BOEK★★★½☆
De moed waarmee Jesmyn Ward het verlies van vijf dierbaren wereldkundig maakt, is bewonderswaardig
Dit is het moeilijkste wat Jesmyn Ward ooit heeft gedaan, schrijft ze: vertellen over de periode waarin ze vijf dierbare mannen heeft verloren, onder wie haar broer. De doodsoorzaken (drugs, zelfmoord, geweld, een ongeval) verschillen, maar Ward zoekt toch een verband en, vooral, een antwoord op de hemeltergende vraag: waarom? De Afro-Amerikaanse schrijfster groeide op in het zuiden van de VS, waar ‘hoop en vooruitzichten even vluchtig waren als ochtendmist’. Wie kon ontsnappen aan de kansarmoede, de criminaliteit en het structurele racisme, kampte dan wel met werkloosheid of een ontwricht, vaderloos gezin. Het zadelde zwarte Amerikanen vaak op met een chronisch gebrek aan zelfvertrouwen, een verhoogde kans op psychische stoornissen en vroegtijdig opgegeven dromen.
Jesmyn Ward trapt geregeld in de valkuilen die eigen zijn aan autobiografieën: de gebeurtenissen droog optekenen leidt tot een monotone cadans, en ze schat slecht in welke persoonsgebonden informatie de lezer kan boeien. Het schort aan uitmuntende verwoordingen, verfrissende inzichten en kippenvel, wat toch mag verbazen gezien de behandelde onderwerpen. Desondanks is de moed waarmee Ward het verlies van vijf dierbaren wereldkundig maakt en de doden een gezicht geeft, bewonderenswaardig.