De jachtplannen van Joke Schauvliege onder vuur: mogen jagers ook in uw tuin?
De jacht is omstreden, maar Vlaanderen telt steeds meer jagers: 12.500, 10 procent meer dan tien jaar geleden. En hoewel de openbare ruimte gestaag schaarser wordt, blijken jachtgebieden níét schaars te zijn. Heel veel open ruimte is jachtgebied, ook begraafplaatsen en woonkernen met duizenden inwoners.
Controleer hier of uw woning in jachtgebied ligt!
'Een jager had het kasteeldomein van Marc Coucke en de faculteit Diergeneeskunde van de UGent ingekleurd als jachtgebied. Hij moet voor de rechtbank verschijnen'
In april kwam het in de pers: vier op de vijf percelen in Limburg blijken het predicaat ‘jachtgebied’ te hebben buiten het medeweten van hun eigenaars. Dat is geen officieel cijfer, maar een bevinding van Vogelbescherming Vlaanderen, dat twee jaar geleden actie begon te voeren tegen de willekeur van sommige jachtplannen. Eigenaars konden hun kadastergegevens doorgeven aan de vereniging en zij liet nakijken of hun eigendom als jachtgebied was ingekleurd. Bijna negenhonderd percelen werden gecontroleerd en overal lag het percentage ‘fout ingetekend’ erg hoog: 58 procent in West-Vlaanderen, 72 procent in Antwerpen, 78 procent in Vlaams-Brabant, 83 procent in Limburg en 94 procent in Oost-Vlaanderen.
Ik informeer bij een ingewijde van bos en hei. Die kan alleen maar bevestigen dat het nonchalant afbakenen al zo lang bestaat als er jachtplannen zijn, dus sinds 1989.
Om met een vuurwapen te mogen jagen moet je beschikken over een jachtterrein van minstens 40 hectare, en die oppervlakte moet aaneengesloten zijn. Je zou denken dat vooral de kleine jager allerlei percelen inkleurt om aan zijn 40 hectare te komen, maar dat is niet het geval. ‘Grote groepen jagers, zogenaamde wildbeheereenheden, met vele honderden hectare in hun bezit kleuren evengoed zoals het hun uitkomt. Op de papieren jachtplannen, die al sinds 1989 bestaan, komen sportterreinen, villawijken en kerkhoven in een jachtgebied te liggen.’
undefined
'Jagers vormen een bemiddelde lobby die een stevige voet in huis heeft bij CD&V en Open VLD, die zich ervoor hoeden hen te benadelen'
Om twee stukken jachtgebied van 20 hectare met elkaar te verbinden, is de verleiding groot om de huizen in dat verbindingsstuk mee in te kleuren. Bij percelen kleiner dan één hectare mochten de jagers dat tot 2014 op eigen houtje doen. Zonder toestemming van de eigenaar. Waardoor een bron van conflicten is ontstaan. Want als een jager met een geweer zonder toestemming over een perceel loopt, dan begaat hij een misdrijf. Waarom de Vlaamse overheid al dat kunst- en vliegwerk tolereert, is volgens mijn bron politiek te duiden: ‘Jagers vormen een bemiddelde lobby die nog altijd een stevige voet in huis heeft bij CD&V en Open VLD. Die partijen hoeden zich ervoor om hen te benadelen.’
Omgekeerde wereld
Wat stoort, is dat zoveel open ruimte door de Vlaamse of lokale overheid tot op de millimeter geregeld is. Jeugdbewegingen krijgen soms geen toestemming om in bossen een bosspel te houden. Wandelaars mogen in bepaalde natuurgebieden geen bramen, bosbessen of paddenstoelen plukken. Jongelui mogen geen plakkaten voor fuiven in weilanden langs de gewestwegen plaatsen. Al die open ruimte, daar blijf je af.
En tegelijk is er dat ‘wildkleuren’ van de jagers. Ik ben niet vóór of tegen de jacht: ik heb nog gehengeld en zit dus bij de club van jacht en visvangst. Maar toch is dit stuitend. Het lijkt wel feodaal, zoals jagers zelf mogen beslissen waar zij kunnen jagen.
'Scholen en sportterreinen, woonkernen en villawijken, rusthuizen en kerkhoven: allemaal jachtgebied'
Ik leg m’n bemerkingen voor aan de Hubertus Vereniging Vlaanderen, de jagerslobby. Zijn aanwezig: Geert Van den Bosch (algemeen directeur), Gert Michiels (wetenschappelijk medewerker) en Cedric De Haes (beheerder digitale jachtplannen). Bos en haas, we kunnen beginnen!
HUMO Op jachtplannen zijn bebouwde kommen en woonkernen als jachtgebied ingekleurd.
Geert Van den Bosch «Dat is geen kwestie van massale of georganiseerde fraude. Het is historisch te verklaren. Vroeger tekende men met een viltstift op een topografische kaart en om het niet te lastig te maken, mochten percelen kleiner dan 1 hectare als jachtgebied ingekleurd worden, zelfs al had men voor die percelen geen jachtrecht verkregen. En zo zitten sommige bebouwde kommen nog in een jachtgebied.»
HUMO In die bejaagbare woonkernen bevinden zich scholen, rusthuizen en woonhuizen. Dat klopt toch niet?
Gert Michiels «Wij hebben al meerdere oproepen gedaan aan de jagers om die eruit te kleuren. En de laatste tien jaar is dat ook gebeurd.»
HUMO Er zijn ook begraafplaatsen en sportvelden als jachtvelden geregistreerd. Zo’n kerkhof inkleuren, en dat tien jaar na elkaar, dat lijkt niet op een onhandige viltstift, dat lijkt opzet.
Michiels «Er zijn kerkhoven die beheerd worden door jagersverenigingen. Omdat er bijvoorbeeld konijnenplagen zijn geweest. Hetzelfde geldt voor voetbalvelden of andere openbare domeinen. Als zich daar wildschade voordoet, kunnen de jagers meteen ingrijpen.»
HUMO Wil dat zeggen dat die jagers het gemeentebestuur expliciet gevraagd hebben of ze op dat sportveld of die begraafplaats mogen jagen? Dat is de enige legale weg.
Michiels «Ik zeg niet dat al die gemeenten daarover altijd zijn ingelicht. Dat kunnen wij niet controleren.»
HUMO Door het jachtrecht zijn vuurwapens toegelaten op begraafplaatsen en sportvelden.
Michiels «Op sportvelden kan ik me voorstellen dat men eerder met fretten dan met het geweer gaat jagen.»
Van den Bosch «Of men maakt afspraken om te jagen op momenten dat het publiek geen toegang heeft. Ik heb amper weet van conflicten tussen jagers en gemeenten als het om openbare domeinen gaat. Het komt erop aan goeie afspraken te maken. Ik heb een jachtgebied in Nijlen en daarbinnen ligt een manege met paardenweiden. Niet zo evident, en toch heb ik met die mensen al jaren een goede verstandhouding.»
HUMO Ik ga ervan uit dat geen enkele jager ostentatief met een vuurwapen door een bebouwde kom gaat lopen. Maar jagen is een omstreden recreatievorm: als die woongebieden eruit gaan, leidt dat misschien tot minder wrevel tegenover de jagers.
Van den Bosch «Wij kunnen die gebieden niet zelf uitkleuren. De jager of jagersvereniging bakent de terreinen af en zet ze op een plan. Wij digitaliseren dat en dienen het in bij de arrondissementscommissaris. Vanaf 2014 is dat inkleuren verstrengd. Nu moet men elke uitbreiding van zijn jachtterrein kunnen staven met een schriftelijke toestemming.»
HUMO Zou het gevolgen hebben voor de jacht als alle bebouwde kommen, sportvelden en begraafplaatsen uitgekleurd zouden worden?
Michiels «Zeker. Het gevolg zal zijn dat de jachtgebieden aan oppervlakte verliezen; ze zullen kleiner en meer versnipperd worden.»
HUMO Zijn jullie ervoor te vinden dat het Agentschap Natuur en Bos of het arrondissementscommissariaat dat zelf zou doen?
Michiels «Dat is onmogelijk. Zij kunnen dat niet arbitrair uitmaken.»
Van den Bosch «In zo’n lintbebouwing met woonkavels kunnen ook jagers wonen die hun kavel wel degelijk voor de jacht verhuurd hebben.
»Het stelsel is nu dat de burger de jachtplannen kan inkijken bij de arrondissementscommissaris; als hij niet akkoord gaat, kan hij de uitkleuring vragen.»
HUMO Dat is de omgekeerde wereld. De jager kan hele gebieden inkleuren, de burger moet een lastige administratieve procedure volgen om zijn eigendom eruit te halen. Hij weet in veel gevallen niet eens dat zijn eigendom jachtgebied is.
Van den Bosch «Dat kan kloppen. Maar mogelijk is die grond ooit van een eigenaar geweest die hem wel verpachtte. En voor jagers is het niet te doen om in al die kleine percelen na te gaan hoe de eigendomsverhoudingen veranderen.»
HUMO Binnenkort kan de burger via het Geoloket online zien of zijn eigendom in een jachtgebied valt. Verwachten jullie veel reacties?
Van den Bosch «Dat is moeilijk in te schatten. Feit is: het kan alleen maar leiden tot meer correctheid.»
HUMO Het lijkt een administratieve kwestie, maar hier staan twee kampen tegenover elkaar.
Van den Bosch «Pro of contra jacht, dat is wat op het spel staat. Met enerzijds Vogelbescherming Vlaanderen, die tegen zowat elke vorm van jacht is, en anderzijds onze jagersvereniging, die voorstander is van correct faunabeheer – daarmee zitten we op de lijn van het ministerie van Leefmilieu en het Agentschap Natuur en Bos.»
undefined
Jeep in Kakigroen
Op een arrondissementscommissariaat was me gezegd dat ik bij de Hubertus Vereniging Vlaanderen alle jachtplannen van alle provincies kon inzien, aangezien zij al tien jaar die plannen digitaal opslaat. Zoveel provincies in één keer, dat is te veel, en dus was afgesproken dat ik de jachtplannen van enkele regio’s in Antwerpen en Limburg zou inkijken. Die afspraak is minimaal geïnterpreteerd: er liggen enkele kleine deelplannen op tafel. Ik vraag om een groter plan van de Antwerpse Kempen: dat moet toch mogelijk zijn? Maar het is niet mogelijk. In de rand van die digitale plannen zijn de namen van jagers zichtbaar, en dat is ‘schending van de privacy’. Dat begrijp ik en dus doe ik het volgende voorstel. Ik zal aan de ene kant van de vergadertafel plaatsnemen en woonkernen noemen, en dan mogen zij – volledig afgeschermd – aan de andere kant van de vergadertafel op hun laptop kijken en mij zeggen of die woonkernen als jacht zijn ingekleurd. VN-vredesonderhandelingen zijn er niks tegen, maar desondanks wijst de directeur het voorstel af. Beseffen zij dat nu de perceptie is gewekt dat zij iets te verbergen hebben? Dat beseffen ze. Maar ze riposteren dat er nog plannen zijn waar de burger niet zomaar inzage in krijgt, zoals ontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen of bemestingsplannen van de boeren. Kortom, de jagersvereniging stuurt me terug naar de provincie, terug naar de arrondissementscommissarissen.
Elke provinciale arrondissementscommissaris heeft een ‘jachtloket’ dat de jachtplannen bewaart. In Antwerpen zijn dat de plannen van 44 wildbeheereenheden en een 50-tal onafhankelijke jagers. Een wildbeheereenheid is een grote entiteit, haar geregistreerde jagers moeten over minstens 1.000 hectare beschikken.
Dat sommige woonkernen en begraafplaatsen als jachtgebied zijn ingekleurd, zag ik op ‘voorlopige’ jachtplannen van het Agentschap Natuur en Bos. Bij het Antwerpse jachtloket kan ik vaststellen dat die inkleuring in 95 procent van de gevallen ook de werkelijke situatie is. De medewerkers verwachten daarom ook ‘een kleine overrompeling’ van burgers die hun perceel willen uitkleuren. Graag had ik van die ‘bejaagbare’ woonkernen en begraafplaatsen kopieën of foto’s genomen, maar dat mag alleen ‘voor politie en parket’.
In de provincie Antwerpen is de streek van Geel, Mol,Balen en Meerhout een opvallende regio. Daar staan zeven deelgemeenten én elf begraafplaatsen te boek als jachtgebied. Zammel is een deelgemeente van Geel, en dit dorp met zijn drukke verkeersknooppunt is voor de helft jachtgebied. Ik zet koers naar Oosterlo, twee kilometer lintbebouwing verderop. De nieuwe huizen langs de weg, met hun trampolines, tomatenserres, klimrekken en speelhuisjes in veelkleurig plastic: allemaal jachtgebied. Ik zie een jeep in kakigroen, allicht een bewoner met kennis van zaken. In Oosterlo is er een freinetschool. De kinderen spelen hun avontuurlijke middagspel, de volwassene die z’n kind komt halen valt uit de lucht: ‘Jachtgebied? Dat moet een vergissing zijn.’ Het hele dorp met 1.500 inwoners is ingekleurd en de verwarring is groot. Men wijst op het medisch-pedagogisch instituut ‘voor honderden gehandicapten’ en op Huis Perrekes, bekend van zijn koor van demente senioren in Music For Life (2012): ‘Mag daar gejaagd worden? Dat kan toch niet!’
Recreatiedomein De Netevallei is ook jachtgebied. Ik betwijfel of de taverne en de vele bungalows met uitzicht op de waterplassen hun jachtrecht hebben afgestaan. Hier heerst rust en kalmte. Hier wordt geleefd op zonneterrassen en in tuinen met namaakkruiwagens. En men houdt van dieren. Bulldogs in zwart en wit polyester, waggelende eenden en ganzen in gips, en zelfs een leeuw en een krokodil in gegoten cement.
Zittaart, deelgemeente van Meerhout, is zonder twijfel de drukste bebouwde kom waar gejaagd mag worden. Hier zijn 1.800 inwoners, hier zijn rotondes, flitspalen, en om halfvier lange autofiles om de kinderen van school te halen.
Eeuwige jachtvelden
In Bel (1.300 inwoners, deelgemeente van Geel) is slechts een klein stuk van de dorpskern géén jachtgebied. Ooit was dit een boerendorp, nu is de betere burger van Geel en Mol hier neergestreken in pastorie- en kubuswoningen. Een inwoner weet dat jagers hun gebied breed inkleuren. Zijn vader was een jager, ‘maar hij zou zulke praktijken nooit goedkeuren’. In de streek zijn evenwel ‘een hoop jagers die aan alles hun kloten vegen’. ‘Hier jagen ze tot op 50 meter van de huizen. In Bel komen vooral joggers, fietsers, ruiters en wandelaars, en dat botst allemaal met die jagers.’
Ook het nabije Hulsen (1.900 inwoners, deelgemeente van Balen) is volledig jachtgebied. Achter frituur ’t Patatje en basisschool De Twinkeling groeien nieuwe woonwijken met lichte tuinhuizen en veel zonnepanelen. Allicht is de ‘verjachting’ historisch te verklaren: de grote kerk van Hulsen is al vierhonderd jaar gewijd aan de heilige Hubertus, de patroonheilige van de jacht. Een inwoner verklaart dat de jachtbeleving hier nog sterk is: de jagersvereniging houdt in november een jaarmarkt met dierenwijding.
In dezelfde regio liggen ook elf begraafplaatsen die het predicaat ‘bejaagbaar’ hebben gekregen. De begraafplaats van Zammel is omgeven door akkers. Met de ogen van een sterveling zie je grafstenen, een strooiweide en een columbarium. Met de ogen van een jager zie ik de zerk van een Gabrielle Vos. Bij één overledene is zijn voorliefde voor de jacht zelfs postuum nog zichtbaar. In het zwartgepolijst marmer zijn een jager met geweer en een jachthond gegrift; toch iemand die hier niet zonevreemd is. Vlak bij de doden liggen de voetbalvelden van FC Zammel, ook jachtterrein.
Eindhout (Laakdal) telt 800 graven, waaronder vele van oud-strijders. Meerdere zerken hebben de aanhef ‘Hier rust’, wat enigszins detoneert met de jachtinkleuring. Ook de begraafplaatsen van de woonkernen Geel-Oosterlo, Geel-Bel, Meerhout-Zittaart, Mol-Ezaart, Balen-Hulsen en Balen-Rosselaar zijn jachtterrein. De grootste bejaagbare kerkhoven in de regio zijn de twee omvangrijke centrale begraafplaatsen van de gemeenten Mol (meer dan 3.000 graven) en Meerhout (circa 2.600 graven). Zelfs de Britse Militaire Begraafplaats aan de Tweeboomkes in Geel-Centrum is jachtgebied. Een beschermd monument, beheerd door de Commonwealth War Graves Commission, met 400 grafstenen van gesneuvelden.
Schiet in actie
Dé grote actievoerder rond de jachtplannen is Vogelbescherming Vlaanderen. In april 2017 kwamen zij met de cijfers dat in de provincies 58 à 94 procent van de onderzochte percelen fout was ingekleurd. Hun campagne Schiet In Actie (die inmiddels twee jaar loopt) was zo’n doorn in het oog van de Hubertus Vereniging dat ze zelfs klacht indiende tegen die ‘extremistische groepering die met aanhoudende insinuaties en geïsoleerde voorbeelden een hele groep mensen aanvalt en stigmatiseert.’
HUMO De jagersvereniging neemt jullie cijfers niet ernstig.
Jan Rodts (woordvoerder) «Ze lachen die inderdaad weg. Wij zouden in heel Vlaanderen slechts 241 ‘foute’ hectaren gevonden hebben. Maar het gaat ons niet om de hectaren, wel om de verhouding in de onderzochte gebieden. Zelfs als er geen 70 maar slechts 40 procent van de percelen fout is ingekleurd, dan nog gaat het om duizenden hectaren.»
Door hun actie en de media-aandacht kwam er drie maanden geleden een spoedvergadering op het kabinet van minister Joke Schauvliege met de jagersvereniging en met alle arrondissementscommissarissen. Daar is beslist dat de jachtplannen digitaal toegankelijk moesten zijn tegen de zomer van 2017.
HUMO Is die inkleuring van woonkernen en begraafplaatsen nonchalance of opzet?
Rodts «Vaak is dat bewust en moedwillig gebeurd, zeker in dichtbevolkte regio’s met veel versnippering. Neem nu een zaak in Merelbeke. Daar had een jager het kasteeldomein van Marc Coucke en de hele faculteit Diergeneeskunde van de UGent ingekleurd als jachtgebied, zonder enige toestemming. Hij was ook slechts mondjesmaat bereid om die gebieden uit te kleuren, wat toch op moedwil wijst. Nu hebben we hem voor de rechtbank gedaagd wegens schriftvervalsing. Dat de raadkamer hem doorverwijst naar de correctionele rechtbank, wil toch zeggen dat zij het ook ernstig nemen.»
De jager was na de interventie van Vogelbescherming zijn jachtgebied kwijt: van de 89 hectare resten hem er nog slechts 14; de vereiste 40 hectare haalt hij dus niet meer.
Jachtplannen tegen het licht houden is geen sinecure. Dat ondervond Groen-raadslid Ugo Magnus van de Brabantse gemeente Huldenberg. In 2015 wilde hij bij de arrondissementscommissaris nagaan of de gemeentelijke eigendommen – zo’n 100 hectare bos en landbouwgrond – als jachtgebied stonden ingetekend. Zo simpel moest openbaarheid van bestuur niet begrepen worden: het college van Huldenberg moest eerst een officiële aanvraag tot inzage indienen. Magnus bracht de kwestie op de gemeenteraad en er moest gestemd worden. De oppositie met Groen en SP.A stemde vóór het opvragen van de jachtplannen, de N-VA onthield zich, de meerderheid van CD&V en Open VLD was tégen.
Ugo Magnus «Ik kon dus zelfs geen discussie over de jacht in onze gemeente beginnen, want de meerderheid wilde niet eens die plannen inzien!»
Wild van Wellen
In het Provinciehuis van Hasselt zetelt de Limburgse arrondissementscommissaris. De man is vriendelijk, maar zijn medewerkster wordt licht korzelig naarmate ik meer deelgemeenten opnoem met de vraag of die voor de jacht zijn ingekleurd. Het zijn bijna veertig woonkernen, alleen al tussen Sint-Truiden en Tongeren. Op twee plaatsen na blijkt alles jachtgebied. Ze hebben die kwestie al aangekaart bij het Agentschap Natuur en Bos, zegt ze, maar daar lijkt er niet zwaar aan te worden getild: ‘Als de jagers dat inkleuren als jachtgebied, dan moet je maar aannemen dat zij de toestemming hebben.’
Ik bezoek een aantal dorpen en gehuchten. Dit is het vruchtbare Haspengouw met zijn weilanden, canada’s en uitgestrekte plantages van appelen en peren. Kozen, Binderveld, Runkelen, Gonsem en Zepperen: alles jachtgebied. Groot- en Klein-Gelmen, Rijkel, het grootste deel van Hoepertingen (2.100 inwoners), Kerniel en het onvermijdelijke Kuttekoven, al deze heerlijkheden zijn ingedeeld bij de jacht. Dat blijkt ook uit sommige voortuinen. Daar staan grote majestueuze adelaars, klaar om achter het wild aan te gaan, hun stenen vleugels klapwiekend tussen het keurig aangeharkte grind.
Een apart verhaal is Wellen. Met zijn deelgemeente Herten lijkt het voorbeschikt voor de jacht, en inderdaad, enkel een smalle corridor naar het zuidoosten is ‘uitgekleurd’. De rest van Wellen-centrum (6.000 inwoners!) is jachtgebied: inclusief de Lidl-supermarkt, de sporthal, twee scholen, een rusthuis en de begraafplaats. Wellen is de laatste jaren gemoderniseerd, met nieuwbouw en hoogbouw tot tegen de kerktoren, met een beautycenter, solarium, nachtwinkel, kinderkleding, ijssalon en koffiehuis. Om dat centrum met citymarketing hogerop te tillen, heeft de gemeente een slogan bedacht: ‘Wild van Wellen’. Zoiets kan alleen een vederhoedje verzinnen. Ook tussen Wellen en Tongeren heb je nog veel ingekleurde woonkernen: Wintershoven, Vliermaal, Gors-Opleeuw, Zammelen, Overrepen, Bommershoven, Heks en Widooie.
Voorbij Tongeren ligt Riemst, een skyline in dit glooiende akkerlandschap. Het telt 1.700 inwoners en is – op twee stroken hoofdweg na – helemaal jachtgebied. Daarin vallen baanwinkels, de Aldi, een tegeldiscount, een meubelzaak, een politiecommissariaat en een dienst voor toerisme. Langs de weg ligt een overreden fazant. Het jachtseizoen is hier allicht het hele jaar open, de klopjacht van het verkeer in ieder geval.
Dit is het Vlaanderen met zijn Jagersdreven en Jagerslanen, met zijn tavernes Jagershof en feestzalen De Jachthoorn. De namen dateren uit een tijd toen er nog veel open ruimte was. Nu is Vlaanderen versnipperd en tegelijk maken velen aanspraak op de nog resterende ruimte. Wandelaars, fietsers, ruiters en jagers, maar ook landbouwers, wegenbouwers, aannemers en vastgoedmakelaars.
De Hubertus Vereniging moet niet denken dat hun vijanden ‘de groenen’ zijn. Hun grote vijanden zijn de Vlamingen zelf, die het platteland volbouwen. En dus ook de klassieke meerderheidspartijen, die al decennia akkoord zijn gegaan met lintbebouwing en uitbreiding van bouwgebied rond de dorpen. Een vergelijking met Nederland maakt dat duidelijk. In dat land is 1 op de 614 inwoners een jager. In Vlaanderen is dat 1 op 587, wat vergelijkbaar is. Maar in Nederland beschikt een jager gemiddeld over 112 hectare open ruimte (Waddenzee, Ooster- en Westerschelde niet meegeteld). In Vlaanderen is dat slechts 76 hectare. En zelfs die kleine oppervlakte is niet reëel, omdat daarin ook al de ingetekende woonkernen zitten. Volgens de Hubertus Vereniging telt Vlaanderen 960.000 hectare bejaagbare oppervlakte, een optelling van alle jachtplannen van alle provincies. Iets wringt in die omvang. Neem de totale oppervlakte van Vlaanderen: 1,35 miljoen hectare. Daarvan is zeker 270.000 hectare bebouwd. Rest nog 1.080.000 hectare open ruimte, en daarvan zou 960.000 hectare bejaagbaar zijn? Andere cijfers roepen nog meer vragen op. VITO-onderzoekster Lien Poelmans onderzocht in 2015 voor deredactie.be de afname van de open ruimte. Zij baseerde zich op het kadaster. Dat telt slechts 950.000 hectare open ruimte, hier gedefinieerd als landbouwland, parken, natuur en recreatiegebieden. In dat geval hebben we dus meer jachtgebied dan er open ruimte is.
Deze discussie is in Nederland onmogelijk. Daar zegt het Jachtbesluit dat begraafplaatsen en bebouwde kommen niet meegerekend mogen worden.
Als contrast is het wel leerrijk om naar een visietekst van het Agentschap Natuur en Bos (1 januari 2015) te kijken. Op de vraag of bebouwde kommen en straten wel jachtgebied kunnen zijn, volgt het veelzeggende antwoord: ‘Er staat niet in de wetgeving dat men dergelijke elementen niet als jachtgebied mag inkleuren.’
Welkom in Hagelland. Buk u voor de achterpoortjes.