'Waar is Mark'
‘De gevoelens zijn veel intenser.’ Waarom die allereerste liefde nooit helemaal overgaat
Drie weken lang ging Lidewij Nuitten in het Eén-programma ‘Waar is Mark?’ op zoek naar het onderwerp van haar allereerste verliefdheid. En zij blijkt lang niet de enige bij wie dat eerste liefje in de kop blijft spoken.
Liesbet heette ze. Een zwartharige schone uit Diest voor wie ik als een blok viel tijdens een vakantie met de mutualiteit in Auvergne. Net als bij Lidewij Nuitten is me enkel de voornaam van mijn eerste liefje bijgebleven. Maar daar houdt de vergelijking op. Waar Nuitten romantische herinneringen koestert aan de kushandjes die zij en Mark vanuit hun stapelbedjes naar elkaar wierpen, blijft bij mij vooral de ongemakkelijke choreografie hangen die bij onze eerste kus kwam kijken. Een bizarre rondedans die moest vermijden dat onze orthodontische ijzerwerken tijdens het zoenen in elkaar haakten. Niet meteen het soort evenement dus waar je graag samen nog eens herinneringen aan ophaalt.
Ook dat lag bij Nuitten anders. “De herinnering aan Mark kwam minstens één keer per jaar in mijn hoofd voorbij”, vertelt ze. “Toen dat de voorbije zomer drie of vier keer kort na elkaar gebeurde, zag ik dat als een teken: ik moest en zou Mark terugvinden.” Sinds de televisiemaakster haar zoektocht startte, wordt ze overstelpt met verhalen van mensen bij wie het eerste liefje in gedachten nog geregeld de revue passeert. “Het blijkt een universeel gegeven te zijn. Ook al is het dertig of veertig jaar geleden, toch hebben veel mensen nog levendige herinneringen aan die eerste verliefdheid.”
Zonder reserves
Het is misschien niet wat romantici graag horen, maar er bestaat een puur biologische verklaring voor dat fenomeen. “Zo’n eerste verliefdheid overkomt je meestal op een leeftijd waarop je prefrontale cortex nog niet helemaal is volgroeid”, legt psycholoog en relatietherapeut Sarah Hertens uit. “Dat deel van je hersenen fungeert als een soort controleorgaan. Het is belangrijk bij het inschatten van risico’s en speelt een rol bij zelfbeheersing.” Wanneer tieners verliefd worden, speelt die onvolgroeide cortex hen parten. “Ze beleven alle gevoelens die daarbij komen kijken veel intenser.”
Ook Jan Hindrik Ravesloot, hoogleraar fysiologie en bij onze noorderburen bekend als de verliefdheidsprofessor, ziet in het gebrek aan emotionele remcapaciteit een verklaring voor de hardnekkigheid waarmee eerste liefjes zich in ons geheugen nestelen. “Zo’n eerste verliefdheid ervaar je all-in. Je stapt er met volle overtuiging in, zonder reserves.” Dat ligt aan die onvolgroeide cortex, maar ook aan het nog maagdelijk witte track record dat je op dat moment op het vlak van de liefde hebt. Ravesloot: “Er zijn nog geen negatieve ervaringen geweest. Er flikkeren in je achterhoofd nog geen waarschuwingslampjes. Dat geeft je de kans om je voor die eerste keer volledig te gooien.” Nuitten herkent het gevoel. “Liefde is op die leeftijd nog heel puur. Zonder bijbedoelingen.”
Vlinders in de buik
Nog meer wetenschappelijke verklaringen voor het nochtans romantische fenomeen zijn te vinden binnen de ontwikkelingspsychologie. “Zo’n eerste verliefdheid is meestal ook het moment waarop iemand voor het eerst echt erkenning krijgt van een buitenstaander”, vertelt seksuologe Rika Ponnet. “Natuurlijk heb je daarvoor al een band opgebouwd met ouders, familie en vrienden. Maar zo’n unieke één-op-éénrelatie waarin iemand aangeeft dat hij of zij je aantrekkelijk vindt, trekt een heel diep spoor dat nog lang kan nazinderen.”
En dan is er natuurlijk nog een derde, meer pragmatische verklaring voor het feit dat Mark twintig jaar na datum nog steeds in het hoofd van Nuitten kampeert. “Een eerste keer blijft altijd beter bij”, analyseert Nuitten zelf. “Je eerste werkdag kan iedereen zich ook nog wel herinneren. Of de allereerste keer dat je alleen op reis ging. Hetzelfde geldt voor verliefdheid, heb ik gemerkt.” Volgens Ravesloot heeft dat met spanning te maken. “We weten dat spannende gebeurtenissen ons beter bijblijven. En verliefd worden is die eerste keer een stuk spannender dan wanneer je voor de zoveelste keer vlinders in je buik voelt.”
Afspreken met een wildvreemde
Waarom een eerste lief langer blijft hangen weten we ondertussen. Blijft nog de vraag of het een goed idee is om dat lief jaren na datum opnieuw op te zoeken. Een vraag waar ook Nuitten zelf mee worstelt. “Tijdens mijn zoektocht begon ik opnieuw kriebels te voelen voor Mark. Terwijl ik wist dat je dat rationeel niet kan verklaren. Kan je verliefd worden op een persoon die je niet kent? Of projecteer je die gevoelens dan eerder op een soort ideaalbeeld?”
Experts ter zake gaan uit van dat laatste. “Veel mensen hebben een geromantiseerd beeld van dat eerste liefje”, zegt Ponnet. “Dat heeft niet alleen met de persoon in kwestie te maken, maar ook met een soort heimwee naar het moment waarop die eerste liefde hen overkwam. Meestal is dat een periode in het leven waarop alle mogelijkheden nog open liggen. Op latere leeftijd, wanneer dat niet meer het geval is, is dat een heel aantrekkelijk idee.”
Ook Ravesloot waarschuwt voor een overdreven positief beeld van die eerste relatie. “Het feit dat het op een gegeven moment spaak liep, bewijst dat het in die relatie toch niet helemaal goed zat”, zegt hij. “Mensen veranderen ook. Ze evolueren. Als je zo iemand jaren later opnieuw opzoekt is dat eigenlijk alsof je met een wildvreemde af zou spreken. Misschien kan het iets worden, maar de kans dat het met een sisser afloopt, is minstens even groot.”
(DM)