null Beeld

De Olympische Winterspelen: de tricks en kicks van Seppe Smits

Seppe Smits (26) is niet voor één gat te vangen. De snowboarder uit Westmalle, die tijdens de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in Pyeongchang de Belgische driekleur zal dragen, geldt als een belangrijk medaillekandidaat. Maar succes is niet wat hem drijft. Liever komt hij op voor de planeet: ‘We consumeren te veel, en door mijn sport heb ik een te grote voetafdruk. Ik wil natuurvriendelijker gaan leven.’

jan hauspie

'Het podium halen is een bonus. Een móóie bonus, maar ik wil vooral genieten'

Het plan was om Seppe Smits samen te brengen met dat andere Belgische snowboardtalent Sebbe De Buck, vlak voor hun vertrek naar het Zuid-Koreaanse Pyeongchang, waar vrijdag de 23e Olympische Winterspelen van start gaan. Maar De Buck is met een gebroken pols teruggekeerd van de World X Games in de Verenigde Staten – zijn laatste wedstrijd voor de Spelen – en brengt die ochtend noodgedwongen in het ziekenhuis door. En Smits zit met een lichte irritatie aan de knie, het gevolg van een val eind vorig jaar.

Seppe Smits «Wij nemen berekende risico’s, nooit onverantwoorde. Soms val je keihard, maar wandel je gewoon weg. ‘Even blijven liggen, en zien of ik mijn benen nog kan bewegen.’ Na twee minuten besef je: ‘Hier kom ik goed weg.’ Andere keren denk je ‘valt wel mee’, maar doe je je plank uit en kan je niet meer stappen. Zoals nu: door een windstoot kwam ik tekort op een sprong. Niets aan de hand, leek het. Achter mij was ook een meisje zwaar gevallen. Ik wilde naar haar toe lopen, en voelde plots een pijnscheut. Ik had blijkbaar een bot in mijn knie gekneusd. Niet erg – ik kan alles doen wat ik wil – maar wel vervelend: ik voel de pijn als ik snowboard, en dat sluipt toch in je hoofd.»

HUMO Zijn valpartijen en blessures onvermijdelijk?

Smits «Ik brak al mijn beide sleutelbenen, en mijn linkerbovenarm. Op vijf plaatsen zelfs, maar toch: meer dan vervelend is het niet. Je hoort me niet klagen. Gebroken botten zijn minder erg dan gescheurde ligamenten. Botten groeien weer aan mekaar en zijn dan weer even sterk als voordien. Ik scheurde maar één keer de kruisbanden van mijn knie, en dan nog maar half. Ook toen was een operatie niet nodig.»

HUMO Nooit een doodsmak gemaakt?

Smits «Dat ik dacht: nu is het gedaan? Nee, dat niet. Ik ben wel één keer redelijk zwaar op mijn rug gevallen, in Canada. Ze moesten me afvoeren met de banaan.»

HUMO De banaan?

Smits (lacht) «Een speciale draagberrie in de vorm van een banaan, voor in de sneeuw. In het ziekenhuis namen ze scans, maar ze wilden mij niets zeggen. Alleen tegen mijn coach: ‘Er is iets mis.’ Ze dachten dat ik mijn rug gebroken had. Bleek dat het om een oude blessure ging, waarvan ik nooit iets gemerkt had. Ik ben gewoon buitengewandeld.»

HUMO Is snowboarden voor waaghalzen?

Smits «Mensen zeggen: ‘Jullie zijn zot!’ Maar neem nu Kim Meylemans: zij raast aan 140 per uur over een bobsleebaan, met haar hoofd zóveel (houdt handen 15 centimeter van elkaar) van de grond. Dát is pas zot!

»Mocht je mij als 10-jarige hebben gezegd dat ik ooit sprongen van 20 meter zou maken, ik had je voor gek verklaard. Ik was 15 toen ik voor het eerst sprong op een wereldbekerwedstrijd big air. Ik stond boven op de piste, met mijn coach. Het is daar zo steil dat je niet eens ziet waar je zal landen. Dat was schrikken. Maar dan zie je anderen springen en denk je: ‘Als zij het kunnen, waarom ik dan niet?’ Je vóélt de adrenaline. Na drie of vier keer wordt het routine.»

HUMO Voel je soms nog angst?

Smits «Af en toe, ja. Dan moet je even wachten, anders loopt het fout. Door de jaren leer je wel zelfvertrouwen op te bouwen en angst om te zetten in adrenaline en motivatie.»

HUMO Wat voel je als je in de lucht hangt?

Smits «Adrenaline en plezier tegelijk. Een sprong duurt maar tussen 2 en 2,5 seconden, maar omdat je zó gefocust bent, lijkt het veel langer. Veel van wat je doet, zijn automatismen. Maar je moet ook over veel nadenken: hoe je draait, hoe je je trick uitvoert. Je stuurt constant bij. Merk je dat je te kort zal landen, dan maak je je wat compacter om iets sneller te draaien. Dreig je te ver te vliegen, dan probeer je de rotatie te vertragen.»

HUMO Je suist door wondermooie landschappen. Geniet je daarvan?

Smits «Nee (lacht). Zodra je in de lucht hangt, kijk je alleen maar naar de landing, om in te schatten hoe ver je nog moet. Je hoort ook niets meer, tot je bent geland. Dan pas dringt het geschreeuw van het publiek tot je door. Heel speciaal is dat, plots zit je terug in de wereld.»

HUMO Heb je tijdens een sprong een verminderd besef van tijd en ruimte?

Smits «Alsof je door de hemel zweeft? Dat is me iets te filosofisch (lacht). Je zwééft ook niet, je maakt een spróng. Je voelt hoe de zwaartekracht je naar de grond trekt. Ik weet niet of vogels genieten van wat ze hoog boven de bergen zien, maar voor mij volstaan die 2,5 seconde niet om me als een vogel te voelen. Dat gevoel van vrijheid ervaar je meer bij skydiven. Ik deed het één keer, een duosprong. Ik had te weinig controle, vond ik. De volgende keer spring ik alleen uit dat vliegtuig, daar haal je meer adrenaline uit.»

HUMO Altijd maar die adrenaline.

Smits «Ik ben geen adrenalinejunkie, ik zoek het niet elk moment van de dag op. Plezier, dáár gaat het om. Maar een geslaagde triple cork (een drievoudige rotatie, red.), dat geeft adrenaline. Je stuwt je lichaam met iets moeilijks naar zijn grenzen.

»’s Zomers ga ik graag surfen. Een grote golf pakken, ook dat geeft een kick. Net als snowboarden in poedersneeuw. Of een roadtrip maken. Daar ben ik drie zomers geleden samen met mijn vriendin Kaat mee begonnen. De eerste keer door Californië, Arizona, Utah en Nevada, daarna door Portugal, en vorige zomer zijn we door het noorden van Zweden gestapt. Twee weken lang, met de rugzak, zonder stromend water of elektriciteit. Zonder bereik op je gsm. Ook dat is je limieten verleggen. Jezelf uitdagen. Nieuwe dingen ontdekken en niet in de routine blijven hangen: zo probeer ik te leven.»

HUMO Vanwaar heb je dat?

Smits «Mijn vader is piloot. Langeafstandsvluchten, New York was een van zijn vaste bestemmingen. Azië ook. Toen ik nog in de kleuterklas zat, ging ik af en toe mee. Dan vloog hij naar Thailand of de Dominicaanse Republiek en zat ik naast hem. Als familie konden wij meevliegen aan een goedkoop tarief, en vóór 9/11 waren de regels soepeler: mijn broer of ik mocht dan in de cockpit zitten. Dat was altijd een gevecht over wie het opstijgen en wie de landing in de cockpit mocht meemaken. Heel cool!

»De reismicrobe en de hang naar andere culturen heb ik daar meegekregen. Ik vind vliegen nog altijd fascinerend, en ik vertoef graag in luchthavens. Maar België blijft mijn uitvalsbasis, ik kom hier graag thuis omdat ik hier structuur heb. Californië of Bali zijn enorm plezant, maar om me er te settelen? Het blijft toch voelen als vakantie.»

HUMO Hoe werd je verliefd op de sneeuw?

Smits «Mijn ouders waren skiërs. Elk jaar gingen ze zoals zoveel Belgen op wintervakantie. Toen ik 3 was, namen ze mij voor het eerst mee.

»Mijn broer Anthony is een jaar ouder, wij deden alles samen. We hebben veel sporten gedaan: skiën, keurturnen, basketbal, tennis, breakdance, zwemmen... Toen we steeds meer snowboarders op de piste zagen, wilden we dat ook eens proberen. Op slag werd het mijn passie. Een trainer klampte onze ouders aan: ‘Er zit talent in die mannekes.’

»Twee jaar later begonnen we met indoortrainingen in Snow Valley, in Peer. Een uur rijden vanuit Westmalle, waar we woonden, maar mama vond dat niet erg. De enige regel was dat ons huiswerk klaar moest zijn voor we vertrokken. In de auto keken we naar snowboardfilmpjes. Op de terugweg sliepen we. Uitgeteld. En de volgende ochtend weer naar school.»


Steentje bijdragen

HUMO Klopt het dat je moeder jullie in de weekends ook naar de Alpen reed?

Smits «Een keer of vijf per jaar, ja. We vertrokken op vrijdag, na ons huiswerk. Mama reed de hele nacht, mijn broer en ik sliepen in een soort bed achterin de auto. We kwamen uitgerust aan, trainden de hele zaterdag, en op zondag was het wedstrijd. De eerste keer was ik 13. Ik werd tweede, mijn broer derde. Twee weken later won ik, en werd mijn broer tweede. Na de wedstrijd stapten we terug in de auto, sliepen, en op maandagochtend zaten we weer op de schoolbanken.

»Het snowboarden ging zo goed dat we soms een week mochten wegblijven van school. Maar dat bleek niet houdbaar, de leerkrachten beschouwden het als een week vakantie. Toen ik 15 was, zijn mijn broer en ik dan naar de topsportschool in Wilrijk gegaan. Zonder die overstap had ik nu niet zo ver gestaan.»

HUMO Had je moeder toen al een carrière in gedachten voor haar zonen?

Smits «Nee, hoe zou ze ook? In het snowboarden was er niemand om ons aan te spiegelen. Onze ouders wilden dat wij plezier hadden en dat we konden doen wat we graag deden. Als de school er maar niet onder leed. Mijn moeder heeft veel voor ons opgeofferd.»

Kaat De Malsche (Seppes vriendin, red.) «Nog altijd. Van de drie snowboarders op de Spelen is zij de enige ouder die naar Zuid-Korea gaat. Daar heeft ze geen seconde over nagedacht: ‘Kan me niet schelen hoeveel het kost!’ (lacht)»

Smits «Snowboarden is niet de goedkoopste sport. Ik ben blij dat we er thuis de middelen voor hadden. Dat heb ik zeker ook te danken aan mijn vader: hij heeft zijn passie als piloot altijd goed kunnen verzoenen met de zorg voor zijn gezin.»

undefined

'Ik ben geen adrenaline-junkie, ik zoek het niet elk moment van de dag op. Plezier, dáár gaat het om ''

HUMO Je broer maakte geen carrière. Hoe kwam dat?

Smits «Op zijn 18e liep hij een zware knieblessure op. Net toen ik doorbrak, moest hij negen maanden aan de kant blijven. Die achterstand heeft hij nooit meer goedgemaakt. Maar zijn passie voor snowboarden heeft hij nog wel. Hij doorliep alle trainersopleidingen en gaf drie jaar freestyle-les in Oostenrijk. Daarna gaf hij les in Nieuw-Zeeland – daar riepen ze hem uit tot ‘Instructor of the Year’ – en dat leverde hem een uitnodiging op om in Japan te gaan lesgeven. Vorig jaar in augustus is hij vader geworden en heeft hij besloten om een jaar thuis te blijven.»

HUMO België is geen wintersportland. Lag het niet meer voor de hand om te gaan skaten, of surfen?

Smits «Skaten heb ik een paar keer geprobeerd, maar ik doe me er alleen maar pijn mee. Surfen is ook niet vanzelfsprekend, daar moet je ook voor naar het buitenland. Ik ontdekte surfen pas op mijn 17de, maar het werd snel een tweede passie. Iedere zomer trek ik er twee weken op uit met mijn surfplank. Vaak koppel ik er een roadtrip aan vast.»

HUMO Avonturieren zit je in het bloed. Is het een manier om aan de jachtige samenleving te ontsnappen?

Smits «Ik vind onze maatschappij zeker niet slécht, maar we consumeren en vervuilen wel te veel. Door twee weken heel minimalistisch rond te trekken in Zweden, ga je beseffen wat je allemaal níét nodig hebt. Door mijn sport heb ik een behoorlijk grote voetafdruk, ik vlieg veel. Snowboarden doe je in de natuur, maar de pistes worden elke nacht opnieuw aangelegd. Die skiliften voortdurend laten draaien is ook niet goed voor het milieu.

»In mijn dagelijkse leven probeer ik dat wat te compenseren. Ik heb bijvoorbeeld net een compostbak gekocht, voor in dit appartement. Of door boodschappen te doen in de twee verpakkingsvrije winkels in Gent. Kaat en ik vinden het een geweldige uitdaging om natuurvriendelijker te leven. Wij willen ons steentje bijdragen om de aarde te sparen.»

HUMO Snowboarden is niet zomaar een sport voor jou: het is een manier van leven.

Smits «Snowboarden is een deel van mijn leven, maar niet alles. Wij zijn allemaal afhankelijk van de natuur. Mensen hebben een fout beeld van de opwarming van de aarde: het is niet alleen maar de aarde die opwarmt, alles wordt extremer. Hoeveel sneeuw hebben we deze winter niet gehad in de bergen? De ene sneeuwstorm na de andere, zelden meegemaakt. Er zijn de orkanen in Amerika, de droogte ook, terwijl er vorig jaar aan de westkust 15 meter sneeuw lag. In Bali stond Sunset Road onlangs letterlijk een meter onder water. Ik ken daar mensen, zij wisten niet wat ze zagen: ‘Dit is het ergste regenseizoen dat we ooit hebben meegemaakt.’»

HUMO Heb je door de jaren heen de sneeuwgrens zien opschuiven?

Smits «Ik ga al meer dan tien jaar naar Saas-Fee in Zwitserland. Een serieuze gletsjer, die je vanuit het dorp ziet liggen. Tien jaar geleden kwam hij tot 500 meter boven het dorp. Ondertussen is hij al een stuk korter geworden. Ik maak me nog geen zorgen, maar als we blijven leven zoals we bezig zijn, komt het volgens mij niet goed. Mijn steentje is maar klein, maar zelfs als alle mensen het hunne zouden bijdragen, zijn we er nog niet. Het is aan de grote industrieën om de grootste stappen te zetten: de olieindustrie, de vleesindustrie... Om dat te bereiken, moeten alle mensen minder gaan consumeren. Alleen dan hebben die bedrijven geen andere keuze dan zich aan te passen.»

HUMO Je zei al eens dat een wedstrijdcarrière niet je ultieme doel is. Wat dan wel?

Smits «Je hebt ook de artistieke kant van het snowboarden: films en fotoshoots. Sommige snowboarders kunnen daarvan leven. Ze krijgen een budget van hun sponsors, nemen een filmploeg in de arm en trekken dan bijvoorbeeld naar Alaska of Japan. Daar zoeken ze de poedersneeuw op om een te film maken, die dan wordt verkocht, voornamelijk in het wereldje zelf. Dat wil ik zeker ook nog proberen.

»Bij artistiek snowboarden heb je veel meer zelf in de hand. Je bouwt je eigen jumps. Daarvoor moet je op zoek naar de juiste plek op een berg. Niet eenvoudig: je hebt een steil stuk bergaf nodig, een plaats voor de afzet, en ook één voor de landing. Het is trouwens veel moeilijker om te landen in poedersneeuw dan op een aangelegde jump in een park. Net dat maakt artistiek snowboarden zo aantrekkelijk: je hoeft je moeilijkste wedstrijdtricks niet eens uit de kast te halen. In Alaska heb je onwaarschijnlijk zotte bergen waar je ook gewoon in sierlijke bochten naar beneden kan komen. Zalig! Uiteindelijk is dat nog altijd de kern van snowboarden: plezier hebben, én dat plezier ook laten zien.»

HUMO Door de poedersneeuw op te zoeken ga je van de piste. Precies wat wereldkampioene Estelle Balet twee jaar geleden deed toen ze in de Zwitserse Alpen verongelukte in een lawine, ook tijdens de opnames voor een film.

Smits «Lawines zijn inderdaad een risico. Ik volgde er al cursussen over, het fascineert mij om te weten hoe je lawinegevaar kan inschatten. In de resorts zijn er controleurs die met enorme vergrootglazen sneeuwkristallen bestuderen. Daardoor kunnen ze inschatten hoe makkelijk sneeuwlagen van mekaar zullen schuiven.

»Als we van de piste gaan, nemen we risico’s, maar dat zijn berékende risico’s. Vooraf controleren we of de sneeuw stevig genoeg is, maar 100 procent zeker ben je nooit. Dus probeer je zo goed mogelijk voorbereid te zijn. We dragen altijd een rugzak met een opblaasbare luchtzak erin. Die helpt om bovenop een lawine te blijven drijven. Raak je toch bedolven, dan geeft die luchtzak je wat ruimte onder de sneeuw. We hebben ook een bieper bij die signalen uitzendt, zodat ze je kunnen vinden.

»Ik ben nog niet vaak buiten de piste gegaan. De laatste keer was er een pak verse sneeuw gevallen. Heel verleidelijk, maar we controleerden de sneeuw en merkten dat we echt niet ver mochten gaan: hooguit een meter of vijf buiten de piste. Het blijft een– weliswaar klein – risico, maar je komt wel even nóg dichter bij de natuur.»


Limieten verleggen

HUMO Het snowboardwereldje wordt vaak geassocieerd met stevige feestjes, katers en joints. Klopt dat rebelse imago nog?

Smits «In het recreatieve snowboarden wel, maar niet in het professionele circuit. Daar is het er helemaal uit. Een joint roken zal je prestaties niet helpen. Vroeger werd er al eens gedronken voor een wedstrijd, maar ook dat gebeurt niet meer. Een Finse collega schepte daar graag over op: ‘Ik snowboard beter met een kater.’ Maar tien jaar later hoor ik hem dat niet meer beweren. De trainingen zijn zo zwaar geworden, de tricks zo complex, en de impact van de sprongen zo groot: je lichaam móét gewoon in orde zijn. Ook om het een hele dag op die hoogte vol te houden zonder uitgeput te raken. Zonder goede nachtrust en een optimale conditie loopt het niet goed af.»

undefined

null Beeld

undefined

'De grote industrieën moeten de grootste stappen zetten. Als we blijven leven zoals we nu bezig zijn, komt het niet goed.'

HUMO Merk je al gevolgen van tien jaar intensief snowboarden?

Smits «Als ik op mijn hurken zit, raak ik niet meer recht. Mijn knieën kunnen dat niet aan. Mocht ik er een dokter naar laten kijken, gelooft hij nooit dat ik nog maar 26 ben. Maar ik verzorg me goed, ik wil mijn lichaam niet kapotmaken. Ik wil na mijn carrière nog normaal kunnen bewegen.»

HUMO Maar eerst nog die gouden medaille in Pyeongchang.

Smits (lacht) «Ík heb nooit gezegd dat ik voor goud ga! Júllie doen dat. Dat is irritant, en het voert de druk op. Nu, echt raken doet het me niet: ik heb niet gauw stress.

»In Pyeongchang staat de top 40 van het snowboarden aan de start. Daarvan maken er 30 kans op een plaats in de finale. De acht die zo ver geraken, kunnen allemaal het podium halen. Er is geen enkele zekerheid. Op het WK in Sierra Nevada werd ik wereldkampioen in de slopestyle, maar in de big air eindigde ik bijna als laatste. Zo dicht ligt het bij elkaar.

»Elke wedstrijd is ook anders. Geen twee parcours zijn hetzelfde, dat in Pyeongchang is heel anders dan dat in Sierra Nevada. En het weer speelt ook een grote rol. Je run moet de perfectie benaderen, en dan ben je nog niet zeker.»

HUMO Concurrentie is in het snowboardmilieu een ijdel begrip, iedereen gunt elkaar het succes. Da’s vrij uniek in topsport.

Smits «We hebben veel respect voor elkaar. Dat bepaalt ook de manier waarop ik wedstrijden bekijk: ik ga voor mijn eigen prestatie, niet voor het resultaat. Ik zou blijer zijn met een vierde plaats nadat ik iets heb kunnen laten zien wat me nog nooit eerder is gelukt, dan dat ik derde word omdat mijn concurrenten zijn gevallen en ik op safe kon spelen. Daar haal ik geen voldoening uit. Ik wil mijn limieten verleggen, niet focussen op een resultaat. Het podium halen is een bonus. Een móóie bonus, zeker op de Olympische Spelen, maar ik wil vooral genieten. Dát is de spirit van snowboarden.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234