de pijn van pestenWilliam Boeva
‘De pesterijen raakten me al snel niet meer. ‘Fuck you,’ dacht ik’’
De tol van jarenlang ‘dikzak’ of ‘puistenkop’ genoemd te worden, van beschimpt, aangevallen en uitgesloten te worden, valt onmogelijk te onderschatten. Daarover vertelt ook William Boeva, samen met andere bekende Vlamingen, in het boek ‘Laat je niet verpesten’ van Rutger Verhoeff.
William Boeva is stand-upcomedian en won in 2012 Humo’s Comedy Cup. Hij werd drie jaar gepest.
LEES OOK:
Fleur Van Groningen: ‘Niemand riep de pesters een halt toe. Ik had zelfs een leraar die meedeed’
Saskia De Coster: ‘Ik was doodsbang voor mijn pesters. Die angst wil ik nooit in de ogen van mijn zoon zien’
Xavier Taveirne: ‘Ik had acne, was nogal corpulent en droeg een bril met dikke glazen, dus riepen ze ‘puistenkop’, ‘dikzak’ of ‘blinde mol’’
WILLIAM BOEVA «Mijn kleine gestalte was natuurlijk de aanleiding. Ik werd vooral uitgelachen – Kabouter Plop-mopjes – maar soms ook bewust tegengewerkt. Ik kon mijn schooltas niet zelf dragen, en soms lieten klasgenoten me er maar ergens mee achter, waardoor ik niet in de klas geraakte. Dat verdraaide ik dan tot een gunst: ‘Dank u, vrienden, want door jullie moet ik niet naar de saaie wiskundeles.’
»Ik kon die pesters ergens wel begrijpen. Ik was anders, en als er iets nieuws op het pad van een mens komt, schiet hij van nature in een kramp. Hij voelt zich bedreigd. Pesten zie ik als een verdedigingsmechanisme: de beste verdediging is immers de aanval. Wraakgevoelens heb ik dan ook niet. Soms kruisen pesters van vroeger mijn pad. ‘Ken je me nog?’ vragen ze dan vol verwachting. ‘Ja, nu wil je ineens mijn beste vriend zijn,’ denk ik dan. Ach, ze waren jong en onbezonnen. Hadden ze toen geweten wat ze nu weten, ze zouden me wellicht niet gepest hebben.»
HUMO Je bent wel heel vergevingsgezind. Prettig zal het toch niet geweest zijn?
BOEVA «Neen, maar ik heb altijd geweten dat die ellende niet zou blijven duren. Hun pesterijen raakten me al snel niet meer. ‘Fuck you,’ dacht ik. Ik werd ook steeds sterker in mijn verdediging. Als iemand me voor de groep uitlachte, counterde ik met een joke waarmee ze nóg harder moesten lachen. Zo kom je er als winnaar uit. Dat ik zo ad rem ben, vindt daar zijn oorsprong – mijn comedycarrière dus ook. Je moet natuurlijk dat talent hebben, maar ik denk dat gepest worden me heeft geholpen om het te ontwikkelen. Op het podium is mijn sterkste punt nog steeds de interactie met het publiek. Als iemand onverwacht iets roept, zal ik daar snel op inspelen. Dat leerde ik door van me af te bijten.»
HUMO Je hield geen trauma’s over aan dat pesten?
BOEVA «Neen, al heb ik wel diep gezeten. Maar soms moet je shit meemaken om ergens te geraken. De kunst is om beschadiging om te zetten in kracht. Een stigma, in mijn geval mijn gestalte, hoeft niet altijd negatief te zijn. Maak het positief: je bent uniek. Van de norm afwijken kan in je voordeel uitdraaien. Dan val je meer op, je treedt uit de grijze massa. Ik zou morgen geen meter tachtig willen zijn. Mijn gestalte maakt me wie ik ben.»
HUMO In je comedyshows lach je zelf met je kleine gestalte.
BOEVA «Een comedian lacht met alles, en moet ook met zichzelf kunnen lachen, vind ik. Maar ik wil meer zijn dan ‘die komiek met zijn dwergenmoppen’. Daarom staat er nu een telraam op het podium. ‘Tien dwergenmoppen op twee uur, één elke twintig minuten, dat moet volstaan,’ zeg ik aan het begin van mijn show (lacht).»
HUMO Hoe stopte het pesten?
BOEVA «Toen ik van school veranderde. In mijn eerste school, het Sint-Janscollege, vond de directie dat pesten niet bestond. Het waren gewoon jongens die elkaar maar wat plaagden. Daarna ging ik naar ‘De dames’ – voluit Instituut Dames van het Christelijk Onderwijs – waar vooral meisjes zaten. De focus op beleefdheid en solidariteit was daar zo groot, ik heb er nooit pestgedrag gezien. Het bewijs dat een school wel degelijk een bijdrage kan leveren.»
HUMO Veel kinderen die gepest worden, hebben later een laag zelfbeeld en zijn onzeker. Dat was dus bij jou niet zo?
BOEVA «Aanvankelijk wel, maar ik had het geluk dat ik vrienden had die me het gevoel gaven er altijd bij te horen. Eén voorbeeld: elk jaar gingen we samen op reis, maar nooit heeft iemand voorgesteld om te gaan skiën. Omdat ze wisten dat ik dat helemaal niet kon. Als je voelt dat mensen rekening met je houden, geeft dat zelfvertrouwen. En ik moet mijn ouders ook een pluim geven. Zij hebben me eerlijk opgevoed. ‘Er zijn dingen die je niet kunt, en dingen die je wel kunt. Je moet focussen op die laatste,’ zeiden ze. Mijn handicap was nooit een issue, ze hebben me nooit naar een school voor kinderen met een beperking willen sturen. Hadden ze dat wel gedaan, dan zou mijn onzekerheid wellicht een pak groter geweest zijn.»
HUMO Heb je tips voor kinderen die gepest worden?
BOEVA «Ja, zorg dat je ego fucking groot is. Bij mij is dat groter dan mezelf (lacht). Wie gepest wordt, weet diep vanbinnen dat hij wél ok is. Dat is heel belangrijk, daar mag je nooit aan twijfelen. En er is wat zelfvertrouwen voor nodig, maar het kan geen kwaad om af en toe eens te bluffen, te tonen dat je jezelf heel wat beter waant dan wat de pester denkt. Wie geen angst toont, maakt de aanvaller zenuwachtig.»
(Verschenen in Humo op 17 september 2018)