De niet zo fictieve verkrachting van succesauteur Jessica Knoll
De Amerikaanse Jessica Knoll maakte met haar debuutroman ‘Het gelukkigste meisje ter wereld’ een gedroomde entree in het boekenvak. De realiteit achter de fictie is minder rooskleurig. ‘Het is best moeilijk om een vrouw te zijn.’
'De eerste reactie is bijna altijd: twijfelen aan wat de vrouw zegt'
TifAni FaNelli is een jonge, succesvolle vrouw met een al even succesvolle verloofde, een perfect lichaam – size zero – en een kleerkast zo groot als het appartement van de doorsnee New Yorker. Maar ze heeft een duister verleden dat ze zo diep mogelijk wil begraven: ze werd als tiener door meerdere jongens verkracht, op wat later ‘een uit de hand gelopen feestje’ genoemd zou worden.
Helaas heeft Jessica Knoll niet enkel haar stijlgevoel gemeen met haar hoofdpersonage: het boek is fictie, de inspiratie ervoor niet. De schrijfster was aanvankelijk niet van plan haar geheim met de wereld te delen, tot ze op een literair evenement benaderd werd door een vrouw. Knoll: ‘Ze vroeg me of ik als research voor mijn boek slachtoffers van verkrachting geïnterviewd had. Nee dus. Ze was in de war omdat ze de beschrijving zo realistisch vond. Toen kreeg ze tranen in haar ogen en vertelde me hoe ze zelf bijna verkracht werd. ‘Fuck it,’ dacht ik, en toen heb ik haar gezegd dat ik het zelf had meegemaakt. Dat was de eerste keer.’
Na deze ontmoeting schreef Knoll een essay dat online gepubliceerd werd in Lenny Letter, de vrouwennieuwsbrief van de immens populaire Lena Dunham (‘Girls’). De eerste zin van Knolls pakkende tekst: ‘De eerste persoon die me vertelde dat ik het slachtoffer van een groepsverkrachting was, was een therapeut, zeven jaar na de feiten.’
HUMO Net als je personage heb jij geprobeerd om over je verkrachting te praten, en wel met de dokter – een vrouw – bij wie je na die verschrikkelijke nacht de morning-afterpil ging halen.
Jessica Knoll «Inderdaad. Ik was 15, hopeloos op zoek naar hulp en bescherming. Ik beschreef de dokter wat er die avond gebeurd was. Toen ik vroeg of wat er met me gebeurd was verkrachting was, antwoordde ze dat ze niet gekwalificeerd was om daarop te antwoorden. Ik vrees dat vrouwen dit wel vaker meemaken. Dat is de tweede en zo mogelijk nog ergere misdaad: niet alleen overkomt je iets traumatiserend, maar daarbovenop gelooft niemand je. Niemand staat aan jouw kant. Je hebt geen stem. Voor mij was dat een tweede verkrachting.»
HUMO Hoe is zoiets mogelijk?
Knoll «Bijna altijd als er een verkrachtingszaak in de media komt, is dat de eerste reactie van het publiek: twijfelen aan wat de vrouw zegt. Mensen doen dat uit angst, want uiteindelijk zijn we allemaal bang om pijn te lijden en te sterven. We willen onszelf wijsmaken dat zoiets alleen anderen overkomt, dus gaan we als volgt redeneren: ‘Ik zou nooit zo dom zijn om zo veel te drinken en dan alleen rond te lopen in een slechte buurt met een kort jurkje aan.’ Het slachtoffer beschuldigen is een laf verdedigingsmechanisme.
»Weet je, in veel gevallen is de verkrachter iemand die je kent. Toen ik een tiener was, dachten de meeste mensen nog dat een verkrachter een enge man was die je midden in de nacht van je fiets sleurt en kidnapt. Ze wilden niet leven in een wereld waarin je vriendelijke buurjongen of je eerbiedwaardige collega zoiets zou doen, dus dan is ontkennen gemakkelijker.»
HUMO Heb je het indertijd aan je ouders verteld?
Knoll (kortaf) «Daar wil ik niet over praten. Ze hebben gedaan wat ze konden.»
HUMO Aan het einde van het boek confronteert TifAni één van haar verkrachters met wat hij gedaan heeft. Heb jij dat ook gedaan?
Knoll «Nee. Ze hebben zich ook nooit geëxcuseerd, maar dat had ik ook niet verwacht.»
HUMO Is zo’n confrontatie belangrijk voor het genezingsproces?
Knoll «Niet echt, want uiteindelijk gaat het niet over hen, het gaat over mij. Dat ik nu mijn eigen stem heb en zelf het verhaal kan vertellen, dát is belangrijk. Het werd veel te lang door anderen verteld, in een versie die maar weinig met de realiteit te maken had. Toen ik zeventien jaar geleden op maandagmorgen op school aankwam, had het verhaal al de ronde gedaan. En als iedereen die hoort wat er gebeurd is, je een slet noemt, ga je dat – als jonge en beïnvloedbare tiener – al snel geloven. Pas toen ik ouder werd, kon ik de situatie helder bekijken, kon ik erkennen: ‘Ik werd verkracht.’»
HUMO Dus koos je ervoor zelf je echte verhaal te doen in Lena Dunhams Lenny Letter. Waarom daar?
Knoll «Eigenlijk kwam het gewoon toevallig zo uit, maar ik ben ook een grote ‘Girls’-fan, en dan vooral omdat hoofdpersonage Hannah Horvath zo’n bewonderenswaardige antiheldin is. Ze is de vrouwelijke Don Draper. Hannah stoot heel wat mensen tegen de borst omdat ze zich niet gedraagt als een stereoptiepe vrouw. Ze is niet altijd vriendelijk en gedienstig, ze is écht. Daardoor kunnen jonge vrouwen zich veel beter met haar identificeren dan met al die halfzachte, zeemzoete vrouwelijke suikerspinpersonages die we op tv massaal door de strot geramd krijgen.»
HUMO Ze zíét er ook niet uit zoals de meeste vrouwelijke tv-personages – in tegenstelling tot jouw TifAni, die wél extreem slank is.
Knoll «Inderdaad. Ze is slank, heeft een man én een succesvolle carrière, iedereen vindt haar leuk. Ik wilde iemand tonen die schijnbaar op alle fronten slaagt. Maar in haar hoofd en achter die perfecte façade zit een hoop ellende, pijn en woede. Met TifAni toon ik hoe de extreme druk die op vrouwen rust om perfect te zijn, ervoor zorgt dat het verval zich inzet aan de binnenkant.»
HUMO Daarbij is het lichaam cruciaal: TifAni wil zo dun mogelijk worden, het is haar manier om de controle te herwinnen. Hannah Horvath, die niet aan het schoonheidsideaal voldoet, trekt zich daar niets van aan en draagt mini-outfits wanneer ze maar wil.
Knoll «Hannah schaamt zich niet voor haar lichaam, hoewel ze een lichaam heeft waarvan de maatschappij en de media haar vertellen dat ze er beschaamd voor zou móéten zijn. Dat is een vorm van rebellie, een kleine heroïsche daad. Mijn personage conformeert zich in het begin volledig aan wat er van haar verwacht wordt, en dat doet haar pijn, maar op het einde neemt ze de touwtjes zelf in handen.»
HUMO Alle vrouwen voelen de druk, zeg je, om er goed uit te zien, carrière te maken en een goede partij aan de haak te slaan. Jij dus ook. TifAni conformeert, Hannah Horvath rebelleert. Hoe ga jij met die druk om?
Knoll «Ik heb helaas nog niet echt een manier gevonden. Ik weet het echt niet. Ik vind het best moeilijk om een vrouw te zijn, al voel ik wel dat schrijven me emancipeert. Mijn essay de wereld insturen was absoluut een manier om de dingen zelf in handen te nemen, en dat was heel spannend, want ik wist op voorhand niet hoe de mensen zouden reageren.»
HUMO Op het einde van je essay schrijf je dat je kwaad bent, woedend zelfs. Denk je dat die woede ooit zal wegebben?
Knoll «Ik hoop het. Een belangrijke stap in het verwerkingsproces is: niet meer ontkennen wat er gebeurd is. En dat heb ik nu pas gedaan, dus het is veel te vroeg om te zeggen dat ik het verwerkt heb. Ik neem het gewoon dag per dag. Net als de reacties op mijn essay: na het verschijnen ervan ben ik een maand op een literaire tournee geweest, ik heb dus nog totaal geen tijd gehad om het allemaal te verwerken. Daar ben ik nu mee bezig.»