De robotmens is volgens Etienne Vermeersch nog niet voor morgen: 'Ik zou me meer zorgen maken over de klimaatopwarming'
Twee weken op rij werd Etienne Vermeersch in Humo geprezen als één van de weinige filosofen die zich ook over artificiële intelligentie buigen, en over het doembeeld dat robots de wereld zouden kunnen overnemen: eerst door Peter Hinssen in Humo 4004, daarna door Jeroen Lemaire in Humo 4005. Niet meer dan terecht, vindt de gepensioneerde moraalfilosoof uit Wetteren.
Etienne Vermeersch «Ja, uiteraard. Ik heb er in 1966 mijn doctoraat over geschreven. Ik was naar een colloquium in de buurt van Parijs geweest, met alle grote figuren van de cybernetica – dat is de studie van zelfsturende systemen. Robert Wiener was er, de grondlegger van de cybernetica, en topwiskundige Benoît Mandelbrot. Nadat ik met hen had gesproken, viel het me op dat ze geen duidelijke definitie hadden voor het begrip ‘informatie’. Ik heb vervolgens zo’n definitie ontwikkeld, die zowel in de genetica gebruikt kan worden – DNA is niets anders dan een informatiedrager – als voor de communicatie tussen dieren en mensen. Maar ook bij machines. Zo kwam ik op het terrein van de artificiële intelligentie. In 1968 heb ik in Namen een lezing gegeven met als titel ‘Projet pour un homme artificiel’. Dat was een bouwplan: wat is er nodig voor een kunstmatige mens? Die lezing bewees dat het kan, maar ook dat er enorme consequenties aan verbonden zijn, want de kunstmatige mens zal superieur zijn aan de biologische. Een pak intelligenter, en hij zal niet alleen audiovisueel communiceren, maar ook met elektromagnetische signalen.»
HUMO Natuurkundige Stephen Hawking en Tesla-topman Elon Musk zien artificiële intelligentie als een bedreiging, waar we ons nu tegen moeten wapenen door machines een soort geweten te geven.
Vermeersch «De basis voor die robot-ethiek dateert van de jaren 40. Bioloog en scifi-schrijver Isaac Asimov heeft toen drie wetten bedacht. Eén: een robot mag een mens niet schaden en moet alles vermijden wat een mens kan schaden. Twee: een robot moet altijd aan de mens gehoorzamen, tenzij het gevolg daarvan gevaarlijk zou zijn voor de mens zelf. Drie: een robot moet zichzelf in stand houden, tenzij het in strijd is met de eerste twee wetten. Later heeft Asimov nog de nulde wet bedacht: robots mogen de mensheid in het algemeen niet schaden.»
HUMO De Zweedse filosoof Nick Bostrom vreest dat artificiële intelligentie de mens binnen de honderd jaar irrelevant zal maken.
Vermeersch «Integendeel: hij ziet dat met optimisme tegemoet. Hij is een transhumanist. Transhumanisten vinden dat de mens zichzelf moet verbeteren met eugenetica (selectieve voortplanting) en met bionica (kunstmatige ledematen en kunstmatige stukjes brein). Ze vinden het de volgende logische stap in de evolutie van de menselijke soort. Het laatste stadium is een volledig kunstmatige mens.»
HUMO Zal die er nog als mens uitzien?
Vermeersch «De basis zal een elektronisch brein zijn. De rest... Iets met twee benen of met vier poten: het zal nog blijken wat het meest praktisch is. Het kan op de mens lijken, maar dat hoeft niet. Het lichaam dient alleen om de handelingen van het brein uit te voeren.»
HUMO Maar wat zal er dan nog menselijk aan zijn?
Vermeersch «Het zal een wezen zijn dat kan genieten en lijden, maar dat kunnen sommige dieren ook. De kunstmatige mens zal ook superieur denken: doelstellingen formuleren en die realiseren door de juiste middelen efficiënt aan te wenden. En hij zal zichzelf kunnen voortplanten.»
HUMO Wat denkt u: gaan we er binnen de honderd jaar aan?
Vermeersch «Ik heb de indruk dat Bostrom niet beseft hoe complex het is. Intelligentie is niet het probleem, maar voor een bewustzijn moet je ook een emotioneel systeem inbouwen.»
HUMO Peter Hinssen stelt zich voor dat robots in de toekomst kunnen ingrijpen nadat ze een rationele analyse hebben gemaakt.
Vermeersch «Alsof ze de drang om te overheersen zouden hebben; een menselijke eigenschap. Ze zullen inderdaad een feitelijke doorlichting kunnen maken, maar ze gaan daarom nog niet over tot actie. De kunstmatige mens moet pijn en genot kunnen ervaren, positieve en negatieve emoties hebben. Daar is men nog lang niet aan toe. Ik ga het niet meer meemaken, u ook niet. In de tussentijd zou ik mij zorgen maken over andere dingen, zoals de opwarming van het klimaat.»