75 jaarVespa
De Vespa wordt 75: ‘Behalve de Porsche 911 ken ik weinig producten die zo lang ononderbroken op de markt blijven en altijd herkenbaar blijven’
Op 23 april 1946 verkocht vliegtuigbouwer Piaggio de eerste exemplaren van wat zou uitgroeien tot hét Italiaanse icoon bij uitstek: de Vespa. Deze week viert de elegante scooter haar 75e verjaardag.
Ontwerp een tweewieler geschikt voor vrouwen en priesters, dat was de opdracht die ingenieur Corradino D’Ascanio in 1946 kreeg van zijn baas Enrico Piaggio. De Tweede Wereldoorlog was afgelopen en Italië moest vooruit, het land had snel en goedkoop vervoer nodig. Trouwens, ook Piaggio moest iets anders verzinnen want de fabrieken waar tot een paar jaar daarvoor nog vliegtuigen werden gebouwd, waren door geallieerde bombardementen verwoest. D’Ascanio die motorfietsen maar onhandig vond kwam met een scooter met een zelfdragend frame, directe aandrijving én een reservewiel. De slanke taille en de volle ronde achterkant deed Enrico Piaggio denken aan een wesp; de Vespa was geboren.
‘De kracht van de Vespa is haar eenvoud,’ zegt Marco Lambri, hoofdontwerper van de Piaggio Groep. Behalve Vespa’s ontwerpt hij ook Moto Guzzi motorfietsen. ‘D’Ascanio begon met het tekenen van een mensfiguurtje in een comfortabele zithouding, daar heeft hij de Vespa omheen getekend.’
Behalve een tweewieler voor iedereen, was de Vespa ook de eerste scooter die je op afbetaling kon kopen. Mede daardoor wordt de Vespa, samen met de Fiat 500 die tien jaar later verschijnt, hét symbool van de Italiaanse wederopstanding na de Tweede Wereldoorlog. In het eerste productiejaar worden er 2484 Vespa’s verkocht, halverwege de jaren vijftig zijn dat er al 170 duizend.
19 miljoen Vepsa's
De Vespa is de uiting van het zonnige optimisme van het Italië uit die jaren, Dolce Vita op twee wielen. ‘De reden waarom de Vespa een icoon is geworden is dat ze in 75 jaar nauwelijks veranderd is,’ legt ontwerper Lambri uit. ‘De speciale 75e verjaardag editie is een evolutie van de Vespa uit 1946. Behalve de Porsche 911 ken ik weinig producten die zo lang ononderbroken op de markt blijven en altijd herkenbaar blijven.’ In 75 jaar heeft Piaggio 19 miljoen Vespa’s verkocht in vijf verschillende continenten, behalve in Toscane worden de tweewielers in licentie gebouwd in Vietnam en India.
In de jaren vijftig en zestig gaat het goed met Italië en rijdt iedereen op een Vespa; naast de beoogde vrouwen en priesters, ook veel mannen. ‘Ik kocht mijn eerste Vespa toen ik zestien was,’ vertelt Roberto Leardi, hij is sinds 1984 voorzitter van de Vespa Club Italia, een federatie van bijna 600 clubs en 70 duizend leden in heel Italië. ‘En ik was gelijk verkocht.’ Leardi is inmiddels 76, maar rijdt nog dagelijks op zijn Vespa. ‘De Vespa is behalve een vervoersmiddel ook een passie, die door mensen van alle rangen en standen wordt gedeeld.’
Moderne Vespa’s zijn geen stinkende tweetakters meer en ook zijn de versnellingen op de meeste modellen vervangen door een automaat. Anderhalf jaar geleden introduceerde Piaggio zelfs een elektrische Vespa. ‘Maar de elektriciteit heeft zich aangepast aan de Vespa en niet andersom,’ zegt hoofdontwerper Lambri. ‘Ik denk dat over 75 jaar de Vespa nog steeds bestaat en als ze dan vleugels heeft dan zal het nog steeds een Vespa zijn.’
(AD)