De Nieuwe Snaar - Foor 11
Er zijn er misschien die zich afvragen of de Nederlandstalige mengelmoesmuziek van De Nieuwe Snaar in de TTT-kolommen thuishoort. Ligt er in hartje winter sneeuw op de allerhoogste Alpentoppen - om maar íéts op te werpen? Welaan dan!
We beheersen het werk van De Nieuwe Snaar niet zoals we het oeuvre van pakweg Bob Dylan, Warren Zevon, The Velvet Underground of eels desgewenst voor u kunnen uitspellen en becommentariëren, pin ons dus niet vast op de hiernavolgende stelligheid, maar met 'Foor 11' - de muzikale neerslag van hun tigste tournee, waarmee ze al ruimschoots een jaar en nog tot diep in 2010 door België en Nederland trekken - hebben Jan Desmet en zijn maten misschien wel de strafste plaat uit hun al lange carrière gemaakt.
Oké, het Vlaams en de dwingende dictie van met name Desmet zijn de eerste paar beluisteringen altijd weer confronterend (hij deelt dat met onder anderen De Mens, Monza en in zijn tijd RvhG), en de cabareteske zijsprongetjes met hoog Drs. P-gehalte (zoals de trilogie 'Ludmilla / Marialied / Ludmilla (reprise)', over wurgseks met een jarretel) zijn in het cultureel centrum in uw buurt ongetwijfeld amusante showstoppers dan wel hilarische dijenkletsers gebleken, maar in de beslotenheid van de huiskamer, de wagen of de mp3-oortjes klinken ze algauw net dat tikkeltje té jolig. 't Is kritiek, en tegelijk een groot compliment, want de rest van 'Foor 11' steekt daar schril tegen af en getuigt van zo'n brede muzikale smaak dat wij dit alleen maar een fijn plaatje kunnen noemen. Een a.v.'ke (aangename verrassing).
Het is op 'Foor 11' toegestaan af en toe aan de Balkan light van Beirut te denken, te slikken bij de weemoedigheid die 'The 'King'' uitwasemt (een bewerking van Richard Thompsons 'From Galway to Graceland', over een van de wereld vervreemde vrouwelijke Elvis-fan), te huiveren bij 'Graven' (met de mantra 'Het is graven, graven, graven... / Graven in de gruizelige grond'), of te verwijlen bij de grote dode Johnny Cash ('Geen vrouwen in de groep'):namen die in deze kolommen al eens opduiken. Elders wordt er op grootouders wijze vaardig gerock-'n-rold ('De hellevaart in de poliep'), weerklinkt er ontregelende samenzang ('Zwijg'), of wordt er een blikje blues opengetrokken. Om maar te zeggen!
Men dient van het leven al een paar djoefen op de smoel te hebben ontvangen om de onderhuidse weemoed op 'Foor 11' ten volle te kunnen smaken. Maar hey, zelfs een melkmuil moet op déze kermis zijn gading oliebollen kunnen vinden.
En by the way: er ligt in hartje winter véél sneeuw op de allerhoogste Alpentoppen!