De Groote Oorlog van Wim Opbrouck
Wim Opbrouck (44) maakte dit jaar bekend dat hij klaar is met z’n artistiek directeurschap van het NTGent, hoewel hij nog tot september 2015 aan het roer moet staan. Hij wil weer volop z’n kerntaak omhelzen: acteren, en tussendoor nog weleens tekeergaan met zijn drieste combo De Dolfijntjes, stampij voor het hele volk.
Op de televisie is hij eerstdaags uitgebreid te zien in ‘In Vlaamse velden’, een prestigieuze dramaserie aangaande het dagelijkse leven tijdens de Groote Oorlog.
Den Duits in huis
HUMO Je speelt een hoofdrol in ‘In Vlaamse velden’, een serie die zich tijdens de Eerste Wereldoorlog afspeelt en vanaf zondag op Eén wordt uitgezonden. Ik neem aan dat je je helemaal in de materie hebt ondergedompeld.
Opbrouck «Mijn zoon van zestien is enorm in de Eerste Wereldoorlog geïnteresseerd. Een paar jaar geleden heb ik met hem een tocht gemaakt door het Vlaamse frontgebied. Toen ik een rol in ‘In Vlaamse velden’ aangeboden kreeg, heb ik geen seconde getwijfeld. Ik speel Philippe Boesman, een gynaecoloog die met zijn vrouw en drie kinderen in Ledeberg bij Gent woont – daar kon je volgens de schrijfster Virginie Loveling het oorlogsgedaver hóren. Je kunt je dus wel inbeelden hoe de oorlog aan het front zelf moet hebben geklonken. In de serie zie je hoe die vijf mensen de Eerste Wereldoorlog doormaken: ze proberen te overleven. De vrouw van de dokter, gespeeld door Barbara Sarafian, komt uit de Franstalige bourgeoisie. Hun ene zoon Vincent, gespeeld door Matthieu Sys, is een ongelofelijke patriot die er alles voor over heeft om de Hunnen te verslaan, en hun andere zoon Guillaume, gespeeld door Wietse Tanghe, is dan weer een gewetensbezwaarde, die onder geen beding in oorlog gelooft. Dochter Marie, gespeeld door Lize Feryn, vind ik eigenlijk het hoofdpersonage. In die vier oorlogsjaren zie je haar volwassen worden. Ze gaat in het verzet, ze wil ook verpleegster aan het front worden en ze vecht voor vrouwenrechten. Het vertrekpunt is: jonge mensen van toen zijn net hetzelfde als jonge mensen van nu.
»Ik heb ter voorbereiding van mijn rol ook veel gelezen over de Eerste Wereldoorlog, en daardoor heb ik snel gemerkt dat het verschil tussen goed en kwaad in de geschiedenislesjes uit mijn kindertijd veel duidelijker was dan het in werkelijkheid ooit geweest moet zijn. Wat was Engeland, onze bondgenoot, in die tijd? Een ongenadig imperialistisch land met een vreselijke klassenmaatschappij. Er worden bij de familie Boesman Duitse officieren ingekwartierd. Ik heb er tijdens de repetities bij de Duitse acteurs op aangedrongen om vooral niet de Hun uit te hangen, en zelfs een zekere hoffelijkheid te spelen. Empathie ook, want zo’n officier kan óók een zoon aan het front hebben. En hij leest Goethe en houdt van Bach. De familie Boesman en die Duitse officieren vinden een modus vivendi die, naarmate de oorlog vordert, steeds meer onder druk komt te staan.»
HUMO Meer dan anders is het me dit tv-seizoen opgevallen dat veel goede acteurs in verschillende tv-producties tegelijk voorkomen. Fijn dat ze veel werk hebben, maar kan televisie een acteur ook opgebruiken?
Opbrouck «De ‘alomtegenwoordige huppeldepup’, heet het dan in de kranten. Ik geloof niet zo in de gedachte dat tv een acteur zou kunnen uitwonen. Ik denk ook dat de meeste acteurs daar niet bij stilstaan. Nu ja, je raakt wellicht sneller uitgewoond als je te vaak in talkshows of panelspelletjes opduikt.»
HUMO Waar is de tijd dat je de boef Semtex speelde in ‘Wittekerke’?
Opbrouck «You got me there (lacht).»
HUMO Zou je lang in dat soort drama, of gewoonweg in een soap, kunnen meedraaien als dat om den brode zou moeten?
Opbrouck «Ik ben er te ongedurig voor. En ik ben ook te veel een plannenmaker, die zelf aan de wieg van een project wil staan.»
Storm van kritiek
HUMO Heb je het gevoel dat je je leven tot nog toe goed in de hand hebt gehad?
Opbrouck «Wie kan dat zeggen? Maar als ik omkijk, dan ben ik blij. Mocht ik in mijn positie klagen, dan zou dat bepaald pretentieus zijn. Ik heb over heel weinig spijt, ook niet over de keuzes die ik op professioneel gebied heb gemaakt, integendeel. Van ‘De bende van Wim’ hadden we volgens mij een soort ‘Top Gear’ kunnen maken, maar we hebben eigenlijk niets gedaan om dat programma te promoten: er is geen boek van verschenen, en er zijn ook geen dvd’s van op de markt.»
HUMO Van het prestigieuze ‘Albert II’ bestaat dan weer wel een prestigieuze dvd-box. Jij bent één van de weinige acteurs die zijn hachje heeft weten te redden in die serie, doordat je Jean-Luc Dehaene, je personage, niet halfhartig hebt proberen na te bootsen. Maar waarom heb je iets in dat onding gezien?
Opbrouck «Ik heb meer weg van George Clooney dan van Jean-Luc Dehaene(lachje).
»Ik zat in ‘Salamander’, geregisseerd door Frank Van Mechelen. Hij polste me toen voor een rol in ‘Albert II’, zijn volgende project, en ik vond het gegeven wel interessant: de coulissen van de macht bij een troonswisseling. Ik heb nog gevraagd welke Franstalige acteurs het koningshuis zouden spelen – ik ging ervan uit dat ‘Albert II’ een coproductie met de RTBf zou worden. Dat bleek niet het geval, maar namen als Lucas Van den Eynde, Mathijs Scheepers en Stefaan Degand stelden me al bij al gerust. Ik heb gemerkt dat die storm van kritiek bijzonder hard is aangekomen. Maar ’t werd ook tijd om ons af te vragen of we ‘Albert II’ niet te vlug hadden gemaakt.»