null Beeld

De negen levens van Kuifje

Tweeëndertig jaar na het overlijden van zijn bedenker Hergé is Kuifje alive- and-kicking. Van de avonturen van de jonge reporter werden wereldwijd al 200 miljoen exemplaren verkocht, en dat terwijl hij ettelijke keren ten dode werd opgeschreven.

Brecht Decaestecker

Het is juli 1948. Hergé vecht in Gland, aan het meer van Genève, tegen een joekel van een burn-out. Hij schrijft een brief naar Marcel Dehaye, zijn vriend en medewerker bij het tijdschrift Kuifje. Uit het document, opgevist en gepubliceerd door zijn biograaf Philippe Goddin, komt een gebroken man tevoorschijn. Hergé – de uitgeschreven versie van de initialen van Georges Remi, maar dan in omgekeerde volgorde (R.G.) – is Kuifje moe. ‘Kuifje is achterhaald,’ schrijft hij.

Kuifje was als stripverhaal begonnen in de krant Le Vingtième Siècle en Hergé had de reeks in de jaren 30 zodanig geperfectioneerd dat hij de beste striptekenaar ter wereld was geworden. In de eerste albums, zoals ‘Kuifje in het land van de Sovjets’ en ‘Kuifje in Afrika’ zaten nog veel karikaturen en clichés, maar ‘De blauwe lotus’ uit 1936 was zijn eerste echte meesterwerk, waarin hij een politieke situatie – de Japanse invasie in China – als decor gebruikte en waarin hij zijn eigen stijl, later omschreven als de ‘klare lijn’, combineerde met de Chinese kunst van de kalligrafie. Tijdens de oorlogsjaren schreef hij het dubbelverhaal ‘Het geheim van de Eenhoorn’ en ‘De schat van Scharlaken Rackham’. Daarin perfectioneerde hij niet alleen het gebruik van kleuren, maar ontpopte hij zich ook tot fenomenaal verhalenverteller.

Tijdens de oorlog publiceerde Hergé in Le Soir, een krant die werd gecontroleerd door de nazi’s. Gevolg: na de bevrijding bevond hij zich in het kamp van de verraders.Maar de uitgestoken hand komt van Raymond Leblanc, een voormalige verzetsstrijder die het tijdschrift Kuifje wil oprichten. Op die manier zuivert hij de naam van Hergé, maar al snel botst het tussen de uitgever en de artistieke leider geregeld over de inhoudelijke keuzes. Met ‘De 7 kristallen bollen’ en ‘Kuifje en de zonnetempel’ levert hij nog twee tijdloze meesterwerken af, maar hij doet er langer over dan vroeger en is vaak afwezig op de redactie van het tijdschrift.

null Beeld

Bijna waren het de laatste albums van Kuifje geweest, maar Hergé herpakt zich. Hij koopt een domein in Céroux-Mousty in Waals-Brabant, waar hij rust hoopt te vinden, en aan de Avenue Louise richt hij de Studios Hergé op. Hij omringt zich met vaste helpers die veel werk overnemen. Bob De Moor wordt zijn eerste assistent. Zijn coloriste heet Fanny Vlamynck. Ze is 27 jaar jonger, maar hij wordt tot over zijn oren verliefd. In 1977 scheidt hij van zijn vrouw Germaine Kiekens om met Fanny te kunnen trouwen.

In de jaren 50 groeit Hergé als artiest naar zijn hoogtepunt. De albums ‘Raket naar de maan’ en ‘Mannen op de maan’ brengen Kuifje en Bobbie op de plaats waar Neil Armstrong en Buzz Aldrin pas zestien jaar later zullen landen. Ze bulken van de indrukwekkende research en de verrassende wendingen, en spelen in op een verlangen dat toen alomtegenwoordig was. Hergé is de Jules Verne van zijn tijd, én een superster. En toen moest ‘Kuifje in Tibet’ nog verschijnen. En toch gaat het niet goed met Kuifje. Hoe gelukkiger Hergé wordt, hoe minder vruchtbaar dat blijkt voor zijn held. Tussen 1960 en 1976 zullen nog amper drie albums verschijnen, waarin de hand van zijn medewerkers bij Studios Hergé overduidelijk is. Hij gaat schilderen, koopt kunst, sluit nieuwe vriendschappen met kunstenaars en filosofen, ontmoet persoonlijke helden als Andy Warhol en gaat op reis.


Madame Bovary

Als Hergé in 1983 sterft na een gevecht tegen leukemie, wordt ook Kuifje andermaal doodverklaard. ‘Kuifje en de Alfa-kunst’, het album waar hij op dat moment aan bezig is, wordt nooit afgewerkt, omdat Hergé voor zijn dood verschillende keren had aangegeven dat Kuifje geen avonturen meer mocht beleven zonder hem. ‘Kuifje, dat ben ik, zoals Madame Bovary ook Flaubert was.’

Na een panelgesprek vorige week over ‘De toekomst van Kuifje in het digitale tijdperk’ in het Londense Somerset House – waar nog tot het einde van de maand een geweldige tentoonstelling over Kuifje loopt – vertelde Hergés Engelse vertaler en biograaf Michael Farr: ‘Bijna iedereen dacht toen dat het gedaan was met Kuifje. Zo zei Bob De Moor: ‘Als er geen nieuwe albums meer verschijnen, kent over vijf jaar niemand Kuifje nog.’’ Hij zat ernaast: toen Hergé overleed, waren er 70 miljoen exemplaren verkocht, vandaag zijn dat er 200 miljoen.

Volgend jaar volgt een nog grotere tentoonstelling in het Grand Palais in Parijs. En zes jaar geleden opende het prachtige Hergé-museum in Louvain-la-Neuve, waarvan het draaiboek werd geschreven door de gevierde Nederlandse illustrator Joost Swarte.

Ongetwijfeld hebben honderdduizenden onze held leren kennen dankzij de tv. Want Raymond Leblanc richtte niet alleen na de oorlog het tijdschrift Kuifje op, in 1954 stampte hij tekenfilmstudio Belvision uit de grond. Daar werden Kuifjefilmpjes van vijf minuten en zelfs twee langspeelfilms gemaakt, die Hergé niet goed vond. En die honderdduizenden fans werden er miljoenen in 2011, toen de film ‘De Avonturen van Kuifje: Het geheim van de Eenhoorn’ verscheen, geproduceerd door Peter Jackson en gemaakt door Steven Spielberg. Sindsdien lopen van Sint-Petersburg tot Sydney nieuwe, jonge fans van Kuifje rond.

‘Ik heb Kuifje zoals zovelen leren kennen op de televisie,’ zegt Simon Doyle, een Schot die vandaag het forum en de sociale media van de website Tintinologist.org beheert. ‘Eerst op een elektronisch scherm, dus. Vervolgens heb ik hem ontdekt op papier, en nu laat ik fans van over de hele wereld over hem in gesprek gaan, alweer op een elektronisch scherm. Zo zal het voortaan altijd zijn.’

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234