‘De Pizzaro’s’ is een ietwat rommelige familiekroniek van drie generaties in Colombia

Robert-Jan Friele werkte een tijdlang als correspondent in Zuid-Amerika. Er was één land waar kennissen onverdeeld positief over spraken: Colombia. Friele raakte zelf ook verknocht aan het land waar hemel en hel op één kussen slapen.

In ‘De Pizarro’s’ beschrijft hij aan de hand van drie generaties van één familie de voorbije eeuw in Colombia, die zich kenmerkte door een eindeloze kettingreactie van geweld. Grootvader Pizarro, bijgenaamd de Admiraal, was één van ’s lands belangrijkste legerleiders. Van zijn vijf kinderen sloten drie zich aan bij de guerrilla en overleefden twee de vrijheidsstrijd niet. Op de schouders van de derde generatie rustte de taak om op de smeulende resten van het verleden een nieuw land te bouwen.

Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar springt vaak heen en weer in tijd en perspectief. Dat voortdurende in- en uitzoomen maakt het boek tot een wat rommelig geheel. Friele heeft er ook voor gekozen zichzelf als personage op te voeren. Dat leidt de lezer nog meer af van de zo al complexe materie.

Het zijn omtrekkende bewegingen rond een kern die meer dan de moeite waard is: een familiekroniek die de geschiedenis van een heel land omvat, met gezinsleden die je stuk voor stuk even dierbaar worden als Colombia zelf.