De mooie mens in Marc Erkens: pianist en muziekkenner uit 'Culture Club'
‘Marc Erkens maakt in tien minuten een hele week pulptelevisie goed’, ‘Al vijf keer teruggespoeld!’ en ‘Geef die man een eigen programma!’: het zijn maar enkele reacties die op sociale media de ronde deden na Erkens’ felgesmaakte passage in ‘Culture Club’, Canvas’ nieuwe cultuurtalkshow.
'Ik heb altijd met evenveel plezier naar Bach en Brahms geluisterd als naar Frank Zappa en Neil Young'
Marc Erkens is het opleidingshoofd Muziek op de Leuvense campus Lemmens van de LUCA School of Arts én de oom van Jasper Erkens. Hem vol vuur horen vertellen over de uitgebeende akkoorden in Nick Caves ‘I Need You’, of de betekenis van de eenzame hobo in de Vijfde Symfonie van Beethoven horen verklaren terwijl hij vol overgave op de piano tokkelt, doet iedereen kennelijk zin krijgen in méér. Hierzo!
Marc Erkens «Ik, een revelatie? Ach, ik ben slechts tien minuten op de buis geweest! Tot mijn eigen verbazing wist het publiek dat te smaken, want mijn vrouw zegt altijd dat ik over the top ga (lacht). Je moet weten: op mijn 20ste stond ik voor klassen vol pubers, en werd ik aanvankelijk uitgelachen toen ik opdraafde met een goedbedoelde sonate van Beethoven. Ik ben toen gaan nadenken over hoe ik mijn materiaal kon verkopen aan die gasten, en die bevlogenheid ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Ik ben blij dat m’n enthousiasme aanstekelijk werkt: er kunnen nooit genoeg muziekambassadeurs zijn.»
HUMO Zeker niet voor klassieke muziek, die toch vooral geassocieerd wordt met de oudere, gegoede klasse.
Erkens «In de tijd van Bach droegen mensen pruiken en bepoederden ze hun gezicht – wie vandaag zo rondloopt, wordt uitgelachen. Klassieke muziek klinkt in onze oren ook heel ongewoon, maar je moet achter de kleertjes kunnen kijken: dan ontdek je de oprechtheid. Ik geef repertoirestudie aan de studenten van het eerste jaar, die vaak niet veel van klassieke muziek kennen: het is mijn taak hun de grote meesterwerken bij te brengen. Bij de eerste beluistering van minder voor de hand liggende werken denken ze: ‘What the fuck is this?’ Maar ik moedig hen aan ernaar te blíjven luisteren: kunnen ze dat niet, dan zijn ze niet in de wieg gelegd om muzikant te worden. Van mij moeten ze luisteren tot de schellen van hun oren vallen: ‘Yes, nu snap ik het!’ Want je kunt dat wel degelijk leren: zelf ben ik opgegroeid met Elvis Presley en Pat Boone, aangevuld met kinderdeuntjes uit onder meer de Fabeltjeskrant. Maar op m’n 11de ben ik naar de muziekacademie gegaan en later naar het conservatorium, en luisterde ik met evenveel plezier en overgave naar Johann Sebastian Bach en Johannes Brahms als naar Frank Zappa, Neil Young en Electric Light Orchestra.»
HUMO Wat moeten uw studenten dan snappen?
Erkens «Dat zelfs renaissancistische componisten als Giovanni Pierluigi da Palestrina niet zo erg verschillen van hedendaagse muzikanten: toen al werd dezelfde boodschap uitgedragen. Een kunstenaar heeft het altijd over zichzelf, maar wordt pas begrepen als wat hij zegt ook herkenbaar is voor anderen. Waarom gaan zoveel nummers – ook honderden jaren geleden al – over liefdesverdriet of de angst voor de dood? Omdat die thema’s tot de menselijke kern behoren.
»Tijdens de Verlichting werd er op een heel constructieve manier naar muziek geluisterd: hoe steekt de muziek in elkaar? Wat is de verhouding tussen de verschillende melodieën en welke rol speelt elk instrument? De kunst is om bijna muziekanalytisch te gaan luisteren: dan kun je álle muziekgenres appreciëren. Het probleem is echter dat we tegenwoordig op een romantische manier naar muziek luisteren – ‘Vind ik dit mooi?’ – omdat we verwachten dat muziek gevoelens uitdrukt. Terwijl het niet de muziek is die gevoelens uitdrukt: het is de muziek die bij ons gevoelens oproept. En daar zijn bepaalde codes voor: met een aantal goed gekozen klankcombinaties kun je een sfeer van hemelse romantiek oproepen, dan wel van speelse suspense of angstaanjagende horror. Komende vrijdag zal ik het in ‘Culture Club’ bijvoorbeeld hebben over filmmuziek. Welnu, als je iemand aan een appartementsgebouw van honderden meters hoog ziet bengelen, en er zit daar een vrolijk pianoriedeltje onder, dan denkt de kijker: ‘Dit loopt goed af.’ Hoor je daarentegen dreigende tonen, dan weet je ook hoe laat het is. Fascinerend!»
HUMO (hangt aan de lippen van Erkens)
Erkens «De reden waarom we nu op een romantische manier naar muziek luisteren, komt doordat we de kunsten en de wetenschappen van elkaar zijn gaan scheiden. Onze gevoelens en dromen – kortweg: je romantische zelf met alle gespletenheid van dien – kanaliseren we nu in kunst. Dat was vroeger anders: kunst en wetenschap vulden elkaar aan, en zo werd tot kennis bijgedragen. Kijk maar naar Leonardo da Vinci: die was zowel wetenschapper als kunstenaar.
»Nu, iedere generatie zoekt zijn eigen muziek. Toen mijn zoon doorhad dat ik ook naar lichte muziek luisterde, heeft hij zich vol overgave op de heavy metal gestort, omdat hij ervan overtuigd was dat zijn vader dat niet zou kunnen volgen. En dat is ook zo: ik merk wel dat de muzikanten zich volledig geven, maar ik word er niet door meegesleept (lacht). Je zult me ook nooit op Tomorrowland vinden – als een beat een mechanische dreun wordt waaraan alles wordt vastgeknoopt, is die muziek bij voorbaat gedoemd om zich niet meer te kunnen ontwikkelen – maar ik blijf bijvoorbeeld wel teruggrijpen naar Daft Punk. Ik begrijp het geheim van die twee mannen met hun motorhelm nog steeds niet, maar dat ze mij verschillende keren kunnen doen luisteren naar een genre dat mij niet aantrekt, betekent dat er echtheid in hun nummers zit. En die authenticiteit heb je nodig om een klassieker te maken, al kun je niet op voorhand voorspellen wat de tand des tijds zal doorstaan.»
HUMO Er bestaat niet iets als een muzikaal genie?
Erkens «Het kernwoord is: authenticiteit. En je hoeft daarvoor geen genie te zijn. Je hebt musici die aan het begin van hun carrière ongelofelijk beklijvende muziek weten te schrijven, en daarna wel een mooi vakmanschap opbouwen, maar die snaar in je ziel niet meer weten te raken. Ze blijven hun oorspronkelijke boodschap herkauwen zonder die een extra dimensie te geven. Ik luister bijvoorbeeld veel liever naar Sting ten tijde van The Police – ‘Every Breath You Take’ is nog steeds onvoorstelbaar goed – dan naar de Sting die tegenwoordig een streepje jazz in zijn nummers incorporeert. Dat heb je in de klassieke muziek trouwens ook: Igor Stravinsky was in het begin van zijn carrière baanbrekend en grensverleggend, maar heeft daarna zijn invloed verloren.
»De kunst is om jezelf eerlijk in de muziek te blijven projecteren. Dus vind ik Nick Cave in de documentaire ‘One More Time with Feeling’ (over de plaat die hij maakte na het tragische ongeluk waarbij zijn 15-jarige zoon om het leven kwam, red.) eerlijk en moedig. Ik heb zelf een dochter die een vijftiental jaar geleden heel ziek geworden is – we waren bang dat we haar zouden verliezen – en wanneer ik Cave dan hoor zeggen dat hij en zijn vrouw besloten hebben voortaan gelukkig te zijn, dan begríjp ik dat. Het is typisch voor een muzikant of kunstenaar dat hij niet kan zwijgen: het enige wat Cave kán doen, is muziek maken. De muziek is zo ontbeend en recht voor de raap, dat een figuur als Nick Cave, waar je in het dagelijkse leven weinig feeling mee zou hebben, plots een mens onder de mensen wordt.
»Muziek is één van de mooiste dingen die we kunnen nalaten als soort: het bewijst dat we tot zoveel meer in staat zijn dan enkel destructiviteit. Met muziek kun je niet kwetsen; je kunt alleen maar een brug slaan.»