'De Val' op Canvas
Michaël van Droogenbroeck neemt in ‘De Val: Tien jaar na de crisis’ de oorzaken en gevolgen van de financiële crisis van 2008 onder de loep. Hij blikt samen met enkele hoofdrolspelers terug en maakt tien jaar later de balans op.
De oorzaken en gevolgen van de financiële crisis van 2008 zijn al besproken in talloze docu’s en zelfs enkele films. Dat Canvas er desondanks voor heeft gekozen een zesdelige reeks aan het onderwerp te wijden, is nogal ambitieus. ‘De Val’ heeft echter het potentieel zich van haar internationale voorgangers te onderscheiden door enerzijds te focussen op de Belgische kant van het verhaal en door de materie anderzijds gewoonweg beter te brengen dan veel van die voorgangers, die vaak in de middelmaat blijven steken.
Net als het gros van de financiële documentaires presenteert ‘De Val’ de gebeurtenissen als een thriller naar Amerikaans model, zo verraden de slowmotions van wolkenkrabbers, de close-ups van grafieken en enkele gewichtige oneliners in de oerdegelijke begingeneriek. De filmische suspense die wordt gecreëerd is wat pompeus en niet bijster origineel, maar een mens moet iets doen om een verhaal van kredietleningen en bankovernames visueel aantrekkelijk te maken en ‘De Val’ doet dat zeer kundig.
Wat de vorm betreft stijgt ‘De Val’ zonder twijfel boven veel van zijn collega’s uit. De docu is mooi en gevarieerd gefilmd, heeft een stevig tempo zonder onnodig druk te worden en weet onze aandacht met gemak vast te houden. Het switcht voortdurend tussen de Verenigde Staten en Europa, tussen toen en nu, maar bewaart daarbij het overzicht dankzij een intelligente, flitsende montage. Wel komt de traditionele focus op een individueel verhaal van een getroffen lener wat artificieel over. Eerder dan de verstrekkende gevolgen van de crisis te illustreren, ondergraven die intermezzo’s het grotere verhaal.
Hoe zit dat nu precies?
Presentator Michaël van Droogenbroeck praat het allemaal met naturel aan elkaar en blijkt een vlottere knul dan zijn familienaam en zijn optredens in ‘Het Journaal’ doen vermoeden. Iets vlot en aangenaam brengen is echter één ding, het ook helder en duidelijk uit de doeken doen een ander. En daar laat ‘De Val’ enkele steken vallen.
De financiële crisis kwam er in de eerste plaats doordat Amerikaanse banken door de overheid werden aangespoord om tegen lage rente leningen uit te delen aan al wie er om vroeg, zo werd ons verteld. Dat het problemen oplevert als een grote groep van die leners hun lening niet langer kunnen afbetalen, begrijpen we. Maar hoe de banken met behulp van CDO’s (collateralized debt obligations) speculeerden met die leningen, is ons eens te meer ontgaan.
‘De Val’ maakt dezelfde frustrerende fout als zoveel andere financiële documentaires. Het legt alles helder en rustig uit, totdat het echt interessant begint te worden en de kern van de zaak in zeven haasten gemompeld wordt in abstracte vaktaal. Wat zijn CDO’s in ‘s hemelsnaam? Hoe kunnen banken speculeren met geld dat ze hebben uitgeleend? Waarom heeft werkelijk niemand van alle betrokkenen, die blijkbaar maar al te goed wisten dat de luchtbel vroeg of laat zou exploderen, ingegrepen?
We willen hier niet beweren dat het eenvoudig is om abstracte en ingewikkelde materie uit te leggen aan economische nitwits zoals ons, maar dat is wel zo’n beetje de opdracht van een financiële documentaire. Al tien wachten wij op een docu die voor eens en altijd uitlegt hoe de vork nu precies aan de financiële steel zat in 2008. ‘De Val’ is op veel vlakken een aangename en kwalitatieve docu over de financiële crisis, maar lijkt ook niet in staat ons een antwoord te geven in mensentaal.