Nergens thuis
De lijdensweg van ouders met adoptiekinderen: ‘Had ik de impact vooraf gekend, dan had ik mijn zonen misschien niet geadopteerd’
Na wanpraktijken bij de adoptie van Ethiopische kinderen werkt de Vlaamse regering aan een lijst van criteria waaraan landen moeten voldoen, en tegen 2023 moeten de drie Vlaamse adoptiediensten Ray of Hope, FIAC en Het Kleine Mirakel samensmelten tot één dienst onder toezicht van de overheid. Maar dat is nog niet voldoende voor adoptieouders die bijna even getraumatiseerd lijken als hun kinderen: ‘De adoptie van kinderen uit andere landen zou verboden moeten worden.’
Tussen 1996 en 2017 zijn 936 kinderen uit Ethiopië in Vlaanderen geadopteerd. Dat dat niet altijd te goeder trouw of volgens de regels is gebeurd, kwam pas jaren later aan het licht. Adoptiekinderen getuigden dat hun biologische ouders onterecht dood waren verklaard of dat ze in het tehuis onder druk van nonnen of directeurs over hun leeftijd hadden moeten liegen. De Vlaamse regering liet de dossiers onderzoeken en werkt nu aan een lijst met criteria om te bepalen met welke landen we nog kunnen samenwerken voor interlandelijke adoptie. Maar voor ouders bij wie de adoptie in een nachtmerrie is ontaard, is er maar één oplossing: een verbod op interlandelijke adopties. Eén van hen is Trui Vandewalle, die twaalf jaar geleden een meisje uit Ethiopië heeft geadopteerd.
LEES OOK:
Humo sprak met adoptiekinderen: ‘Duizenden kinderen zoals ik zijn als koopwaar verhandeld, in ruil voor bier en chocolade’
TRUI VANDEWALLE «Ik had een grote kinderwens, maar omdat de juiste partner niet mijn pad kruiste, koos ik na lang beraad voor adoptie. Ik volgde de verplichte voorbereidingscursus bij het Vormingscentrum Opvoeding en Kinderopvang, doorliep het traject bij Ray of Hope en belandde op de wachtlijst. Uiteindelijk kreeg ik het verlossende nieuws: ze hadden een adoptiekindje gevonden.»
HUMO Een meisje van 7 jaar.
VANDEWALLE «In het adoptiebureau mocht ik haar dossier lezen. Daarin stond dat ze was gevonden aan een politiekantoor in Addis Abeba (de hoofdstad van Ethiopië, red.), dat haar moeder dood was en haar vader vermist. Meer wisten ze niet. Zelfs haar leeftijd was twijfelachtig: ze hadden haar gevraagd hoe oud ze dacht dat ze was. De dag waarop ze haar hebben gevonden, is genoteerd als haar verjaardag.»
HUMO Hoe wisten ze dat haar moeder was overleden?
VANDEWALLE «Dat had het meisje zogezegd zelf verteld. Ze vertelde dat ook aan mij, ze beschreef in detail hoe ze het lichaam van haar moeder had gevonden. Terwijl die vrouw, zo ontdekten we later, helemaal niet dood was.
»Je kunt kinderen brainwashen: als je iets vaak genoeg herhaalt, geloven ze het. Zo is het bij mijn dochter gegaan, en ik weet ook wie het heeft gedaan: Bruk Beyene Ayano, jarenlang de vaste contactpersoon van Ray of Hope in Ethiopië. Hij had haar telkens opnieuw gezegd: ‘Je mama is dood, je papa is verdwenen, je hebt geen broers of zussen, je bent alleen.’ Dat waren flagrante leugens, zodat ze geadopteerd kon worden.»
HUMO Hoe weet u dat?
VANDEWALLE «Dat heeft mijn dochter me verteld: ‘Ik moest liegen over mijn leeftijd.’ En ook: ‘Meneer Bruk duwde me in een busje met veel kinderen. We moesten foto’s laten maken en ik zag er niet jong genoeg uit. Ze deden van alles met mijn haar, ze maakten vlechtjes en staartjes. Meneer Bruk zei: ‘Als je er niet jong genoeg uitziet, wil niemand je.’’ Als ik dan doorvroeg, legde ze een vinger op haar mond, alsof ze iets moest verzwijgen.»
HUMO Uw dochter paste zich aanvankelijk goed aan.
VANDEWALLE «De eerste weken was ze een engeltje, maar dat blijkt typisch te zijn: die kinderen zijn daarop getraind. Stilaan verdween de façade. Op een avond zei ik dat het bedtijd was. Ze keek me boos aan, sloeg hard met haar hand op tafel en schreeuwde: ‘No sleep!’ Dat was de eerste keer dat ik dacht: dat is een karaktertje. Ze werd steeds opstandiger, agressief zelfs.»
HUMO Ze ontwikkelde ook een eetstoornis.
VANDEWALLE (knikt) «Ze leek goed te eten en ze zei dat ze het lekker vond. Daarna hoorde ik haar overgeven op het toilet. Dat komt bij wel meer adoptiekinderen voor: ze gaan zo gebukt onder hun trauma dat ze krampachtig zoeken naar zaken waarover ze wél controle hebben, zoals eten.»
HUMO Hoe deed uw dochter het op school?
VANDEWALLE «De eerste jaren deed ze het vrij goed: ze zat op een steinerschool en die leek haar wel te liggen. Na het vierde leerjaar wilde ze naar een strenge uniformschool, compleet het tegenovergestelde. Als dat haar keuze was, wilde ik haar steunen. Maar daar liep het mis: ze gedroeg zich agressief en onbeleefd tegen de leerkrachten. Ze zat in het vijfde leerjaar toen de directeur me belde: ze zagen het niet meer zitten en wilden mijn dochter van school sturen.
»Ik heb toen onmiddellijk hulp gezocht. Ik ging met haar naar psychologen en psychiaters, maar niemand leek haar trauma’s te begrijpen. Op den duur keken ze naar mij en vroegen ze me in het bijzijn van mijn dochter: ‘Doet ú misschien iets wat die agressie uitlokt?’ Of: ‘Misschien moet ú in therapie gaan.’ Daarna zei mijn dochter tegen mij: ‘Zie je wel, mama, jíj hebt hulp nodig.’
»Haar gedrag werd alleen maar erger. Uiteindelijk volgde ik mijn buikgevoel en zond ik haar naar een kleine katholieke dorpsschool. Ze kwam er terecht bij meester Nathan, een fantastische leraar die haar veel vertrouwen gaf. Alles ging goed en er was dat jaar geen enkel incident. Ik kreeg ook veel steun van mijn huisarts, maar ik hield mijn hart vast. Ik wist dat ze het trauma nog niet had verwerkt.»
HUMO In het derde middelbaar ging het opnieuw fout.
VANDEWALLE «Ze haalde steeds slechtere cijfers. Ze wilde vervolgens naar een sportrichting, maar dat jaar zakte ze. Ze werd agressief en werd opnieuw van school gestuurd. ‘We hebben gefaald,’ zei de directeur. Die man begreep dat er meer achter haar agressieve gedrag schuilging, en dat ze haar niet de hulp hadden kunnen bieden die ze nodig had.
»Uiteindelijk vroeg mijn dochter zelf of ze in de psychiatrie opgenomen kon worden. Daar werd ze eindelijk begrepen. De zorgverleners bevestigden dat het probleem niet aan mij lag, maar aan haar traumatische verleden.»
HETZELFDE DNA
HUMO Intussen ontdekte je dat er gelogen was over haar achtergrond.
VANDEWALLE «Op 30 april 2019 belde een overbuur. Ze vroeg me via welk adoptiebureau ik mijn dochter had geadopteerd. Ze had in de krant een getuigenis gelezen van een meisje uit Ethiopië, dat zei dat Ray of Hope en meneer Bruk haar dossier hadden vervalst. In mijn hoofd gingen alle alarmbellen af. Mijn dochter had van het begin af dingen verteld die niet strookten met wat in haar dossier stond. Als kind maakte ze tekeningen van hutjes, terwijl ze zogezegd in de grote stad had gewoond. Af en toe zei ze: ‘Mijn mama is niet dood en ik ben niet weggelopen.’»
HUMO U klopte toen aan bij het Vlaams Centrum voor Adoptie. Konden zij u helpen?
VANDEWALLE «Ze beloofden me dat ze het verleden van mijn dochter zouden uitspitten. We hebben daar schriftelijke toestemming voor gegeven, op 18 mei 2020. Dik twee jaar later hebben we nog altijd geen nieuws. Gelukkig heb ik niet op hen gewacht: ik ben zelf op onderzoek uit gegaan. Via de adoptiebelangengroep CAFE kwam ik in contact met een man in Ethiopië, en na zes maanden heen en weer mailen hebben we de biologische ouders van mijn dochter gevonden, ook al hadden we amper informatie. Nog voor we de DNA-resultaten kregen, stuurde de man ons al een foto van haar mama: ik zag meteen dat ze sprekend op elkaar leken.
»Het DNA-onderzoek bevestigde wat ik al vermoedde. Die vrouw was haar moeder en mijn dochter bleek vier broers en drie zussen te hebben. Haar beide ouders leven nog, net als haar grootvader. Ik kan me niet voorstellen hoe het voor die mensen geweest moet zijn. Ze hebben veertien jaar niet geweten waar hun dochter was.»
HUMO Ze hadden haar niet zelf afgestaan voor adoptie?
VANDEWALLE «Néé, zeker niet. Ze is meegenomen tijdens een feest waar mensen van heinde en verre naartoe komen. Een vrouw sprak haar vader aan: ‘In Addis Abeba wacht uw dochter een veel betere toekomst. Daar kan ze studeren, ik zal dat regelen.’ Mijn dochter ís verstandig, wellicht werd daarom zij en niet haar broers of zussen eruit gepikt. Haar vader stemde toe, want hij wilde het beste voor zijn kind. Wat later kreeg hij een telefoontje: zijn dochter was vermist.»
HUMO Eigenlijk is ze ontvoerd?
VANDEWALLE «Daar zijn we vrij zeker van, ja. Op die feesten worden vaak kinderen meegenomen onder het voorwendsel dat ze de kans krijgen om te studeren. Het zijn altijd kinderen uit grote gezinnen, want die ouders hebben meestal niet het geld om al hun kinderen naar school te sturen. Het zijn ook bijna altijd mooie meisjes met een niet te donkere huid, want daar is meer vraag naar.
»Ik vind het zo pijnlijk dat zich twéé keer een drama heeft afgespeeld, en dat ik daar ongewild mee verantwoordelijk voor ben: in Ethiopië, waar haar wanhopige ouders niet wisten wat er met hun kind was gebeurd, en in België, bij hun zwaar getraumatiseerde dochter die van haar familie was weggerukt. En ik ben vast niet het enige geval. Veertig adoptieouders hebben intussen de toestemming gegeven voor een fraudeonderzoek.»
HUMO Vindt u dat interlandelijke adoptie moet worden verboden?
VANDEWALLE «Ja, absoluut. Die wantoestanden kun je alleen maar voorkomen door zulke adopties niet meer toe te staan.»
IN DE ZEVENDE HEMEL
Ook in Nederland, Denemarken, Zweden en Zwitserland zijn onderzoekscommissies opgericht om wantoestanden bij interlandelijke adoptie te onderzoeken. In februari 2021 bleek uit een rapport dat de Nederlandse overheid al sinds de jaren 60 weet had van kinderdiefstal via adoptie, fraude en bedrog van de natuurlijke ouders. De adoptieprocedures werden opgeschort, maar een jaar later onder verstrengde voorwaarden weer toegestaan. Rob Marrevee, een Nederlandse vader die samen met zijn vrouw 21 jaar geleden twee broertjes uit Ethiopië heeft geadopteerd, heeft zijn bedenkingen.
HUMO Waarom hebben jullie destijds voor adoptie gekozen?
ROB MARREVEE «Mijn vrouw en ik konden geen kinderen krijgen. We werkten allebei in de jeugdhulpverlening met geadopteerde kinderen. Dus we dachten: misschien moeten we dat gewoon doen.
»We besloten om twee kinderen te adopteren, want eentje leek ons zo zielig. Dat laten ze nu niet meer zo snel toe, heb ik van de kinderbescherming gehoord.»
HUMO Werden jullie niet gewaarschuwd voor mogelijke problemen?
MARREVEE «Jawel, en als ik de impact vooraf had gekend, had ik het misschien niet gedaan.
»We volgden een verplichte opleiding en leerden daarin onder meer over hechtingsstoornissen. Maar dat sterkte ons alleen maar in onze overtuiging. Ik merkte dat ook bij de andere wensouders: oké, nu weten we het, we kunnen het wel aan.»
HUMO Na een lange procedure kregen jullie twee kinderen toegewezen: twee broertjes, één van 4 en één van 1 jaar oud.
MARREVEE «Twee wezen volgens het dossier. Hun vader was gestorven in de oorlog, en hun mama was kort na de bevalling van de jongste overleden. Zij was tijdens haar ziekte opgevangen door haar schoonzus, maar die had al zeven kinderen en zag het niet zitten om er nog twee bij te nemen. Dus bracht ze de jongens naar een tehuis.
»Het waren prachtige jongetjes. We zagen hun foto en waren in de zevende hemel. We geloofden echt in het idee dat je als buitenlandse moeder of vader via adoptie een kind uit een arm land redt en dat je problemen kunt oplossen met een flinke portie liefde. Dat beeld leeft ginds ook. Toen mijn zoon later in Ethiopië vertelde hoe moeilijk hij het had, begrepen ze er niets van. Hij had toch geluk gehad dat hij geadopteerd kon worden?»
HUMO In uw boek ‘Vaderland’ beschrijft u de eerste ontmoeting in het weeshuis. De oudste gaf jullie een kus en murmelde: ‘I love you very much.’
MARREVEE «We voelden wel dat de nonnen hem hadden bevolen dat te zeggen, maar we stonden er verder niet bij stil. We waren voor het eerst in ons leven in Afrika, we zagen die twee ongelofelijk lieve kinderen en we wilden hun een prachtige toekomst garanderen. We leefden in een roes.»
HUMO Terug thuis donderden jullie snel van die roze wolk.
MARREVEE «De oudste werd ’s morgens wel goedgehumeurd wakker, maar hij sprak de taal niet en kon dus niet zeggen wat hij dacht, voelde of wilde. Overdag stapelden de frustraties zich op en tegen de avond schreeuwde en huilde hij, en hij sloeg en schopte al wie hij zag. De jongste zag hem bezig, dacht wellicht dat het zo hoorde en deed hem na.
»Het woog op onze relatie. Mijn vrouw vond dat ik haar te weinig steunde en ik vond dat zij rustig moest blijven. De kinderen voelden dat aan en speelden ons tegen elkaar uit. Als ze klein zijn, heb je nog enigszins vat op hen. Maar naarmate ze ouder werden, kregen we het steeds lastiger.»
HUMO Zes jaar na hun adoptie zat er plots een brief van hun Ethiopische vader in de bus.
MARREVEE «Onze oudste zoon heeft altijd gezegd dat zijn biologische vader nog leefde. Ik had dat weggewuifd en hem geantwoord dat dat niet waar was. En plots bleek hij toch gelijk te hebben. Hij moet de hele tijd gedacht hebben dat hij me niet kon vertrouwen. Ik durfde daarna amper nog Sinterklaas te vieren, want ik wilde echt nérgens nog over liegen.
»We hebben nooit een verklaring gekregen waarom de familie ons had verteld dat de vader was overleden. Misschien dachten ze dat hij dood was omdat hij niet was teruggekeerd van het front? Maar het blijft vreemd dat ze de kinderen hebben weggegeven zonder een bewijs van zijn overlijden. Was er geld mee gemoeid? Officieel ging de vergoeding die wij hebben betaald naar het kindertehuis, maar er doen geruchten de ronde dat de directeur van de stichting veel dure wagens had en op grote voet leefde. Verdiende hij geld aan elke adoptie? Overtuigde hij daarom mensen om een kind af te staan?»
STOPPEN MET BLOWEN
HUMO Jullie hebben de familie in Ethiopië later opgezocht.
MARREVEE (knikt) «We hebben lang getwijfeld. Onze oudste zoon was intussen een tiener, en het ging niet zo goed met hem. Hij had problemen met zijn beendergestel, waardoor hij niet meer kon sporten en heel dik werd. Hij neigde naar een depressie en ook op school had hij het moeilijk. We wisten niet of het wel verstandig was om met hem naar Ethiopië te reizen, maar de jongste wilde heel graag en ikzelf ook. Veel geadopteerde kinderen voelen op een gegeven moment de behoefte om te weten waar ze vandaan komen, dus misschien zou het de oudste goed doen, dacht ik.
»De Ethiopische familie vond het fantastisch dat we waren gekomen, en de jongens werden platgeknuffeld. De oudste raakte er compleet door van slag. Hij had erg zijn best gedaan om zich bij ons aan te passen, zijn verleden te verdringen en opnieuw te beginnen. Plots stond hij terug in zijn land, hij rook al die geuren van vroeger, proefde het eten, ontmoette zijn familie… Het was te ingewikkeld. Terug thuis liep het helemaal uit de hand. Hij luisterde niet meer naar ons, liep weg, blowde en werd agressief. Hij gooide met van alles en sloeg de deur kapot. Hij weigerde hulp en wij stonden machteloos. Een kind kun je verplichten om naar de psycholoog te gaan, maar een tiener niet. Veel steun kregen we niet, mensen haalden de schouders op: ‘Ach ja, de puberteit.’»
HUMO Hoe deed de jongste het?
MARREVEE «Hij schreeuwde vaak en vroeg veel aandacht. Hij had ook moeite met eten, net als veel adoptiekinderen. En als er andere kinderen kwamen spelen, mochten die absoluut niet aan zijn speelgoed komen. Hij kon ook niks weggooien: hij verzamelde alles. En als hij zijn zin niet kreeg, werd hij agressief. Eén keer is hij mijn echtgenote zelfs naar de keel gevlogen.»
HUMO In Ethiopië kwam nog een leugen aan het licht: de leeftijd van jullie oudste zoon bleek niet te kloppen.
MARREVEE «Tijdens een gesprek met de familie zei een neefje: ‘Hij is even oud als ik.’ Onze oudste zoon bleek dus twee jaar ouder te zijn dan we dachten. De anderen praatten snel door, maar ik geloofde die jongen. Het was ons ook al opgevallen dat hij wel heel groot was voor zijn leeftijd.
»Twee jaar geleden, tijdens een andere reis naar Ethiopië, nam zijn biologische vader hem apart om te zeggen dat hij inderdaad ouder is dan op zijn paspoort staat. Hij gaf toe dat ze over zijn leeftijd hadden gelogen, wellicht omdat ze vreesden dat de jongens niet in hetzelfde gezin zouden terechtkomen als het leeftijdsverschil te groot was.»
HUMO Controleren de adoptiediensten de leeftijd dan niet?
MARREVEE «Blijkbaar niet. Het maakte ons onzeker. Wat was nog wel waar? We hebben het uiteindelijk losgelaten. We hebben zijn leeftijd ook niet laten aanpassen: officieel zijn de jongens nu 22 en 25 jaar oud, maar wellicht is de oudste dus 27.»
HUMO Hoe gaat het nu met hen?
MARREVEE «De jongste woont nog thuis, hij wil gaan studeren. De oudste wil dat ook en hij heeft er zeker het verstand voor, maar hij moet eerst zijn verdriet een plek geven. Zo diep zit het trauma dat hij zijn adoptie 21 jaar later nog altijd niet heeft verwerkt. Voorts moet hij leren verantwoordelijkheid te nemen en moet hij stoppen met blowen.»
HUMO Was het beter geweest als hij niet was geadopteerd?
MARREVEE «Hij heeft dat ooit gezegd. Het ging slecht met hem, hij was op kamers gaan wonen en wilde ons een tijd niet zien. Uiteindelijk belde hij me op om te praten, en toen we daar in dat café zaten, zei hij: ‘Je had me beter daar gelaten.’
»Was het beter geweest? We zullen het nooit weten. Ik weet wel dat zijn Ethiopische familie het lang niet slecht doet. Zo miserabel is het leven daar niet. Ik zou het mijn kinderen gegund hebben om op te groeien in hun eigen omgeving, in plaats van hen met een trauma op te zadelen. Ik denk ook vaak aan hun halfzus, die destijds is achtergebleven: dat meisje worstelt óók met een trauma.»
HUMO Daarnet zei u: ‘Had ik de impact vooraf gekend, dan had ik het wellicht niet gedaan.’
MARREVEE «Dat meen ik. Ik krijg nu veel reacties van andere adoptieouders, en ik ben al vaak geschrokken. Ik weet nu wel zeker dat interlandelijke adopties fundamenteel fout zijn. Als je een kind wegtrekt uit zijn omgeving, bezorg je het diepe trauma’s.»
HUMO Wat zegt u tegen wensouders die in een adoptieprocedure zitten? ‘Doe het niet’?
MARREVEE «Ja. Wil je het toch, onderzoek dan op alle mogelijke manieren of er geen sprake is van mensenhandel. En hou er bij de minste twijfel mee op.»