Boekenweek
De eerste liefde doet soms pijn, ook bij schrijvers: ‘Ik was me ervan bewust dat ik met een jongen zou eindigen, en dat wist zij ook’
Groots en vormend, seksueel uitbundig of ronduit dramatisch: elke eerste liefde is anders. Op de openingsdag van de Boekenweek 2022, waarin Eerste Liefde het thema is, vertellen schrijvers over hun eigen ervaringen.
Rozerood is dit jaar de dresscode op de Boekenweek. Die kleur is gekozen vanwege het thema van de , die vandaag begint: Eerste Liefde. Dit thema komt ook – op heel verschillende manieren – terug in het Boekenweekgeschenk en het -essay, geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer en Marieke Lucas Rijneveld.
Pfeijffer brengt in zijn novelle Monterosso mon amour een geraffineerde ode aan bibliotheekmoeder Carmen. De hoofdpersoon reist af naar het schilderachtige Monterosso, waar ze ooit haar eerste kus kreeg, onder water. Rijneveld vertelt in Het warmtefort hartverwarmend over de liefde voor hen eerste schooljuf.
Eerste Liefde is zonder meer een inspirerend thema voor schrijvers. Wij vroegen auteurs: hoe zag úw eerste liefde eruit, en hoe werkt die ervaring door in uw boeken?
ROB VAN ESSEN (58)
ROB VAN ESSEN «Eerste liefde is een lekker breed en herkenbaar thema voor de Boekenweek. Heel optimistisch ook, passend bij het voorjaar. Tegelijk woedt er nu natuurlijk een oorlog. In die zin is het liefdesthema optimistisch tegen de klippen op. Het bevestigt in elk geval niet de somberheid waar we nu aan lijden of aan zouden moeten lijden.
»Mijn eigen eerste liefde heb ik beleefd toen ik begin twintig was. Het was kort maar intens. Ik werkte als barkeeper in een jeugdherberg. Zij was een Engelse die op interrail in Amsterdam was aangekomen. Ze had een enorme persoonlijkheid. Zodra ik haar naar de bar zag lopen, dacht ik: ‘Hier gebeurt iets’. Fascinatie op het eerste gezicht.
»De eerste weken zaten we vooral op mijn kamertje in Amsterdam. Toen ze terugging naar Engeland, ben ik haar achterna gereisd. Anderhalve maand later was het voorbij. Ze ging naar Israël, naar een kibboets. Dat had ze al gepland; ik kwam er gewoon even tussendoor. Daar heb ik lang verdriet van gehad. Ik bleek weliswaar goed in de liefde, maar ook in het zwelgen erna. Emotioneel heb ik alles eruit gehaald wat erin zat.
»Deze hele ervaring heb ik beschreven en verwerkt in de roman Engeland is gesloten uit 2004. Omdat het onderwerp mooi aansluit bij het thema van de Boekenweek, heeft de uitgever het boek opnieuw uitgebracht met een nawoord van mij erbij. Destijds heb ik de liefdesgeschiedenis vrij rechtstreeks en waarheidsgetrouw opgeschreven; het meisje was Engels en kon het toch niet nalezen. Ik heb er gelukkig wel echt een roman van gemaakt door mijn ervaring in te bedden in een fictief verhaal. Anders was het een dagboek geworden.
»Nu, achttien jaar later, kon ik het boek zonder kromme tenen herlezen. Over sommige passages was ik zelfs aangenaam verrast. Inmiddels zou ik het als schrijver wel anders aanpakken, maar niet heel anders. Als je zo jong bent, denk je nog dat alles wat je meemaakt interessant is. Ik zou nu nog steeds putten uit mijn eigen leven, maar minder rechtstreeks.
»Die eerste liefde heeft erg veel indruk op me gemaakt. Latere liefdes zijn minder verrassend, maar ze kunnen gelukkig nog even intens zijn. Het is zeker niet zo dat je al je kruit na die ene keer hebt verschoten. Liefde krijgt vorm door de inbreng van twee personen. Dit maakt dat je ervaring steeds anders uitpakt. Elke liefde is uniek.»
NINA POLAK (35)
NINA POLAK «Mijn eerste liefde, wat ís dat eigenlijk? Mijn eerste verkering? Mijn eerste grote liefde? De eerste keer dat ik iets voor een meisje voelde? Je kunt er zoveel kanten mee op. Laat ik iets vertellen over mijn eerste onbeantwoorde liefde. Die was heel vurig. Ik heb er destijds een boek over geschreven dat goddank nooit is gepubliceerd.
»Ik was een jaar of zestien toen ik wanhopig verliefd werd op mijn beste vriendin. We waren dat jaar in dezelfde klas beland. Het was allemaal vrij intiem. We sliepen zelfs bij elkaar in bed, maar zonder seks. Ik weet nog dat we in een kroeg zaten waar we op bierviltjes romantische tekstjes aan elkaar schreven. Eén keer hebben we zelfs gezoend in een club. Maar toen kreeg zij een vriendje. Een drama!
»Ik zat avonden op zolder te schrijven met veel sigaretten en rode wijn, zoals het cliché voorschrijft. Ik wilde mijn liefdesverdriet omvormen tot een boek. Ik heb dat boek ook nog afgemaakt en aan een docent op de middelbare school laten lezen. Zij vond het goed en raadde me aan om het naar een uitgever te sturen. Maar ik wilde met zoiets niet debuteren. Toen is het achter slot en grendel beland. En dat is maar goed ook.
»Waarom? Omdat het een rauwe bak ellende was, volkomen ongestileerd. Het was een uitlaatklep, en therapeutische literatuur is meestal geen feest voor de lezer. Ik had nog geen benul van vorm of perspectief, ik schreef heel intuïtief. Van literaire verbeelding was weinig sprake. Wel heb ik de liefde op papier omgevormd tot een soort obsessieve vriendschap, ik denk ook omdat ik nog in de kast zat.
»Ik durfde niet tegen mijn vriendin te zeggen dat ik verliefd op haar was. Ik nam liever afstand en zei dat de vriendschap me te veel werd. Daar begreep zij niets van. Toen later bleek hoe de vork in de steel zat, schrok ze erg. Ze had níets doorgehad.
»Daarna verloren we elkaar uit het oog. Tien jaar hadden we geen contact, tot ik haar ineens weer tegenkwam. Toen pakten we de draad moeiteloos op. Zo’n grote vriendschap was het dus. Ik ben nu 35 en we zijn nog steeds goede vrienden.
»Het boek ligt waarschijnlijk nog bij de docent in de la. Ik moet er niet aan denken om het terug te lezen. Maar wie weet kan ik er nog eens uit putten als ik een nieuw boek schrijf over een personage op de middelbare school.»
LALE GÜL (24)
LALE GÜL «Alles aan mijn eerste liefde was taboe: hij was niet Turks, geen moslim en we waren niet getrouwd. In mijn autobiografische boek Ik ga leven heb ik over de beperkingen van onze relatie geschreven. Hoe ik me in allerlei bochten moest wringen om hem in het geheim in een andere stad te kunnen ontmoeten.
»Op mijn achttiende heb ik hem leren kennen via gesprekken in een app. We spraken voor het eerst af voor een picknick in het Amsterdamse Bos, omdat ik hoopte daar geen bekenden tegen te komen. Voor we elkaar zagen wist hij nog niet dat ik Turks ben en een hoofddoek droeg.
»Ik was tot over mijn oren verliefd en ik kon niks meer eten of drinken. Mijn moeder was achterdochtig en vroeg zich af waarom mijn kleren te groot werden en met wie ik steeds aan de telefoon zat.
»Onze relatie was onstuimig en bij hem thuis konden we seks hebben. Het verlies van mijn maagdelijkheid was het grootste en zwaarste van mijn geheimen. Ik heb heel lang getwijfeld of ik ook daarover zou schrijven. Ik was superbang voor de reacties die dat teweeg zou brengen. Maar seks is een natuurlijk voortvloeisel van liefde, dat wilde ik niet verloochenen. Ik wilde onverbiddelijk zijn als schrijfster.
»Die liefde was een gevoel dat ik van thuis niet kende. Bij mijn ouders heb ik nooit liefde gezien. Het was een gearrangeerd huwelijk en ze runden een zakelijk huishouden. Ik heb ze nooit elkaars hand zien vasthouden of zoiets en er was altijd onenigheid.
»De allereerste keer dat ik over liefde hoorde, was op de Koranschool waar ik vanaf mijn zesde in de weekends op zat. Daar kreeg ik de liefde voor God en de profeet met de paplepel ingegoten. Liefde viel daar samen met slaafse liefde. Je moest je hoofd uitzetten en niet kritisch zijn. Je onderwerpen aan religie, God en de regels.
»Over liefde tussen mensen leerde ik later pas door tekenfilms en dramaseries die totaal onrealistisch waren. Maar ik was een boekenwurm. De puzzelstukjes van de liefde vielen op hun plek door schrijfsters als Francine Oomen en Carry Slee.
»Na drie jaar heb ik de relatie met mijn eerste liefde verbroken. Ik zag geen uitweg; mijn ouders zouden het nooit accepteren. De poppenkast van geheimhouden en niets samen kunnen ondernemen kon niet langer doorgaan. Ook al was ik nog zo verliefd, ik wilde uiteindelijk niet mijn familie verliezen voor een jongen. Dat zag ik niet voor me.»
MURAT ISIK (44)
MURAT ISIK «Ik was halverwege de twintig, we studeerden allebei rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Onze liefde bloeide vrij traag op. Dat kwam doordat ik eerst een halfjaar in San Francisco ging studeren. Vlak nadat ik terug was, vertrok zíj naar een ver buitenland, oceanen verwijderd. Dat maakte het extra spannend; we verlangden er des te heviger naar om elkaar terug te zien.
»Uiteindelijk werden we een stel. We zijn elf jaar samen gebleven. Het was een grote, vormende liefde. We maakten allebei een enorme ontwikkeling door. Samenwonen, opgenomen worden in elkaars familie, elk onze eerste baan als jurist. Alle stappen van het nieuwe volwassen leven hebben we samen gezet.
»Aan het begin was ik nog vrij gesloten. Een binnenvetter. Restant uit mijn jeugd. Maar zij brak me open als een oester. Als ik een mindere dag op het werk had gehad, zei ze: ‘Ik zie aan je dat er iets is, vertel het me, dat lucht op’. Ze liet me de kracht van openheid en kwetsbaarheid zien. Als schrijver stel ik me nu ook kwetsbaar op, zowel in mijn boeken als op het podium. Vroeger had ik nooit gedacht dat ik op podia zou kunnen vertellen over hoe ik als jongetje werd gepest, over de armoede bij ons thuis of over huiselijk geweld. Ik heb de schaamte overwonnen.
»Ze had veel korte verhalen van me gelezen en was ervan overtuigd dat ik het talent in me had om door te breken. Haar stimulans heeft me mede geholpen om de schroom van me af te werpen. Niemand in mijn omgeving geloofde zo in mijn schrijverschap als zij. Helaas groeide er op den duur een kloof tussen ons. We zijn in goede harmonie uit elkaar gegaan.
»Tot dusver is de liefde alleen een indirect thema geweest in mijn werk. Mijn roman Wees onzichtbaar gaat over een overlevingsstrijd van een jongen uit de verloederende Bijlmer die opgroeit in een gezin met een tirannieke vader. Inmiddels ben ik bezig aan het vervolg, een lijvige roman die volgend jaar verschijnt. Het decor is nu San Francisco. Ik kan alvast verklappen dat de liefde er een grote rol in zal spelen.
»Ik denk niet dat mijn eerste grote liefde er ook in aan bod komt, maar iets wat zo vormend was, zal linksom of rechtsom waarschijnlijk ooit een plaats krijgen in mijn oeuvre. Dat zal niet een-op-een zijn, maar elementen ervan zullen vast hun weg vinden in mijn boeken.»
BART MOEYAERT (57)
BART MOEYAERT «Op mijn 10de was ik in stilte verliefd op de bibliothecaresse van de kleine bibliotheek in de wijk waar ik woonde. Ze had lichtgrijze ogen waar ik een bonkend hart van kreeg. Als zij achter de balie stond, werd ik blij én ongelooflijk verlegen. Ik ben de jongste van zeven zonen en zag alleen maar dat jongens verliefd werden op meisjes. Het woord homoseksualiteit stond bij manier van spreken niet in het woordenboek.
»Als het over ‘eerste liefde’ gaat, dan denk ik niet meteen aan het meisje dat me op mijn 13de leerde kussen in het park, maar wel aan het meisje dat ik een jaar later ontmoette. We deden allebei mee aan een voordrachtwedstrijd. Zij werd eerste, ik tweede. Dat vriendinnetje van toen wist dat ik zoekende was in mijn seksualiteit, we hadden het erover. Ik was me ervan bewust dat ik met een jongen zou eindigen en dat wist zij ook. Mijn eerste ervaring met een man, in Frankrijk was dat, betekende de omwenteling. Die man is mijn tweede ‘eerste liefde’.»
PHILIP HUFF (37)
PHILIP HUFF «Ik herinner me dat ik in de kleuterklas enorm verliefd was op mijn juf, maar ik betwijfel of ik dat nu verliefdheid zou noemen. Echt verliefd werd ik tegen het eind van mijn basisschooltijd. Zij was een slim, artistiek iemand met een warme en veilige familie, iets wat ik zelf miste. We hielden onschuldig handjes vast en ik was dol op haar, maar zij zag mij meer als een goede vriend. Het is een gekmakend biologisch roulettespel dat je verliefd kunt worden op iemand, maar vooraf niet weet of diegene hetzelfde voelt. En omgekeerd natuurlijk ook.
»Ik heb nog jaren in de friend zone gezeten, maar uiteindelijk zoenden we en ontwikkelde zich een puberale liefde met alle kriebels en behoeften die daarbij komen kijken. Toen zij ging studeren en ik mijn laatste jaar op de middelbare school nog moest doen, besloten we om weer alleen vrienden te zijn. Nog steeds is ze mijn dierbaarste vriendin. En zij omschrijft mij als ‘de platonische liefde van haar leven’.»
VALENTIJN HOOGENKAMP (35)
VALENTIJN HOOGENKAMP«Twee mensen waren mijn eerste liefde. Ten eerste was er een meisje van wie ik in de brugklas ondersteboven raakte. Toen ik haar mee naar huis nam, zei de oppas tegen haar dat ze later een hartenbreker zou worden. Ze vond dat ze overal recht op had en geloofde dat ze dat met hard werken kon krijgen. Tijdens het uitgaan zoenden we, maar iets romantisch bloeide er niet op. Ik had de indruk dat ze toch vooral op jongens viel.
»Vervolgens werd ik verliefd op een jongen die haast het tegenovergestelde was van het hartenbreker-meisje. Hij was boos op alles en juist wel uitgesproken over zijn gevoelens voor mij. Hij vroeg me bijvoorbeeld ten huwelijk op mijn 15de. We hielden een verlovingsfeest en spraken af te trouwen zodra we 18 waren, maar zover kwam het niet. Ik was minder serieus over de huwelijksplannen dan hij en had het idee dat de wereld groter moest zijn.»
MARION BLOEM (69)
MARION BLOEM «Mijn man Ivan Wolffers, met wie ik al 51 jaar samen ben, zie ik als mijn eerste en enige liefde. Voordat ik hem op mijn 18de leerde kennen, heb ik wel andere vriendjes gehad. Mijn eerste kalverliefde overkwam me al als kleuter. Hij was innig, maar ook vrij gewelddadig en bezitterig. Wanneer we afscheid van elkaar namen, omarmde hij mij zo stevig dat ik niet los kon komen zonder te vechten.
»Mijn eerste verkering kreeg ik toen ik 14 was. Zijn ouders waren niet enthousiast over me, maar dat deed er voor mij niet toe. Hij was knap, grappig, kon lekker zoenen en ik wist toch dat het tijdelijk was. Geen van mijn vroegere vriendjes gaf mij echter het gevoel dat Ivan mij geeft. Toen ik hem ontmoette, voelde het alsof we elkaar kenden van eeuwen geleden en voorbestemd waren om elkaar terug te vinden. Mijn Grote Liefde is begonnen met Ivan en zal ook met hem eindigen.»
LISA WEEDA (33)
LISA WEEDA «In het geheim had ik de hots voor Mel C van de Spice Girls, terwijl andere meiden ontzettend verliefd waren op de Backstreet Boys. Na het uitkomen van het album Spiceworld ervoer ik van 1997 tot 1999 een intense verliefdheid. Viva Forever was het nummer waar mijn fantasie op los ging. Ik fantaseerde hoe Mel C en ik samen op tour zouden gaan. Terwijl ik dan backstage naar haar lonkte, knipoogde ze naar mij als ze zich omdraaide tijdens een ingewikkeld dansje. Zij was alles dat ik als vrouw droomde te zijn. Ze had mooie ogen en was nergens bang voor.
»Helaas groeiden we uit elkaar. Op mijn 16de ging ik op een date met een meisje dat ik écht leuk vond. In het restaurant gooide ik saté over mijn broek heen. Ze wilde mij gelukkig alsnog kussen. Niet veel later maakte ze het uit. Toen mijn hart weer heel was, heb ik mijn verliefdheden bereikbaarder gehouden.»
MARIKEN HEITMAN (39)
MARIKEN HEITMAN «Elly was de eerste vrouw bij wie ik durfde toe te geven dat ik op vrouwen viel. Zij had al eens een relatie met een vrouw gehad. Als meisje van de provincie keek ik enorm tegen haar op. We raakten bevriend tijdens onze studie biologie. Ze had mijn verjaardag onthouden en versierde midden in de kantine een plak cake voor mij. Ik werd stapelverliefd. Tijdens ecologie zaten we altijd samen, dus me concentreren zat er niet meer in.
»Elly was autonoom, had blauwe ogen, rookte sigaretten en dronk. Ze had een zebrafiets met zelf geschilderde strepen. Ik werd altijd blij als ik haar fiets in de rekken zag staan. Ergens was ze iemand die ik wilde, maar nog niet durfde te zijn. We lieten op elkaars fietsen soms briefjes of vragenlijstjes achter. Dan moffelde ik de vraag ertussen of ze verliefd was op iemand. Na een feestje verklaarde ik haar de liefde. Deze bleek eenzijdig, dus het bleef bij een onvervuld verlangen.»
JOOSJE DUK (27)
JOOSJE DUK «Op mijn 17de werkte ik in de bediening bij een strandtent. Na een lange werkdag borrelden we vaak met het team. Sebastiaan werkte achter de bar. Hij viel mij op. Die avond wilden we beiden de muziek veranderen. In plaats daarvan zoenden we bij de speakerinstallatie. Aangezien we de volgende ochtend moesten openen, sliepen we die nacht samen in de strandtent. Dat werd wel vaker gedaan in ons team. De muziek draaide zachtjes op de achtergrond totdat deze uitviel. Sebastiaan vertrouwde het niet en toen hij opstond, zag hij inbrekers de stereo-installatie losschroeven. De insluipers zagen ons en vertrokken gelijk. ‘Aan de politie en ons team moesten we uitleggen waarom we daar sliepen. Die avond werd ik verliefd op Sebastiaan. Na de zomer vloog ik naar New York om daar te studeren. We hadden een driejarige lange afstandsrelatie waarin we elkaar vaak brieven schreven. Tien jaar later is hij nu nog mijn grote liefde.»
(VK - TROUW)