'De noodcentrale' op Eén
Zelden zo prettig aan het lijntje gehouden.
Net wanneer het verzadigingspunt zich aanmeldt, wanneer zowat elke hulpverlener z'n fifteen minutes of fame heeft gehad en het zwaaien van een blauw licht op ons scherm al lang geen opzien meer baart, komt 'De noodcentrale' met de oplossing: afstand nemen. In recente, verwante reeksen als 'De recherche' en 'Helden van hier' kregen de hulpverleners in kwestie nog - met succes - GoPro-cameraatjes op de borst geplakt om het laatste nog niet belichte oogpunt bij noodgevallen in te nemen: dat van de agent of brandweerman zélf. Vernieuwend, maar nòg dichter op de huid zitten kon onmogelijk.
In 'De noodcentrale' moest u echter al érg goed kijken om ook maar één agent, dokter of met roet besmeurde brandweerman op te merken. De actie, of het gebrek daaraan, vindt plaats waar het allemaal begint: in de telefooncentrales waar de oproepen die leiden tot zulks heldhaftigs binnenlopen. In de praktijk betekent dat: veel beelden van flauw verlichte callcenters. Maar gaandeweg ontvouwde zich, in de eerste aflevering en onder tl-licht, een voorzichtig portret van mannen en vrouwen zonder uniform, die beroepshalve de eerste golfbreker vormen waartegen golven van wanhoop, angst en afgrijzen, die langs de telefoon komen aangerold, kapotslaan. Aan hen de loodzware verantwoordelijkheid om uit te maken of al die hoogoplopende emoties ook écht in proportie zijn met de feiten.
In de eerste aflevering varieerden die feiten al van een bijna komisch aandoende oproep over een ontsnapt damhert tot een akelige noodkreet waarbij een geval van partnergeweld hoorbaar werd. De wetenschap dat de stemmen achter de oproepen vervormd werden of opnieuw ingesproken werden, hielp niet altijd om het onbehaaglijke gevoel dat ze meebrachten af te schudden. Niet zelden wisselden zulke oproepen elkaar meteen af, stuk voor stuk echo's die een achterliggende en eindeloos ingewikkelder gebeurtenis deden vermoeden.
Hoe die noodgevallen eruitzagen, of hoe ze uiteindelijk uitdraaiden, kwam je echter niet te weten: eens de hoorn op de haak ging, was het afgelopen - op naar de volgende. Bevreemdend, al voelde dat vooral zo omdat wij niét dag in dag uit met zulke kleine soundbites van leed geconfronteerd worden. En ergens waren we daar ook dankbaar voor.
Wie ons op voorhand had verteld dat we nog in spanning naar een documentaire over een callcenter zouden kijken, hadden we zelf professionele noodhulp proberen aanpraten. Maar 'De noodcentrale' bewees dat het kon.
Quote
'Zo, dat heb ik weer goed ingeschat. Schouderklopje? Bedankt.' - Calltaker (zo heet een telefoniste in 'De noodcentrale') Hazira wees geregeld eens op het pijnlijk gebrek aan lof dat haar en haar collega's te beurt valt.