonen kijken altijd naar hun vaders voor inspiratie. En als hun vader die inspiratie niet kan geven, kijken ze naar andere mannen.’
'Hop, het vraaggesprek zit erop. Ik ben nog lang niet voldaan, maar ik voel me wel vervuld, verzaligd, beschwarzeneggerd'
Geinig om te weten is dat Arnies allereerste publieke optreden als bodybuilder (15 was hij!) in een bierhal in Graz plaatsvond, waar hij voor het oog van honderden bezopen Oostenrijkers 185 kilo tilde – een persoonlijk record én de officiële start van een ronduit indrukwekkend parcours. In 1964 Mr. Austria! In 1965 Mr. Europe! Zes keer Mr. Universe! Zéven keer Mr. Olympia! Maar hoewel hij in het bodybuildingmilieu al snel een vedette werd, wilde hij méér. In 1968, hij was 21 jaar, landde Arnold op de luchthaven van Los Angeles met niets anders dan een sportzak boordevol ambitie. Een vriend uit het krachthonk, die goeie contacten had in de filmwereld, strooide overal rond dat Arnie behalve een fantastische bodybuilder ook een geweldige acteur was, die in Wenen in theaterstukken van Shakespeare had gestaan. Een leugen natuurlijk, maar het werkte: Arnie kreeg onder het pseudoniem Arnold Strong de hoofdrol in ‘Hercules in New York’, een voor een habbenkrats gedraaide, amateuristisch gefilmde en eerlijk gezegd nogal pijnlijke flauwe klucht.
Governator
‘Hercules in New York’ werd uiteindelijk zelfs niet in de bioscopen uitgebracht (al vindt u ’m tegenwoordig wel op het internet: check it out!), maar Arnie begon in Hollywood stilaan zijn weg te vinden en begon feestjes af te dweilen waar hij goed volk leerde kennen: Jack Nicholson, Roman Polanski, Dennis Hopper, Peter Fonda, Warren Beatty, Marlon Brando en regisseur Bob Rafelson (‘Five Easy Pieces’), die hem naast Jeff Bridges en Sally Field een belangrijke rol gaf in het drama ‘Stay Hungry’. Van Eric Morris, de acteercoach van Jack Nicholson, kreeg Arnie een gouden raad: ‘Niet proberen te acteren.’ Een raad die hij altijd met verve heeft opgevolgd.
In 1982 was Arnolds grote moment aangebroken: miljoenen mensen zagen hem schitteren in het werkelijk fantastische sword & sorcery-epos ‘Conan the Barbarian’. Zijn filmcarrière was nu echt gelanceerd. En het is hier dat we voor het eerst Brad Fiedels beroemde tá-tá-tá-tátá!-deuntje uit ‘The Terminator’ mogen laten weerklinken: in 1984 zette The Schwarz voor de eerste keer de coole zonnebril van de cyborg op. Grappig is dat Arnie eigenlijk was gevraagd voor de rol van Kyle Reese, de soldaat die via een tijdportaal uit de toekomst naar 1984 reist ten einde Sarah Connor (Linda Hamilton) te beschermen tegen de Terminator – een rol die oorspronkelijk was bedoeld voor O.J. Simpson! Maar na een eerste aftastende gesprek was regisseur James Cameron formeel: ‘Jij moet de Terminator spelen!’ And the rest is history: Michael Biehn, die Kyle Reese vertolkte, zou nooit echt doorbreken; Arnold werd een superster. Meer nog, door de gigantische commerciële successen van onder meer ‘Total Recall’ en ‘Terminator 2’ groeide Schwarzenegger gaandeweg uit tot een player – iemand die scenario’s goedkeurt, beslist over wie mag meespelen, en zelf zijn regisseur kiest. Schwarzenegger ontpopte zich ook tot een geslepen zakenman: hij zette een reeks succesvolle postorderbedrijven op, investeerde overal in Los Angeles in vastgoed, en stichtte samen met Bruce Willis en Sylvester Stallone de glitzy restaurantketen Planet Hollywood. Kortom: wie nog durft te beweren dat Schwarzenegger ‘alleen maar spieren heeft, is gewoonweg een idioot. Met alleen maar spieren schop je het niet tot gouverneur van de staat Californië. Arnie, een trouwe aanhanger van de Republikeinse partij (ook al is hij sinds 1986 gehuwd met Maria Shriver, een nicht van de doodgeschoten Democratische president John F. Kennedy), bekleedde de functie van governator van 2003 tot 2011, en ook al zette hij met zijn pijnlijke bezuinigingen in het schoolsysteem veel kwaad bloed, het is dankzij Schwarzeneggers klimaatvriendelijke initiatieven dat er overal in Californië zonnepanelen op de daken liggen.
Jerommeke
In het Westin Grand wacht ik nog steeds op Zijn Komst. Wat is het eigenlijk dat van Arnie mijn favoriete actieheld maakt? Wat heeft hij dat Stallone, Willis of Vin Diesel níét hebben? Het antwoord: die schitterende kop. De zelfspot. En dan dat onnavolgbare accent van hem! Je moet het hem nageven: alles wat hem in theorie had kunnen benadelen in Hollywood, heeft hij op één of andere manier kunnen ombuigen tot geweldige troeven. De rare combinatie van die stalen kin, die burcht van een borstkas, dat hilarische accent en die snedige oneliners maakt van Arnie een werkelijk unieke verschijning, een wonderbaarlijke levende stripfiguur die ons even dierbaar is als Jerommeke. Zoals regisseur John Milius ooit zei: ‘Als Arnold Schwarzenegger niet bestond, dan zouden we hem moeten bouwen.’
Ik begeef me naar de tafel met de chocoladekoeken. En dan gebeurt het! Vlak naast mij doemt een gestalte op, een hand als een kolenschop reikt naar de schotel met de chocoladekoeken, en ik hoor een stem die ik uit duizenden zou herkennen: ‘I love those.’ Ik kijk opzij en – het is ’m! Schwarzenegger neemt een hap uit een chocoladekoek, draait zich om en verdwijnt in de gang, een sliert assistenten in zijn kielzog.
Een halfuurtje later worden we de kamer binnengeleid waar Schwarzenegger het journaille te woord zal staan. Een diepgaand interview zit er niet in, daarvoor is de tijd te kort en zitten er te veel andere journalisten in de kamer, maar mijn held is tenminste goedgeluimd en antwoordt met een aangename speelsheid op de vragen.
Of hij soms bang is om als filmster verouderd te raken, wil iemand weten. ‘Dat is aan het publiek om te beslissen. Misschien komt er ooit een moment dat ze mij spuugzat zijn. Hopelijk gebeurt dat pas wanneer ik een halve meter onder de grond zit (lacht).’
undefined
'In 'Terminator Genisys' kruipt Schwarzenegger in de synthetische huid van de 'goede' Terminator die Sarah Connor (hier vertolkt door Emilia Clarke of Daenerys Targaryen uit 'Game of Thrones') tracht te beschermen tegen een legertje boosaardige cyborgs.'
‘Terminator Genisys’ werd niet geregisseerd door James Cameron, maar door Alan Taylor van ‘Thor: The Dark World’. Heeft Schwarzenegger niettemin met Cameron overlegd over de nieuwe ‘Terminator’-film? ‘Natuurlijk, dat is ook maar normaal. Jim en ik zijn goede vrienden: we maken dikwijls motorritjes samen en we werken samen aan milieukwesties. Dus ja, we hebben gepraat over hoe de nieuwe Terminator er moest uitzien. Trouwens, aan het scenario van ‘Terminator Genisys’ is meegeschreven door iemand die heeft meegewerkt aan ‘Avatar’. Ik was wel een beetje verrast dat Jim de afgewerkte film nog vóór mij heeft kunnen zien. ‘Ik heb net de film gezien,’ zo vertelde hij me drie weken geleden, ‘en ik vond hem ongelooflijk goed. Je hebt het echt geweldig gedaan.’ Ik viel uit de lucht: ‘Wacht even, hoe kan het dat jij de film voor mij hebt gezien?’ ‘O, ik heb zo mijn manier.’ (lacht)’
Doet Arnold op zijn 67ste nog zijn eigen stunts, of is hij daar al een tijd mee gestopt? ‘Ik doe het liefst mijn eigen stunts – zolang ik niet het risico loop dat ik sterf (lacht). Als ik merk dat het te gevaarlijk wordt, roep ik de stuntmannen. Concreet: als ze me aan draden willen bevestigen en willen laten rondvliegen: prima. Maar als ze me vragen om van een brug te springen en 300 meter lager in de oceaan te plonzen, dan zeg ik tegen de stuntcoördinator: zoek hiervoor maar iemand die goed kan zwemmen, ik zal hem achteraf wel de handdoek aanreiken (lacht).’
Welke ambities heeft hij vandaag nog? ‘Ik kijk ernaar uit om nog enkele goeie films te maken. Actiefilms, maar ook drama’s.’
Als hij zelf zou kunnen terugreizen naar het verleden, zou hij iets in zijn leven veranderen? ‘Nee, helemaal niets. Natuurlijk heb ik verkeerde keuzes gemaakt, zowel in mijn filmcarrière als in mijn privéleven. Maar het leven dat ik heb geleid zou ik met niemand willen ruilen.’
En hop, het vraaggesprek zit erop. Ik ben lang niet voldaan, maar ik voel me wel vervuld, verzaligd, beschwarzeneggerd. Arnold blijft nog even rondhangen en poseert voor een bos omhooggestoken smartphones. Droef stel ik vast dat hij toch oud aan het worden is – hij waggelt een beetje, alsof het lijf dat hem in het verleden zo veel roem heeft gebracht, met het klimmen der jaren een topzware last is geworden. Ik denk opnieuw aan de kleine Arnold die rondrende in de bossen rond Thal; de kleine Arnold die door de riemslagen van zijn vader werd gehard en vooruitgebrand – helemaal tot aan de top van Hollywood. Way to go, Arnie!