Dagen zonder broer Beeld vrt
Dagen zonder broerBeeld vrt

‘Dagen zonder broer’

De lotgenoten van Jeroen Meus: ‘We moeten over ons verlies praten. Er rust nog zo’n taboe op rouwen, dat moet eruit’

Bij rouwen komt geen handleiding. Wie ermee te maken krijgt – wij allemaal, vroeg of laat – moet een manier vinden om ermee om te gaan, en die zoektocht kan bikkelhard zijn. Dat blijkt ook uit ‘Dagen zonder broer’, het verstillende programma waarin Jeroen Meus na de dood van zijn broer Wim met lotgenoten praat. Vier van hen vertellen hun verhaal in Humo. ‘We moeten dat doen. Er rust nog zo’n taboe op rouwen, dat moet eruit.’

Evelien Roels

PIET & AGNES: ‘GEITJE VOOR GHANA’

Piet Slosse (77) en Agnes Loonis (77) verloren vier jaar geleden hun dochter Nathalie. Ze schreef kinderboeken over moeilijke thema’s, zoals ziek zijn en doodgaan. Haar ouders zetten haar werk voort.

AGNES LOONIS «Piet en ik hadden er altijd van gedroomd om twee kinderen te krijgen, een zoon en een dochter. De zoon zou dan op mij lijken, en de dochter op hem. Het grappige is dat dat ook is uitgekomen.»

PIET SLOSSE «Nathalie was heel geëngageerd en creatief. Ze heeft een tijdlang Grieks en Latijn gegeven in het middelbaar onderwijs. Britney Spears had toen een enorme hit met ‘Baby One More Time’, en zij heeft die samen met haar man en haar leerlingen vertaald naar het Latijn en vervolgens in een studio ingezongen. Die jongeren vonden dat fantastisch.»

AGNES «Ze heeft ook een toneelstuk geschreven, gebaseerd op het mythologische verhaal van Amor en Psyche. Dat speelt zich af op aarde en bij de goden in de hemel, en ze had dat opgelost door boven het podium een groot scherm te hangen, waarop ze vooraf opgenomen beelden toonde. Het was prachtig.

»Na enkele jaren in het onderwijs ging ze voor non-profitorganisaties werken, zoals Dierenartsen Zonder Grenzen. Verandering schrikte haar niet af. Dat had ze misschien wel van mij: ik heb voor sociaal verpleegkundige gestudeerd, maar ik ben vaak van werk veranderd. Altijd met spijt in het hart, maar ik had graag nieuwe uitdagingen. Nathalie ook.»

HUMO Had ze kinderen?

AGNES (knikt) «Een zoon en een dochter. Haar zoontje was 2,5 jaar oud toen ze de eerste keer ziek werd, ze was toen 29. Ze had een knobbeltje in haar borst ontdekt, maar we maakten ons niet meteen zorgen: ik heb dat ook een paar keer gehad, en het was telkens vals alarm. Maar bij haar bleek het gezwel kwaadaardig en ze moest een zware behandeling ondergaan.

»In die periode is ze boeken beginnen te schrijven. Ze zocht een manier om aan haar zoontje uit te leggen wat er aan de hand was, en ze ontdekte dat er geen enkel boek bestond om moeilijke thema’s zoals kanker bespreekbaar te maken voor kinderen. Creatief als ze was, dacht ze: ik ga dat zelf doen, anders lig ik tijdens de chemo toch maar op de sofa. Dat was een serieuze misrekening, want ze was veel te moe en te ziek. Maar het boek is er uiteindelijk wel gekomen: ‘Grote Boom is ziek’ heet het.

»Ze werd volledig genezen verklaard en werd opnieuw zwanger, van een dochter. Toen die 2 jaar oud was, kwam de kanker terug. Nathalie moest opnieuw zware chemo krijgen, maar ze raakte erdoor. Al die tijd bleef ze kinderboeken maken. In 2010 richtte ze met enkele vrijwilligers de vzw Talismanneke op, en haar aanbod groeide. Ze ontwierp bijvoorbeeld ook ‘troostpost’ voor kinderen, waarbij de Tranenfee troost brengt voor kleine en grote verdrietjes. Ze verdiende daar geen cent aan: alle opbrengsten gingen naar de vzw. Haar enige bedoeling was om kinderen te helpen.»

HUMO Toen werd ze een derde keer ziek.

PIET «Ze kreeg last in haar benen. Op het internet las ze dat dat door kanker kan komen, maar de artsen wuifden dat weg: ‘Het is gewoon een ontsteking van de aders.’ Toen ze de kanker uiteindelijk ontdekten, was het te laat. Hij was ontstaan in de pancreas en uitgezaaid in haar lever, hersenen en longen. Er is toen tijd verloren, maar waarschijnlijk had het geen verschil gemaakt als de dokters er twee maanden eerder bij waren geweest. De kanker was erg agressief.»

AGNES «We gingen elke week samen zwemmen. In september zijn we nog twee keer geweest en in oktober kreeg ze die diagnose. Op 10 november 2018 is ze overleden. Het is heel snel gegaan.»

null Beeld Koen Keppens
Beeld Koen Keppens

HUMO Wist ze dat ze niet meer zou genezen?

AGNES «Ik denk het niet. Een kennis had voor de vierde keer kanker, en Nathalie heeft nog gezegd: ‘Ik ga haar record verbreken.’»

PIET «Ik kan me niet voorstellen dat ze het niet wist. Ze bleef hopen. Dat moet je ook doen. Als je ervan uitgaat dat je nog maar enkele dagen hebt, breng je die onvermijdelijk in treurnis door. Zolang je erin gelooft, is elke dag waardevol.»

HUMO Nu zetten jullie haar vzw voort.

PIET (knikt) «Een paar weken na haar dood hebben we met de hele familie een afscheidsviering georganiseerd. We vroegen om geen bloemen mee te brengen: wie toch iets wilde geven, kon een gift aan haar vzw schenken. Veel mensen hebben dat gedaan. Tegelijk boden familie en vrienden hun hulp aan. Wij dachten: als zoveel mensen de vzw willen steunen én willen helpen, kunnen we samen Nathalies levenswerk voortzetten.

»De eerste maanden hebben we echt veel hulp gekregen, gaandeweg hebben een aantal mensen afgehaakt wegens hun gezin of job. Sindsdien zetten we het werk voort met ons tweeën, samen met enkele gedreven vrijwilligers.»

AGNES «We waren van plan om na ons pensioen veel te reizen. Vroeger namen we de trein naar Frankrijk, Italië of Duitsland. We bleven een paar dagen in een stad en kozen dan een nieuwe bestemming. Dat wilden we vaker doen. Het is anders uitgedraaid: nu brengen we veel tijd door in ziekenhuizen en scholen om Nathalies boekjes voor te stellen.»

PIET «De vzw gaf ons die eerste maanden een reden om door te gaan. We hadden iets omhanden. Dat is nog altijd zo. Als er een vraag van een organisatie komt, kijken we in het mailarchief of er al contact is geweest. Soms vinden we dan conversaties tussen Nathalie en de mensen van die vereniging terug, en dan is het alsof we haar horen praten.

»Ze is nog heel aanwezig in ons leven. Ze heeft, net als wij, altijd in Brussel gewoond. Vaak komen we op plaatsen waar we samen zijn geweest, en dan halen we herinneringen op.»

AGNES «We praten vaak over haar. Ik heb gezien waartoe het kan leiden als je dat niet doet. Mijn oudste broer heeft zelfmoord gepleegd toen hij 25 was. Hij werkte als ingenieur in Afrika. Hij was heel begaan met mensen en nam het op voor de plaatselijke bevolking, en dat leidde tot een ernstig conflict met zijn baas. Dat heeft hij niet kunnen verwerken. Zijn dood heeft mijn ouders uit elkaar gedreven, ze rouwden elk op een andere manier. Mijn moeder wilde erover praten, mijn vader kon dat niet. Toen ze later is overleden, is hij hertrouwd. Hij was al in de 80 toen zijn tweede vrouw vroeg wat er precies was gebeurd – hij had haar niets verteld.

»Mijn jongste broer was 13 toen het gebeurde. Hij mocht er thuis ook niet over praten. Hij was heel muzikaal en uitte zich via de muziek, maar mijn ouders wilden graag dat hij naar de universiteit ging. Hij bleef met zijn verdriet zitten en het liep fout. Hij raakte aan de drugs en werd paranoïde, en op zijn 33ste is ook hij uit het leven gestapt. Mijn moeder lag toen op sterven. Volgens mij heeft hij gewacht tot zij het niet meer kon weten.»

HUMO Afschuwelijk.

AGNES «Het heeft mij geleerd om over verdriet te praten. Het sterkt ons ook in de overtuiging dat we Nathalies vzw moeten voortzetten. Vroeg of laat krijgen alle kinderen te maken met verdriet. Dan is alle hulp nodig.»

PIET «Je kunt kinderen ook preventief helpen. Dat was Nathalies overtuiging, en wij zijn het daarmee eens. Als een moeilijk thema ter sprake komt, hoor je soms ouders hun stem dempen, zodat de kinderen het niet horen. Nathalie vond het net goed om hun te vertellen dat er slechte dingen kunnen gebeuren, maar dat er manieren zijn om ermee om te gaan.»

HUMO Jullie hebben me net een foto van haar graf getoond. Er staat een prachtig kunstwerk van een boom op.

AGNES «Haar man heeft dat laten maken. Voor haar, en voor ons. Wij gaan geregeld naar het kerkhof. Soms te voet, een wandeling van dik anderhalf uur.»

PIET «We nemen twee lijstjes mee: de dingen die goed zijn gegaan en de dingen die fout zijn gegaan. Dan zeggen we: ‘Spijtig dat je dit niet hebt kunnen meemaken.’ En: ‘Goed dat dit je bespaard is gebleven.’»

AGNES «Ik zei gisteren nog tegen Piet: ‘Als ons interview verschijnt, ga ik twee Humo’s kopen. Eén voor ons, één voor Nathalie.’ Ik ga het interview uitknippen, in kleine stukjes scheuren en op haar graf verbranden. De rook gaat naar boven, naar haar toe. Dan weet ze dat haar vzw erin staat.

»Op haar verjaardag doen we dat ook. Bij Oxfam kun je bijvoorbeeld een geitje kopen voor een gezin in Ghana. Je krijgt daar een certicifaat van, en ook dat verbranden we aan haar graf.»

PIET «Het zijn rituelen. Die bieden ons steun.»

HUMO Hoe gaat het met haar kinderen?

AGNES «Haar dochter is 13 jaar, haar zoon 17. Het zijn geweldige kinderen. Ze hebben haar creativiteit geërfd. Vooral haar dochter lijkt op haar. Onlangs was ze hier, ze zat gehurkt haar veters te strikken. Dat beeld benam me de adem: het was helemaal Nathalie.»

HUMO Wat missen jullie het meest?

AGNES «Nathalie en ik belden heel vaak met elkaar, gewoon om bij te praten. Tegen haar kon ik alles zeggen. Ze was mijn dochter en mijn beste vriendin. Ook haar levenslust, haar schwung mis ik. Ze zat altijd vol plannen en ideeën: ‘Wat vinden jullie hiervan?’ ‘Zou ik dat doen?’ Als zij binnenkwam, voelde je het bruisen.»

PIET «Ik deed met haar de boekhouding van haar vzw. We kenden daar niets van, we hebben het samen geleerd. We waren er soms twee, drie dagen aan een stuk mee bezig, we wilden dat het klopte. We hebben ons zo geamuseerd met die cijfers. Dat mis ik: samen lachen, plezier maken.

»Soms droom ik over haar, dan word ik tevreden wakker. Het voelt alsof ik haar nog een keer dicht bij me heb gehad.»

AGNES «Haar leven was veel te kort, maar ze heeft wel ongelooflijk veel voor elkaar gekregen en mensen geholpen. Ze was waardevol. Aan die gedachte houden we ons vast.»

null Beeld Koen Keppens
Beeld Koen Keppens

VICKY: ‘NIET STERK ZIJN’

Vicky Delhaie (32) verloor een jaar geleden haar mama aan covid. Zij moest beslissen om de machines af te koppelen.

VICKY DELHAIE «Mijn mama wilde destijds heel graag een kind, maar het lukte haar moeilijk om zwanger te worden. Uiteindelijk was ik daar dan toch. Vandaar mijn naam: voluit heet ik Victoire, naar de overwinning die het voor haar was om mama te worden. Het verklaart wellicht voor een stuk onze band. We waren moeder en dochter, maar ook beste vriendinnen.»

HUMO Je papa was niet in beeld.

VICKY «Het is altijd mama en ik geweest. Wij met ons tweeën. Ik heb een aantal jaar in Amerika gestudeerd, en zelfs toen was onze band ijzersterk. Ik nam een internationaal telefoonabonnement zodat ik haar elke dag kon bellen. Al was het hier dan vijf uur ’s ochtends, ze vond dat niet erg.

»Ik vertelde alles aan mama. De goeie dingen, de slechte. Mijn frustraties. Een paar jaar na mijn studies trok ik in bij mijn vriend, die intussen mijn man is. Maar dan nog bleef mama de eerste aan wie ik alles vertelde. Na haar dood schrok mijn man ervan hoeveel meer hij ineens moest incasseren. Die eerste filter was weg.»

HUMO Ze heeft jullie huwelijk nog kunnen meemaken.

VICKY «We zijn getrouwd op 12 juni 2021. Zes maanden later werd ze ziek. Het bleek corona. We gingen naar haar toe, we spraken haar door het raam. We zagen hoe ziek ze was, ze had veel te weinig zuurstof in haar bloed, ze moest naar het ziekenhuis. Ze raakte in coma, maar ze kwam erdoor. Op mijn verjaardag, 19 januari, was ze wakker. Ze kon niet praten, ze maakte een hartje met haar handen. Het zag er echt naar uit dat het goed zou komen. Toen liep ze de ziekenhuisbacterie op. Op 26 januari is ze overleden.

»Ik heb de beslissing moeten nemen om de machines af te koppelen. Helemaal alleen, ik ben enig kind. Dat was verschrikkelijk, ik wens het niemand toe.»

HUMO Hadden jullie daar ooit over gesproken, op welk moment de behandeling mocht worden beëindigd?

VICKY «Nooit. Ze was 65, ze was daar nog niet mee bezig.»

HUMO Kreeg je ondersteuning van de artsen?

VICKY «Ze deden hun best, zeker de verpleegkundigen hebben ons fantastisch begeleid. Maar die mensen moeten afstand houden. Zich emotioneel loskoppelen. Daardoor liep het soms mis. De dag waarop mama zou sterven, zei één van de artsen ‘innige deelneming’ terwijl ze nog leefde. Dat is hard. Op dat moment geloofde één procent in mij nog altijd dat ze erdoor zou komen.»

HUMO Heb je afscheid kunnen nemen?

VICKY «De eerste week lag ze op de covidafdeling, daar was geen bezoek toegelaten. Toen ze op intensieve zorgen lag, mochten we wel naar haar toe. We moesten achter een raam blijven, maar we zagen elkaar tenminste. Terwijl ik daar stond, belden we elkaar op zodat we ook konden praten.»

HUMO Je mocht haar niet aanraken?

VICKY «Nee. Het erge is dat die regels per ziekenhuis verschilden. Had ze in een ander ziekenhuis gelegen, dan had ik naast haar kunnen zitten, haar hand vasthouden. We hadden daar zoveel nood aan. Maar het mocht niet.

»De dag van haar overlijden mocht ik wel bij haar. Gelukkig. Ze lag in coma, maar ik ben ervan overtuigd dat ze mijn aanwezigheid voelde. Ik voelde ook het moment waarop ze stierf. Haar lichaam bleef hetzelfde, en toch was er iets veranderd.»

HUMO Mocht je in coronatijd mensen uitnodigen voor de begrafenis?

VICKY «Een beperkt aantal. Daarom hebben we de dienst ook gestreamd. Mensen konden thuis meevolgen, en zo kon iedereen die dat wilde erbij zijn. Dat voelde goed. Het klinkt misschien vreemd, maar het was een mooie uitvaart. Geen begrafenis, maar een viering van haar leven. Zo zou ze het gewild hebben.»

HUMO Het organiseren van een afscheidsdienst geeft mensen die eerste dagen een bezigheid. Nadien dreigt vaak het zwarte gat.

VICKY «Ik ben vrij snel weer gaan werken, aanvankelijk halftijds. Mijn baas benadrukte dat ik mijn tijd mocht nemen, maar ik wilde het proberen: wat zat ik thuis te doen? Maar ik werd ziek. Mijn appendix bleek op springen te staan, ze waren er maar net op tijd bij. Na de operatie moest ik rusten, en dat deed me geen deugd, ik had plots te veel tijd om na te denken. Alle vragen en twijfels passeerden, tot zelfs: hoe ga ik ooit kunnen bevallen zonder haar? Ik ben weken thuis geweest, het lukte me niet om te werken. Ik kon niks meer aan, ik kon geen geluid verdragen, geen licht. Elke prikkel was er één te veel.

»Ik moet wel zeggen: mijn omgeving heeft fantastisch gereageerd. Mijn vrienden en collega’s brachten me versbereide maaltijden, ze vroegen hoe het ging. Dat wil ik meegeven aan al wie het meemaakt: aanvaard die hulp. Laat mensen je helpen. En laat ook de rouw toe. Je moet daardoorheen. Duw je het weg, dan komt het later toch naar boven.»

HUMO Volgens velen is het eerste jaar na een overlijden het moeilijkste.

VICKY «Dat klopt ergens wel. Ik ben net jarig geweest, de eerste keer zonder mama. We hebben de feestdagen achter de rug, ook de eerste keer zonder haar. Het zijn moeilijke momenten. Maar voor mij zit het toch vooral in de kleine dingen. Ziek zijn en haar niet kunnen bellen. Toen met mijn appendix had ik letterlijk mijn telefoon al vast, en dan het besef: o, dat kan niet meer. Of zelf een omelet maken met groentjes: die kwam zij ’s middags voor mij maken als ik thuis werkte, zo was ze zeker dat ik mijn gezonde voeding binnen had. Op die grote dagen zoals Kerstmis bereid je je enigszins voor, die kleine dingen komen onverwacht.

»Ik besef hoeveel geluk ik heb met de mensen om me heen. Want niet iedereen weet hoe je met rouw moet omgaan: sommige mensen praten ernaast, ze durven er niet over te beginnen. Ze zijn wellicht bang om iets verkeerds te zeggen.»

HUMO Kún je op die momenten iets verkeerds zeggen? Of is alles beter dan zwijgen?

VICKY «Dat is natuurlijk persoonlijk. Maar wat ik nooit meer naar iemand zal sturen, is: ‘Veel sterkte.’ Toen mijn mama stierf, wílde ik niet sterk zijn. Ik wilde wenen en roepen en in foetushouding in de zetel gaan liggen. Ik weet nu dat je beter gewoon ‘Ik denk aan je’ kunt sturen. Of ‘Ik wens je warmte.’ Eén van de mooiste berichten kwam van een collega: ‘Voel wat je moet voelen en zeg wat je wilt zeggen.’ Maar nogmaals, het is persoonlijk. Er is niet één manier om te rouwen, het is bij iedereen anders. Een vriendin is kort voor mij haar mama verloren. We praten er vaak over, zij heeft dat totaal anders ervaren dan ik.»

HUMO In ‘Dagen zonder broer’ spreekt Jeroen Meus geregeld in zijn recorder. Het is zijn manier om met zijn broer te praten.

VICKY «Ik begrijp dat. Ik schrijf. Ik heb een dagboek – een heel mooi boek, met zwarte pagina’s, waarin je met witte inkt moet schrijven. De eerste periode schreef ik rechtstreeks aan mijn mama. Ik vertelde haar alles, net als vroeger. Nu zijn er periodes waarin ik minder schrijf, en dan weer vaker.

»Rouw evolueert. Ik was vroeger altijd het zonnetje in huis. Dat schreven de juffen al op mijn rapporten. Die levenslust was ik kwijt: ik zag alles grijs, of zelfs zwart. Maar ik ben gelovig, net als mama. Ik moest doorgaan, leven, uit bed komen. En stilaan komen de kleuren terug. Met ups en downs, er zijn dagen dat ik amper vooruit raak. Maar er zijn ook weer momenten waarop ik gelukkig ben. Die stemmen me hoopvol voor de toekomst.»

‘Dagen zonder broer’, Eén, woensdag 8 februari, 20.40

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234