De dood van wielrenner Marco Pantani wordt opnieuw onderzocht: ‘Er is bewijs dat de maffia betrokken is’
Het overlijden van wielrenner en cultfiguur Marco Pantani blijft actueel in Italië. Nadat er mogelijk nieuw bewijsmateriaal is opgedoken, heeft het parket van Rimini een nieuw onderzoek geopend. Op 14 februari 2004 stierf Marco Pantani op 34-jarige leeftijd in een hotelkamer in Rimini. De wielerheld die ooit hoge bergtoppen had gescheerd, was aan lagerwal geraakt na een dopingschorsing. Officiële doodsoorzaak: een overdosis cocaïne. Of toch niet? Humo sprak zijn moeder vorig jaar. Lees hier het interview:
Het museum voor Marco Pantani in het Italiaanse kuststadje Cesenatico is een pakhuis volgestouwd met trofeeën, fietsen, shirts, foto’s, ansichtkaarten en krantenknipsels van de jong gestorven kampioen. Te veel zondagsschilders hebben werk aan hem opgedragen, maar dat maakt niets uit. Dit is Italië. In Italië is wielrennen een akte van geloof: tifosi verklaren, elk op hun manier, hun eeuwige liefde voor de kleine renner die de tegenstand verpulverde op de flanken van de hoogste bergen. Il Pirata leeft hier nog altijd.
Tonina Pantani (68) is stipt op de afspraak. Ze komt aan in een kleine Fiat. Daar past ze, met haar anderhalve meter, precies in. Op witte gympjes dribbelt ze het museum binnen, waar haar kleinkind achter de balie zit, de dochter van Marco’s zus. Mama Pantani laat ons achterin het museum plaatsnemen, tegenover de legendarische motor van Marco: een Harley-Davidson met het insigne van een piraat.
TONINA PANTANI «Voor mij is Marco niet dood. Voor mij zal hij blijven leven. Tot mijn laatste dag zal ik strijden om het beeld van hem bij te stellen: ik wil de hele wereld laten zien wie mijn zoon werkelijk was. En ik merk nu al dat ik, beetje bij beetje, gelijk krijg. Kijk maar naar wat in de voorbije jaren naar buiten is gekomen over zijn positieve dopingcontrole in de Giro van 1999. Daar is Marco voor het eerst vermoord.»
In de vroege ochtend van 5 juni 1999, twee dagen voor het einde van de Giro, wordt Marco Pantani in het plaatsje Madonna di Campiglio betrapt op een te hoog hematocriet. Een teveel aan rode bloedcellen wijst doorgaans op het gebruik van epo. Pantani wordt, als rozetruidrager, onmiddellijk naar huis gestuurd. Tonina heeft altijd volgehouden dat haar zoon is geflikt. Hij was de dagen daarvoor gecontroleerd en hij wist dat er nog een onaangekondigde controle zat aan te komen. Waarom zou hij dan domme dingen doen?
TONINA «Kijk, Marco was niet positief. Men wilde gewoon niet dat hij voor de tweede opeenvolgende keer de Giro zou winnen.
»Na Marco’s dood heb ik veel geleerd. Ik kende niets van wielrennen. Als ik wilde begrijpen wat mijn zoon was overkomen, moest ik me verdiepen in zijn wereld. Ik heb ook de computer en Facebook ontdekt. Ik heb alles in mijn eentje gedaan. Soms vraag ik me af: ‘Waar heb ik de innerlijke kracht vandaan gehaald?’ Eerlijk gezegd, ik weet het niet. Wellicht heeft Marco me geholpen.»
Camorra
Op een dag krijgt Tonina ‘Il fiore del male’ in handen, de biografie van de Milanese crimineel Renato Vallanzasca. Daarin spreekt hij over de dopingcontrole in Madonna di Campiglio. Hij beweert in de gevangenis te hebben ontdekt dat de Napolitaanse maffia Marco Pantani heeft geflikt. ‘De camorra heeft de dopingcontrole gemanipuleerd omdat ze een fortuin aan illegale weddenschappen dreigde te verliezen als Pantani de Giro van 1999 won.’
Tonina vertelt hoe ze Renato Vallanzasca heeft benaderd. Dat was niet eenvoudig: ‘Il bel Renato’ zat achter de tralies. Ze verstuurde mails naar de vriendin van Vallanzasca. Die bracht de geprinte mails naar de gevangenis. Vallanzasca gaf zijn antwoorden met haar mee, die zij op haar beurt aan Tonina bezorgde. Zo hebben ze jarenlang gecommuniceerd.
TONINA «Toen ik op een dag mijn boek in Milaan voorstelde, kreeg ik opeens telefoon: ‘Met Renato.’ Hij heeft me zijn adres gegeven, vlak bij het kerkhof van Milaan. Daar hebben we elkaar ontmoet. Hij was enkele dagen vrij onder strikte voorwaarden, omdat hij net was getrouwd. Hij beweerde dat hij me met een lid van de camorra in contact zou kunnen brengen: ‘Een spijtoptant, iemand die zoveel jaren later wil vertellen wat er echt is gebeurd.’ Ik dacht: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen? Ik was wel een beetje bang om me zo diep in het milieu te begeven. Ik heb een man, ik heb een familie, ik wil niet dat hen iets overkomt.»
Het was gevaarlijk, dat ontkent ze niet. Op een ochtend werd ze wakker en trof ze op de binnenplaats van haar huis een hoge hoop zand aan, met daarin een schop. Een waarschuwing zonder woorden: ‘Wij zullen je inmetselen.’
Ze heeft het niet helemaal alleen gedaan, zegt ze. Ze heeft hulp gekregen van advocaten, intussen wordt ze bijgestaan door haar achtste. Maar veel heeft dat niet opgeleverd. ‘Als advocaten hun geld hebben, trekken ze zich terug.’ Nee, dan heeft ze meer steun aan Davide De Zan, de zoon van de legendarische televisiecommentator van de Rai, Adriano De Zan. Hij heeft de manipulaties in het dopingonderzoek van Madonna di Campiglio blootgelegd.
TONINA «Ik had nog nooit van rode bloedlichaampjes gehoord, laat staan dat ik wist hoe je hun aantal kon laten stijgen of dalen. Davide heeft het me uitgelegd. ‘Het is eenvoudig,’ zei hij. ‘Als je een bloedstaal bewaart, komt het plasma vanzelf naar boven. Verwijder een beetje plasma, en het aantal rode bloedlichaampjes neemt in verhouding toe.’ Een simpele truc.
»De politie heeft de telefoon getapt van een maffioso die aan zijn dochter bevestigde dat met het bloed van Marco was geknoeid: ‘Si, si, si, si, si, si.’ Vijf keer zei hij dat Marco de Giro niet mocht winnen. Ze hebben de telefoontap ook op televisie afgespeeld. De procureur noemde het een belangwekkend element in het dossier, maar verder deed ze er niets mee. Na tien jaar was de zaak verjaard, beweerde ze. Het was te laat.
»(Op fluistertoon) Ik heb wel begrepen waarom: bij deze zaak zijn te veel hoge heren betrokken. Pezzi grossi. Die willen erbuiten blijven.»
Snijwonden
Mama Pantani is er heilig van overtuigd dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de positieve dopingcontrole en de dood van haar zoon, vier jaar later, op 14 februari 2004, in een kamer van hotel Le Rose Suite in Rimini. ‘Daar is Marco voor de tweede keer vermoord.’ Officieel heet de doodsoorzaak van Marco Pantani: een overdosis cocaïne.
TONINA (hoofdschuddend) «Toen ik Marco in het mortuarium opgebaard zag liggen, heb ik onmiddellijk gezegd dat hij was vermoord. Op zijn gezicht zag ik lelijke schrammen. Over zijn hele lichaam vertoonde hij sporen van klappen. ‘Marco is gevallen,’ zeiden ze. Maar dan heb je geen snijwonden, toch? Nee, ze hebben hem geslagen én gestoken. En ze hebben hem ook gedwongen grote hoeveelheden cocaïne, opgelost in water, op te drinken. Hoe verklaar je anders dat hij zeven maal meer dan de dodelijke dosis cocaïne had ingenomen?
»Er zijn te veel elementen in het onderzoek die niet deugen. De receptioniste van het hotel heeft op 14 februari om tien uur ’s ochtends telefoon gekregen van Marco: ‘Bel de politie, mensen vallen me lastig.’ Eerst heette het dat Marco om vijf uur in de namiddag is overleden, later was het om elf uur ’s ochtends – één uur na zijn oproep. En dan is er nog het verhaal van de drie ski-jassen die in zijn hotelkamer zijn teruggevonden. Die zijn daar niet vanzelf beland. Marco is zonder jas in het hotel aangekomen.
»Kijk, van zulke tegenstrijdigheden hou ik niet. Ik wil duidelijkheid.»
Hallucineren
Het ging al een poos niet goed met Marco, zegt ze, een moeder voelt dat.
TONINA «Toen hij eind 2003 in Cuba verbleef, hoorde ik aan de telefoon dat het fout ging. Ik zei tegen mijn man: ‘Paolo, we moeten iets doen.’ Alleen, ik durfde niet naar Cuba te gaan. We hebben een vriend van Marco ingeschakeld: die zou hem ginds oppikken. Maar hij eiste wel 17.000 euro, als onkostenvergoeding. Toen we het geld hadden overgeschreven, wilde hij daar nog eens 3.000 euro bovenop. Volgens mij was hij helemaal niet zo’n goede vriend. Van Marco heeft hij ook 20.000 euro afgetroggeld om hem terug te brengen.»
Hoe Marco is teruggekeerd blijft een raadsel. De berichten over zijn Cubaanse periode waren dramatisch: door drugsmisbruik verkeerde hij in een staat van permanente hallucinatie, in het nachtleven van Havana was hij voor een plaatselijke schone gevallen en zijn Rolex had hij aan een toevallige voorbijganger weggeschonken. Toch landt Marco voorspoedig op vaderlandse bodem. Conclusie van Tonina: ‘De verhalen waren overdreven.’
TONINA «Op Facebook heb ik een foto van hem ontdekt op de luchthaven van Havana, vlak voor zijn vertrek: Marco in het gezelschap van een Italiaans meisje. Een atlete van Cesenatico, ze hadden elkaar hier lang geleden in de sportclub ontmoet. ‘Marco maakte het goed,’ zei ze. ‘Hij was niet gedrogeerd, hij was ook niet gestresseerd: het was een fijne ontmoeting na al die jaren.’ Dat zie je ook op de foto: Marco straalde. (Zucht) Ze hebben zoveel over Marco verteld. Dat hij gigantische hoeveelheden cocaïne gebruikte, dat hij wég was. Nonsens. Mij hoor je niet zeggen dat hij niet gebruikte, maar hij gebruikte niet zoveel als ze vertellen. Ik heb Marco nooit buiten zinnen gezien.
»Ik besefte wél dat hij gevaar liep. Normaal belde hij nooit. Als ik daarover mijn beklag deed, zei hij: ‘Mama, als ik niet bel, wil dat zeggen dat ik oké ben.’ Maar de laatste maanden belde hij voortdurend, met de vraag om me te spreken. Dat was best vervelend: op het werk moest ik tegenover het personeel excuses verzinnen om naar huis te gaan. Hij wilde me verhalen uit zijn jeugd vertellen, urenlang: hij wist alles nog tot in de kleinste details. En ik moest luisteren.»
Paars gezicht
De laatste weken van zijn leven waren een prelude op wat komen zou: Marco verdwijnt langzaam in de chaos.
TONINA «Op 13 januari, zijn verjaardag, belde hij vanuit Predappio, waar hij bij zijn zogenaamde vriend verbleef: samen hadden ze twee vrouwen in huis gehaald. Eén van hen was zijn laatste vriendin, Elena Korovina (een Russische paaldanseres, red.) – maar dat wist ik toen nog niet. Op het verjaardagsfeest is het bijna uit de hand gelopen. Marco heeft hard op tafel geslagen: ‘Ik weet niet meer wie mijn vrienden zijn.’ Uiteindelijk zijn mijn man en ik hem ’s avonds laat gaan halen. We hebben hem naar zijn manager, Manuela Ronchi, in Milaan gebracht.»
Op 26 januari staat Pantani terug in Cesenatico om zijn ski-jassen op te halen. Hij gaat skiën met de man van Ronchi, zegt hij. Maar op 30 januari belt Ronchi naar Tonina: ‘Marco heeft cocaïne gebruikt.’ Tonina en haar man Paolo rijden in zeven haasten naar Milaan.
TONINA «Er was een grote discussie aan de gang tussen Marco en de man van Ronchi: Marco wilde niet dat zij een boek over zijn leven zouden publiceren. Paolo zei: ‘Laten we naar huis gaan, Marco.’ Maar hij wilde niet. In alle tumult is hij van de trap gevallen en naar het ziekenhuis gebracht. Ik heb hem nooit meer teruggezien.
»Bij Ronchi hing een ski-jas van Marco. Ik heb zijn zakken doorzocht, en ik heb een papiertje met een telefoonnummer gevonden. Het bleek het nummer van Elena Korovina. Ze zei: ‘Ik heb niets met je zoon te maken, ik neuk hem alleen af en toe.’ Daarna gaf ze zogezegd haar man door, maar ik betwijfel of hij het wel was. Telkens wanneer ik dat nummer belde, kreeg ik iemand anders aan de lijn. Het was een gekkenhuis. Volgens mij waren het dealers.»
Op 9 februari belt Ronchi opnieuw: ‘Marco is oké, gaan jullie maar op vakantie.’
TONINA «Dat hebben we gedaan, al torsten we een loden last: we voelden dat het, ondanks de geruststellende woorden van zijn manager, niet goed ging met Marco. Het was geen goed idee. In Griekenland was het te gevaarlijk om in het gebergte te rijden. Het sneeuwde terwijl de zon scheen, heel vreemd.
»In de late ochtend van 14 februari ben ik ergens op een bankje gaan zitten met mijn agenda op schoot. Ik belde iedereen op die misschien contact met Marco hield, de ene na de andere, het was alsof ik het móést doen: bellen, bellen, bellen. Niemand kon me wat vertellen. ’s Avonds zette ik mijn telefoon uit, doodmoe van al dat nutteloos gebel, en even later ging de telefoon van mijn man over. Ronchi: ‘Marco è morto’ – hij was dood. Halsoverkop zijn we naar Italië teruggereden, het bloed in mijn aders was gestold, zo koud had ik het.»
Ze doet opnieuw het verhaal van Marco in het mortuarium, en hoe ze intuïtief wist dat hij was vermoord. Maar ze was te zwak om te handelen, zegt ze, ze liet alles aan Ronchi over. Tot ze na verloop van tijd het vermoeden krijgt dat de manager niet te goeder trouw handelt. Waarom moet Tonina, onmiddellijk na Marco’s dood, haar handtekening plaatsen onder een liefdadigheidsfonds ter waarde van 100.000 euro? Waarom is het boek over Marco’s leven er toch gekomen? En vooral: waarom heeft Ronchi de ski-jassen naar de hotelkamer van Marco gebracht?
TONINA «Een agent heeft haar daar, één dag voor de dood van Marco, gezien. Nu, ik denk niet dat Ronchi hem heeft vermoord, echt niet. Maar wat deed zij daar?»
Over het motief van het misdrijf heeft Tonina wel een duidelijk idee.
TONINA «Marco zou een boekje opendoen over de dopingcontrole van Madonna di Campiglio. Hij was van plan de betrokkenheid van de hoge heren van de wielerfederaties aan het licht te brengen.»
Weer noemt ze Marco een uitgesproken tegenstander van doping. Ze verwijst naar de Tour van ’98, waarin hij zich als stakingsleider uitsprak voor een gezonde vorm van wielrennen. Daar heeft hij voor geboet, zegt ze. En nu is hij voorgoed gelabeld als een foute renner.
TONINA «Ik zeg niet dat hij nooit doping heeft gebruikt. Dat kan ik niet weten: als hij het heeft gedaan, heeft hij het thuis gedaan. En dan was ik er niet bij. Maar ik kan het me niet voorstellen: Marco leefde voor zijn sport. Elke dag zat hij urenlang op de fiets. Zelfs als het sneeuwde, trok hij erop uit. Als hij terugkeerde, was zijn gezicht paars van de kou. Dan ging hij meteen in bad en daarna naar bed.»
Karaoke
We hebben ruim een uur gepraat, en ik voel dat het tijd is om op te houden met luisteren en knikken. Er zijn zóveel aanwijzingen dat Marco Pantani jarenlang, misschien zijn hele carrière lang, aan het spul heeft gezeten. Het ingevroren urinestaal van de Tour van 1998, de enige Tour die hij heeft gewonnen, bleek epo te bevatten. Ex-wielrenner Jesús Manzano heeft Pantani een klant van dopingdokter Eufemiano Fuentes genoemd. En Christina Jonsson, de Deense vrouw die zeven jaar lang zijn verloofde was, heeft verklaard dat hij zich met verboden middelen inspoot. Ze heeft daarbij geholpen, zei ze tegenover een Zwitsers tijdschrift. Maar als ik de naam van de Deense uitspreek, steekt mama Pantani een vermanende vinger op.
TONINA «Christina, allora, oorspronkelijk was zij een gogodanseres. Eentje die na haar uren bijverdiende als escort, dat weet ik van een collega. Zeven jaar lang heeft ze bij ons ingewoond. Vreemd meisje, had veel problemen: haar mama, die aan de drank was, heeft haar gezin in de steek gelaten. Christina is op haar 18de de wijde wereld ingetrokken. Marco was haar geliefde, maar in de eerste plaats een vaderfiguur: hij beschermde haar. Via Facebook heb ik haar opgespoord, maar ze geeft geen antwoord op mijn vragen. Ik heb vernomen dat ze van dat tijdschrift 70.000 euro heeft gekregen.»
Gaat er bij Tonina geen belletje rinkelen als ze hoort hoe Jan Ullrich, Marco’s grootste tegenstander in de Tour van 1998, er tegenwoordig aan toe is? Ullrich is, door drugsmisbruik, het spoor volkomen bijster. Hij is niet de enige ex-renner.
TONINA (hoofdschuddend) «Ik geloof niet dat doping leidt tot drugsmisbruik. Het heeft met andere dingen te maken. Atleten geven zich van jongs af aan volkomen over aan de sport, het is hun leven, maar plotseling is het afgelopen. Ze voelen zich verloren, ze gaan iets drinken, ze gaan naar de disco – ze kiezen voor de makkelijke weg. Zo komen ze in contact met drugs.»
De drugs zijn er pas na Marco’s carrière gekomen, zegt Tonina. Ze wijst met een beschuldigende vinger naar zijn manager, die hem het verboden snoepgoed zou hebben aangeleverd. Iedereen, zo lijkt het, heeft schuld aan Marco’s ondergang, behalve hijzelf. Tonina weerlegt de algemeen aanvaarde opvatting dat Marco na de faliekante Giro van 1999 is gesloopt door depressies en drugs.
TONINA «Ik weet toevallig wat een depressie is. Ik heb er zelf één gehad: ik was 20, ik had twee kinderen, en wij hadden niets dan schulden. Ik heb mijn mouwen opgestroopt en ik ben beginnen te werken: zo ben ik genezen. Marco was niet depressief. Marco was ontmoedigd en verbitterd over wat hem was overkomen. Hij vertrouwde niemand meer, ook niet de mensen die hem het meest nabij waren.
»Of hij paranoïde was? Eerder zwaarmoedig. In wezen was hij een sociaal mens. Het liefste was hij in gezelschap, de simpelste dingen vond hij het leukst. Karaoke zingen, bijvoorbeeld, dat heeft hij tot het einde gedaan. ‘Uomo di mare’ was zijn lijflied – man van de zee. Hij was gek op de zee. Op de zee én de bergen. Mijn vader was een visser, mijn schoonvader woonde in de bergen, vandaar wellicht.»
Blitzcarrière
Tonina wijst naar haar kleinkind achter de balie. Een meisje met hetzelfde karakter als Marco: ze rijdt met de motor en ze racet met de fiets. Dat kind is gepassioneerd, zegt ze. En ze vraagt of ik het woord wel goed begrijp: passie.
TONINA «Marco deed van alles als kind: voetballen, jagen, skiën, vissen. Met voetballen is hij opgehouden omdat hij te mager was en op de bank moest zitten.
»Hij is gaan fietsen omdat hij de kinderen van de wielerschool was gevolgd op mijn damesfiets. Na het werk trof ik hem thuis uitgeteld aan. ‘Ze hebben me niet gelost,’ zei hij.
»Ik was er geen voorstander van om hem te laten fietsen. We hadden net nieuwe voetbalschoenen gekocht. Het geld groeide niet op onze rug. Maar de coach van de wielerschool blééf aandringen. Dus hebben we een oud model uit de kelder gehaald en gaatjes in de buizen geboord: dat was Marco’s eerste racefiets. Urenlang verdween hij daarmee. Soms had ik alle ziekenhuizen in de wijde omtrek al gebeld wanneer ik het getik van zijn schoenplaatjes op de trap hoorde. ‘Ik ben vandaag naar de bergen gereden,’ zei hij dan.
»Ik ben vaak bang geweest. Marco is geregeld gevallen. Op training is hij ooit door een wagen geschept: milt gescheurd. Tegen een stilstaande vrachtwagen geknald: coma. Eén keer heeft zijn vader zelfs zijn leven gered. Na een zware valpartij had Marco zijn tong ingeslikt. Paolo heeft die toen uit zijn keel gehaald. Maar die jongen had zoveel moed! Hij hield te veel van het wielrennen om zich door tegenslag van de wijs te laten brengen.
»Marco had twee motoren, een in zijn benen en een in zijn hoofd. Meestal wist zijn hoofd precies wat zijn benen konden, en deed hij niet te veel gekke dingen. Soms ging hij over de grens. Ik herinner me een rit waarin hij Lance Armstrong wilde losrijden. Hij demarreerde veel te vroeg, een hopeloze onderneming. Armstrong twijfelde om mee te gaan en vroeg tijdens de wedstrijd raad aan Michele Ferrari, de dokter die hem begeleidde. ‘Je gaat niet mee,’ zei die. ‘Of je valt ter plekke dood.’»
Tijdens zijn leven heeft ze niet beseft wat voor een grote renner haar zoon was. Maar de mensen in de broodjeszaak maakten er haar wel attent op, door hun geschreeuw of door de spandoeken die ze ophingen: ‘Vai, Pirata!’
Haar zoon reed zoals niemand anders. Toen hij als jonge prof zijn eerste ritten in de Giro won, stond het hele land in rep en roer: hij loste Miguel Indurain op de flanken van de Mortirolo voor het oog van 7 miljoen uitzinnige Italiaanse kijkers.
TONINA (lacht) «Indurain werd gek van hem: ‘Pantani, va piano, va piano!’ Maar Marco liet zich door niemand de les spellen. Meestal hing hij achteraan de groep, en schoot hij plotseling naar voren voor een aanval. De mensen zaten op dat moment te wachten. Daarom keken ze naar de koers: Marco bracht spektakel.
»Marco reed voor zijn fans. Ze waren van ver gekomen, sommigen hadden zelfs in gammele tenten op de grond geslapen. Hij moest iets terugdoen, vond hij. In een interview heeft hij het mooi verwoord: ‘Ik stuur mijn hart vooruit, daarna probeer ik het weer in te lopen.’»
Door het ijs gezakt
Tonina heeft topsport ooit ‘een helse machine’ genoemd. Een machine die sportlui opeet en daarna weer uitbraakt. Aan die uitspraak wil ze niet meer worden herinnerd.
TONINA «Een machine die Marco opeet? Dat zou ik weleens willen zien. Marco was ongezeglijk, ja. Een rebel die opkwam voor de rechten van de renners. Hij liep niet als een schaap achter een zak hooi aan. Hij was zichzelf, en daarvoor heeft hij een hoge prijs betaald.»
Ze komt nog eens terug op wat ze in het begin heeft gezegd – dit gesprek is een gebed zonder einde.
TONINA «Ik blijf erbij: de dopingcontrole in Madonna di Campiglio heeft tot zijn dood geleid. De uitbater van het hotel waar de ploeg verbleef, heeft me verteld dat de sportdirecteur van Marco in alle staten was. Razend omdat zijn renner had gewonnen. Het was tegen de afspraak. Ik wil te weten komen wáárom hij niet mocht winnen.
»Iets anders dat me dwarszit: ze hebben het altijd over de drie dokters die de controle in Madonna di Campiglio hebben verricht, niet over de inspecteur die op hun werk toekeek, een lid van de wedstrijdjury: de Nederlander Wim Jeremiasse. Zijn chauffeur heeft achteraf verklaard dat hij er ook bij was. En dat Jeremiasse, na afloop van de controle, huilend in de wagen is gestapt: ‘Dit is het einde van het wielrennen.’ Enkele maanden later is hij omgekomen: hij is in Oostenrijk met zijn wagen door het ijs gezakt.
»Het is niet te bevatten dat een kind voor zijn ouders sterft. Het is tegen de natuur. Maar als je kind onder een vrachtwagen sukkelt, weet je hoe het aan zijn einde is gekomen. Dat weet ik niet. Elke ochtend ga ik met mijn man naar het kerkhof, elke avond lig ik in mijn bed te piekeren. Naar de kerk ga ik niet meer, ik ben katholiek op mijn manier. Maar ik verwijt de Heer niets: Marco’s dood is niet Zijn schuld.
»Straks is Marco vijftien jaar dood, maar zoveel mensen dragen hem nog altijd op handen. Kinderen gaan fietsen omdat ze met hem dwepen. Tifosi trekken naar de Giro met zijn bandana op hun hoofd. Mensen schrijven boeken over hem. Maken theater. Films. Het stopt niet. En dat is goed.»
Mama Pantani zwijgt. Haar donkere ogen glanzen in het duister van het herfstlicht. Ze hoopt, zegt ze, dat ze de dag nog zal meemaken dat de waarheid naar boven komt. Maar intussen blijft ze doorgaan met haar eenzame strijd: ze is van plan een nieuw boek over Marco te schrijven. Haar derde.
TONINA (zacht) «Weet u, normaal kon ik geen kinderen krijgen. Dat hadden de artsen me verteld. Maar plotseling was Laura daar. En vijf maanden na haar geboorte was ik zwanger van Marco. Marco was een geschenk van de Heer, zo zie ik het. Een geschenk van korte duur.»
(Verschenen in Humo op 18 januari 2019)
Dit interview verscheen ook in het Pantani-nummer van wielertijdschrift Bahamontes.