BOEK★★★½☆
De rustige, ingetogen manier van vertellen is de kracht van deze roman over een man die tijdens WO II langzaam een rol gaat spelen die hij niet wil spelen
‘De drie levens van Josef Klein’ is een roman die gestoeld is op ‘een werkelijkheid’. Vaak gaat het dan om een familiegeheim, meestal niet bijster interessant. Dat is bij deze roman wel anders. Josef Klein, een bijna klassieke man zonder eigenschappen, is in de jaren 20 vanuit Duitsland geëmigreerd naar de VS. Vlak voor het uitbreken van WO II wordt hij, een verwoed radioamateur, door de nazi’s in New York gerekruteerd als spion. Na de oorlog wordt hij uitgezet naar Duitsland.
Ulla Lenze kreeg van haar moeder een briefwisseling tussen haar opa Carl en zijn broer Josef. Dat was geen vreselijk geheim, want Josef was altijd al bekend in de familie. Door slim heen en weer te springen in de tijd houdt Lenze toch iets van spanning in het boek. Ze probeert aan de hand van die brieven in het hoofd van Josef te kruipen om zijn beweegredenen aan het licht te brengen. Zonder te duiden of te verklaren. En die rustige, bijna ingetogen manier van vertellen is de kracht van de roman. Lenze toont hoe Josef Klein, die een rustig, onopvallend leven ambieert, toch langzaam een rol gaat spelen die hij eigenlijk niet wíl spelen. Maar de man die op niemand wilde lijken, wordt vertrapt in de tredmolen van de geschiedenis. En dat laat Ulla Lenze hier overtuigend zien.