BOEK★★☆☆☆
De ‘vele gezichten’ van Sicilië blijken niet meer dan droevige emoji’s te zijn
Fik Meijer, voormalig hoogleraar oude geschiedenis, gidst vandaag toeristen door Sicilië. Om hen op hun reis te begeleiden heeft hij een geschiedenis van het eiland geschreven. Die doet erg denken aan een droge tijdlijngeschiedenis van een Capitool-reisgids. Elke heerser krijgt twintig bladzijden, en dat van de klassieke oudheid tot het heden. Veldslagen en rampen passeren als in een ouderwetse diavoorstelling één voor één de revue. Daaraan voegt Meijer nu en dan een lijst met de belangrijkste Siciliaanse exportproducten toe. Trouw aan het reisgidsgenre beschrijft hij een paar kunstwerken en waar die te vinden zijn. Samen met enkele ooggetuigenverslagen doorbreken die passages het monotone relaas. Het hoogtepunt – Sicilië onder de Normandiërs – is halfweg het boek al achter de rug. De daaropvolgende hoofdstukken variëren op het thema: conservatieve baronnen persen arme boeren uit, terwijl verre heersers geen vat op hen krijgen. Na de Tweede Wereldoorlog lijkt Meijer zijn geschiedenis zelf op te geven. In de 75 jaar erna is kennelijk alleen de maffia vermeldenswaard. Meijer heeft talloze werken over de klassieke oudheid geschreven, maar zijn kennis over die periode kan hij duidelijk niet uitsmeren over de hele geschiedenis. De ‘vele gezichten’ van Sicilië blijken zo niet meer dan droevige emoji’s te zijn.