Anticonceptie
De ‘pil’ is niet meer vanzelfsprekend: ‘Gênant hoe weinig erover bekend is’
Het gebruik van de anticonceptiepil daalt al jaren gestaag. Verliest het symbool van vooruitgang en emancipatie zijn glans, of speelt er iets anders? ‘Het is gênant hoe weinig bekend is over wat de pil doet in ons brein.’
Hormonentroep, noemt Noella het. ‘Ik wilde het niet meer in mijn lichaam,’ schrijft Eline. Louise voelt zich ‘stukken beter’ zonder de pil. Het zijn enkele reacties op de vraag van een jonge vrouw naar ervaringen met stoppen met de pil, besproken in een Facebookgroep.
Bij onze noorderburen daalt het gebruik van de anticonceptiepil gestaag, zo bleek deze maand opnieuw uit cijfers van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2014 gebruikte nog 38 procent van de vrouwen van 16 tot en met 49 jaar de pil, in 2020 ging het om 32 procent.
Voor het perspectief: vrouwen willen zich onverminderd goed beschermen tegen zwangerschap en de pil is nog steeds het meest gebruikte middel, vaak genoeg naar tevredenheid, aldus Ineke van der Vlugt van Rutgers Kenniscentrum seksualiteit. Maar dat er verschuivingen zijn op het gebied van anticonceptie, is onmiskenbaar, stelt de stichting. Vrouwen raken bijvoorbeeld ‘pilmoe’, en hebben geen zin meer om elke dag het middel te slikken. Dan ga je op zoek naar alternatieven, zegt Van der Vlugt. ‘Het spiraaltje en staafje zijn in opmars.’
Maar belangrijker: het bespreken en bevragen van de effecten van pilgebruik is meer gemeengoed geworden. Zo is ‘de pil’ met enige regelmaat onderwerp van gesprek in de spreekkamer van de studentenhuisartsen: hoe is de cyclus na het stoppen met de pil? Hoe voel je je zonder die hormonen? In het algemeen, zegt de GGD Amsterdam, zien zorgverleners meer weerstand tegen het gebruik van hormonen: als het gaat om anticonceptie streven vrouwen naar zo min mogelijk.
Minder zin in seks
Ergens hebben hormonen een slechte naam gekregen, zegt Anne Timmermans, gynaecoloog bij Amsterdam UMC. ‘Terwijl je ook hormonen in je lijf hebt als je niets gebruikt.’ Ze zijn nodig voor een natuurlijke cyclus, groei van de eicel en de eisprong. ‘Wat die vrouwen eigenlijk bedoelen met ‘ik heb geen zin in al die hormonen’, is: ik heb geen zin in kunstmatige, in de fabriek gemaakte hormonen, die in de pil zitten om een eisprong te voorkomen.’
‘Er zijn vrouwen die geen hormonale anticonceptie (meer) willen gebruiken, omdat ze last krijgen van bijwerkingen of bang zijn dat het van invloed is op hun psychosociale welbevinden – dat het emoties afvlakt,’ zegt Van der Vlugt. ‘Er zijn vrouwen die last krijgen van stemmingswisselingen of minder zin in seks, of hier bang voor zijn. Een deel van de vrouwen wil de controle over haar lichaam terug.’
Lang was er vooral aandacht voor de fysieke klachten, de veiligheid en betrouwbaarheid van de pil. Nu vrouwen zich meer uitspreken over psychische bijwerkingen, is ook daar oog voor gekomen, zegt neurowetenschapper Anne Marieke Doornweerd. Ze doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de effecten van de hormonen in de pil (progesteron en estradiol) op stemming en emoties. ‘De pil wordt sinds de jaren zestig voorgeschreven, dat stemmingswisselingen voor kunnen komen staat in de bijsluiter, en het is aannemelijk dat er een relatie is, maar hoe het precies werkt weten we niet.’
Lang is het een blinde vlek gebleven in de wetenschap, terwijl een enorme groep vrouwen er gebruik van maakt. Vrouwen worden nu eenmaal minder onderzocht en dat zie je ook hierbij, zegt ze. ‘Het is gênant hoe weinig bekend is over wat de pil doet in ons brein en waar het door komt dat de ene vrouw zich er beter door voelt, terwijl een ander depressief wordt.’
Zeker in een tijd waarin veel vrouwen heel bewust bezig zijn met wat ze in hun lichaam stoppen, kan dat er volgens haar toe leiden dat vrouwen dan maar liever stoppen met de pil.
Hardnekkige mythe
Wat ook niet helpt: vooral de negatieve bijwerkingen van de pil komen vaak bovendrijven, zegt Timmermans. Het ‘vlakke gevoel’, het risico op trombose en borstkanker. En dan is er nog de hardnekkige mythe dat na het stoppen het nog een paar maanden duurt voordat de pil is uitgewerkt. ‘Is er geen onderliggend ziektebeeld, dat soms wordt gemaskeerd door de pil, dan kun je meteen zwanger worden. En dat de pil ook de kans op onder meer eierstokkanker verkleint, dat hoor je nooit.’
Het hoort misschien ook wel een beetje bij deze tijd, zegt Timmermans. ‘Er wordt meer gekeken naar: wat brengt iets me niet, maar je moet ook kijken naar wat iets je wel brengt. In het geval van de pil bijvoorbeeld een minder heftige menstruatie, maar ook het zelf timen ervan.’
Het neemt niet weg dat artsen en deskundigen de ‘onderzoekende houding’ toejuichen. De tijd dat de huisarts simpelweg de pil voorschreef en dat klakkeloos werd aangenomen, is echt voorbij, zegt Van der Vlugt. Het is niet meer alleen de vraag: wat wil je doen om niet zwanger te raken, maar ook: wat voor wensen heb je nog meer? Timmermans: ‘Dat is de afgelopen jaren een veel bewuster proces geworden waarbij veel meer aandacht is voor het individu’.
Scala aan ervaringsdeskundigen
Van der Vlugt: ‘De jongste groep laat zich in haar keuze voor anticonceptie vaak leiden door vriendinnen. Als ze wat ouder zijn zoeken ze actiever op internet. Er zijn soms vloggers die hun negatieve ervaringen met de pil delen. Dat laatste is riskant en niet helemaal verantwoord.’
Zoek op YouTube op ‘stoppen met de pil’ en je vindt een heel scala aan ervaringsdeskundigen. Veelal jonge vrouwen die zichzelf vragen stelden als: vind ik het nog wel fijn om die hormonen in mijn lijf te stoppen?’
Ook Timmermans ziet dat meer vrouwen binnenkomen met een besluit over een middel, ‘want ik heb wat gelezen of gehoord’. ‘Er is zoveel informatie te krijgen over dit onderwerp, maar dat maakt het ook moeilijk om te filteren. Je kunt leren van de ervaring van anderen, maar het is háár realiteit. Niet die van jou.’
Niet iedereen reageert hetzelfde op de hormonen en sommige vrouwen hebben juist wel baat bij de pil, zegt ze. Het hangt er vanaf wat je ermee wilt bereiken. ‘Gebruik je het puur om niet zwanger te worden, maar zijn er bijwerkingen op stemmingsgebied, dan kies je misschien liever voor een spiraal, waar minder tot geen kunstmatige hormonen bij komen kijken. Heb je hevige buikpijn tijdens de menstruatie die wordt weggenomen door de pil, dan neem je de bijwerkingen misschien wel op de koop toe.’
Wat helpt: de ruime keuze qua anticonceptie. Zo zijn er spiralen zonder hormonen en spiralen met een lagere dosis hormonen dan de pil. Dan is er nog de vaginale ring, het staafje, de pleister, een prikpil en het condoom. Allemaal met voor- en nadelen. Neem dus niet klakkeloos aan wat iemand zegt, maar overweeg het, ook met je huisarts, aldus Timmermans. ‘Neem jezelf hierin serieus.’
In Nederland werd een jaar geleden in de herziene huisartsenrichtlijn opgenomen dat huisartsen bij gesprekken over anticonceptie meer aandacht zullen besteden aan psychische bijwerkingen. Weliswaar wat laat, maar een goede ontwikkeling, zegt Doornweerd. ‘Maar uiteindelijk is een gesprek bij de huisarts hierover pas echt goed te voeren als je precies weet wat het doet en bij wie. Er is geen reden voor paniek, maar we weten nu gewoon te weinig om de anticonceptie af te kunnen stemmen op iedere vrouw persoonlijk. En daar willen we wel naartoe.’
Tijd voor de mannenpil?
Al jaren wordt er gesproken over de mannenpil, maar hij is nog steeds niet op de markt gebracht. ‘In de praktijk blijken er nogal wat hobbels op de weg,’ zegt Ineke van der Vlugt van Rutgers. ‘Mannenlichamen werken heel anders dan die van vrouwen en er zijn bijvoorbeeld zorgen over de vruchtbaarheid en mannelijkheid als je de zaadproductie via een pil probeert terug te dringen.’ Daarnaast is er volgens haar maar weinig animo onder farmaceutische bedrijven. ‘Het marktaandeel is te klein. Een anticonceptiemiddel op de markt brengen is een kostbare aangelegenheid, omdat het onderzoek jaren duurt.’ En dan is er nog het enthousiasme onder mannen zelf. ‘Dat lijkt er wel te zijn. Als je ze vraagt of ze zo’n pil zouden slikken zeggen veel van hen ja.’ Uit een onderzoek in februari van het EenVandaag Opiniepanel, zei ruim de helft van de deelnemende mannen (16-34 jaar) wel open te staan voor een mannenpil. Van der Vlugt: ‘Maar of ze vervolgens in de praktijk ook bereid zijn om hem langdurig en dagelijks te slikken, dat is maar de vraag. Vrouwen willen ook niet altijd de regie uit handen geven.’
(Parool)