null Beeld

De korpschef van Molenbeek, hoofdcommissaris Johan De Becker, neemt afscheid: 'Ik zou hier niet willen wonen'

Na vijftien jaar neemt Hoofdcommissaris Johan De Becker afscheid als korpschef van één van de moeilijkste politiezones in het land. Samen met Humo blikt hij terug en vooruit.

Annemie Bulté

'Molenbeek opkuisen vraagt nog minstens tien jaar werk'

‘Daar was het huis van de Abdeslams, ze zijn intussen verhuisd,’ zegt hoofdcommissaris Johan De Becker (56). Hij wijst naar de grijze voordeur met het nummer 30 op het Gemeenteplein van Molenbeek, die twee jaar geleden door camera’s van over de hele wereld werd gefilmd. ‘Mohamed Abrini (de man met het hoedje, red.) woonde net achter de hoek. De achtertuinen van hun woningen grensden bijna aan elkaar.’ En zo kan de commissaris doorgaan. Bijna alle terroristen die hebben meegewerkt aan de aanslagen op 13 november in Parijs en die van 22 maart in Brussel, kwamen uit de driehoek rond het gemeentehuis en het politiecommissariaat in het centrum van Molenbeek. ‘Eerlijk? We hebben het niet zien aankomen. We hadden nooit gedacht dat jongeren die we zelf hebben zien opgroeien, tot zulke verschrikkelijke dingen in staat zouden zijn.’

De aanslagen in Parijs waren het pijnlijkste moment in de vijftien jaar dat Johan De Becker korpschef was van de politiezone Brussel-West, waar Molenbeek onder valt. En er was al niet zoveel positiefs te melden. Hoewel de criminaliteitscijfers onder zijn beleid met 20 procent zijn gedaald, blijven verhalen over no-gozones zijn korps hardnekkig achtervolgen: wijken waar drugsdealers, handtassenrovers en overvallers de regie van de politie hebben overgenomen. Er zijn de herrieschoppers die de politie als de vijand beschouwen en hen met stenen bekogelen, de provocateurs die de naam van de politieman die hen heeft aangehouden op de rolluiken in de winkelstraten spuiten, de jonge drugsdealers die de rook van hun jointjes uitdagend in het gezicht van agenten blazen en hen ‘sale poulet’ noemen.

undefined

null Beeld

undefined

'Er zijn wijken waar we voor een interventie met minstens twee of drie patrouilles ter plaatse gaan, om elkaar te beschermen'

HUMO Molenbeek is niet de populairste gemeente om politieagent te zijn.

Johan De Becker «Nog altijd niet, nee. We hebben moeite om genoeg kandidaten te vinden. Een jonge agent die hier als nieuweling aankomt, is dikwijls verbaasd en zelfs bang als hij kennismaakt met de straatgewoonten van de jongeren. Kom je ergens met een politiewagen voor een interventie, dan staan er meteen vijftig jongeren rond. Sommigen doen dat uit nieuwsgierigheid, maar er zijn altijd een paar snotneuzen die met blikjes, flessen of stenen beginnen te gooien en onze politiewagens beschadigen. Als we een huiszoeking in het centrum doen, wordt er geroepen en getierd – ‘De politie komt mijn zoon arresteren en hij heeft niets gedaan!’ – tot de buren op straat komen en voor opstootjes zorgen. Ik zeg het nog eens: er zijn géén no-gozones in Molenbeek, maar er zijn wel wijken waar we voor een interventie met minstens twee of drie patrouilles ter plaatse gaan om elkaar te beschermen.»

HUMO Agenten vertelden me dat er soms olie op de weg wordt gegoten om de politiewagens te doen slippen.

De Becker «Dat gebeurt. Vorig jaar zijn twee politiewagens in brand gestoken, omdat drugsbaronnen die in die wijken opereren, willen dat wij er wegblijven. Grote hoeveelheden drugs worden uit Marokko geïmporteerd en hier in de straten verkocht. Dealers hitsen de jongeren op om het de politie moeilijk te maken, zodat hun handel in de wijk kan bloeien. Ze proberen de politie in de val te lokken met valse oproepen, en een paar keer deden ze dat door de weg vol olie te gieten. Ze vernielen ook straatverlichting en knippen de kabels van politiecamera’s door – we hebben die kabels onder de grond moeten leggen. Hoe vindingrijker ze worden, hoe creatiever wij antwoorden moeten verzinnen.

»Er zijn geregeld rellen. Er was oproer in 2009 in de Ribeaucourtstraat, waar herrieschoppers wagens en vuilnisbakken in brand staken en bushokjes vernielden. Ook toen hadden drugshandelaars de boel opgehitst. Van de tweede verdieping heeft één van die kerels een butagasfles naar beneden gegooid, op het hoofd van één van mijn politiemensen. Die droeg gelukkig een helm, maar hij raakte wel gewond aan de rug en de nek.

»Een paar maanden geleden was het prijs bij metrostation Beekkant, waar buurtbewoners al een hele tijd klaagden over jongeren die voor overlast zorgden met handtasdiefstallen, drugshandel, vandalisme en intimidatie. Op de laatste autoloze zondag, in maart, stonden een paar jongeren uit de wijk het verkeer te regelen en vroegen ze tol aan de autobestuurders die met een laissez-passer voorbijkwamen. Toevallig was er onder de slachtoffers een politieagent en die heeft de centrale gewaarschuwd. Er is een ploeg van de metrobrigade ter plaatse gekomen, maar hun wagen werd bekogeld met stenen. We hebben toen fors moeten optreden en jongeren moeten aanhouden. Tegenwoordig filmen ze dat allemaal met hun smartphones en zetten ze het op YouTube. En wie zijn de slechteriken? De agenten! Want ze filmen alleen die momenten waarop de politie hardhandig moet optreden. Er wordt een klacht ingediend bij het Comité P, een advocaat schreeuwt moord en brand, ik word zwaar aangepakt. Maar dat er politiewagens vernield zijn en politieagenten gewond zijn geraakt, dat willen ze niet weten.»

HUMO Wat burgemeester Bart De Wever met zoveel drama zei over de jongeren in Borgerhout die de wijken terroriseren…

De Becker «…dat voelen wij hier al twintig jaar. Het is frustrerend om te zien dat de burgemeester van Antwerpen het als iets nieuws voorstelt: ‘Er moet iets gebeuren en er moeten nieuwe middelen komen…’ (Zucht) Er moeten al héél lang meer middelen komen voor de Brusselse kanaalzone. Niet alleen voor Molenbeek, maar voor alle wijken rond het kanaal met veel kansarmoede en jeugddelinquentie. Vandaag brandt het in Molenbeek, morgen in Anderlecht, dan eens in Schaarbeek, daarna raakt Vilvoorde weer in de problemen…»

HUMO De politici willen niet investeren in Brussel, zegt u, omdat het hen goed uitkomt dat de miserie daar zit: dan blijft het rustig in Vlaanderen en Wallonië.

De Becker (knikt) «Zolang de meeste terroristen uit Brussel komen en de meeste vluchtelingen er neerstrijken, zolang hier de meeste armoede is, de mensen in onbewoonbare panden samenhokken en de jeugdcriminaliteit het hoogst is, zijn politici in het noorden en het zuiden van het land tevreden: ‘Laat die brol maar in Molenbeek en Brussel zitten.’

null Beeld

»Er is veel te weinig wil om daar iets aan te veranderen. We hebben vandaag nog altijd een tekort van 125 agenten in ons korps en er is geen geld voor nieuwe aanwervingen. Onze politiezone heeft het laagste budget voor een politieagent per inwoner in het Brussels Gewest, en zelfs in heel België. Wij hebben 313 euro per agent, tegenover 423 euro in Schaarbeek en zelfs 827 euro in Brussel-stad.

»Pas op, ik was blij met het kanaalplan dat er na de aanslagen in Parijs kwam. De minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon (N-VA), heeft middelen vrijgemaakt voor extra ondersteuning van de politie in de negen gemeenten rond het kanaal. Schitterend. Wij kregen er in ons korps vijftig federale agenten bij. Maar de werkdruk is ook groter geworden. Omdat de federale politie zo hard inzet op de strijd tegen terrorisme, hebben ze heel weinig mensen over voor de andere problemen: dat komt allemaal op de schouders van de lokale politie terecht. We doen extra controles naar drugs, wapens en valse paspoorten. We gaan op zoek naar clandestiene moskeeën in garages en opslagplaatsen – van de 43 moskeeën op ons grondgebied blijken er maar 5 erkend. We lichten theehuizen en verenigingen door die banden hebben met extremisme. In Molenbeek blijken er 102 waarvan een bestuurslid aan drugs- of wapenhandel gelinkt kan worden, en bij 51 zijn er banden met radicalisme en terrorisme. Er is de opvolging van de Syriëstrijders of foreign terrorist fighters, de haatpredikers en de geradicaliseerde inwoners. Er is de domiciliefraude en de sociale fraude… We gaan van huis tot huis kijken wie er woont en hebben zo al meer dan 20.000 inwoners gecontroleerd. Daarvan blijken 1.500 mensen al een maand na hun inschrijving niet meer te wonen waar ze beweren te wonen. Dat is enorm!

»Als wij vijfduizend woningen controleren en we stellen vast dat een groot deel niet in orde is met de stedenbouwkundige regels, dan moeten de gemeenteambtenaren daar werk van maken. Weet u hoeveel mensen we hebben op de dienst stedenbouw? Eén. Hoe kan die nu alle problemen in zijn eentje aanpakken? En de burgemeester mag geen personeel aanwerven omdat Molenbeek in het rood staat. Het OCMW en de preventiedienst van Molenbeek zitten in dezelfde situatie. En de parketten. Ook die hebben allemaal extra middelen nodig. We hebben nog minstens tien jaar werk. Als de neuzen in dezelfde richting blijven staan, tenminste.»

HUMO Onlangs ging de interventiebrigade van Molenbeek collectief met ziekteverlof. Een spontane staking omdat ze ‘helemaal kapotgewerkt zijn’.

De Becker «Ik had daar begrip voor, maar de manier waarop ze het aangepakt hebben, vond ik niet zo fijn. Die ochtend kreeg ik het ene whatsappbericht na het andere: ‘Ik meld me ziek.’ ‘Ik neem verlof.’ ‘Ik neem recup.’ De boel lag hier plat, we hebben alles in zeven haasten moeten reorganiseren. Het was een signaal om te zeggen: ‘Het is genoeg geweest, er moet versterking komen.’»

undefined

'We weten dat hier dertig moskeeën zijn die door Saudi-Arabië worden gefinancierd. Zullen die dichtgaan? Ik denk het niet.'

HUMO De druk komt van alle kanten: je hebt de amokmakers in de wijken, de agenten worden nerveus door de onhoudbare werkdruk, én er is de kritiek van buitenaf: onder andere het Comité P legde het Molenbeekse korps op de rooster.

De Becker «Je telkens moeten verantwoorden vind ik het moeilijkst. Elke keer moeten uitleggen waarom we bepaalde dingen doen, elke keer herhalen dat de verhalen die de ronde doen niet waar zijn of genuanceerd moeten worden, en dat we keihard werken. De kritiek gaat soms heel ver. Ook in die eerste dagen na de aanslagen, toen alles in Molenbeek plots slecht was. Ik had het er vooral moeilijk mee omdat men deed alsof men iets had ontdekt. Politici en professoren deden in debatten op tv alsof het allemaal nieuw was, terwijl ik al zo lang aan de alarmbel trek. Het goede was dat ze toen wakker zijn geschoten en beseften dat er iets moest gebeuren. Molenbeek had eindelijk de onverdeelde aandacht. Maar ook dat is snel verwaterd, toen bleek dat er ook terroristen uit andere gemeenten kwamen. Toen bleek dat de terroristen van 22 maart vanuit een safehouse in Schaarbeek waren vertrokken, en er ook verbanden waren met adressen in Vorst en Anderlecht, dacht ik: ‘Lap, we hádden nu eens de aandacht. Alles zal verdeeld moeten worden en we zitten weer in hetzelfde straatje.’»

undefined

'Er lopen honderden jongeren in Molenbeek rond die bekendstaan voor zestig criminele feiten en nog nooit een dag in de gevangenis hebben gezeten'

HUMO U was eigenlijk blij dat Molenbeek een ‘hellhole’ werd genoemd?

De Becker «Ik was blij dat de rest van het land eindelijk inzag dat Molenbeek bijzondere aandacht nodig heeft om een normale gemeente te worden. Maar ik ben daar heel realistisch in: over twee jaar zijn al die goede voornemens weer weggesmolten.

»Het is goed dat de problemen benoemd worden, maar er moet ook iets mee gebeuren. We wéten nu dat er in Molenbeek meer dan dertig salafistische moskeeën zijn die door Saudi-Arabië worden gefinancierd. Zullen die moskeeën dichtgaan? Zullen de salafistische vertalingen van de Koran in het Frans en het Nederlands die in de Ribeaucourtstraat worden verkocht, verboden worden? Ik denk het niet, hè.

»In Molenbeek lopen er honderden jongeren rond die vijftig, zestig criminele feiten hebben gepleegd, en die nog nooit een dag in de gevangenis hebben gezeten. Ik ken een jongen van 15 jaar die al veertig woninginbraken heeft gepleegd, telkens wordt hij opgepakt en weer vrijgelaten omdat er nergens plaats is in een instelling. Wat gaat men daaraan doen? Iemand is illegaal in het land, hij wordt voor de vijfde keer gecontroleerd en hij krijgt telkens een document van ons dat hij het land binnen de vijf dagen moet verlaten. We stellen vast dat hij die papieren telkens opnieuw verscheurt en dat niemand hem lastigvalt. Vervolgens wordt die man opgeslorpt in de drugsverkoop, omdat drugsbaronnen ook zien dat we tegen dat soort mensen niets kunnen beginnen. Ze staan drugs te verkopen aan de kleine Brusselse ring, ze worden opgepakt, weer vrijgelaten… Dat zorgt voor wrevel bij de mensen die de tram of de metro nemen en contact opnemen met de burgemeester: ‘Hier worden open en bloot drugs verkocht!’ De burgemeester vraagt mij om op te treden en dan antwoord ik: ‘Maar we treden op!’

»Over twee jaar zijn er parlementsverkiezingen. We hebben nu vijftig extra agenten die ons via het kanaalplan zijn aangeboden door de minister van Binnenlandse Zaken. Zal zijn opvolger ons dat extra personeel ook gunnen, of moeten we het weer zelf zien te redden? Zo blijven we aanmodderen. En over tien jaar gebeurt er opnieuw iets en zullen politici weer uitroepen: ‘Hoe is het in godsnaam mogelijk?’ We hebben in de jaren 90 zware rellen gehad, met jongeren die de politie dagenlang aanvielen. En er zijn toen allerlei maatregelen getroffen: veiligheidscontracten, preventieambtenaren, straathoekwerkers… De politici steken er een paar miljoen in en kijken er verder niet meer naar om. En 25 jaar later stellen ze vast dat de problemen alleen maar groter geworden zijn.»


Lijkenpikker

HUMO Laten we even terugkeren naar de nadagen van 13 november in Parijs. De internationale verzamelde pers stond hier voor de deur, en u was kop van Jut.

De Becker «Dat waren pijnlijke dagen, vooral toen ik de namen van Salah en Brahim Abdeslam hoorde. Ik kende hen niet persoonlijk, maar wel hun broer Mohamed. Hij heeft jarenlang op het secretariaat van burgemeester Philippe Moureaux (PS) gewerkt en hij kwam me dus geregeld documenten brengen.

»Ik heb hem beter leren kennen in de periode dat Salah op de vlucht was. Mohamed kwam geregeld bij mij polsen of we al nieuws hadden. Hij zei dat hij niet wist waar zijn broer zat en vroeg op welke manier hij kon helpen. ‘Als je iets hoort van je broer, zeg hem dan dat hij zich aangeeft,’ raadde ik hem aan. Hij beweerde dat hij niets van de radicale plannen van zijn broers wist, maar ik ben ervan overtuigd dat hij veel heeft verzwegen, ook achteraf. Toen zijn broer Brahim, die zich had opgeblazen op de terrassen in Parijs, in Brussel zou begraven worden, had ik hem gevraagd om me op tijd te waarschuwen, want ik wist dat het aanleiding tot spanningen kon geven. Dat was ook het geval bij de twee jongens die werden doodgeschoten bij een politie-inval in Verviers in januari 2015 (toen ze op het punt stonden een aanslag te plegen, red.). Die kwamen óók uit Molenbeek. Toen ze hier begraven werden, hebben we maar net een clash tussen sympathisanten en tegenstanders van IS kunnen vermijden. Dat wilde ik geen tweede keer meemaken.

»Brahim is begraven op het islamitische kerkhof in Evere, en Mohamed heeft me níét gewaarschuwd, ik heb het in de pers moeten vernemen. Achteraf werd duidelijk waarom: er waren op de begrafenis handlangers van zijn voortvluchtige broer Salah aanwezig. Ik heb hem gebeld en gezegd: ‘Mohamed, ik denk dat je zaken voor mij verbergt, met jou wil ik geen contact meer.’ Sindsdien heb ik hem niet meer gezien.»

HUMO In 2010 was hij veroordeeld omdat hij als ambulancier overledenen van hun bezittingen beroofde. Was u verrast toen dat bekend werd?

De Becker «Nee, dat verbaasde me niet. Ik wist dat er op het gemeentebestuur heel wat mensen werken die een tweede kans krijgen. Dat was de politiek van burgemeester Moureaux en van de schepen van Personeelszaken, Jamal Ikazban. Ze deden dat omdat honderden Molenbeekse jongeren niet aan de bak raakten door hun criminele verleden, of gewoon omdat ze van Molenbeek zijn.»

HUMO De Abdeslams woonden recht tegenover het gemeentehuis in een sociale woning waar ze al lang geen recht meer op hadden. Maar nu zijn ze verhuisd?

De Becker «Brahim is dood, Salah zit in de gevangenis en Mohamed woont niet meer bij zijn ouders – ik denk dat hij uit Molenbeek is weggetrokken. De ouders Abdeslam zijn met hun jongste dochter verhuisd naar een kleinere woning in de gemeente. Een sociale woning, ja, daar hadden ze volgens hun inkomen recht op.

»Hun vroegere huis staat nu leeg. Het is de bedoeling dat er in het hele huizenblok een grote herberg komt met Belgische bieren en Brusselse specialiteiten. Burgemeester Françoise Schepmans wil een signaal geven: we hebben een mooi gemeenteplein waar de mensen een terrasje kunnen doen en een hapje eten. Op de hoek van het huizenblok zit nu al een café, Brass’Art, waar alcohol wordt geserveerd.»

HUMO Symbolisch.

De Becker «Dat café is inderdaad een uitzondering in het centrum van Molenbeek, want uitbaters die het wagen om alcohol te serveren, worden door de buurt onder druk gezet om het niet te doen. In het centrum van Molenbeek wonen voor 80 procent mensen van Marokkaanse afkomst, meestal moslims. Daar zitten veel brave, integere mensen bij, maar we mogen niet blind zijn voor de radicale onderstroom van salafisme en religieus sektarisme.»

HUMO En toch hebben jullie de voorbije jaren niet gezien hoe straatboefjes onder jullie neus veranderden in jihadi’s die massale moordpartijen zouden aanrichten?

De Becker «Nee. Wat we wel hebben zien aankomen, is de radicalisering van een bepaalde laag van de bevolking. De Koranmuziek die weerklinkt in de bazaars aan de Gentsesteenweg hoor je niet in de Brabantstraat in Schaarbeek, hoewel je daar dezelfde soort winkels hebt. We hebben steeds meer moskeeën zien opduiken, samen met de haatpredikers. Er was de aanval op het politiecommissariaat in 2012, georkestreerd door Sharia4Belgium, na het zogenaamde nikab-incident. Een vrouw met een nikab verzette zich hevig bij een identiteitscontrole en sloeg de tanden van een politieagente uit. Dat bleek de vriendin van Fouad Belkacem te zijn. Die trommelde zijn vrienden in Vilvoorde op om het commissariaat aan te vallen. Ze hebben de garage opengebroken en er zijn agenten gewond geraakt. Maar het ergste is dat een week later een Fransman van Maghrebijnse origine de Thalys heeft genomen en in metrostation Beekkant twee van mijn politieagenten is komen neersteken uit wraak, omdat we een gesluierde dame hadden gecontroleerd en gewelddadig hadden aangepakt.

»Al die dingen hebben ertoe geleid dat we in 2012 met een cel antiradicalisering zijn begonnen, toen nog met twee politiemensen. Vandaag zijn ze met elf, en ze stellen negenhonderd dossiers per jaar op.»

HUMO Kenden jullie de sympathieën voor IS van de broers Abdeslam?

De Becker «Voor een deel. Wat Brahim betreft, hadden we een proces-verbaal opgemaakt waarin stond dat hij naar Syrië was vertrokken en ook was teruggekeerd. Over Salah was er een pv dat hij plannen had om naar Syrië te gaan. We hadden die twee geseind, en ze zijn ook allebei verhoord door onze diensten toen ze naar België terugkwamen. Ze hebben natuurlijk alles ontkend en het dossier is overgeheveld naar de federale politie. Op een bepaald moment zijn de dossiers daar zonder gevolg geklasseerd.

»Ik kan in eer en geweten zeggen: wat we aan informatie hadden, hebben we overgemaakt. Maar het is ook waar dat we daarbij niet aan aanslagen hebben gedacht. In 2015 werd het fenomeen van de Syriëstrijders nog heel anders bekeken. Burgemeesters waren blij dat ze van die jongeren af waren – die stonden hier bekend voor criminele feiten. ‘Als die willen sterven in Syrië of Irak, laat ze dan maar vertrekken, dan hebben wij een zorg minder,’ was de reactie.

Intussen zijn er 46 Molenbekenaars uit Syrië teruggekeerd. Van hen zitten er tien in de gevangenis, tien anderen staan onder toezicht van de justitiehuizen of dragen een enkelband.»

undefined

'De Molenbeekse jeugd radicaliseert steeds meer, en op steeds jongere leeftijd. Dat is heel verontrustend'


Radicalen van 12

HUMO Zijn jullie, na de val van IS in het Iraakse Mosul, extra alert voor terugkeerders?

De Becker «We zijn permanent alert. Maar het probleem zijn niet zozeer die terugkeerders, maar mensen die in Molenbeek wonen die níét op de OCAD-lijst van potentiële terroristen staan, en die zich toch laten inspireren door het extremistische gedachtegoed. De kerel die eind juni de mislukte aanslag in het Brusselse Centraal Station pleegde, Oussama Z., stond op geen enkele lijst, hij was niet bekend voor radicalisering en woonde in een residentiële wijk. De Mettewielaan: dat is de zogenaamde goede kant van Molenbeek, met mooie herenhuizen en flatgebouwen. Buren hebben nooit iets aan hem gemerkt. Hij werkte als verkoper in één van de gsm-winkels aan de Gentsesteenweg. En zo’n man raakt aan springstof en materiaal om een bom te maken, en probeert een aanslag te plegen. Van de mensen die op de OCAD-lijst staan, kennen we de namen, maar zulke onbekenden die totaal niet opvallen, vormen het nieuwe gevaar.»

undefined

null Beeld

HUMO Deradicaliseringsambtenaar Olivier Vanderhaeghen vertelde in de commissie 22/3 dat de Molenbeekse jeugd meer en meer radicaliseert, op steeds jongere leeftijd.

De Becker (knikt) «Heel verontrustend. Toen Olivier opleidingen over radicalisering ging geven aan leerkrachten in Molenbeek, vertelden die hem dat ze met jongens van 12 jaar in de klas zaten die ervan overtuigd waren dat het Westen een groot complot tegen de islam smeedt. Dat de aanval op de WTC-torens in New York het werk was van Israël, dat alles wat in de kranten staat over de aanslagen foute berichtgeving is, bedoeld om de moslims te schaden. Dat horen ze blijkbaar thuis of in hun kennissenkring vertellen.

»12-jarigen: dat zijn jongeren die over zes jaar gaan stemmen en deel uitmaken van de actieve samenleving in België. Dat is de toekomst. Olivier is daar geweldig van geschrokken en zegt dat er iets moet gebeuren, niet alleen bij het gerecht en de politie, maar veel breder. Er moet een globaal plan komen. En hij heeft volkomen gelijk. Met een kanaalplan alleen red je het niet. Dat neemt de voedingsbodem voor radicale ideeën niet weg.»

HUMO Politici hebben nooit geïnvesteerd in Molenbeek, maar de vorige burgemeester, Philippe Moureaux, riep altijd dat er géén problemen waren in zijn gemeente. Het was een laboratorium van vreedzaam samenlevende culturen.

De Becker «Moureaux besefte heel goed dat we een probleem hadden. Alleen wilde hij dat niet toegeven aan de buitenwereld. Hij dacht altijd: ‘Ik ga het zelf oplossen.’ En hij kon niet tegen kritiek. Hij vond dat zijn bevolking te veel met de vinger werd gewezen en hij heeft er alles aan gedaan om ze te verdedigen. Daar is hij waarschijnlijk een stuk te ver in gegaan, ja. Hij wist dat de criminaliteit dreigde te ontsporen, maar hij dacht dat hij de situatie onder controle had. Hij zag ook dat hij weinig kon verwachten van de gerechtelijke instanties. Er was nooit plaats in de instellingen en de jongeren werden steeds vrijgelaten. Dus probeerde hij zelf oplossingen te zoeken.»

HUMO Maar het feit dat jullie een augiasstal moeten uitmesten op het vlak van sociale fraude en domiciliefraude, heeft toch te maken met het jarenlange cliëntelisme en de laksheid van Moureaux? Zo heeft hij de sociale vrede gekocht en konden extreme ideeën blijven gisten.

De Becker «Ja… Hij stond daar niet alleen in, hoor. In die jaren leefde in Molenbeek het idee dat de verstotenen van de maatschappij bij ons terechtkonden: ‘Mensen moeten kansen krijgen, wij gaan hen een toekomst bieden, en een beter leven.’ Het was een idealistische visie. Tegelijk was Moureaux een grote verdediger van het politieapparaat, toch niet zo evident voor een socialist. Hij vond dat de politie haar rol moest kunnen spelen. Hij was er zich van bewust dat het grondig fout aan het lopen was.»

HUMO Is het niet vreemd dat jullie in zo’n gekleurde gemeente een bijna uitsluitend blank korps hebben?

De Becker «Natuurlijk, dat kan veel beter. Van de 937 agenten zijn er... (denkt na) een dertigtal van Maghrebijnse origine. Bijna verwaarloosbaar. En het zijn niet allemaal Brusselaars, ze komen ook van Limburg, Antwerpen en Wallonië. Het probleem is dat de Molenbeekse jongeren vaak wel het juiste profiel hebben, maar niet slagen voor de selectieproeven. We hebben nooit aan positieve discriminatie gedaan, maar we proberen dat voor een stuk op te vangen door Brusselse jongeren aan te trekken bij de gemeenschapswacht. Zij hebben misschien niet het juiste diploma, maar wel de ervaring van de wijk.»

HUMO Woont u zelf in Molenbeek?

De Becker «Nee, ik heb altijd in Jette gewoond, en nu woon ik in Dilbeek. Er zijn fijne dingen te beleven in Molenbeek en je hebt hier prachtige huizen, maar ik zou hier niet willen wonen. Ten eerste omdat ik veel te bekend ben: iedereen zou voortdurend met zijn klachten bij mij komen. Maar ook omdat je nooit weet wie je als buren krijgt. Mijn moeder is 80 jaar en woont al sinds 1966 in een sociale woning in de modelwijk in Laken. Boven haar is een Marokkaanse familie komen wonen: Koranliedjes van ’s morgens vroeg tot diep in de nacht. Als ze boven koken, ruikt heel haar appartement naar het eten van de buren. Ze ziet dat vuilnisbakken in het gebouw in brand worden gestoken, bellen kapotgemaakt, haar krant uit de bus wordt gestolen… Ze zucht wel eens dat het allemaal ‘fameus veranderd is’. Dus nee, zo zou ik niet willen wonen. Maar elders in Molenbeek? Waarom niet? Molenbeek is groot en heeft heel mooie kanten. Philippe Moureaux woont in een prachtige wijk. En waar burgemeester Schepmans woont, aan de Vrijheidslaan, is het ook niet mis.»

undefined

'Onze moeder had niet altijd geld om kleren voor ons te kopen, dus ben ik in gekregen kledij opgegroeid. Ik weet wat dat is, niks hebben.'

HUMO Uw oom was politiecommissaris in Vorst, en u bent op uw 18de in zijn voetsporen gestapt.

De Becker «Ja, ik heb mijn vader op heel jonge leeftijd verloren. Ik was 9 jaar, de oudste van drie broers, toen hij aan een hartkwaal is gestorven. Mijn moeder was hoogzwanger van mijn jongste broer. Ze is nooit hertrouwd en heeft zich heel haar leven voor haar jongens ingezet, zodat we onze weg zouden vinden. Ik ben opgegroeid in een sociale woning in de modelwijk aan de Heizel. Luxe heb ik nooit gekend. Maar mijn moeder zorgde er wel voor dat we geen schoolactiviteiten moesten missen; daarvoor spaarde ze een heel jaar door in enveloppes in een schoenendoos. Toen ik 18 was, zat de universiteit er niet in voor mij – ik ben bij de gemeentepolitie van Jette gegaan. Ik ben helemaal onderaan op de ladder begonnen als wijkagent, daarna als interventieagent. Op mijn 23ste werd ik adjunct-commissaris, de jongste van het land. Toen ben ik criminologie gaan studeren. Ik werkte ’s nachts als wachtofficier en overdag zat ik aan de universiteit. Dat heb ik vijf jaar volgehouden, met drie kinderen thuis. Op mijn 36ste werd ik korpschef van Jette, en in 2001, na de politiehervorming, ben ik baas van de politiezone Brussel-West geworden.»

HUMO Heeft uw achtergrond u als politieman beïnvloed?

De Becker «Ik heb het altijd belangrijk gevonden om rekening te houden met de zwaksten in de maatschappij. En ik vind het ook belangrijk om je als politieman integer en correct te gedragen. Ik heb een hekel aan machtsmisbruik.»

HUMO Hoe kijkt u als Brusselaar naar het Samusocial-schandaal, het gegraai van de PS bij de daklozenorganisatie?

De Becker «Als ik had gewild, had ik hetzelfde kunnen doen. De politiezone waar ik baas van ben, heeft een eigen boekhouding, een eigen aankoopdienst, een infrastructuurdienst… Ik vind het schandalig dat mensen die een mandaat van het publiek hebben gekregen, zich op zo’n manier verrijken op de kap van de allerarmsten. Ik vraag me af of ze ’s avonds nog in de spiegel kunnen kijken. Daar zit mijn jeugd ook voor iets tussen: ons moeder had niet altijd geld om kleren voor ons te kopen, dus ben ik in gekregen kledij opgegroeid. Ik weet wat dat is, niks hebben.»

HUMO U gaat nog niet meteen met pensioen na uw vertrek als korpschef.

De Becker «Nee, ik blijf nog twee jaar in de zone als directeur van de dienst Interne Controle. Ik zag het niet zitten om er nog eens vijf jaar bij te doen als korpschef. Het is een job die het uiterste van je vergt. Ik heb wat gezondheidsproblemen, ik heb enkele operaties uitgesteld. Mijn lichaam zegt: het is genoeg geweest, De Becker.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234