Slachtoffers van de klimaatverandering
De pediater, de eco-ondernemer, de architect en de erfgoedbeheerder: ‘Baby’s komen minder aan, hebben een te hoge lichaamstemperatuur of vertonen langer geelzucht’
Hittegolven, mislukte oogsten, overstromingen: de tijd dat de ontregelde seizoenen alleen voor klimatologen, activisten en Greta Thunberg een dagelijkse bekommernis waren, is al lang voorbij. Het nieuwe normaal sijpelt vandaag ook binnen op totaal andere werkplekken, van dokterspraktijk tot architectenbureau. Humo sprak met enkele van de honderden getuigen die reageerden op een oproep van de vzw Klimaatzaak: vertel ons hoe jouw leven vandaag al wordt beïnvloed door de klimaatverandering. ‘Plots kleurden we rood op de overstromingskaart: alarm!’
DE PEDIATER: ‘MALARIA, DENGUE EN ZIKA’
Drukke werkdagen zijn vaste prik op de kinderafdeling van het Antwerpse ziekenhuis waar Ine Decuyper (32) werkt. Maar het valt de pas afgestudeerde pediater op dat de pieken aan het verschuiven zijn.
INE DECUYPER «Vroeger zagen we RSV (respiratoir syncytieel virus, red.) alleen in de winter opduiken. Het is een infectie die typisch de kop opsteekt tijdens het koude seizoen. Bij kleine baby’s veroorzaakt RSV ernstige luchtweginfecties, waardoor ze moeilijker kunnen ademen en eten. Normaal gezien trekt de RSV-golf vanaf oktober of november aan, en duurt hij tot februari: daarna zien we amper nog gevallen. Maar vorig jaar hadden we in ons ziekenhuis ook RSV-patiëntjes in de lente, de zomer én de herfst. Er viel geen patroon meer in te herkennen.
»Wat we vorig jaar zagen, is voor een groot deel te wijten aan covid. Maar ook de klimaatverandering lijkt een rol te spelen. Dat werd al aangetoond door Amerikaanse onderzoekers: als onze seizoenen veranderen, veranderen ook de seizoenen van de virussen.»
HUMO Verandert er nog meer op de kinderafdeling?
DECUYPER «De voorbije zomer, toen het extreem warm was, zagen we in de kraamafdeling veel pasgeboren baby’s die minder goed in gewicht toenamen, een te hoge lichaamstemperatuur hadden of langer geelzucht vertoonden. Geelzucht is bij de meeste baby’s een natuurlijk proces: naarmate ze meer drinken, kunnen ze de gele stof in hun lichaam beter klaren. Maar bij extreem warme temperaturen hebben baby’s en moeders nog meer vocht nodig. Als de moeder uitgedroogd is, maakt ze minder melk aan, waardoor er minder vocht bij de baby terechtkomt en de geelzucht minder snel verdwijnt.
»Ik ben vorige zomer zelf bevallen. Ook mijn dochter had langer geelzucht en kwam minder goed aan, waarschijnlijk door het zweten en doordat ze minder goed kon drinken. Ze had meer vocht nodig dan ik haar aanvankelijk door borstvoeding kon geven.»
HUMO Bij een hittegolf denken we aan oversterfte in woonzorgcentra, maar ook voor baby’s is die hitte niet zonder gevaar.
DECUYPER «Precies. Onze ziekenhuizen zijn goed voorzien op de winter: dan draait de verwarming op volle toeren. Maar nog niet elk ziekenhuis is voorzien op de hittegolven van tegenwoordig. De kamers worden vaak te warm, waardoor pasgeboren baby’s het moeilijk krijgen om hun lichaamstemperatuur te reguleren.
»Ook voor peuters is een hittegolf niet zonder risico. Kleine kinderen drogen sneller uit dan volwassenen, hebben meer vocht nodig en hebben minder reserves. In landen als Australië zijn mensen gewend aan gevaarlijk hoge temperaturen, maar hier niet. Hitte betekent meer uitdagingen voor het lichaam om in balans te blijven.»
HUMO Een kleuterleidster met jaren ervaring meldde dat ze in haar klasje opvallend meer allergieën ziet. Heeft dat ook met de klimaatverandering te maken?
DECUYPER «Moeilijk te zeggen. Ik heb zelf een aantal jaar onderzoek gedaan naar allergieën. Vast staat dat onze planten door de hogere temperatuur andere bloeiperiodes vertonen, wat allergiepatronen beïnvloedt. We zien ook vaker nieuwe planten in onze streken, met ander stuifmeel, waarop we dus ook weer anders reageren. Typisch voor onze contreien zijn de boompollen in januari, februari en maart. In de lente heb je meer graspollen, in de zomer vooral onkruidpollen. Maar nu de seizoenen veranderen, zijn dat geen zekerheden meer. Bepaalde allergieën die tot nu toe vooral beschreven werden in Spanje, zoals ernstige reacties op perzik en appel, zien we nu vaker hier opduiken.
»Kijk je breder naar de klimaatverandering en neem je ook luchtverontreiniging mee in rekening, dan is het duidelijk: hoe meer luchtverontreiniging en CO2, des te meer gevallen van astma en allergie. Je immuunsysteem raakt het noorden kwijt.»
HUMO Zorgt de klimaatverandering bij jou voor extra werkstress?
DECUYPER «Er is best veel aandacht voor in de medische wereld. Zo verwacht men dat de opwarming van het klimaat mogelijk een verschuiving van de infectieziektes zal teweegbrengen. Muggen die normaal in Azië en Afrika voorkomen, duiken nu al in Zuid-Europa op. Er wordt gespeculeerd dat malaria, dengue en zika ook naar Europa kunnen komen, omdat die tropische muggen hier kunnen overleven.»
HUMO Bereid je je daar nu al op voor?
DECUYPER «Ja. De manier waarop ik als dokter denk, mijn diagnose stel en een behandeling opstart, is aan het veranderen. Als iemand van Zuid-Spanje terugkeert met koorts, dan denk ik nu al: is het gewoon griep of een voedselvergiftiging, of kan het ook iets exotischers zijn?»
LEES OOK:
De getuigenissen van de psycholoog, de bosbeheerder, de imker, de alpinist en de hovenier: ‘De natuur zal zich wel aanpassen, maar om de mens maak ik me zorgen’
DE ECO-ONDERNEMER: ‘RISICO’S SPREIDEN’
Zeven jaar geleden gooide Laurence Claerhout (49) haar leven helemaal om. Ze bekleedde een hoge functie in de textielsector – ze was als directrice verantwoordelijk voor de kledinglijn van Disney in Europa – maar die job zat haar hoe langer hoe minder als gegoten.
LAURENCE CLAERHOUT «Het begon toen ik moeder werd. Om de acht weken een nieuwe kledingcollectie uitbrengen: hoe duurzaam is dat? De druppel was de instorting van Rana Plaza in Bangladesh, waarbij meer dan duizend textielarbeiders om het leven kwamen. Toen wist ik: ik zal later nooit aan mijn kinderen kunnen uitleggen dat ik goedkope T-shirts ben blijven maken, gewoon omdat het goed verdiende.
»Eerst ging ik op zoek naar een job in duurzaam textiel, maar vintage was toen nog lang niet zo in zwang als vandaag. En als je écht met ecologie bezig wilt zijn, dan kom je heel snel uit bij voeding. Ik deed zelf mijn boodschappen al bij korteketenwinkels.»
HUMO Die brengen voedsel rechtstreeks van de boer bij de klant, zonder eerst langs winstslurpende tussenschakels te passeren.
CLAERHOUT «In Asse, waar ik woon, was er op dat vlak weinig aanbod. Zo kwam ik op het idee zelf iets op poten te zetten. Om mensen zover te krijgen dat ze rechtstreeks bij de boer kopen, moet je het hun zo makkelijk mogelijk maken. Ik zag de bestelwagens van HelloFresh rondrijden en dacht: dat kan ik ook. Ik reed van de ene boer naar de andere en leverde hun fruit en groenten af bij de mensen thuis.
»Intussen rijd ik niet meer rond, maar is het bedrijf, Linked.Farm, uitgegroeid tot een digitaal platform. Daarop verkopen allerlei producenten hun producten rechtstreeks aan particulieren, scholen, ziekenhuizen, overheden… Belangrijk is dat ons platform coöperatief is: iedereen is mede-eigenaar. Alles blijft zo in handen van de mensen die ermee bezig zijn, niet van iemand die ver weg zit en aan wie de boer een deel van zijn winst moet afdragen. Intussen zijn er 1.500 boeren en verwerkers ingeschreven op ons platform.»
HUMO Om de boeren is er de laatste tijd heel wat te doen. Ze hebben het gevoel dat ze moeten wijken voor de natuur.
CLAERHOUT «Ik kom met velen van hen in contact en merk dat zelfs boeren die Groen totaal niet genegen zijn, toch stilaan beginnen te beseffen dat het op hun akkers jaar na jaar moeilijker wordt. Vroeger mislukte er ook weleens een oogst, maar tegenwoordig is het schering en inslag dat een boer zijn wortels drie keer moet inzaaien omdat het zaaisel naar de knoppen gaat door de droogte. Dat kost handenvol geld.»
HUMO Vormt de toegenomen droogte het grootste probleem?
CLAERHOUT «Onze landbouwgronden zijn beton geworden. Door jarenlang aan conventionele landbouw te doen – boeren rijden met zware tractoren over hun akkers en spuiten het weinige leven dat nog in de grond zit kapot – is de aarde helemaal samengepakt. Als het dan eens regent, verdwijnt het water rechtstreeks in de beek, en spoelt het de vruchtbare bovenlaag mee. Probeer daar maar eens iets op te doen groeien.
»Of neem de zuivelboeren: je ziet nog zelden koeien buiten grazen. Je hebt boeren die het wel proberen, maar door de droogte groeit hun gras niet meer en moeten ze tijdens de winter toch weer bijvoederen met soja uit het Amazonegebied. Allemaal door de klimaatverandering: het zit in onze landbouw meer en meer scheef.»
HUMO Dus het moet anders?
CLAERHOUT «Graag. Maar dan moeten onze ministers van Landbouw eerst wel inzien dat ze hun subsidies anders moeten verdelen: niet meer op basis van oppervlakte en hectares, maar op basis van wat erop groeit. Tot nu toe namen ze altijd randmaatregelen. Soms letterlijk: dan krijgt de boer subsidies om een strook van twee meter langs de rand van zijn perceel in te zaaien met kruiden en bloemen, waardoor hij de biodiversiteit bevordert. Of om een supergesofisticeerde luchtwasser te plaatsen in zijn megastallen. Maar daarmee los je ten gronde niks op. Het blijven lapmiddelen.»
HUMO Nu hoor ik de boeren al denken: moeten we dan weer aan landbouw gaan doen zoals in Bokrijk?
CLAERHOUT «We moeten niet alles opnieuw manueel gaan doen, maar er moet wel íéts veranderen. Sommigen geloven dat technologie het allemaal wel zal oplossen. Die denken: we ontwikkelen een drone waarmee we over de velden vliegen en die heel gericht druppels pesticide kan verspreiden, dan besparen we kosten. Ik geloof daar niet in. Ik ben econoom van opleiding. Hoe kan een boer ooit een stel drones van een paar miljoen terugverdienen? Voor één exemplaar moet hij al héél veel wortels verkopen. Komaan, laten we realistisch zijn.
»Weet je hoeveel wetenschappers er in Vlaanderen landbouwonderzoek doen? 3.500. Straks hebben we meer onderzoekers dan boeren op het veld, terwijl die boeren nu al tegen de armoedegrens aan zitten. Kleine boeren, grote boeren, bioboeren, klassieke boeren: ze hebben het allemaal even moeilijk en worden allemaal geconfronteerd met de klimaatverandering. Gaan we wachten tot ze allemaal verdwenen zijn? Of gaan we ervoor zorgen dat elk kind op school weer een lokale appel kan eten?»
HUMO En dan kom jij uit bij de agro-ecologie.
CLAERHOUT «Ja. Aan landbouw doen, maar samen met de natuur. We denken altijd dat we het beter kunnen dan de natuur: alles moet efficiënter, grootschaliger en rechtlijniger. Maar in de natuur staat níks recht. De natuur is onvoorspelbaar, en met die onvoorspelbaarheid kunnen we niet meer om. We moeten zorgen dat er weer biodiversiteit is, dat er verschillende gewassen op het veld staan. En heel belangrijk: de prijs van onze voeding moet omhoog. Vandaag ligt die gewoon véél te laag, en houdt de boer er te weinig aan over.»
HUMO We moeten weer leren een correcte prijs te betalen voor ons voedsel.
CLAERHOUT «Precies. De fout die we maken, is dat we een prijs per kilo hanteren. Maar een kilo is voor mij niet altijd een kilo. Eet je twee sneetjes zuurdesembrood, dan voel je je veel meer verzadigd dan met een half industrieel brood. Een tomaat die extreem snel in een serre is gekweekt, zit tjokvol water. Eentje die in het seizoen buiten kan rijpen en rood wordt geplukt, bevat veel meer vitamines en voedingsstoffen. In de VS hebben ze een studie met rode bieten gedaan: een agro-ecologische rode biet is vijftien keer voedzamer. Die mág dus wat meer kosten, want je hebt er minder van nodig om jezelf te voeden.
»Met ons platform willen we ervoor zorgen dat de boeren beter worden betaald. Iemand die amper z’n facturen kan betalen, kun je niet vragen om ecologisch te gaan werken. De raad die ik onze boeren geef, is: zorg dat je niet alleen diversiteit hebt op je akkers, maar ook in je klantenbestand. Verkoop via ons platform, open een hoevewinkel, verkoop op de markt, sluit een deal met een restaurant… En waarom niet rechtstreeks met de plaatselijke supermarkt? Valt er dan een afnemer weg of breekt er een pandemie uit, dan blijf je niet zitten met al je prei. Risico’s spreiden, zo doet de natuur het ook.
»Onlangs had ik een radeloze varkensboer aan de lijn die uitsluitend aan supermarktketens verkocht: ‘Ze blijven de prijs maar verlagen. Ze zeggen dat ze minder vlees verkopen, maar ik zit hier met mijn varkens.’ Het enige advies dat hij tot dan toe had gekregen, was: koop méér varkens! Breid je veestapel uit! Maar hij kan beter zijn veestapel verkleinen en een samenwerking met een slagerij aangaan. Met onze hulp gaat hij nu de overstap naar de korte keten maken. Voor hem betekent dat een totaal nieuwe stiel: een webshop oprichten, zijn eigen verkoop regelen…»
HUMO Zal de klimaatverandering ons dwingen die weg op te gaan?
CLAERHOUT «Ja. Ik hoop alleen dat we snel genoeg kunnen schakelen. Dat we snel weer voedsel gaan produceren om ménsen te voeden, en niet om miljoenen varkens en koeien vet te mesten.»
HUMO Eet jij nu uitsluitend voedsel recht van bij de boer?
CLAERHOUT (knikt) «Ik koop bijna alles via de korte keten. Als ik ons budget vergelijk met dat van andere gezinnen met drie kinderen, dan geven zij in de supermarkt méér uit. Wij laten ons niet meer verleiden door de koekjes aan de kassa.
»Als je je carrière omgooit en gaat voor een klimaatjob, dan zal je privéleven vanzelf volgen. Het is onmogelijk de twee gescheiden te houden. Ik voel me nu pakken beter dan in mijn oude, goedbetaalde job, waarmee ik de wereld om zeep hielp.»
HUMO Jij bent niet bang meer voor de toekomst?
CLAERHOUT «Toch wel. Als ik zeg dat we op een voedselcrisis afstevenen, dan lacht iedereen me uit. Maar zo gek veel hoeft er niet fout te lopen: een paar mislukte oogsten en het is zover. Het eerste jaar zullen we in Europa solidair zijn, het tweede jaar al wat minder, en het derde jaar is het oorlog. Voor de generatie van mijn dochters wordt een moestuin misschien net zo belangrijk als een universitair diploma.»
DE ARCHITECT: ‘GREENWASHING’
Als architecte bij een sociale huisvestingsmaatschappij houdt Géraldine Olbrechts (46) zich dagelijks bezig met een aantal woontorens in het Brusselse. Het doet haar piekeren over vragen als: ‘Hoe houden we die stedelijke wijken bewoonbaar als het klimaat nog meer opwarmt?’
HUMO Zo’n appartement in een betonnen blok moet geen prettige plek zijn tijdens een hittegolf.
GÉRALDINE OLBRECHTS «Dat is inderdaad één van de problemen. De kwestie is niet zozeer dat ze opgetrokken zijn in beton – dat houdt de hitte nog vrij goed tegen. Het grootste probleem zijn de ramen: die zijn niet gemaakt om warmte buiten te houden. Er is ook geen enkele vorm van zonwering. Die ramen willen we nu eerst en vooral aanpakken, samen met de isolatie.
»Het is een werk zonder eind om die wijken aan te passen aan de nieuwe tijden. Pas op: technisch gezien kan het perfect, maar omdat het sociale woningen zijn, ontbreken de middelen. We zoeken nu naar globale oplossingen: niet alleen de torens op zich vormen een probleem, ook de omgeving errond. Tussen de woontorens strekken zich vlaktes van betontegels uit, waarop geen boom te bespeuren valt. In de voorbije zomer werden er temperaturen tot 45 graden gemeten. Mensen lopen er weg, kinderen kunnen er niet spelen, en het weinige groen verschrompelt.»
HUMO In steden zitten we met het probleem van de hitte-eilanden.
OLBRECHTS «Klopt. We zouden er goed aan doen in steden en dorpen verspreide eilandjes met bomen te creëren, waarop woningen uitgeven. Dat zorgt voor verkoeling tijdens de zomer. Als je daarentegen rond een grote parking bouwt, dan zal het asfalt ’s nachts, wanneer de bewoners hun ramen openzetten, nog extra warmte afgeven en iedereen nog meer doen afzien.
»Wat mij de meeste zorgen baart, is dat we gewoonweg niet beschikken over mensen met de juiste technische en wetenschappelijke expertise. Hoe zullen bouwmaterialen reageren op de veranderende weersomstandigheden? De studie architectuur, de fabrikanten van materialen, urbanisten, ingenieurs: de hele bedrijfstak heeft zich nog niet aangepast aan de nieuwe realiteit die ons te wachten staat. Zoiets doe je niet in vijf jaar. En in de tussentijd blijven we maar isoleren.»
HUMO Isoleren is toch een groene maatregel?
OLBRECHTS «Ja, maar niet als het zonder nadenken gebeurt. Ook de producenten van warmtepompen doen nu gouden zaken. Een warmtepomp installeren ís een goeie zaak, maar niet als die pomp in allerijl geproduceerd is aan de andere kant van de wereld en niet degelijk genoeg is om jaren mee te gaan. Passiefbouw moet méér zijn dan een etiket dat bouwpromotoren gebruiken om kopers aan te trekken. Ik werk al 23 jaar als architect en ik weet: in de bouwsector beslist het geld. Het enige wat dat zal tegengaan, zijn nieuwe wetten en controles.»
HUMO Het is die bouwfirma’s vooral om het groene imago te doen.
OLBRECHTS «Precies. Het valt me op: sinds een jaar of vijf zijn de parkings op de mooie verkoopsplaatjes van immoprojecten altijd in het groen gekleurd. Alleen is er op die parking achteraf nooit één spatje groen te zien. Hetzelfde geldt voor de daken: die staan op de plannen ook in het groen. Vraag ik de bouwpromotor of hij dan van plan is een groendak te voorzien, dan is het antwoord: ‘Neenee, dat is maar voor het beeld.’ Dat soort greenwashing is wijdverspreid in de bouw. Mensen willen nu eenmaal een groene oase zien. Mentaal zijn we al zover, nu de praktijk nog.»
HUMO Wat moet er in de praktijk gebeuren?
OLBRECHTS «Architecten zullen op een andere, bioklimatologische manier moeten ontwerpen. De woning moet in de winter zoveel mogelijk zonlicht opvangen, en in de zomer net het omgekeerde. Zet aan de zuidkant van een gebouw bladverliezende bomen: zo staat het in de zomer in de schaduw en in de winter niet. De technische voorzieningen plaats je dan weer aan de noordkant: daar bieden ze in de winter extra bescherming tegen de kou. Die principes kennen we al heel lang – vroeger hield men altíjd rekening met zon en wind bij het ontwerp van een woonst – maar we passen ze niet meer toe, omdat het niet nodig was: in de winter zetten we de verwarming wel op, in de zomer de airco. Daar moeten we van af.
»Airco is sowieso uit den boze. Voor mijn part mogen ze die verbieden in nieuwe gebouwen. Extra verkoeling creëer je veel beter door voor zware bouwmaterialen te kiezen, de oriëntatie van de woonst aan te passen, of met luiken of vegetatie te werken. Een gebouw dat airco nodig heeft, is slecht ontworpen.»
HUMO U hamert nogal op de aanwezigheid van groen.
OLBRECHTS «Omdat bomen en natuur een enorm verschil maken, niet alleen voor de biodiversiteit maar ook als verkoeling. Overal waar het kan, zou een architect de reflex moeten hebben een boom te voorzien in zijn ontwerp. Ook als het om een speelplaats of parking gaat. Maar vaak stoot hij op tegenkanting van bouwpromotoren en gemeentes. Bomen op een parking zorgen zogezegd voor krassen, vogels doen hun gevoeg op de geparkeerde auto’s, de bladeren verstoppen de riolering, opschietende wortels beschadigen het asfalt… Omliggende winkels willen ook liever geen bomen, omdat die hun etalages minder zichtbaar maken.»
HUMO Hebt u zelf ook bomen staan om uw woning te beschermen tegen de hitte?
OLBRECHTS «Ja, maar ik heb het geluk net buiten Brussel in het groen te wonen. De ondergrond waarop ons huis staat, was vroeger erg moerassig. Sinds een jaar of zeven merken we dat die sterk aan het uitdrogen is. Om je een beeld te geven: we hebben vorig jaar zes fruitbomen geplant. Bij wijze van test gaven we drie ervan geregeld water, de andere drie niet – dat zou niet hoeven in zo’n moerassige grond. We dachten dat ze het wel zouden redden, maar het tegendeel was waar.
»De droogte veroorzaakt ook barsten en scheuren in de muren van ons huis. Jaar na jaar wordt het erger: als de ondergrond verandert, veranderen ook de gebouwen die erop staan. Voor ingenieurs wordt het steeds moeilijker in te schatten hoe een gebouw zich op een bepaalde ondergrond op lange termijn zal gedragen.»
HUMO U bent duidelijk bezorgd over de toekomst.
OLBRECHTS «Of ik last heb van klimaatangst? Het bezorgt me stress, ja. Voor mezelf valt het nog mee, maar als ik denk aan de kinderen die in steriele stadswijken moeten opgroeien, tussen het beton en het asfalt, dan maak ik me grote zorgen.»
DE ERFGOEDBEHEERDER: ‘CODE ROOD’
Toen erfgoedbeheerder Elke Abbeloos (49) zag hoe klimaatactivisten zich vastkleefden aan kostbare kunstwerken, was het eerste wat ze dacht: wat een gemiste kans.
ELKE ABBELOOS «Op zich had ik niet zo’n probleem met de acties van die museumklevers – al mag ik er niet aan denken dat iemand zijn gezicht tegen een oorkonde uit mijn archief zou plakken (lachje). Ik vond het vooral jammer dat ze hun boodschap beperkten tot: ‘Is onze planeet niet méér waard dan een schilderij van Johannes Vermeer?’ Ze hadden beter gezegd: ‘Wíj brengen dit schilderij niet in gevaar, de planeet en alle schilderijen zijn sowieso al in gevaar.’ Want zo is het.
»Het klimaat houdt me al bezig sinds mijn tienerjaren. Ik was zo’n seut die alles wist over kernenergie (lacht). Maar toen ik ging werken in erfgoedbeheer, had ik nooit gedacht dat ik ook in mijn job met de klimaatverandering te maken zou krijgen.»
HUMO Dat moet je even uitleggen.
ABBELOOS «Ik werk al 18 jaar in het stadsarchief van Leuven. Eén van mijn taken is ervoor te zorgen dat de collectie – ongeveer 15 kilometer aan archief – veilig zit. Om je een idee te geven: het oudste document dateert uit 1164.
»Het stadsarchief van Leuven heeft al een paar keer veel geluk gehad. In de Tweede Wereldoorlog viel er een bom vlak bij het stadhuis, waar het archief toen bewaard werd. Het ding is nooit ontploft. Voorlopig zijn we gespaard gebleven van grote rampspoed.»
HUMO Maar dat is buiten de klimaatverandering gerekend.
ABBELOOS «De museumklevers zijn zich er kennelijk niet van bewust, maar dat ze net kunst viseren, is best symbolisch. Wees maar zeker dat museumdirecteurs en archiefbeheerders overal ter wereld met de handen in het haar zitten over hoe ze kunnen voorkomen dat hun collecties onder water komen te staan. Een goed voorbeeld is de Wereldzadenbank op Spitsbergen. Die werd in 1984 gebouwd om de zaden van zoveel mogelijk plantenrassen veilig te bewaren voor de toekomst. In 2017 kwam het gebouw onder water te staan door smeltend ijswater: de ironie spreekt voor zich, denk ik.
»Ook het Louvre kreeg er al mee te maken. Een tijd geleden hoorden ze daar plots dat de Seine uit haar oevers zou treden. In allerijl hebben ze hun kelders vol kostbare werken moeten evacueren. Geen idee wat ze nadien met die kelders hebben gedaan, maar het is duidelijk dat die plek niet meer veilig is voor de gevolgen van de klimaatverandering, tenzij er grondige en dure aanpassingen gebeuren.»
HUMO In ons land waren er in de zomer van 2021 ook rampzalige overstromingen.
ABBELOOS «Ook daar, in Wallonië, werden erfgoedinstellingen getroffen. De bedrijven die gespecialiseerd zijn in grote erfgoedrampen, zijn intussen alweer vertrokken uit de regio, maar het zal nog handenvol geld en veel tijd kosten om alles te restaureren.»
HUMO Vrees jij voor waterschade in jouw archief?
ABBELOOS «Leuven ligt in het Dijledal. Dat is een gevarenzone. Gelukkig zijn er al grote investeringen gedaan om de stad overstromingsvrij te maken. Een jaar of vijftien geleden is er een wachtbekken geopend in Heverlee. Om het archief te beschermen check ik elke dag de kaart op waterinfo.be, met daarop alle meetpunten van Vlaanderen. In de zomer van 2021 deed ik op de eerste dag van mijn vakantie die kaart open en opeens, voor het allereerst in al die jaren, kleurde het wachtbekken van Heverlee rood. Dat was schrikken. Ik heb meteen alarm geslagen.
»Ik mag er niet aan denken dat ons gebouw onder water zou lopen. Niet alleen vanwege de waterschade: in een vochtig gebouw krijg je er achteraf nog een schimmelexplosie bovenop. Om het met een boutade te zeggen: liever een brand dan een overstroming.»
HUMO Je vreest water meer dan vuur?
ABBELOOS «In zekere zin wel. Het risico op een brand blijft even groot, maar de kans op overstromingen wordt steeds onvoorspelbaarder. Zelfs de klimatologen kunnen hun eigen voorspellingen niet meer bijbenen.»
HUMO Verzekeraars staan vast niet te springen om dat extra risico te dragen.
ABBELOOS «Een oud archief als het onze valt niet te verzekeren. Die unieke stukken zijn onbetaalbaar.»
HUMO Het maakt jouw job een pak uitdagender.
ABBELOOS «Het grote geluk is dat de overheid zich bewust is van het probleem en nu al stappen onderneemt. Zo werden er al calamiteitennetwerken opgericht. Die moeten ervoor zorgen dat instellingen expertise delen en afspraken maken voor het geval dat zich ooit een ramp voordoet.
»Begrijp me niet verkeerd: ik vind de klimaatverandering ontzettend angstaanjagend. Maar die dreiging zorgt er ook voor dat de professionalisering van de archiefsector vandaag in een stroomversnelling zit. We steken nu rapper de koppen bij mekaar. Vergelijk het met de naweeën van de zomer van 2021: toen heeft de overheid ook versneld beslist dat je niet meer mag bouwen in overstromingsgebied. Die plekken worden nu teruggegeven aan de natuur. Zo is het tenminste niet allemáál kommer en kwel met het klimaat.»