De mailbox van Arnon Grunberg: 'De dadaïstische democratie'
Wat de meerderheid serieus neemt, moet serieus worden genomen. Ook dát is democratie.
Beste Donald Trump,
Paul Krugman schrijft in The New York Times: ‘Echt, Donald Trump weet niets.’ Dat is overdreven, denk ik. Iedereen weet iets. Zelfs u.
In The New Yorker noemt George Packer u een protofascist. Met woorden als ‘fascist’, ‘antisemiet’ of ‘zionist’ moet je oppassen. Voor je het weet beland je in een oeverloze discussie over de vraag of de heer Wilders een fascist is of niet. U kent de heer Wilders vast niet, en beweren dat de heer Wilders de Nederlandse Donald Trump is, zou een belediging voor u zijn. Maar voor zover het Trumpisme een stroming is, kunnen we zeggen dat de heer Wilders de Nederlandse tak van die stroming onder zijn hoede heeft genomen.
In een waarlijk open samenleving mag ook de fascist praten. Nu praat u wat veel, maar zelfs dat mag. Waar een adjectief wordt gebruikt om iemand bij voorbaat de mond te snoeren, dient men altijd op zijn hoede te zijn. Iedereen mag praten. Iedereen heeft het recht om te zwijgen. Hooguit zou je je af en toe moeten afvragen: klopt het wat diegene beweert?
Laten we met deze vaststelling beginnen.
Nu gaan we verder met Paul Krugman. Volgens Krugman is uw onwetendheid niet uniek: velen in uw partij zijn net zo onwetend of verspreiden een soortgelijke onwetendheid. In het verkiezingscircus kan het natuurlijk voorkomen dat mensen onwetendheid verspreiden zonder zelf onwetend te zijn. Dat is vervelend, maar er is weinig aan te doen. De politicus speculeert dat een bepaald soort onwetendheid het goed doet bij het electoraat, en doorgaans klopt dat.
Andermans onwetendheid stelt gerust.
Laten we eerlijk zijn, het democratische proces, voor zover zich dat in de openbaarheid afspeelt, is dadaïstisch geworden. Hoe dadaïstischer de politicus, hoe succesvoller hij is.
Dat is het verhaal van de afgelopen vijftien jaar.
We kunnen dat dadaïsme neofuturisme noemen, wat historisch gezien adequater is. De onredelijkheid is sexy. Wat ten dele waar is, want seks heeft iets onredelijks in zich. Je zou kunnen zeggen dat de aantrekkingskracht van de seksualiteit erin schuilt dat seks zich aan rede en redelijkheid onttrekt.
Walter Benjamin zei dat fascisme de esthetisering van de politiek is. Ik parafraseer. Maar dan zijn we weer bij fascisme en daar wilden we juist niet uitkomen.
Ik zeg dat neofuturisme de erotisering van de politiek is.
U erotiseert. Hoe u dat doet, moeten we misschien een andere keer behandelen. Voor nu volstaat de vaststelling dat u dat doet.
Interessant is dat uw tegenkandidaat een oudere vrouw is, en zoals een vriendin in Düsseldorf een paar maanden geleden zei: ‘Boven de 30 ben je als vrouw dood.’
Ook dat is onrechtvaardigheid. Mijn ervaring is dat hoe ouder je wordt als man, hoe levendiger je wordt als man. Maar deze ervaring hoeft niet iedereen te delen. Vermoedelijk bent u als man altijd al levendig geweest en komt daar uw hoogmoed vandaan.
U laat u voorstaan op uw viriliteit. Wat dat betreft heeft Berlusconi de weg voor u bereid. Qua viriliteit zou ik eerder mijn geld op Berlusconi zetten dan op Trump, want over Trumps seksfeesten hebben mij nog maar weinig geruchten bereikt.
Nu twijfel ik er nauwelijks aan dat uw vermeende of echte viriliteit het gaat afleggen tegen de dossierkennis en het machiavellisme van Hillary Clinton. Dat de Clintons machiavellisten zijn, dat lijkt me duidelijk, maar liever dergelijke machiavellisten dan neofuturisten zoals u. Nee, de Amerikaanse Mussolini bent u niet, en zult het ook niet worden. Het neofuturisme brengt geen Mussolini’s meer voort.
Volgens Krugman zou u ervoor zorgen dat Amerika’s reputatie als betrouwbare schuldenaar verloren gaat. En Krugman zegt dat er nog maar zo weinig zekere beleggingen zijn. Kortom, u zou de gehele wereldorde in gevaar brengen.
Als u gekozen wordt, wat mij uiterst onwaarschijnlijk lijkt, dan zal blijken dat u de Amerikaanse traditie voortzet: continuïteit eerst. Bovendien zit het Amerikaanse systeem zo in elkaar dat de macht van de president in praktijk toch beperkt is. Hij kan wat, maar lang niet alles.
Krugman stelt dat de Amerikaanse staatsschuld geen werkelijk probleem is. Dat blijkt wel uit het feit dat zovelen bereid zijn geld aan Amerika te lenen, terwijl daar nauwelijks rente tegenover staat.
Dat lijkt me een overtuigende analyse.
Nu behandelt Krugman u als gewone politicus en niet als een neofuturist, hij neemt u serieus. Misschien moeten wij het neofuturisme inderdaad serieus nemen. Ook dat is democratie: wat de meerderheid serieus neemt, moet serieus worden genomen.
Packer schrijft in The New Yorker dat u ‘white identity politics’ bedrijft; u mobiliseert de witte middenklasse en spreekt deze klasse aan op huidskleur. Zoals Sanders deze klasse aansprak op economisch leed.
Dat werkt, want de witte meerderheid in de VS wankelt. In wezen voert u een gevecht tegen de demografische realiteit. Een hopeloos gevecht dus.
Maar juist voor hopeloze gevechten wil de massa gemobiliseerd worden. Kijk naar de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Blijft de vraag: waarom neemt een deel van de massa het neofuturisme zo serieus?
Er zit iets ergerlijks aan de redelijkheid. Sommige mensen willen niets liever dan gereduceerd worden tot dierlijke instincten.
Die ontsnappingsmogelijkheid biedt u de wanhopige burgers. Althans, die illusie wekt u met verve.
Vriendelijke groet,
Arnon Grunberg