De streken van Luc De Vos gebundeld: 'De roes van het heden'
Naast zanger, romanschrijver en buitengewoon aangename mens was Luc De Vos ook een gewaardeerd columnist, en wel eentje van het productieve soort: tussen 1994 en zijn veel te vroege overlijden in 2014 schreef hij een kloeke zevenhonderd columns.
'In één van zijn columns schrijft Luc dat-ie fijn zand en een scheut tabasco in Tom Lanoyes vaselinepotje heeft geroerd'
Collega en vriend Christophe Vekeman heeft ze (tussen het afwerken van zijn nieuwste wereldroman ‘Hotel Rozenstok’ door) één voor één ge- of herlezen, en er een bloemlezing uit samengesteld die hij ‘De roes van het heden’ heeft genoemd.
Christophe Vekeman «‘De roes van het heden’ is de titel van één van de columns die ik in het boek heb opgenomen. Ik vond het een goeie titel voor het boek als geheel, omdat-ie qua klank en metrum mooi aansluit bij ‘Het werk van de duivel’, Lucs vorige columnbundel. ‘De roes van het heden’ klinkt ook een beetje plechtstatig, en Luc hanteerde graag een nogal plechtstatige taal, gecombineerd met een soort no-nonsenseschriftuur – wat dat betreft was hij een deftige punker. Luc wás bovendien ook de man van het heden, van het moment: over de toekomst maakte hij zich zo weinig mogelijk zorgen. En je helemaal onderdompelen in de roes van het moment, voor mij is dat de definitie van rock-’n-roll. ‘Don’t wanna lose a minute / Don’t wanna miss a chance’, zoals Herman Brood zong in ‘Street’: dat was Luc op het lijf geschreven.»
HUMO Hoe heb je de bundel samengesteld?
Vekeman «’t Is enerzijds een persoonlijke best of geworden, maar anderzijds heb ik ook geprobeerd om zowel oud als nieuw werk op te nemen, en een zo totaal mogelijk overzicht te geven van de verschillende thema’s waar Luc als columnist op toegespitst was. Met name: feesten en drinken, zijn kindertijd in Wippelgem, gefilosofeer over het al dan niet bestaan van God, erotiek, eenzaamheid, reizen en de daaraan gekoppelde boodschap dat het nergens beter is dan thuis. Het wezenlijke aan al die columns is dat ze vaak paradoxaal zijn, net als Luc zelf. Neem nu het verleden: hij vervloekt het, maar tegelijkertijd merk je dat hij er voortdurend naar teruggrijpt; dat hij niet kan verbloemen dat hij zich beter thuis voelde in de tijd van toen. En hoewel hij in wezen heel vredelievend was, wilde hij zeker in zijn vroege columns weleens venijnig uithalen. Naar collegazangers als Frank Vander linden en Stijn Meuris, bijvoorbeeld, of naar Tom Lanoye – in een column die ik in het boek heb opgenomen, schrijft hij dat-ie fijn zand en een scheut tabasco in diens vaselinepotje heeft geroerd.
»Zo was Luc: paradoxaal tot op het bot. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat hij een lolbroek was. Akkoord, maar dan wel een zwaarmoedige lolbroek, een wanhopige feestneus. En eigenlijk was hij allerminst een tafelspringer – iedereen die hem gekend heeft, zal je zeggen dat hij eerder verlegen was – maar op het podium veranderde hij in het soort showbeest dat zijn lege bierbekertjes in de decolletés van de dames op de eerste rij probeerde te mikken.»
HUMO Weet jij wat hij zich het meest voelde, een schrijvende zanger of een zingende schrijver?
Vekeman «Het eerste. Ik heb het hem ooit rechtstreeks gevraagd, en hij antwoordde: ‘Ik ben een zanger die ook boeken en columns schrijft.’ Je zou je in Lucs geval wel kunnen afvragen of het überhaupt zin heeft om dat onderscheid te maken, want ook als songschrijver leverde hij literair hoogstaand werk af. Al deed-ie daar zelf altijd heel geringschattend over: hij zei dat hij een ‘bandje’ had, en dat hij ‘liedjes’ schreef.
»Ik heb Luc trouwens op een literaire quiz leren kennen, op de Boekenbeurs van 2001. Hij won die quiz zowaar van drie ‘echte’ schrijvers – Dimitri Verhulst, Erwin Mortier en mezelf – dus ik wist al meteen dat hij niet van de straat was. Achteraf zijn we aan de praat geraakt, en toen vertelde hij me dat zijn favoriete dichtregel er eentje van ons beider held Gerard Reve was: ‘Wanhopig drinkend onder keukenlicht’. Vanaf toen waren we vrienden voor het leven.»
HUMO Eén dingetje nog: ik vond het jammer dat de columns in ‘De roes van het heden’ niet gedateerd zijn.
Vekeman «Ja, ik vind dat zelf ook wel een beetje spijtig, maar Luc dateerde zijn columns niet – ik heb ze toegeleverd gekregen in grote bestanden zonder jaartallen. Maar ach, laten we het zo zeggen: het is een tijdloos boek geworden (lacht).»