De mailbox van Arnon Grunberg: 'De schok en de populariteit'
Ik geloof er niets van dat u president wilt worden, ik geloof dat u zich verveelt.
Waarde Donald Trump,
Eigenlijk had ik u willen negeren, omdat ik zoals veel anderen ervan overtuigd ben dat u niet de nieuwe president van Amerika wordt. Mijn tijd is kostbaar, ik kan niet iedere presidentskandidaat met mijn aandacht en analyses verrijken. Ik moet mij beperken tot de winnaars of tot hen die tot de winnaars lijken te gaan behoren. En dat terwijl ik een voorkeur heb voor verliezers, maar als het referentiekader te hermetisch wordt vraag ik te veel van mijn lezers. Een al te hermetisch referentiekader is een waardeloos referentiekader. Men refereert aan het overbekende.
U bent geen Ronald Reagan, daarvoor mist u een joie de vivre. Plezier is niet het eerste wat in mij opkomt als ik naar u kijk. Eerder krijg ik het gevoel dat u gedreven wordt door een verbetenheid die niet van rancune te onderscheiden is. Waarmee bewezen is dat rancune losstaat van inkomen. Al die mensen die zeggen: ‘Verdiende ik maar meer geld en had ik maar iets meer bestaanszekerheid, dan was ik minder rancuneus,’ zouden met u om de oren moeten worden geslagen. U houdt rancune levend alsof u amper meer verdient dan het minimumloon, maar misschien is het levend houden van die rancune dé manier om tot de wereld van de superrijken toe te treden.
Al deze overwegingen schoof ik opzij toen ik een analyse las van David Brooks, die schreef dat uw ideologie uw ego was en dat u daardoor zeer verankerd was in deze tijd. Het ego als ideologie zorgde ervoor dat ik genoeg was geprikkeld om nader tot u te willen komen. Eindelijk weet ik wat ego is: ideologie.
In Nederland is een tijd gesproken, een dag of drie maar dat is in Nederland al heel wat, over het grote, dikke ik. Het was meen ik de voorman van de sociaaldemocraten die het begrip introduceerde, waarna de voorman van de liberalen er met dat begrip vandoor ging.
Eigenlijk hebben we het dus over ideologie als we ‘ik’ zeggen. De grote verhalen zouden verteld zijn, de ideologieën zouden zijn uitgediend, u kent het lied. Nu wordt dat lied zelf ontmaskerd, door u misschien wel: mijn identiteit is mijn ideologie.
Er is geen post-ideologie, alleen noemen we ideologie nu ik.
Het is de ideologie van de schaamteloosheid, de ideologie van de opluchting dat er eindelijk wordt uitgesproken wat voorheen slechts stiekem werd gedacht of slechts in kroegen en huiskamers werd verkondigd, die uw succes bepaalt.
De Nederlander Pim Fortuyn, die beweerde te zeggen wat hij dacht en te denken wat hij zei, maakte gebruik van dezelfde ideologie van de schaamteloze ongeremdheid. Eindelijk kan men zich laten gaan zonder zich daarover slecht te voelen.
Uw merkwaardige uitspraken over Mexicanen, die ik hier maar niet zal herhalen, of over John McCain, die in uw ogen geen oorlogsheld zou zijn omdat hij gevangenzat in Vietnam, passen in dat schema. Over de Vietnamoorlog is veel te zeggen, maar de uitspraak dat een goede soldaat zich niet gevangen laat nemen is een uitspraak die misschien in Japan voor mild applaus zal zorgen, maar in Amerika toch met opgeheven wenkbrauwen zou moeten worden bekeken. Wetend ook dat McCain gemarteld is. Je hoeft het niet met hem eens te zijn, je mag hem verachten, maar marteling blijft marteling.
En toch heeft dit alles geen noemenswaardige invloed gehad op uw populariteit. Precies omdat het ego de ideologie is. U zegt niet eens wat andere mensen denken, u zegt iets waarvan mensen weten dat het niet gezegd mag worden en omdat u, onkwetsbaar door uw geld, dat wel zegt gaat er een schok van opwinding door het publiek. De sociale norm is overtreden, de sociale norm wordt ontmanteld.
U functioneert niet anders dan de gemiddelde stand-upcomedian. De schok en de lach. De schok en de populariteit.
Bovendien kunnen wij ons geruststellen met de gedachte dat u het allemaal niet meent. Ik geloof er niets van dat u president wilt worden, ik geloof dat u zich verveelt.
Volgens Brooks is ons gevoel voor eigenwaarde op een dieptepunt beland, en u zou dat gebrek aan eigenwaarde symboliseren. We zijn niets, maar Donald Trump is ook niets en toch is hij superrijk, daaraan kunnen we ons hart ophalen.
De ideologie van het ego verdient dus nuancering, want die ideologie werkt alleen maar als er genoeg geld tegenover staat om dat ego schaamteloos zijn gang te laten gaan.
De eerste de beste bedelaar zou gebruik kunnen maken van dezelfde methode en zal vermoedelijk slechts op walging en hoon stuiten.
De overtreder moet immuun zijn, de ideologie van het ik is de ideologie van de straffeloze overtreding. Zodra u gestraft wordt, zal uw overtreding niet meer werken. Het is precies daarom dat ik denk dat u geen serieuze kandidaat bent.
Wie de politiek in wil, moet eerst en vooral rekening houden met straffen en gestraft worden. En uw ideologie van het ego gaat juist uit van straffeloosheid.
Voor een man als u is religie vermoedelijk bevredigender dan de politiek. Men streeft naar eeuwige roem, maar voor de strategische denker biedt religie heden ten dage meer mogelijkheden.
En de religie kan ook wel een Trump gebruiken.
Vriendelijke groet,
Arnon Grunberg