De seksslavinnen van het kalifaat: 'Acht dagen lang werden mensen voor mijn ogen gedood'
Om haar dochters vrij te krijgen uit de handen van de islamitische terreurgroep IS ondernam Nazi Mastou een moedige zoektocht. Toen strijders foto’s van haar meisjes publiceerden om hen als seksslavinnen te verkopen, stak ze zich diep in de schulden om hen vrij te kopen.
'Vaak wisten de vrouwen maar al te goed dat hun man de yezidi-slavin verkrachtte en misbruikte voor seksspelletjes'
De stem van de jonge vrouw klinkt door de volle, warme kamer. ‘O mama, mama, help me,’ smeekt ze vanuit een ander leven, in het kalifaat van de islamitische terreurgroep IS. Haar paniek is bijna voelbaar. ‘Ze zijn hier, ze komen me halen.’
Vrouwen barsten in snikken uit, nog voor de opname op de mobiele telefoon is afgelopen. Sjaals die losjes over haren lagen, worden gebruikt om ogen droog te vegen. Moeder Nazi Mastou, aan wie de smeekbede gericht was, laat haar tranen lopen. Een neef en de mannelijke tolk staren vanaf hun matjes strak naar de grond.
De eigenares van de stem, de 18-jarige Manar, zit als een zielig hoopje tussen haar familieleden. Ze was de laatste van drie zussen die uit het kalifaat wist te ontsnappen, een jaar en zeventien dagen na haar ontvoering door IS-strijders uit de Iraakse yezidi-regio Sinjar.
Met schroom heeft ze haar verhaal gedaan, net als haar zussen Majida (25) en Dalal (20). Beschaamd over het onuitsprekelijke dat hun is aangedaan: ontvoerd, als vee gekeurd en verkocht, en als seksslavin gebruikt en vernederd.
De drie zussen komen uit het middenklassegezin van onderwijzer Abdullah en zijn vrouw Nazi, die kleding maakte. Een doorsnee yezidi-gezin uit de provinciehoofdstad Sinjar, maar tegelijkertijd uitzonderlijk omdat hun verhaal zoveel van de verschillende elementen bevat van de yezidi-geschiedenis die het afgelopen jaar is geschreven. Die begon op 3 augustus 2014, toen IS Sinjar binnenviel, niet alleen om de strategische regio te bezetten, maar ook om er vrouwen te roven voor zijn strijders. Bijna 6.000 mensen (van wie 3.200 vrouwen) werden ontvoerd, en een onbekend aantal mannen vermoord. Zo’n 500.000 yezidi’s ontvluchtten de regio en zijn nog altijd ontheemd.
Gewaarschuwd door berichten uit dorpen waar de strijders al hadden huisgehouden, probeerden Nazi en Abdullah die hete augustusdag met hun vijf kinderen te vluchten. Maar ze kregen autopech, en werden alsnog gepakt. Nazi werd met haar jongste zoon Najem (13) opgesloten in een overheidsgebouw in Sinjar; de drie zussen werden naar de tweede Iraakse stad Mosoel gebracht. Wat er met Abdullah en zijn oudste zoon Jalal (23) gebeurde, is niet helemaal duidelijk.
undefined
'Zitten huilen of zelfmoord plegen was geen optie. Ik moest proberen mijn dochters terug te krijgen'
Nazi (45) is de kern van dit gezin – een kleine vrouw, met meer kracht dan je zou vermoeden. Ze spreekt zacht, met korte zinnen die haar neef Hakim bij het vertalen vaak tot doorvragen nopen. Deze mater familias heeft alles op alles gezet om haar gezin te herenigen. Daardoor heeft ze veertien maanden na de massale mensenroof haar dochters terug, maar nog niet haar man en oudste zoon.
Tijdens mijn vele gesprekken met yezidi-vrouwen die aan IS ontkwamen, ontmoette ik nooit eerder een vrouw die haar noodlot zo actief heeft bevochten. Meestal tref ik mensen die nauwelijks begrijpen wat hun is overkomen, en treurend in een tent of een huis met plastic ramen zitten te wachten op wie nog terugkomt.
Nazi heeft een talent om het onmogelijke te bereiken. Ze moet één van de eerste yezidi-vrouwen zijn geweest die aan IS wist te ontsnappen – en dat tot twee keer toe. Inmiddels zijn nog zo’n 2.100 anderen, van wie bijna 900 vrouwen, ontkomen.
Bruidshal met geroofde vrouwen
Nazi ontsnapte een eerste keer tijdens de tweede nacht dat ze gevangenzaten: met zoon Najem kroop ze in het donker over de muur van hun tijdelijke gevangenis in Sinjar. Buiten kwam de werkelijkheid van de wreedheid van IS op haar af, vertelt ze zacht: ‘Onderweg zag ik veel lichamen in de straten, veel dode mensen.’
Toch deed ze toen iets gevaarlijks: ze klopte aan bij een oude Arabische buurman tegenover haar huis in Sinjar. Veel soennitische Arabieren in de regio hadden zich bij IS aangesloten.
'In een kamp in Irak bakt een yezidi-vrouw brood in een traditionele oven.'
Nazi «Ik wist dat het riskant was, maar waar moest ik naartoe? Abu Jasem is een goede man. Hij zei: ‘We zijn al vele jaren buren, en jullie zijn goede mensen. We zullen jullie beschermen.’»
De volgende dag bracht hij haar naar haar zwager, die met negen anderen was thuisgebleven omdat hij geen auto had. Na twee weken maakte IS echter schoon schip in de stad, en werden ze ontdekt. Gevangen in hun eigen huis zetten de extremisten hen onder druk: bekeren tot de islam, of gedood worden.
Nazi «Dat ging zo acht dagen door. Ze doodden mensen voor mijn ogen. Ik zei uiteindelijk: ‘Oké, ik zal me bekeren, maar alleen als jullie me helpen mijn dochters terug te vinden.’
»Zitten huilen of zelfmoord plegen was geen goed plan. Ik moest hoe dan ook proberen mijn dochters terug te krijgen.»
Er kwam een imam om Nazi en haar zwagers’ familie de geloofsverklaring af te nemen en Nazi wist de IS-functionarissen aan hun afspraak te houden. Ze kreeg een officieel papier, dat zei dat ze moslim was en dat niemand haar iets mocht aandoen. Met dat document kon ze binnen het kalifaat reizen. IS staat bekend om z’n bureaucratie, paperassen met stempels en de zwarte vlag die burgers bij zich moeten dragen. Maar een yezidi-vrouw die onmiddellijk na haar bekering een document krijgt dat haar rechten vastlegt?
Nazi «Ja, ik weet hoe uitzonderlijk het is.»
Vermoedelijk waren de IS-vertegenwoordigers in Sinjar nog niet zo goed op de hoogte van de strenge regels van het kalifaat, of van het beleid ten aanzien van yezidi-vrouwen – die als slaven fungeerden en gewoon géén rechten hadden. Een eventuele bekering leverde yezidi’s meestal niet veel meer op dan hun leven, al zouden enkele vrouwen erna getrouwd zijn met de man die hen had gekocht.
Hoewel ze zegt het document nog te hebben, wil Nazi het niet laten zien. Het moet een bron van schaamte zijn: yezidi’s die van geloof veranderen, worden uit de gemeenschap gestoten. Het is louter dankzij een verklaring van hun geestelijke leider, Baba Sheik, dat daar een uitzondering op gemaakt wordt voor allen die uit het kalifaat terugkeren.
Nazi gebruikte het document om met haar zwager naar Mosoel te gaan, het Iraakse bolwerk van IS waar de meeste geroofde vrouwen naartoe waren gebracht. De jongere werden vastgehouden in de Galaxy-bruidshal, en Nazi wist dat haar oudste dochter Majida daar zat omdat die een neef in Koerdistan had weten te bellen. Dagenlang stond ze, gehuld in de verplichte zwarte, lange jas en met handschoenen en een sluier aan, voor de hal en smeekte de bewakers om haar binnen te laten. Die zeiden dat de vrouwen binnen zich weigerden te bekeren. ‘Laat me binnen, dan overtuig ik mijn dochter wel,’ bepleitte Nazi tevergeefs.
Omdat het niets opleverde, en ze er geen idee van had waar haar andere gezinsleden waren, huurde ze voor 1.000 dollar – twee maandsalarissen in Mosoel – een taxichauffeur die haar het kalifaat uit hielp: haar tweede ontsnapping. Toen ze eind augustus in de Koerdische regio van Irak aankwam, vond ze onderdak bij een zus, maar geen rust.
Nazi «Ik had een beter plan nodig om mijn dochters terug te vinden. En zo vertrok ik naar Syrië, want ik had gehoord dat alle vrouwen daar naartoe waren gebracht.»
Zoektocht met simkaart
Syrië is een land in burgeroorlog, waar behalve IS verschillende al dan niet islamitische rebellengroepen actief zijn. Daarnaast beheersen Koerdische strijders van de aan de Turks-Koerdische PKK gelieerde PYD een eigen regio, maar die was in september 2014 veel minder stabiel dan nu.
Daar ging Nazi naartoe met een familielid, die de codenaam Abu Zujah gebruikt. Haar dochters vond ze niet, maar Abu Zujah legde contacten die hij sindsdien vele keren heeft gebruikt om yezidi-meisjes uit het kalifaat te bevrijden. Nazi was getuige van zijn eerste actie, die leidde tot de ontsnapping van zeven van hen. Inmiddels zijn er meerdere yezidi-bevrijders, die honderden vrouwen en meisjes hebben weten vrij te krijgen.
undefined
undefined
'Zo'n 500.000 yezidi's ontvluchtten de regio en leven nu in kampen.'
Nazi «Ik hoorde niets meer van mijn dochters. Ik wist alleen dat ze in Syrië waren. Het was een onmogelijke zoektocht.»
Hoe gevaarlijk Syrië was, merkte ze toen ze er een paar maanden later, in januari 2015, opnieuw was, dit keer met haar zoontje Najem en een neef. Het Syrische leger, dat nog actief is in delen van het land, pakte hen op als spionnen van IS.
Nazi «Ze blinddoekten en ondervroegen me. Ze dachten dat mijn man bij IS was en dat mijn neef met ze werkte. Misschien lag het aan het document van mijn bekering.»
Hoewel ze klaagt over de kou en de smerigheid van de gevangenis, had ze geluk: in tegenstelling tot velen die in de gevangenissen van de Syrische president Assad crepeerden, werd ze al na 24 uur vrijgelaten, mét teruggave van haar documenten.
In de voorgaande maanden had ze iedereen die wist te ontsnappen, naar haar dochters gevraagd, maar na de Galaxy-hal liep het spoor dood. Ontsnapte vrouwen die ze in het Syrisch-Koerdische Hasake trof, vertelden echter dat ze in de IS-steden Raqqa en Mandbij zaten.
Nazi «Ik wilde naar ginder. Ik wist dat ze hen niet zouden teruggeven en dat ik ze moest helpen ontsnappen. Maar mensen zeiden dat ik zou worden onthoofd, dat zelfs dat papiertje niet zou helpen. IS was niet te vertrouwen.»
Verslagen keerde ze terug naar Koerdistan, waar ze een gouden ingeving had. Omdat IS haar familieleden hun mobiele telefoons had afgenomen, ging ze naar het telefoonbedrijf en bemachtigde kopieën van al hun simkaarten: hun eigen nummers kenden haar dochters, haar man en haar zoon immers uit het hoofd.
Nazi «Ik had drie telefoons met vijf sims, voor het geval ze zouden bellen. En dat gebeurde.»
In april 2015 belde haar oudste dochter. IS had Majida vanuit Mosoel overgebracht naar het Syrische IS-bolwerk Raqqa, waar ze was uitgekozen door een Saoediër, de 29-jarige Abdullah, die zijn 21-jarige Saoedische vrouw had meegenomen naar het kalifaat. ‘Die liet me niet met rust, ik moest steeds werken,’ klaagt Majida over haar.
Net als haar moeder vertelt ze haar verhaal aarzelend, maar van de drie zussen lijkt ze de sterkste. Als het even niet over haarzelf gaat, straalt ze de autoriteit uit die bij haar vroegere baan als lerares Koerdisch aan een middelbare school in Sinjar past.
undefined
undefined
'Buiten zag ik veel lichamen in de straten, veel dode mensen.' Nazi ontsnapte een eerste keer uit een gevangenis in Sinjar (foto)
In het kalifaat werd ze, net als veel andere yezidi-vrouwen, geconfronteerd met de medeplichtigheid van de echtgenotes. Van solidariteit onder de vrouwen was geen sprake. Integendeel: vaak wisten de vrouwen maar al te goed dat hun man de yezidi-slavin verkrachtte en misbruikte voor seksspelletjes. Maar ze grepen niet in, wellicht omdat ze daardoor zelf buiten schot bleven, of omdat ze bang waren voor hun man, zoals dat bij Majida het geval was.
Maar vaak was er ook jaloezie. Zusje Manar kreeg daarmee te maken, toen ze na het overlijden van de Tsjetsjeen die haar had gekocht, nog een maand bij diens weduwe moest blijven. ‘Ze haatte me,’ zegt ze. Na zijn dood maakte de weduwe haar leven pas echt tot een hel: ze nam wraak door Manars lange haren af te knippen, tot een schandelijk kort jongenskapsel.
De meeste echtgenotes nemen klakkeloos de officiële IS-visie over: yezidi-vrouwen zijn ongelovig en mogen daarom als slaven gehouden worden. Uit de verhalen van yezidi-vrouwen spreekt nooit enig medelijden: de echtgenotes sluiten de vrouwen op, slaan hen, dwingen hen het huishouden te doen en geven hen te weinig te eten. Vaak, zoals bij Majida, dwingen ze hen te bidden – want het doel is uiteraard dat de yezidi’s zich bekeren.
Na acht maanden verkocht Abdullah Majida aan Abu Anas, een 25-jarige Libische strijder. Die nam foto’s en zette die op het speciale intranet van IS om haar te koop aan te bieden. Nazi kreeg die foto via één van de bevrijders in handen, waarna die het proces in gang zette om haar dochter vrij te kopen. Majida was daarvan op de hoogte, maar de Libiër niet. Die dacht dat hij haar gewoon binnen IS doorverkocht. Er was 20.000 dollar nodig. Neef Hakim vertelt dat het geld van familie en vrienden werd geleend en daarna via een Koerd naar Syrië ging. IS wist van niets, zegt hij: ‘Als zij doorhebben dat dit gebeurt, is dat gevaarlijk.’
Het bedrag van 20.000 dollar is ongekend hoog. Yezidi-vrouwen kosten bij de eerste aankoop niet meer dan een paar honderd dollar, maar dat bedrag stijgt bij elke nieuwe verkoop. Bij een bevrijding gaat het grootste deel van de verkoopsom echter naar de vele tussenpersonen die ervoor moeten zorgen dat er een deal is, dat niemand erover praat, dat het geld overgebracht wordt en dat het transport uit het kalifaat geregeld is.
undefined
'Ik heb hen al meer dan een jaar niet gezien.' Nazi wacht nog altijd op een telefoontje van haar man en zoon
Zeven keer verkocht
Dalal was nog duurder: voor haar werd een maand later zelfs 30.000 dollar neergeteld. Nazi weet wel waarom.
Nazi «Ze is mooi, en de mooiste meisjes zijn duurder. Ze weet ook hoe ze moet lezen en schrijven in het Arabisch en het Koerdisch, en ze kent een beetje Engels. Mijn dochters waren zo duur omdat ze opgeleid zijn.»
Ook van Dalal had de familie een foto toegespeeld gekregen. Nazi zoekt die op in haar telefoon: wat opvalt is niet de lange, zwarte kleding, maar de diep treurige blik. Toen de foto gemaakt werd, was Dalal al zeven keer doorverkocht. Ze was er slecht aan toe.
undefined
'De mooiste meisjes zijn duurder. Net als zij die kunnen lezen en schrijven.'
Dalal was eerst bij een Tsjetsjeen, en daarna bij een Saoedische strijder beland, die haar vervolgens onder landgenoten doorverkocht. Soms bleef ze een paar dagen, soms weken en in één geval zes maanden. Soms was er een echtgenote en de gebruikelijke slechte behandeling, bij de laatste man was ze samen met een ander yezidi-meisje. Die man bond hen vast, vertelt ze. Ze laat haar polsen zien. ‘En niet alleen als hij van huis was!’ – waarmee ze suggereert dat hij hen beiden vastbond om seks met hen te hebben, een onbespreekbaar onderwerp in deze volle kamer.
Een eigenaarscontract geeft IS-strijders het recht alles te doen wat ze willen met hun yezidi-vrouwen, zoals hun eind vorig jaar nog eens is uitgelegd in een speciaal pamflet. De nieuwe eigenaar mag seks hebben met de slavin ‘onmiddellijk na bezit van haar te hebben genomen’. Trouwen was dus niet nodig, en voor zover ik kan nagaan werd er alleen met yezidi-vrouwen getrouwd nadat die zich bekeerd hadden en als moslim waren erkend.
Dalal slaagde er twee keer in haar moeder te bellen. Haar Saoedische eigenaar hield de telefoon vast, en ze spraken in het Arabisch. Toch wist ze Nazi te vertellen waar ze was, en via die informatie werd haar foto gevonden en kon ze worden vrijgekocht.
Een paar dagen na Dalal kwam de jongste zus, Manar, als laatste vrij. Haar lijden, dat van een andere orde was dan dat van haar zussen, is haar aan te zien; ze lijkt jaren ouder dan 18. Manar bracht een deel van haar tijd in het kalifaat in de gevangenis door, als straf omdat ze van haar tweede Tsjetsjeense eigenaar was weggelopen. Aanvankelijk zat ze vast met Syrische prostituees, en daarna nog drie maanden met alleen yezidi-vrouwen. Uit wat ze daarover in bedekte termen vertelt, maak ik op dat dit een IS-bordeel was, zoals er in het kalifaat wel meerdere zijn. ‘We waren niet veilig. De slechtste behandeling kreeg ik daar.’
undefined
'Manar zat eerst vast met Syrische prostituees, daarna met yezidi-vrouwen. Uit wat ze daarover vertelt, maak ik op dat dit een IS-bordeel was'
Nazi’s jongste dochter kwam eruit dankzij een Koerd uit Turkije, die haar nodig had om voor zijn dochters te zorgen. Toen hij zich bij IS aansloot, was zijn vrouw van hem gescheiden, en hij had zijn twee dochters van 4 en 8 jaar meegenomen naar Syrië. Als hij naar het front ging, kon hij Manar niet opsluiten, want ze moest boodschappen kunnen doen. Dat gaf haar de mogelijkheid opnieuw te ontsnappen. Ze werd echter gepakt en weer in de gevangenis gegooid, maar na drie dagen toch teruggestuurd naar de twee dochters voor wie niemand anders kon zorgen.
Daar belde ze haar moeder, in paniek voor wat er zou gebeuren als de Koerd terugkwam van het front. ‘Als die man wist dat ze was proberen te ontsnappen, zou hij haar doden,’ verwoordt Hakim de angst die doorklinkt in de opname die Majida op haar telefoon heeft bewaard. Nazi belde Abu Zujah, die onmiddellijk haar bevrijding in gang zette. Hij liet haar ophalen bij een internetcafé in de stad en wist haar via de Koerdische regio van Syrië in veiligheid te brengen. ‘Ik kan nog steeds niet geloven dat ik terug ben,’ verzucht ze.
Voor Nazi gaat de zoektocht naar haar man en zoon door: zolang die niet terecht zijn, heeft ze nauwelijks rust. Ze weet dat ze nog leefden in april. Majida had haar toenmalige eigenaar kunnen overhalen om mee te gaan naar het dorp nabij Mosoel waar haar vader en broer met honderden andere yezidi’s gevangenzaten. Maar kort daarna besloot IS het dorp te sluiten, en sindsdien zijn ze spoorloos. Nazi wacht constant op nieuws.
'Sommige vluchtelingen blijven in de bergen rond Sinjar wonen.'
Nazi «Ik heb nu nog twee telefoons, met hun nummers.»
Dat is nu haar belangrijkste zorg, samen met het terugbetalen van de enorme schuld die ze heeft opgebouwd om haar dochters vrij te kopen.
Nazi «Mensen beginnen me om geld te vragen. Waar vind ik dat?»
Onlangs ging ze opnieuw naar Syrië. Officieel voor de begrafenis van een familielid, maar vooral om naar haar man en zoon te informeren.
Nazi «We waren altijd samen, maar nu heb ik hem al meer dan een jaar niet gezien. Een jaar waarin ik alleen maar ellende heb meegemaakt. Dat is pas voorbij als ik hen vind. Tot dan zal ik mij niet echt vrij voelen.»
Kort na ons gesprek, maar zonder nieuws over lot van haar man en zoon, vertrok Nazi met haar dochters naar Duitsland, waar ze vanwege hun traumaklachten zijn uitgekozen voor een speciaal behandelingsprogramma. Want de drie jonge vrouwen dromen nog iedere nacht over IS, dat zelfs nu nog hun slapende en wakende leven beheerst.