Oorlog in Oekraïne
‘De Russen zetten het op een lopen. Zij die bleven, schoten zich een kogel door het hoofd’: deze Belg strijdt zij aan zij met Oekraïense soldaten
Aan de snelle verovering van Izjoem en Lyman in het oosten van Oekraïne werkten ook enkele Belgen mee. Dat vertelt een van hen aan De Morgen, een man die meestrijdt met een ultranationalistisch bataljon. ‘We hadden lijf-aan-lijfgevechten verwacht, maar de Russen hebben het op een lopen gezet.’
Hij toont het uitzicht uit het raam: een en al vernieling. De camera zwenkt naar binnen. Schoolbanken en stoelen liggen op een hoopje. In de muur zitten kogelgaten. “Dit is het schoolgebouw waar we nu zitten”, zegt Jan*. “Kijk, de bibliotheek.” Kasten met boeken liggen omver. Even verderop zitten collega’s van hem te kaarten.
Samen met de rest van zijn bataljon heeft hij enkele dagen rust in een dorp tussen Izjoem en Barvinkove. Het is hier niet ver van het front, maar toch relatief rustig. Van de Russische vergeldingsacties voor de aanval op de Krimbrug merk je hier niets. De internetverbinding is dan ook beperkt, en er zijn nog weinig inwoners aanwezig. “De meeste woningen zijn verlaten en van pakweg de helft is het dak of enkele muren vernield. De ouderen die zijn gebleven, hebben we ondergebracht in ander gebouw.”
Gewond
Jan vertrok dit voorjaar al naar Oekraïne om te vechten, maar raakte gewond en keerde terug naar België om te herstellen. Na enkele maanden kon hij het idee niet meer verdragen dat zijn kompanen in Oekraïne sneuvelen. Deze zomer vertrok hij opnieuw.
Dinsdag gingen de strijders naar een nabijgelegen bos, waar ze anderhalve vrachtwagen aan mortiergranaten en obussen konden opladen. Die waren daar verborgen door de Russen, maar vallen nu in handen van de Oekraïense troepen. “We gingen voorop met RPG’s en Matadors (raketwerpers en Duitse antitankraketlanceerders, red.), tot op 300 meter van de Russen. We gingen hen achterna, bouwden versterkingen en groeven loopgraven. Het waren veel gevechten in de bossen. We namen een tiental Russische pantservoertuigen in beslag.”
Russisch materiaal dat in handen van de vijand valt: het komt vaker voor tijdens de Oekraïense opmars. De snelheid van dat tegenoffensief verrast ook Jan en zijn kompanen. Na Izjoem september, veroverden ze in oktober ook Lyman. Daarna botsten ze op meer tanks en artillerie. Volgens hem gebruikten de Russen clustermunitie en fosfor. Er volgde intense strijd, waarna de Russen zich terugtrokken.
“We dachten eerlijk gezegd dat het zwaarder zou zijn”, zegt Jan. “We hadden lijf-aan-lijfgevechten verwacht, maar in plaats daarvan hebben de Russen het op een lopen gezet. Zij die bleven, schoten zich een kogel door het hoofd, om zich niet te moeten overgeven.”
Ultranationalistische groep
De Belg toont ook foto’s van Russische gevangenen, die geblinddoekt in een koeienstal zitten. Hij zegt dat hij een video zag waarin leden van zijn bataljon een tiental gevangenen op een rij zetten en executeerden. “Een collega werd razend op de Oekraïners toen hij dat zag. Dat is een oorlogsmisdaad.”
Jan draagt op zijn rechterarm een patch van de Belgische driekleur met erboven eentje van het Oekraïens geel-blauw. Op de andere arm kleeft een patch van Karpatska Sich, een ultranationalistische militie die ontstond bij de Maidan-protesten in 2014 en intussen geïntegreerd is in het Oekraïense leger.
Karpatska Sich profileerde zich in het verleden als een groep die strijdt voor “traditionele Europese waarden”. “We zullen niet toestaan dat globalisme, liberalisme, kapitalisme, linksisme, lgbt- en vrouwenactivisme en andere soorten perversies vreedzaam bestaan en gedijen op ons land”, staat er op de website.
Op manifestaties van Karpatska Sich zijn spandoeken te zien met white nationalism-symbolen en het runenteken van de Wolfsangel dat ook bij het Azov-bataljon te zien is, maar ook bij de Waffen SS in nazi-Duitsland. Nazigroeten waren niet vreemd bij Karpatska Sich. In 2019 voerde de groep actie tegen de Pride in Kiev en later dat jaar vroegen ze hun leden om een Oekraïense versie aan te schaffen van het manifest van de extreemrechtse schutter in Christchurch.
“Eerlijk gezegd voel ik me daar niet goed bij”, zegt Jan, die zegt dat hij niet wist waar Karpatska Sich voor stond toen hij aan het bataljon werd toegewezen. “Ik heb mijn transfer aangevraagd, maar moet nog een maand geduld hebben.”
Jan zit weliswaar in een groep met vooral buitenlanders: Spanjaarden, Colombianen, Brazilianen, Canadezen, Amerikanen, Fransen en twee Belgen. De andere Belg zou uit Brussel afkomstig zijn. De Belgische veiligheidsdiensten gaan ervan uit dat er nog een tiental Belgen ter plekke zijn.
‘Niet bang voor de dood’
Een van de Amerikanen in Jans bataljon is bekend op sociale media. Rob Roy Lane bereikt met zijn video’s vanop het slagveld in Oekraïne meer dan 74.000 volgers op TikTok. Deze beelden, voorzien van stoere muziek, tonen een heroïsche kant van de oorlog, als in een actiefilm, maar Jan beseft dat het ook elk moment gedaan kan zijn.
“Mijn testament is opgemaakt. Mijn ouders en mijn ex weten dat als ze een telefoontje krijgen, ik ofwel gevangen ben genomen, ofwel dood ben. Bang voor de dood ben ik niet, wel dat ik gewond zou geraken. Een been verliezen of brandwonden over heel mijn lichaam, daar heb ik schrik voor.”
Hun deelname aan het Oekraïense leger is alvast niet strafbaar in ons land. Zoals de meeste buitenlanders in het Oekraïense leger doet hij het niet enkel voor de 3.200 dollar die hij hier per maand verdient, maar ziet hij het als zijn plicht om Europa te verdedigen en Rusland op tijd een halt toe te roepen. “Zolang er Russen op het Oekraïense territorium zijn, zal er geen vrede zijn”, zegt hij.
* Volledige naam bekend bij de redactie.
(DM)