Hoorzittingen over aanval
De telefoontjes van Trump tijdens de bestorming van het Capitool: ‘Ik weet niet wat ik nu moet doen’
In het Amerikaanse Congres starten de openbare hoorzittingen over de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Door de talloze video’s staan de beelden van de gevechten en de vrouw die werd doodgeschoten in het politieke centrum van het land op ons netvlies gebrand, maar hoe beleefden Trump en zijn entourage die fatale dag? Journalist Michael Wolff wist het Witte Huis binnen te raken en te praten met de ex-president. ‘‘U kunt niet met uw aanhangers meestappen,’ zei Trumps kabinetschef Mark Meadows verschrikt. ‘Eh... Ik bedoelde het ook niet letterlijk,’ antwoordde de president.’
Voor de derde keer wist journalist Michael Wolff, auteur van ‘Vuur en woede’ en ‘Staat van beleg’, het Witte Huis binnen te raken en te praten met alle hoofdrolspelers uit Donald Trumps entourage én de ex-president zelf. Het resultaat is ‘Aardverschuiving’, een boek over de laatste maanden van Trump, van de verkiezingen die hij verloor van Joe Biden tot de roemloze aftocht eind januari. Hoe beleefden Trump en co. de gebeurtenissen op 6 januari 2021, toen aanhangers van de verslagen president het Capitool bestormden? Een voorpublicatie.
Tegen zonsopgang werd de menigte steeds groter; de verschillende organisatoren van de diverse manifestaties lokten grotere aantallen dan verwacht. Maar het protest was nog alleen achtergrondgeluid, een massale picknick voorafgaand aan de hoofdgebeurtenis – het tellen van de kiesmanstemmen dat om één uur ’s middags zou beginnen. Trumps overblijvende medewerkers van dienst die ochtend in het Witte Huis waren zijn kabinetschef Mark Meadows, diens adjunct Dan Scavino en adviseur Eric Herschmann, met Jason Miller, Justin Clark, Alex Cannon en Tim Murtaugh als laatste campagnemedewerkers die vanop afstand werkten. Ze waren allemaal wakker geworden met min of meer dezelfde gedachte: wat gaat er gebeuren als de vicepresident niet doet wat de president van hem verwacht? En vergis je niet: iedereen wist heel goed dat Mike Pence dat niet zou doen. Net als bijna iedereen in het Witte Huis (plus degenen die het waren ontsnapt) wilden ze alleen maar dat het voorbij was. Het wás ook voorbij.
Het was moeilijk voor te stellen wat voor confrontatie of interventie op dit moment de president er nog toe kon brengen om te zien dat de koers van de vicepresident vaststond. Hoezeer iedereen er ook van wist, hoe zeker de koers van de vicepresident ook was – sterker, hoe onmogelijk die iets anders kon zijn en hoe duidelijk Pence daarover ook was – des te meer blééf de president (samen met zijn advocaat Rudy Giuliani) menen dat die koers flexibel was. Er kon duidelijk niets meer gedaan worden om te zorgen dat de president het begreep of om hem voor te bereiden op de enige, onveranderbare uitkomst. De vicepresident en zijn kabinetschef probeerden het wel. Terwijl de president, om Pence te overhalen, doorging hem te intimideren, te schande te zetten of te beledigen, werkten hij en zijn staf aan een muurvaste verklaring waarin zorgvuldig werd uitgelegd hoe de positie van de vicepresident in elkaar zat en waarom enig ingrijpen van zijn kant uitgesloten was. Ze waren van plan de verklaring vrij te geven vlak voordat het Congres om één uur bijeenkwam. Dus wat zou er gebeuren als Pence niets anders zou doen dan alleen de stemmen tellen?
Hoewel er geen onbekende factoren waren aangaande de einduitkomst, waren er de dag zelf wél onbekende factoren die invloed konden hebben op hoe de president zou reageren op de onvermijdelijke laatste horde van zijn verkiezingsnederlaag. Het proces kon bijvoorbeeld vanwege de bezwaren van Huis- en Senaatsleden uren en uren duren, de hele dag door, tot in de avond en de volgende morgen. Het resultaat mocht dan wel vaststaan, de spanning kon toch nog enorm worden opgebouwd. En je had de mensen op straat. Ook al wist elke politieke professional (behalve de president en Rudy) wat er die dag in Washington met zekerheid ging gebeuren, werd dat niet begrepen door de menigte, die niet wilde geloven dat de verkiezingen níét gestolen waren. Dit was ook een variabele: niet dat de menigte op dat moment zelf een speler zou worden, maar dat de aanwezigheid van de menigte Trump in zijn mening zou staven dat de dag van hem was. Met andere woorden: niet dat hij de menigte zou opstoken, maar dat de menigte hém opstookte.
NAAR HET CAPITOOL
Terwijl mensen zich in The Ellipse, een groot park vlak bij het Witte Huis, begonnen te groeperen voor de grote rally – ze waren nu met zo’n tien- tot twintigduizend man – belde de president wederom met de vicepresident. Pence en zijn staf legden de laatste hand aan de verklaring waarin hij Trumps ideeën en wensen aangaande de vicepresidentiële macht en bevoegdheden afwees. Maar nu belde de president om zijn ideeën toch nog eens te spuien. Dat was één van de meest frustrerende aspecten van de omgang met Trump. Louter door te herhalen wat hij soms al talloze malen eerder had gezegd, zou hij je ertoe brengen dat je zijn positie accepteerde. De herhaling was bijna letterlijk – ‘Jefferson, patriot en mietje, het juiste doen’ – maar de toon die de vorige dag al onverzettelijk was, was nu nog bitser en vernietigender.
Om half tien kreeg Jason Miller de tekst van de voor de president geplande toespraak bij de rally, maar hij las die niet. Hij was nog te gefocust op de komende telling van de kiesmannen. Hij maakte zich zorgen of er wel genoeg media-aandacht zou zijn: zouden de omroepen verslag uitbrengen van de verschillende debatten over staten waar Republikeinen de uitslag betwistten? Dat zou de president namelijk enige genoegdoening verschaffen. Toen Miller en de president elkaar kort na half tien weer spraken, had de president het eerst over de enorme fraude en hoe belangrijk het was dat Pence ‘het juiste’ deed, en had hij het ook in algemenere zin over hoe noodzakelijk het was dat de poging de verkiezing van hem te stelen bestreden werd. Hij vroeg zich af wat er nog meer gedaan kon worden met de leden van het Huis en de Senaat. Ze moesten zich meer inleven in de diefstal. Hij was ook benieuwd naar de aanzwellende menigte. Hoe zag die eruit? Hoe groot was die? Het leek echt een grote menigte, vertelde Miller hem, en ze groeit alleen maar aan.
Miller zag nog steeds geen urgente reden om de speech van de president te lezen, niet alleen omdat Trump er waarschijnlijk van zou afwijken als hij voor een massa stond, maar omdat rally’s op dit moment grotendeels slechts een zetstuk waren: Trump zou er zijn kunstje vertonen, waarschijnlijk voor het laatst als president.
De familie kwam tegen tien uur aan op het Witte Huis. Don jr. en Kimberly Guilfoyle, Eric en Lara, en Ivanka, in haar eentje omdat Jared Kushner nog op de terugreis was uit het Midden-Oosten. De stemming was goed, zelfs een beetje feestelijk. De president mocht zich dan ingegraven hebben, zijn familie ging verder en wilde deze buitengewone vier jaren die ze hadden meegemaakt eer aandoen. Geen spijt. Kom op zeg, wie had dit alles nou ooit verwacht! Een merkwaardig punt van aandacht voor de familie die ochtend was een vervolg op een discussie die Kushner onlangs had aangezwengeld. Kushner had Parler benaderd, het sociale netwerk dat gesteund werd door Bob Mercer en zijn dochter Rebekah, exponenten van extreemrechts en grote sponsors van Trump. Kushner had voorgesteld dat Trump, als hij het ambt verlaten had, een actief lid van Parler zou worden en zijn activiteiten op Twitter grotendeels daarheen zou verhuizen. In ruil zou hij 40 procent van Parlers bruto-omzet krijgen en zou de service, in Kushners voorstel, iedereen verbannen die zich negatief uitliet over Trump. Parler stribbelde alleen wat betreft die laatste voorwaarde tegen. Anderen zagen dat dit misschien een worst was die Kushner uithing om zijn schoonvader uit het Witte Huis te lokken: Trump kon doen wat hij het liefst deed en er ook nog een fortuin mee verdienen.
Om kwart voor twaalf perste de entourage van het Witte Huis zich in the Beast (de presidentiële limousine) en de volgauto’s voor de rit van twee minuten naar het podiumgebied van de rally. De president reed meestal liever alleen, met de entourage achter hem aan. De familie van Trump was er al. In de tent die als artiestenfoyer diende, was het bijna frivool, ondanks het feit dat het duidelijke doel hier was om tegen de verkiezing te protesteren, Trumps presidentschap te verdedigen en vooruit te lopen op wat de vicepresident zou doen om dat te redden. Er hing een feestelijke sfeer in de lucht omdat dit weleens Trumps laatste rally als president kon zijn. Elvis’ laatste optreden. Don jr. nam met zijn telefoon alles op. Een paar dagen eerder hadden de organisatoren hun raming van de omvang van de menigte gewijzigd, van vijfduizend naar dertigduizend. Verscheidene media schatten de omvang van de menigte nu op meer dan tienduizend. Tijdens zijn speech pauzeerde de president even om op te merken dat hij dacht dat er 250.000 mensen waren. De beste schattingen variëren ergens tussen de dertigduizend en zestigduizend – nog altijd een behoorlijke opkomst in koud weer voor een verslagen president. In de dagen erna zou de president zijn schatting ophogen tot 1 miljoen.
HARDER KNOKKEN
Hij kwam op terwijl ‘Proud to Be an American’ speelde, maar met minder flair dan gewoonlijk – langzamer, onzekerder zelfs. Hij droeg een zwarte jas en zwarte handschoenen – het voorkomen van een autoriteit. De toespraak, die snel de meest beruchte van zijn presidentschap en het topbewijsstuk voor zijn tweede impeachment zou worden, was een tweederangsoptreden. Je kon je voorstellen dat zijn gedachten terecht bij de vicepresident waren; wat hij hier zou zeggen, was vergeleken daarmee irrelevant. De toespraak, die Jason Miller al urenlang in handen had maar nog steeds niet had gelezen, kwam op de teleprompter. De president las hem bijna in zijn geheel af, een teken van onbetrokkenheid. Het waren clichés, grote delen waren oude kost uit zijn campagnespeeches. ‘De media zijn wat mij betreft het grootste probleem, het allergrootste probleem, het fake nieuws en Big Tech…’ In zekere zin waren zijn improvisaties tegen die tijd zo uitgemolken dat de echt bizarre dingen, de huiveringwekkende, idiote of inspirerende vrije associaties allemaal waren gladgestreken. Misschien was hij moe. Zelfs Trump kon er uiteindelijk moe van worden zichzelf te horen praten, dat was mogelijk. Of moe van de zestig dagen spanning, van iets in de lucht houden lang nadat het eigenlijk had moeten neerstorten, iets wat nu, binnen enkele uren, tot een eind zou komen.
Zijn voordracht was eerder eentonig dan bombastisch en explosief. Hij raffelde het af. Normaal gesproken wierp hij het publiek een stuk rood vlees toe en wachtte dan op de reactie – dat waren duidelijk de momenten waar hij het meest van genoot – maar nu ploegde hij maar voort.
‘Republikeinen vechten voortdurend als een bokser met zijn handen op zijn rug gebonden. We willen iedereen respect tonen, inclusief slechte mensen. We zullen veel harder moeten knokken, en Mike Pence zal ons moeten helpen. Nu is het aan het Congres om deze ongehoorde aanval op onze democratie het hoofd te bieden. Hierna lopen we erheen – en ik zal met jullie meegaan. We gaan erheen. Je moet kracht tonen en je moet sterk zijn.’
Hij had dat ‘lopen’ eraan toegevoegd. ‘Hierna lopen we erheen – en ik zal met jullie meegaan.’ Dat stond niet in de tekst. De vele honderden uren Trump-rally’s die zijn medewerkers allemaal hadden moeten doorstaan, vervaagden tot de gebruikelijke blabla, maar die regel hoorden ze wel: dat ‘lopen’. Hij meende dat natuurlijk niet. Trump liep nergens heen. Dat ‘wij’ was figuurlijk. Maar toch.
Trumps riedels bij rally’s waren gewoonlijk een mix van wat al bekend was met plotselinge uitbarstingen van nieuw materiaal: beledigingen, grove veralgemeningen over goede en foute lui, patriottistische zus-en-zo. Maar nu was hij advocaat van zichzelf. De verkiezing was gestolen, en zo hadden ze dat geflikt.
‘Bijna 75 miljoen mensen hebben op onze campagne gestemd, verreweg het meest wat een zittende president ooit in de geschiedenis van ons land heeft gehaald, 12 miljoen mensen méér dan vier jaar geleden. Dat heb ik gehoord van de échte opiniepeilers – ja, we hebben echte opiniepeilers. Ze wisten dat we het goed gingen doen en dat we zouden winnen. Ze zeiden: als ik van 63 miljoen, die we vier jaar geleden hadden, naar 66 miljoen ging, kon ik met geen mogelijkheid verliezen. Nou, we gingen niet naar 66 miljoen. We gingen naar 75 miljoen, en zij zeggen dat we hebben verloren. We hebben niet verloren. Overal stembiljetten. Elke swingstate werd overspoeld met stembiljetten. Tienduizend hier. Zestigduizend daar. Opeens vierhonderdduizend. 91.000. 170.000. Overal kwamen opeens stembiljetten voor Biden tevoorschijn.’
De president vergeleek de verkiezing met één waarbij despoten in autoritaire regimes correct uitgebrachte stemmen vervingen door vervalste biljetten om maar aan de macht te blijven. Eén van de denkfouten daarbij – los van de logica en het samenzweerdersbeeld van een almaar complotterende organisatie die samenwerkt om een ongelooflijk ingewikkeld geheim plan van de grond te krijgen – is dat hij zélf de zittende president was. Maar op één of andere manier spanden er dus sterkere krachten buiten het Witte Huis samen om hem te wippen.
‘In Georgia werden meer dan 10.300 stemmen uitgebracht door personen van wie de naam en geboortedatum overeenkwamen met inwoners die in 2020 waren overleden, vóór de verkiezing... Minstens 83.000 stemmen werden in Georgia uitgebracht door mensen van wie de registratie illegaal was geantedateerd… 66.000 stemmen in Georgia werden uitgebracht door mensen die niet de stemgerechtigde leeftijd hadden.’
En zo ging het maar door, totdat hij om 13.13 uur besloot met: ‘Dus laten we Pennsylvania Avenue opgaan…’
Meadows en Herschmann stelden zich op voor de president toen hij van het podium kwam. ‘U kunt niet met hen meestappen,’ zei Meadows verschrikt.
De president leek niet precies te snappen wat Meadows bedoelde.
‘U zei dat u met hen mee zou marcheren naar het Capitool.’
‘Eh...’
‘Hoe zou dat moeten? Dat kunnen we niet organiseren. Dat gaat niet.’
‘Ik bedoelde het ook niet letterlijk,’ zei Trump.
‘WE ZIJN ERIN!’
Tegen half twee was de president terug in het Witte Huis, samen met zijn familie. Het was lunchtijd. Trump was weer aan het bellen om nieuwe informatie over Pence te krijgen. De eerste verslagen over de massale samenscholing bij het Capitool kwamen binnen, maar het nieuws op tv berichtte nog niet over een dreigende, chaotische sfeer. Trump zei tegen anderen hoe wonderbaarlijk groot hij de menigte vond, en dat Pence zeker zou begrijpen dat de basis ferm achter de president stond. Hij was zeer gefocust op wat er in het Capitool gebeurde en op hetgeen, naar zijn overtuiging, in de komende uren een radicale omslag van zijn lot zou kunnen betekenen.
Om 13.49 uur retweette de president een video van zijn speech. Bijna op datzelfde moment waren relschoppers bezig een bres te slaan in de deur van het Capitool. Om 14.11 uur berichtte The New York Times dat relschoppers het Capitool waren binnengegaan. Om 14.13 uur werd de vicepresident uit de Senaat gehaald. De beveiligers drongen aan op evacuatie maar de vicepresident verzette zich daartegen. Vervolgens probeerden de beveiligers Pence en zijn familie naar de gepantserde auto’s te krijgen, waar ze konden wachten. Pence wist dat de auto dan zomaar zou kunnen vertrekken, en dat zou de blijvende indruk wekken dat de vicepresident vluchtte. Ze besloten om zich terug te trekken in een ‘beveiligde ruimte’ – een geheime, versterkte schuilplaats – binnen het Capitool. Om 14.20 werden de zittingen in zowel het Huis als de Senaat geschorst.
Om 14.24 verstuurde de president, toen hij had vernomen dat Pence de kiesmannen van Arizona niet verworpen had, een tweet:
‘Mike Pence had niet de moed te doen wat er gedaan moest worden om ons Land en onze Grondwet te beschermen, door Staten een kans te geven een gecorrigeerde reeks feiten te certificeren en niet de frauduleuze of onjuiste die ze eerder moesten certificeren. De Verenigde Staten willen de waarheid!’
Met het beleg in volle gang lazen Pence en zijn kabinetschef Marc Short de tweet in de bunker van het Capitool en merkten weer eens dat de president zacht uitgedrukt op een heel andere golflengte zat. Voor een deel scheen de president eenvoudigweg niet de feiten te bevatten zoals ze zich voordeden – aanzwellende massa’s, doorbroken barricades, demonstranten die het Capitool binnendringen. Of misschien zag hij het gewoon niet zo: die mensen protesteren tegen de verkiezing, herhaalde hij. De demonstranten wilden dat Pence het juiste deed. Dit waren goede demonstranten, zíjn demonstranten.
Eén van de ongewone aspecten van de bestorming van het Capitool was dat die door zoveel mensen werd gefilmd. Dat zou naderhand een alibi worden voor de Republikeinen, die de gebeurtenissen probeerden goed te praten door te zeggen dat dit gewoon toeristen waren, mensen die deelnamen aan een democratisch proces, alleen een beetje dolgedraaid.
‘We zijn erin! We zijn erin!’ roept een man met een camera terwijl de barrières neergaan. Honderden, misschien duizenden mensen overspoelen opeens het Capitool, en je hoort op de video iemand roepen: ‘Vooruit, vooruit!’
Dan: ‘Shit, wat een hoop mensen. Vooruit maar. Dit is van ons. Fuck yeah. Niet te geloven. Fuck yeah, we hebben het voor elkaar. Dit is fucking geschiedenis. We maken fucking geschiedenis.’
Iemand anders: ‘Hup hup hup!’ Vervolgens getoeter. Meer hups. ‘Hoor hen daar, van achteren! Vooruit. Eropaf. Dit is prachtig. O mijn god, ze klimmen op de muren. Ze klimmen op de muren! Vooruit, eropaf. Heftig, man! Het is ons gelukt, we hebben het geflikt. Laten we die boel afbranden.’
Iemand anders: ‘Is dat een wapen? Is dat een wapen?’ Antwoord: ‘Rubberkogels.’
De menigte die zich door de deuren van het Capitool wringt, is nu veel kleiner dan de massa op de trappen en lijkt even in de war en doelloos. MAGA-petten (Make America Great Again), camouflagejasjes en vlaggen. Weerkaatsende stemmen. ‘Ons huis! Ons huis!’
Van de kant van de politie: ‘Jullie moeten naar buiten. Kom op. Kom op, mensen!’
Een reactie: ‘Hé, er zijn te veel mensen hier. Dit gaan jullie niet tegenhouden. Hé, ik ben dit aan het filmen. Ik probeer vast te leggen wat we hebben platgelegd. Geen vrije pers hier?’
De politie: ‘Stoppen nu, allemaal. Blijf staan!’
De menigte: ‘USA! USA! USA! USA!’
Stem: ‘Dit is geweldig! Holy shit. Niet te geloven. We hebben die troep hier ingenomen!’
‘Fucking yeah, fucking yeah, fucking yeah!’
‘Fuck – we gaan naar boven.’
‘Is iemand dit aan het streamen?’
‘Dit is 2021, mensen. Waanzinnig. Holy shit. Wat ís dit. Leven we nog? Ik ben geschokt. Ik ben geschokt. Ik kan deze shit niet geloven. Dit is onwerkelijk, man. Nooit gedacht dat we zo ver zouden komen. Man, ik zei het toch. Is dit niet de beste film die je ooit hebt gemaakt? Onwerkelijk. Wow!’
‘O, mijn god. O, mijn god.’
‘Onwerkelijk. Maar wel echt. Het lijkt wel een film. Geniet van het moment!’
Massa: ‘Stop de roof, stop de roof, stop de roof.’
Massa: ‘Wij willen Trump. Wij willen Trump. Wij willen Trump. Wij willen Trump. Wij willen Trump.’
Demonstrant: ‘Terug. Jullie moeten terug. Dit gaat fout aflopen. Het leger komt eraan.’
‘Ze gaan ons echt niet allemaal afknallen.’
‘Luister – we moeten kalm blijven. We moeten kalm blijven.’
Opeens dringt de meute naar voren – een zee van camera’s (en MAGA-petten).
‘Gebruik je koevoet.’
‘Naar achteren. Naar achteren.’
‘Zo gauw ze het gebouw afsluiten, worden we allemaal gearresteerd.’
‘Er gebeurt je niks. Alleen even in de bak zitten. Ik heb dit al zo vaak gedaan.’
‘De politie gaat weg!’
‘Ze geven ons het gebouw.’
‘Trap hem in. Trap hem in!’
‘Ik wou dat iemand een gettoblaster had. Met revolutiemuziek.’
Gebons op deuren. ‘Open de deur. open de deur.’
‘Trap hem in. Trap hem in.’
Demonstrant tegen de politie: ‘Ik wil niet dat u gewond raakt.’
Dan opeens brekend glas en demonstranten die een deur inrammen. ‘Een wapen! Hij heeft een wapen!’
Er klinkt een schot, en een vrouw valt. Het is Ashli Babbitt, de 35-jarige luchtmachtveteraan, de eerste persoon die in de aanval wordt gedood.
‘Ze is er geweest. Ze is dood. Haar ogen. Ze is dood, man.’
Demonstrant tegen één van de politiemannen van het Capitool: ‘Gaan jullie iedereen neerschieten?’
‘Ik zag het licht uit haar ogen gaan.’
Een andere stem: ‘Infowars dot com. Ik moet het beeldmateriaal hebben.’
‘Ik zet het online.’
‘Ik kan er niet bij dat ik iemand heb zien doodgaan.’
LAW AND ORDER
Meadows, Herschmann en Scavino drongen er bij de president op aan dat hij iets van een openbare verklaring zou afleggen over wat er aan de hand was, om de demonstranten tot rust te manen, maar hij was met zijn aandacht nog steeds bij de vicepresident. Om 14.38 uur, 14 minuten na zijn tweet met de aanval op Pence, lukte het de medewerkers om een door Scavino opgestelde tweet van de president te doen uitgaan:
‘Steun alstublieft onze politie van het Capitool en de wetshandhavers. Zij staan echt aan de kant van ons land. Blijf vreedzaam!’
De president sprak met generaal buiten dienst Keith Kellogg, één van zijn favoriete militairen en tevens de nationale veiligheidsadviseur van de vicepresident, om te vragen hoe het met Pence ging. Kellogg had contact gehad met Short en antwoordde dat de vicepresident ‘oké’ was. Dat zou althans de officiële verklaring van het Witte Huis worden voor wat betreft Trumps bezorgdheid om de vicepresident. Het team van Pence registreerde in hun beveiligde locatie in het Capitool tot vijf uur geen rechtstreekse communicatie met het Witte Huis. En op geen enkel moment belde de president met de vicepresident.
Tegen 15.00 uur liep de druk op de president om iets te zeggen snel op. Die had echter zijn hakken in het zand gezet. Hij bleef uitsluitend gefocust op het betwisten van kiesmannen en droeg oogkleppen voor al het overige – althans, dat was hoe iedereen zijn complete, al dan niet bewuste falen om de situatie te begrijpen verklaarde. Kort daarna annuleerde Trumps campagnekantoor, zonder medeweten van de president, voor de nabije toekomst alle reeds goedgekeurde mediaoptredens van Trump-supporters en soortgelijken.
Het debat over het al dan niet naar voren schuiven van de president om iets te zeggen, iets kalmerends, ging nog zeker een uur door. Er waren drie standpunten. Ten eerste dat hij zo snel mogelijk iets moest zeggen, omdat het ernstig werd (hoewel nog niemand het zag als het beslissende moment van zijn presidentschap). Ten tweede – Trumps eigen standpunt – dat hij niets moest zeggen; het was niet zijn schuld of verantwoordelijkheid en hij zou zeker geen speech geven die daarop kon duiden. En ten slotte dat alles wat hij zei de dingen ook erger kon maken in plaats van het probleem te verhelpen, zoals gebeurde toen hij iets moest zeggen ter veroordeling van de racistische demonstranten in Charlottesville. Na Charlottesville hadden Jared en Ivanka de president een meer verzoenlijke benadering aangeraden, maar een woeste Trump had hen links laten liggen, gemene zaak gemaakt met de aanvallers in Charlottesville en gezegd dat er ‘aan beide kanten heel goede mensen’ waren. Dit nu was Charlottesville in het kwadraat.
Medewerkers schoven twee mogelijke tweets onder Trumps neus, geschreven in zijn stijl, waarvan ze hoopten dat hij ze zou accepteren:
‘Rotte appels zoals Antifa of andere linkse malloten hebben het vreedzame protest tegen de frauduleuze telling vandaag geïnfiltreerd. Geweld is nooit acceptabel! MAGA-supporters omarmen onze politie en de rechtsstaat en moeten nu het Capitool verlaten!’
‘De fake nieuwsmedia die de gewelddadige en radicale rellen afgelopen zomer aanmoedigden, proberen nu vreedzame en onschuldige MAGA-aanhangers de schuld voor gewelddadige activiteiten te geven. Dat zijn wij niet! Onze mensen moeten naar huis gaan en de criminelen voor de gevolgen laten opdraaien!’
Maar Trump zag nog geen noodzaak zich uit te spreken. Het was lang niet zo erg als de media zeiden. Ze zeiden alleen maar dat het erg was om hem de schuld te kunnen geven. Het kostte hem 35 minuten na zijn ‘Wees vreedzaam’-tweet om de volgende stap te zetten – met Scavino als schrijver:
‘Ik vraag iedereen op het Capitool om vreedzaam te blijven. Geen geweld! Onthoud: wij zijn de partij van Law and Order – eerbiedig de wet en onze fantastische mannen en vrouwen in het blauw. Dank u!’
‘GA NAAR HUIS’
Bijna elke etappe van de paniekerige respons, en iedere poging hem de urgentie te laten inzien, veroorzaakte bij Trump dezelfde reactie: ontkenning, dit was zijn schuld niet, hij had niet in de hand wat mensen deden, waarom konden zijn mensen niet protesteren, het kwam allemaal door Antifa. Mensen waren van streek. De verkiezing was gestolen, van hen en van hem. Trump zat vast in zijn obsessie; voorbij dit punt kon hij niets zien, bedenken, of zich voorstellen. Tegen half vier zei hij tegen mensen die hem belden dat hij inderdaad had besloten om iets te zeggen. Maar hij herhaalde ook dat de verkiezing was gestolen, en vroeg elke beller hem te verzekeren dat de protesten waren uitgeraasd – het was toch voornamelijk een vreedzaam protest?
Het laatste plan was om een video uit te sturen, de veiligste vorm van een verklaring: iedereen was het erover eens dat de president niet live kon gaan. Maar toen hij met zijn jas aan buiten in de zuilengang met een script in zijn hand stond, viel hij grotendeels terug op zijn ergste instincten: ‘Ik weet dat jullie pijn lijden. Dat jullie gekwetst zijn. Ze hebben de verkiezing van ons gestolen. Het was een verpletterende overwinning en iedereen weet dat. Vooral de andere kant. Maar nu moeten jullie naar huis. Er moet vrede zijn. Er moet recht en orde zijn. We moeten onze fantastische ordebewaarders respecteren. We willen niet dat er iemand gewond raakt. Het zijn moeilijke tijden. Er is nooit zo’n moment als dit geweest, dat zoiets kon gebeuren, dat ze het van ons allen hebben kunnen afnemen. Van mij. Van jullie. Van ons land. Dit was een frauduleuze verkiezing. Maar we kunnen die mensen niet in de kaart spelen. We moeten vrede hebben. Dus: ga naar huis. We houden van jullie. Jullie zijn heel bijzonder. Jullie hebben gezien wat er gebeurt. Jullie hebben gezien hoe anderen worden behandeld. Ze zijn zo slecht en zo zondig. Ik weet hoe jullie je voelen. Maar ga naar huis, en ga naar huis in vrede.’
Om 16.17 uur, toen er inmiddels weinig twijfel bestond dat de uitzonderlijkste gebeurtenis van de regering-Trump zich aan het afwikkelen was, zette de president zijn video met zijn met tegenzin gegeven oproep aan de relschoppers om naar huis te gaan op Twitter.
Toen hij later naar de residentie boven liep, leek hij ten einde raad, zeiden sommige mensen die hij aan de lijn had. De monoloog vertraagde en leek zelfs te stoppen; sommige mensen wisten zelfs niet zeker of de gewoonlijk niet te stuiten doorprater nog wel aan de lijn was. Rond die tijd vertelde Scavino aan Trump dat hij, zij het voorlopig, van Twitter was gegooid. Vier jaar lang hadden ze hem gezegd dat die mogelijkheid bestond, en altijd had hij geantwoord dat Twitter hem harder nodig had dan hij Twitter. De president die nooit twijfel kende was, tenminste voor een ogenblik, een ander mens. ‘Ik weet niet wat ik nu moet doen,’ zei hij kort na 19.00 uur tegen een beller, waarmee de president een sterker gevoel van onzekerheid en zelfs crisis uitdrukte dan de beller ooit van hem gehoord had. Het opmerkelijke is dat hij eindelijk leek te erkennen dat de hoofdgebeurtenis, het certificeren van de kiesmanstemmen, niet langer de hoofdgebeurtenis was. Hij kan zelfs beseft hebben dat de strijd na 64 dagen voorbij was. Een regelmatige beller merkte op dat dit het eerste gesprek in weken was waarin de president niet weer met details over de gestolen verkiezing kwam.
Om 20.00 uur werd het Capitool veilig verklaard. De vicepresident, Mitch McConnell, en de Democratische leiders Nancy Pelosi en Chuck Schumer waren het erover eens dat het Congres die avond zou doorgaan met de telling en dat de certificatie van de nieuwe president geen uitstel duldde. Enkele minuten later riep de vicepresident de Senaat bijeen en keerde men terug naar waar de zitting gestaakt was: de betwiste uitslag van Arizona.
‘Aardverschuiving’ van Michael Wolff verschijnt op 22 juli bij Prometheus