De Tand Des Tijds: 'X: The Man With The X-Ray Eyes' (Roger Corman, 1963)
Humo presenteert: De Tand Des Tijds! In deze reeks waagt filmjournalist Erik Stockman zich één keer per week aan een rewatch van een grote klassieker, een geliefde cultfilm of een beroemde blockbuster. Waarbij onze man zich afvraagt: hoe heeft deze film de blikkerende hoektanden des tijds doorstaan? Vandaag: ‘X: The Man With The X-Ray Eyes' van Roger Corman!
Roger Corman, de man die sneller filmt dan zijn schaduw, heeft sinds 1954 zo’n 500 voor een habbenkrats gedraaide films op de mensheid losgelaten. En ondanks zijn gezegende leeftijd (92!) blijft hij zelfs vandaag nog dapper verder produceren! Zijn meeste films, en dan zeker die uit de jaren 50 (van ‘Swamp Woman’ over ‘It Conquered the World’ tot ‘The Little Shop of Horrors’), zien er vandaag wel hopeloos gedateerd uit, met die houterige vertolkingen en die speciale effecten die er maar nét iets minder belachelijk uitzien dan de zichtbaar aan draden hangende vliegende schotels van Ed Wood. Maar vanaf 1961 - alsof hij ineens werd gebeten door een artistieke drang – begon hij ineens verrassend mooie films te draaien die de malende snijtanden des tijds verrassend goed hebben doorstaan, en dan hebben we het vooral over ‘The Pit and the Pendulum’, ‘The Raven’, ‘The Masque of the Red Death’ en ‘X: The Man With The X-Ray Eyes’.
Het hoofdpersonage, Dr. James Xavier (de voortreffelijke Ray Milland), is een geleerde die oogdruppels uitvindt waarmee hij dwars door voorwerpen kan kijken (slecht voorteken: de aap waarop hij de druppels uitprobeert, sterft van schrik). Zijn intenties zijn nobel: dankzij zijn nieuw verworven kracht verandert hij in een soort wandelende röntgenscanner die met onfeilbare precizie tumoren in kankerpatiënten kan localiseren. Een klein nadeel is dat zijn verbeterde zicht hem hoofdpijn geeft; barstende, splijtende, allesverterende hoofdpijn. Maar Xavier ontdekt dat hij er ook fun mee kan hebben: het half-triomfantelijke, half-wellustige glimlachje dat Milland laat zien wanneer hij op een feestje ontdekt dat hij dwars door de jurkjes van de dansende meiden kan kijken, is werkelijk onbetaalbaar. Yep, wie X-ray-visie heeft, heeft geen spycams meer nodig! Het X-effect, zoals Xavier het zelf noemt, valt evenwel niet af te stoppen, en wanneer hij ineens de doodskoppen van zijn gesprekspartners begint te zien,neemt de film een macabere wending.
Het meest verontrustende is dat Xavier doorheen alle muren, ja zelfs doorheen het hele universum, een geheimzinnige, steeds feller opgloeiende en steeds groter wordende lichtvlek begint te zien. De ogen sluiten heeft overigens geen enkele zin meer; de arme man kijkt recht door zijn eigen oogleden heen. Wie of wat is dat licht, dat zich daar voorbij de rand van de kosmos bevindt? Toch niet... de Schepper? Of een ander, gevaarlijker opperwezen? ‘Ik zou alles geven voor een beetje duisternis,’ zo horen we Xavier wanhopig uitroepen in één van de vele scènes die van ‘X’ behalve een filosofische horrorfilm ook een droeve tragedie maken.
De speciale effecten mochten naar goede Corman-gewoonte duidelijk niet te veel kosten, maar dat neemt niet weg dat de scènes waarin we het gezichtspunt van de dokter aannemen er bijzonder knap uitzien. Van de casino’s en flatgebouwen in Las Vegas – psychedelische panorama’s – gaat zelfs een poëtische schoonheid uit. En de dialogen zijn om van te smullen: ‘Alleen de goden zien alles,’ zo waarschuwt een collega hem vlak voordat hij de oogdruppels in zijn ooghoeken knijpt. Waarop Xavier: ‘Mijn beste dokter, ik ben de goden aan het inhalen!’
Dat ‘X’ één van de beklemmendste horrorfilms ooit mag worden genoemd, komt natuurlijk ook doordat het verhaal rechtstreeks tast naar één van onze belangrijkste bezittingen – onze ogen. Luis Buñuel en Salvador Dalí wisten precies hoe ze het publiek overstuur moesten maken, toen ze in ‘Un Chien Andalou’ iets deden met een oog en een scheermes. De schokkendste scène uit ‘Game of Thrones’? De Mountain die zijn duimen in de oogkassen van Prins Oberyn zet – en eens goed doordrukt. En was de meest verontrustende scène in ‘Get Out’ niet die waarin die beklagenswaardige Chris te horen krijgt wat hem te wachten staat? ‘I want your eyes, man. I want those things you see through.’ Om maar te zeggen: net omdat onze kijkers ons zo dierbaar zijn, jaagt het lot van Xavier ons de doodschrik op het lijf.
In de laatste scène – spoilers op komst! - strompelt Xavier – die nu ook wel beseft dat het geen goed idee was om het domein van de goden te betreden - een grote witte tent binnen waar een predikant net een preek staat af te steken. Uitgerekend in die religieuze omgeving barst hij uit in een monoloog die niet hoeft onder te doen voor die van Roy Batty in ‘Blade Runner’: ‘I’ve come to tell you what I see. There are great darknesses. Farther than time itself. And beyond the darkness... a light that glows... and in the corner of the universe... the eye that sees us all!’ Waarna de predikant en diens volgelingen in koor beginnen uit te roepen: ‘Pluk ze uit! Pluk ze uit! Pluk ze uit!’
In het allerlaatste shot voegt Xavier de daad bij het woord, maar het gerucht gaat dat Corman eigenlijk met het idee speelde om een ander einde aan te film te breien; een einde dat hij uiteindelijk té schokkend vond om te verfilmen. Nadat Dr. Xavier zijn eigen ogen heeft uitgerukt, zou je hem horen uitroepen: ‘I can still see!’ Ja hoor, ze zeggen dat de ogen de vensters van de ziel zijn, maar in het geval van Dr. Xavier vormen ze een glazen lift naar de hel.