wat we zelf stelen, stelen we beter
De Vlaamse overheid is 2.300 kunstwerken kwijt, van Magritte en Panamarenko tot Rodin
Opschudding in het parlement nu blijkt dat de voorbije tien jaar minstens 134 kunstwerken uit de verzameling van de Vlaamse gemeenschap bij de politie werden aangegeven als vermist. Dat blijkt uit cijfers die minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) vrijgaf. Humo dook vorig jaar reeds in het dossier en ontdekte dat er nog veel meer werken kwijt zijn: 2.300 om precies te zijn. Ze zijn door de jaren heen zoekgeraakt, verkocht of gestolen. U en ik zouden wellicht minder makkelijk een Rembrandt of Magritte uit het oog verliezen, maar de overheid ‘heeft weinig belangstelling’. Verdwenen schatten terugvinden is al geen koud kunstje, maar op de koop toe worden er niet bepaald kosten noch moeite gespaard: ‘In andere landen jaagt de politie op gestolen patrimonium, hier is de cel kunstcriminaliteit gewoon opgedoekt.’
Origineel verschenen in Humo in juni 2021.
In mei vorig jaar duikt een kunstwerk van de overleden Limburgse kunstenares Hélène Keil op bij veilinghuis DVC in Antwerpen. Op de achterzijde kleeft een etiket: ‘Eigendom Belgische staat’. Het wekt verbazing, want hoe kan een werk dat eigendom is van de overheid, zomaar bij een veilinghuis opduiken?
DOMINIQUE VAN CAPPEL (veilinghuis DVC) «Een bejaarde man uit het Brusselse die zijn collectie wilde verkopen, heeft het ons aangeboden. Pas toen we de achterkant van het werk fotografeerden, viel ons oog op dat etiket. We hebben meteen alarm geslagen, waarna een gerechtsdeurwaarder het werk is komen ophalen. Maar als we het etiket gewoon verwijderd hadden, had niemand ooit geweten dat het een werk van de overheid was.»
Van Cappel heeft het in zijn 35-jarige carrière nooit eerder meegemaakt, maar hij is er zeker van dat het niet de eerste keer is dat zoiets gebeurt. Enkele jaren geleden is bijvoorbeeld een werk van Wout Vercammen boven water gekomen. Een verzamelaar die bevriend was met Vercammen, had het op een veiling gekocht en ontdekte op de achterkant dat ook dat werk eigendom van de Belgische staat was. Het veilinghuis moet dat ongetwijfeld ook gezien hebben, maar kneep een oogje dicht om het toch te kunnen verkopen.
JANPIET CALLENS (kunstexpert en voormalig kunstrechercheur bij de federale politie) «Toen ik nog bij de politie werkte, heb ik een verloren werk van de Belgische schilder Roger Somville ontdekt op het Vossenplein in Brussel. De lithografie, een portret van August Vermeylen, werd op een antiekmarkt ver onder de prijs aangeboden. Omdat er op de achterkant ook etiketten en stempels van de overheid stonden, hebben we het in beslag genomen. We hebben de verkoper verhoord, maar hij kon niet vertellen hoe hij eraan gekomen was.»
Dat de overheid kunst bezit, is een gevolg van de politieke beslissing om vanaf de jaren 60 kunstwerken aan te kopen als een vorm van subsidie. Daarnaast heeft de staat de voorbije jaren ook veel kunst gekregen. Al die kunstwerken moeten natuurlijk ergens naartoe. Daarom zijn ze onder meer gebruikt om overheidsgebouwen te verfraaien.
De Vlaamse overheid heeft momenteel een collectie van zo’n veertigduizend werken, waarvan er zo’n tienduizend nog altijd eigendom zijn van de Belgische staat. Door de jaren heen is het beheer van kunst immers verschoven: voor Vlaanderen beheert het departement Cultuur, Jeugd en Media nu de collectie.
ILSE DE SCHUTTER (woordvoerder departement Cultuur, Jeugd en Media) «Pas sinds 1980 koopt de Vlaamse Gemeenschap zelf kunst en krijgt ze werken. Van die periode hebben we een goede inventaris, maar niet altijd van de periode ervoor.
»Naast de musea en de kunstinstellingen zijn er negenhonderd locaties waar kunstwerken zich kunnen bevinden. Vroeger hadden veel medewerkers met een directeursfunctie bijvoorbeeld een eigen kantoor, mét kunst aan de muur. Bovendien wordt niet elke wijziging gemeld: zodra een dienst verhuist of iemand de dienst verlaat en een werk meeneemt zonder dat te melden, is een kunstwerk spoorloos.»
VERBRANDINGSKETEL
Op dit moment heeft de Vlaamse overheid van meer dan 2.300 kunstwerken geen idee waar ze zich bevinden. Het gaat om olieverfschilderijen, etsen, tekeningen, lithografieën en beeldhouwwerken van bekende namen zoals Rembrandt (‘De dode non’, toegeschreven aan de Nederlandse schilder), Rogier van der Weyden (‘Madonna’), Panamarenko (lithografie), René Magritte (‘L’art de la conversation’, olieverfschilderij), Quinten Massys (‘Madonna’, olieverfschilderij), Pierre Alechinsky (twee olieverfschilderijen), Léon Spillaert, Auguste Rodin (drie beeldhouwwerken waaronder een afgietsel van ‘De denker’), Roger Raveel (verschillende etsen), Lucebert (‘Derde gezicht’, ets), Emile Claus (aquarel), Hugo Claus (‘Portret van een onschuldige’, gouache), Gustave Van de Woestyne, Paul Delvaux (twee olieverfschilderijen en een aquarel), Rik Wouters (beeld), Constantin Meunier (maar liefst 25 werken) en Raoul De Keyser (vier tekeningen). Daarnaast zijn er ook nog een altaarstuk uit de 15de eeuw, veertig tableaus van primitieve meesters, een kruis uit de Romeinse tijd, een retabel in gesculpteerde eik en de verzameling van 125 etnografische en oudheidkundige voorwerpen uit Centraal-Afrika zoek. De zoektocht naar die werken loopt al jaren, maar tot op heden blijven ze spoorloos. Hoe kunnen die werken gewoon verdwijnen? Nonchalance, desinteresse en af en toe kwade wil, vertellen verschillende getuigen.
BART * (personeelslid UGent) «Toen een professor na jaren dienst bij de universiteit met emeritaat ging, heeft hij het schilderij aan de muur van zijn bureau gewoon meegenomen. Hij vond dat de normaalste zaak van de wereld aangezien het daar jaren had gehangen, ook al was het nog altijd eigendom van de overheid.»
DAVID (ambtenaar bij een Vlaamse overheidsinstelling) «Een dienstchef gebruikte in zijn bureau een installatie van een kunstenaar als drankkast. Ik denk dat hij zelfs niet doorhad dat het eigenlijk een kunstwerk was. Toen hij met pensioen ging, bleken er op de achterzijde stickers te hangen die ons leerden dat het om een kunstwerk ging.
»Ik heb ook gezien hoe werken weggemoffeld worden achter een kopieermachine, in een donkere kelder of naast de verbrandingsketel. Gewoon omdat niemand ze mooi vindt. Daar blijven ze dan liggen tot iedereen ze vergeten is.»
Nog zo’n verhaal: een paar jaar geleden wilde een overheidsinstelling enkele grafische werken veilen ten voordele van de Warmste Week van Studio Brussel. De posters lagen al jaren stof te vergaren en niemand dacht dat ze gemist zouden worden, maar dat was zonder de Vlaamse overheid gerekend. Toen die lucht kreeg van de plannen, werd de veiling afgeblazen en werden de werken door de overheid opgehaald.
CALLENS «Het zijn herkenbare verhalen. De lithografie van Roger Somville die we op het Vossenplein aantroffen, hing oorspronkelijk in het ministerie van Buitenlandse Zaken. Toen daar een nieuwe minister kwam, werd het hele kabinet leeggehaald, inclusief dat werk. Het gebeurt helaas vaak. In veel gevallen zal er sprake zijn van onwetendheid, maar dat er bij bekende werken geen belletje gaat rinkelen, kan ik niet geloven. Ik vermoed dat er dan wel degelijk kwaad opzet in het spel is, maar dat is moeilijk te bewijzen. Het probleem is dat er jarenlang amper ter plaatse is gegaan om te controleren waar en in welke staat de werken zich bevonden.»
Het departement Cultuur eist dat wie kunst ontleent, ze ook ‘als een goede huisvader’ beheert. Werken die niet meer getoond worden, moeten volgens het contract terugbezorgd worden. Zelf stukken bewaren is strikt verboden. Maar de Vlaamse overheid gaat zelf niet altijd even nauwkeurig om met de registratie.
WIM * (personeelslid UGent) «Toen onze faculteit vijftien jaar geleden verhuisde, wilden we dat melden aan de Vlaamse overheid. Onze dienst had immers vijf kunstwerken te leen die eigendom zijn van de Vlaamse Gemeenschap. We hebben gemaild en gebeld, maar niemand kon ons helpen. We hebben de werken uiteindelijk zelf verhuisd, en nu weet de overheid ongetwijfeld nog altijd niet waar ze zich bevinden.»
KURT * (leidinggevende bij de Vlaamse overheid) «In het verleden zijn er mensen aangesteld om de kunstcollectie te inventariseren, maar die stonden voor een bijna onmogelijke taak. De opvolging van de werken ging jarenlang verkeerd en de dienst was onderbemand. Er was een gebrek aan geld en interesse. De nadruk lag vooral op kunst aankopen.
»Door een benoemingsstop bij de overheid is het personeelsbestand niet meegegroeid met het aantal kunstwerken. Daarom is er gekozen voor een grondige controle bij instellingen met een groot aantal of belangrijke kunstwerken in plaats van veel controles.
»Er is veel te laat ingezien dat zo’n grote collectie beheren ook veel kost, en dat wordt nu langzaamaan rechtgetrokken. De Vlaamse overheid ontwikkelt nu bijvoorbeeld een systeem om de communicatie tussen de ontlener en het departement te verbeteren.»
DE SCHUTTER «Het probleem is dat de werken niet goed geregistreerd zijn, en die allemaal inventariseren is een tijdrovende klus. Ze zitten verspreid over erg veel locaties en bij veel verschillende overheden en diensten. Dat vroeger niet altijd even goed is bijgehouden waar werken zijn beland, maakt de zoektocht niet eenvoudiger.»
SANDRA * (voormalig medewerker van het departement Cultuur) «In een lokale school of gemeentehuis heb je niet altijd iemand die zich daarmee bezighoudt. Je moet nagaan wat er is, kijken of de gegevens nog up-to-date zijn, en met mensen spreken die op de hoogte kunnen zijn. Het is heel arbeidsintensief werk en vaak zijn daar de middelen niet voor.»
DE SCHUTTER «Elk werk is een onderzoekscase op zich, maar we hebben geen onderzoekers in dienst. Het is vaak niet duidelijk of het alleen aan de registratie schort, dan wel of de werken echt verdwenen zijn. We doen ons eigen onderzoek en praten met zoveel mogelijk betrokkenen. En als alle sporen doodlopen, gaan we naar de politie, want wij mogen geen huiszoekingen doen.»
KUNSTDIEFSTAL
Ondanks alle inspanningen is de zoektocht naar 165 van de meer dan 2.300 zoekgeraakte kunstwerken opgegeven. Daar zitten werken bij van Panamarenko, Lucebert, Roger Raveel en Raoul De Keyser. Er is aangifte van verlies gedaan bij de politie. Zo’n aangifte is vaak de laatste stap van het zoekproces. Maar voor het werk van Hélène Keil dat bij het Antwerpse veilinghuis DVC is opgedoken, heeft de politie geen enkele moeite gedaan om na te gaan wie het werk in zijn bezit heeft gekregen.
VAN CAPPEL «Nadat een gerechtsdeurwaarder het werk was komen oppikken, verwachtte ik dat de politie contact met me zou opnemen en me vragen zou stellen, maar ik heb niets van hen gehoord.»
LUCAS VERHAEGEN (federale politie) «Het is geen prioriteit. Ik was lang de enige bij de politie die zich voltijds bezighield met verdwenen overheidskunst. Pas sinds vorig jaar is er iemand bij gekomen. Maar we gebruiken de aangiften om een inventaris op te stellen, niet om onderzoeksdaden te verrichten. Voor elk kunstwerk moet je twee of drie jaar opzoekingswerk voor twee personen rekenen. Die middelen hebben we niet. Bovendien is de kans heel klein dat je iemand kunt vervolgen: zo’n misdrijf verjaart al na vijf jaar.»
Daardoor komen de kunstwerken vaak op de markt zonder dat iemand er weet van heeft. Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) benadrukt dat de verdwenen kunstwerken opgenomen worden in verschillende nationale en internationale databanken, waardoor ze in principe niet verhandeld kunnen worden.
CALLENS «Maar de overheid heeft weinig belangstelling voor ons kunstpatrimonium. In Frankrijk heb je een centrale dienst die gericht bezig is met kunstdiefstal. Ook in andere landen jagen politiediensten actief op onrechtmatig naar het buitenland uitgevoerd of gestolen patrimonium. In België gaat het er heel anders aan toe: bij ons is de cel kunstcriminaliteit van de federale gerechtelijke politie gewoon opgedoekt. Kunstdiefstal valt nu onder de centrale directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit. Er wordt bespaard, en verdwenen kunstwerken opsporen heeft de laagste prioriteit.»
VERHAEGEN «We hebben er bij de gemeenschappen op aangedrongen dat ze een inventaris maken van de kunstwerken die verdwenen zijn. De Vlaamse Gemeenschap is daar nu volop mee bezig, bij de Franstalige Gemeenschap gaat het minder vlot. Het probleem is dat er vaak amper een beschrijving is, laat staan dat ze foto’s hebben.»
SANDRA «Er is in het verleden met een klein en toegewijd team veel werk verzet. Dat er kritiek en vragen zijn, is terecht, maar de oorzaak van de problemen zijn de complexe historiek van de collecties en de besparingen bij overheidsdiensten. Met onkunde of onwil heeft het niets te maken. Intussen beschikken we over een actuele inventaris en weten we waar en hoe de overige kunstwerken bijgehouden worden.»
De kunstwerken, ook de verdwenen stukken, zijn in verschillende categorieën onderverdeeld om het belang ervan aan te geven.
DE SCHUTTER «In 2014 heeft de Universiteit Gent een methodologie uitgewerkt om de objecten in de collectie te waarderen. Er is een systeem met vier categorieën ontwikkeld: categorie A zijn de museumstukken, categorie B de collectiestukken, categorie C bevat werken in het depot en studiestukken en categorie D zijn stukken met beperkte relevantie. De werken uit A en B gaan naar musea, die van categorie C kunnen uitgeleend worden – in ‘niet-museale bewaargeving’, zoals dat heet. Werken uit categorie D krijgen geen prioriteit bij investeringen.»
SANDRA «Er is in Vilvoorde een nieuw depot waarin kunstwerken worden bijgehouden. Wie daar naartoe gaat, kan niet anders dan onder de indruk zijn. Maar ministers zijn vaak niet bezig met de kosten van het beheer en de bewaring. Ze gebruiken hun budget om werken aan te kopen, maar ze houden er geen rekening mee dat het dan niet stopt. In Nederland hebben ze wel oog voor de bijkomende kosten van restaureren en bewaren.»
JAN JAMBON «Voor het beheer van de Collectie van de Vlaamse Gemeenschap wordt jaarlijks 536.000 euro uitgetrokken. Daarnaast zijn er ook de werkingsmiddelen en projectsubsidies voor de erkende musea die werken uit de collectie in bewaring nemen. Er zijn zeven voltijdse personeelsleden voor het beheer van de collectie en er zijn tijdelijke krachten aangeworven om de achterstand in de registratie weg te werken. De volgende jaren willen we inzetten op de digitalisering van collecties en de registratie nog verbeteren.»
SCHADEVERGOEDING
Er worden inspanningen geleverd, maar dat brengt de verloren stukken niet terug. ‘Wat nu gebeurt, is een regularisatie van de huidige toestand,’ zegt Lucas Verhaegen van de federale politie. En dat mag blijkbaar wat kosten. Verschillende Vlaamse overheidsinstellingen hebben intussen een schadevergoeding betaald voor de verloren kunst. De Gentse universiteit betaalde het departement Cultuur iets meer dan 5.000 euro voor zeventien werken. En de stad Mechelen hoestte 13.634 euro op voor verdwenen kunstwerken van William Sweetlove, Jean Rets, Guy Vandenbranden en Godelieve De Pelsmaeker. Het KTA van Sint-Truiden betaalde bijna 900 euro voor een Roger Raveel en Lieven Bellefroid en 1.500 euro voor een werk van Narcisse Tordoir. Toerisme Vlaanderen moest iets meer dan 1.200 euro neertellen voor twee verdwenen werken van Raoul De Keyser en één van Maurice Frydman. Allemaal werken die verdwenen zijn en waarvan wordt uitgegaan dat ze niet gerecupereerd zullen worden. In totaal lopen de schadevergoedingen op tot 25.500 euro.
DE SCHUTTER «De waarde van de werken is vastgelegd in contracten die opgemaakt worden wanneer ze in bewaring gegeven worden. Daar kan geen discussie over bestaan.»
Nog los van de financiële waarde is de vraag hoe groot het kunsthistorische belang van de verdwenen kunstwerken is.
CALLENS «Bij de verdwenen werken zitten er enkele die kunsthistorisch belangrijk zijn. Van Guy Vandenbranden, bij het grote publiek niet zo bekend, is het werk momenteel zeer gewild. Ook de werken van Jan Cox, Oscar Jespers, Lucebert, Frans Masereel, George Minne, Raoul De Keyser, Panamarenko, Roger Raveel, Dan Van Severen, Jean Rets, Jean Bilquin, Englebert Van Anderlecht, Jan Antheunis en Henri Puvrez hebben grote kunsthistorische waarde. De andere artiesten in de lijst zijn ofwel uit de belangstelling geraakt, of zijn nooit doorgebroken. Die werken zijn misschien niet zo belangrijk, maar het is toch bijzonder pijnlijk dat ze zoek zijn geraakt.»
JAMBON «Ik betreur het verlies van elk kunstwerk uit de collectie, want die werken behoren tot het publieke domein. Tegelijk wil ik er wel aan toevoegen dat veel verdwenen werken niet de waardevolste uit de collectie zijn, want die worden bewaard in de erkende Vlaamse musea. Voor bewaargeving aan andere publieke organisaties komen alleen niet-museale werken in aanmerking. Zelfs bij de bekendere artiesten gaat het in de eerste plaats om minder waardevolle etsen en tekeningen.»
* De namen van enkele geïnterviewden zijn om privacyredenen gewijzigd.