null Beeld

De Wonderjaren van Johnny Marr

Als Morrissey het kan, dan Johnny Marr ook. De gitarist zingt live tegenwoordig songs van The Smiths, en na de felbesproken Penguin Classic van z’n voormalige zanger plant ook hij z’n autobiografie. Alleen tijd om te schrijven is er nog niet: zijn tweede soloplaat ‘Playland’ moest er eerst uit, en daarmee trekt hij nu op tournee. Dus gaf Humo de aanzet voor de Marr-memoires: van voetballen bij de jeugd van Manchester City over het gitaargeluid van ‘How Soon Is Now?’ tot gekibbel met Ian McCulloch en zijn innige vriendschap met Kirsty MacColl.

Katia Vlerick

De setting van ons interview is perfect: het Grand Hotel Reylof in Gent, een luxueuze lusthof waar onze rust en privacy bewaakt wordt, op een steenworp van de overvolle terrassen van de Graslei. Mijn stad is niet onbekend met Marr, en vice versa.

HUMO Een paar jaar geleden was je hier te gast op het filmfestival, waar je met Hans Zimmer de soundtrack bracht van Christopher Nolans ‘Inception’. Je bent toen ’s nachts gesignaleerd in De Vooruit, op een feest ter ere van Giorgio Moroder.

Johnny Marr «Leuk feestje. De muziek was heel goed, en er stond een perfecte mix van jongere en oudere mensen op de dansvloer. Allemaal samen aan het shaken op die stuff van Moroder – dingen uit de soundtrack van ‘Scarface’, en natuurlijk ook ‘I Feel Love’. Het was ook hier in Gent dat Giorgio aankondigde dat hij met Daft Punk ging werken. Grappig: toen hij hier aankwam, was hij met pensioen en vertelde hij me hoe goed het leven was zonder muziek, en twee dagen later, op zondagochtend, kondigde hij aan dat hij een plaat ging maken met Daft Punk. Hij had vast onthouden hoeveel plezier Hans en ik nog aan ons werk beleefden.»

HUMO Je nieuwe plaat ‘Playland’ lijkt me heel erg snel geschreven en opgenomen; er gaat in ieder geval een zekere directheid van uit.

Marr «Ja, ik ben altijd aan het schrijven in mijn achterhoofd, maar het heeft ook te maken met de muziek waar ik naar luister. Veel van mijn vrienden en generatiegenoten maken tegenwoordig nogal mellowmuziek. Hoe meer ik dat zie, hoe minder zin ik erin heb. Ik heb ook geen andere projecten meer die me afleiden van die snelheid.

»Het ironische is: de voorbije vijftien jaar heb ik constant moeten uitleggen waarom ik met zo veel mensen samenwerkte, en nu ik compleet solo ben, zagen mensen me de oren van de kop over wanneer mijn volgende samenwerking er komt (lacht).

»Maar: het zit dus niet in me, reflectieve muziek. Ik respecteer dat anderen dat doen, maar zelf luister ik er zelfs niet naar.»

HUMO Waar luister je dan wel naar?

Marr «Veel northern soul, en Wire, Buzzcocks, The Only Ones... De muziek waar ik naar luisterde toen ik de school verliet, de muziek die er altijd is geweest.

»Eén van de weinige voordelen van ouder worden is: you know what you’re about. In de nineties heb ik, net zoals iedereen toen, naar heel verschillende dingen geluisterd. En dan heb je de wereld van vandaag: één muisklik, en je kunt alles horen wat er bestaat. Maar als je zelf dingen maakt, is het handiger om een specifieke agenda te hebben. Ik hoef niet per se iedere nieuwe elektronische band te horen; als het goed is, komt het wel via via tot bij mij.

»Verder hou ik van Palma Violets, van Childhood – een Londense groep die ik ga meenemen op tournee – van Telegram, uit Wales, en van de Amerikaanse band Hooded Fang, wat garageachtig. Ik moet niks hebben van al die akoestische troubadourstuff die weer zo in is. Ik ben in de muziek gerold met een grote liefde voor de folk van Bert Jansch en Roy Harper, dat was intens. Maar dat troubadoursgedoe van nu is me te vaag, er zit geen gevaar in. Van Jake Bugg hou ik wel, er zit bite in zijn stem.»

HUMO Heb je Morrisseys autobiografie gelezen?

Marr «Vind ik niet nodig. Het interesseert me niet, ik ben er zeker van dat het me niet zal entertainen. Ik heb genoeg andere dingen te lezen: ik zeul een vuistdikke Walter Benjamin-autobiografie mee, heb altijd wel iets bij van Guy Debord, en ben met veel smaak bezig in een boek over de kunstenaar Jasper Johns. Dát zijn de dingen die ik wil lezen.

»Wat ook meespeelt: als ik Morrisseys autobiografie niet lees, hoef ik er ook geen stomme vragen over te beantwoorden. Dan kan ik naar eer en geweten antwoorden: ‘Waar heb je het over?’»

HUMO Toch eentje. Nadat je uit The Smiths stapte, speelde je even bij The Pretenders. Klopt het dat Chrissie Hynde je uit The Pretenders schopte omdat je ‘altijd te laat kwam’?

Marr «Onzin. Staat dat in het boek? (Zichtbaar nijdig) I’m never late.

»Ik ging weg bij The Pretenders om bij The The te gaan spelen, dat weet iedereen. Enfin, iedereen die in mij geïnteresseerd is.»

HUMO Je hebt ook plannen voor een eigen autobiografie?

Marr «Ja. Het is meer dan zomaar een vaag plan, maar het heeft nog niet mijn volle aandacht. Als ik het doe, wil ik het goed doen, en dus even niet met muziek bezig zijn. Voorlopig beperk ik me tot het nemen van wat notities, heel soms schrijf ik een paar paragrafen.

»Maar het komt er dus zeker van, ook al omdat er een zekere vraag naar is. Ik kan het nu eenmaal niet negeren: uitgevers bieden me geld voor mijn memoires.»

HUMO Wordt het een Penguin Classic?

Marr «Don’t think so (lacht). Nee, dat zal echt niet nodig zijn. Ach, komaan zeg.»

Voetbal en kermis

HUMO Laten we nu wat notities nemen en die exclusief voorpubliceren. Je zus was een belangrijke invloed op je muzieksmaak. Ze luisterde naar The Supremes en Chic.

Marr «Ik was heel close met haar. Zij draaide ook vaak George McCrae en veel andere disco. Hamilton Bohannon had een grote hit met ‘Disco Stomp’, en dat kwam van overal op me af, uit alle radio’s. Het was alsof hij gestripte James Brown-gitaartjes had in die song. En het ritme was even simpel als dat van Bo Diddley, tjoenke-tjoenke-tjoenk, het trok me meteen aan. Dus ik heb gitaar leren spelen op discoplaten, wat heel ongewoon was in de jaren zeventig: je werd verondersteld Deep Purple- en Led Zeppelin-riffs na te spelen.

»Ik vind nog altijd dat wat ik doe, heel erg pop is. Ik hou van strakke arrangementen, geen lange gitaarsolo’s. En ik wil ook altijd glamour in mijn muziek.»

HUMO Je speelde bij de jeugd van Manchester City. Was je even graag voetballer geworden als muzikant?

Marr «Toen ik vijftien was, zag ik er net uit als Johnny Thunders. Zie je Johnny Thunders al in een voetbaluitrusting? Ik stond met eyeliner, nagellak en een oorring op het veld, en ik was ook nog eens klein en tenger. Ik kan je wel zeggen dat ik abnormaal veel getackeld werd.

»De gasten in mijn team waren heel erg competitief ingesteld. Ik keek naar hen en dacht: ‘Oh God, I can’t be bothered.’ Nee dus. Ik was ook alsmaar meer bezig met mijn muziek, dus ben ik maar met voetballen gestopt.»

HUMO Wat bepaalt er eigenlijk of je een supporter wordt van City of United, zoals Morrissey? Je hebt Ierse roots, dus traditioneel zou je voor United moeten supporteren.

Marr «Ik wou wellicht rebelleren tegen mijn familie, die inderdaad voor Manchester United was. En City was toen ook gewoon beter. Ze waren aantrekkelijk omdat ze zo succesvol waren. En toen dat succes begon te tanen, een periode die wel dertig jaar leek te duren, kwam de loyauteit boven, je nam het op voor de underdog.

»In het tijdperk waarin ik opgroeide als voetbalsupporter, de vroege jaren zeventig, was voetbal ook nauw verbonden met popcultuur en mode.»

HUMO United-ster George Best had eind jaren zestig, begin jaren zeventig zelfs zijn eigen kledingboetiek in Manchester.

Marr «Ik ben daar nog binnen geweest. Er stonden altijd meisjes buiten. George Best was een held in Manchester, we hielden allemaal van hem – ook de City-supporters. Hij was mooi, zag eruit als een rockster en gedroeg zich ook als een rockster. Er waren niet veel mensen in Manchester die rondreden in een bananengele sportwagen (een Lotus Europa, red.). Natuurlijk vonden we het bijzonder om op te groeien in een stad waar zo’n figuur rondliep – het was alsof Bruce Lee om de hoek woonde.

»Ik heb hem ook eens persoonlijk ontmoet, kort voor hij stierf. Hij was iemand voor wie ik onmiddellijk een diepe sympathie voelde: heel erg beschadigd, en vreselijk verlegen. Als je hem benaderde, voelde het alsof je binnendrong in zijn ruimte, alsof hij zich wilde verschuilen. Zo jammer.

»Best was wél nog een symbool van de jaren zestig. Mijn jeugd speelde zich af in de vroege jaren zeventig. Manchester United-supporters dosten zich toen uit als David Bowie. Heel intimiderend: ze liepen in het centrum rond in bendes en hadden Ziggy Stardust-haar, dunne wenkbrauwen, nagellak, broeken met een hoge taille en plateauzolen. Erg vrouwelijk, maar er werd een gewelddadige, ‘A Clockwork Orange’-achtige draai aan gegeven. Chelsea-supporters kleedden zich in die tijd trouwens echt zoals in ‘A Clockwork Orange’. Rond de voetbalvelden hoorde je ook popmuziek. De mainstream popmuziek in 1973-1974, dat was Roxy Music, David Bowie en glitterbands als The Sweet

HUMO Welke ultieme glamrocksong voert je zo terug naar die tijd?

Marr «‘Metal Guru’ van T. Rex. Dan sta ik weer op de kermis. Ik keek naar wat de jongens droegen en hoe ze zich gedroegen, en ik keek naar de meisjes, want ik keek graag naar de meisjes. Ik hoorde (zingt) ‘metal guru is it you’ en die zware gitaren, en ik zag mensen die weed rookten en uitzinnige kleren droegen, ik zag geweld en seks. Ik was elf, twaalf jaar en zwaar geïntrigeerd; het was als een magneet. Dat is waarom ik niet snel genoeg van school kon: ik werd aangetrokken door geweld, kleren, seks, opwinding, gevaar, schoonheid en geluid.

»Het voetbal en de kermis: daar heb ik de microbe te pakken gekregen. En in de jaren tachtig werd het voetbal plots stijlloos: de supporters hadden geen stijl meer, de muziek had geen stijl meer, en de vrouwen gingen niet meer. Girls didn’t go to the games anymore. Het was allemaal zo uncool geworden. Ik verloor mijn interesse.»

HUMO Eén van je eerste groepen in die jaren zeventig was Sister Ray, vernoemd naar de song van The Velvet Underground. Je vertelde me in ons vorige interview: ‘Ik ging op veel te jonge leeftijd om met veel te gevaarlijke, smerige lui.’ Hoe smerig waren je groepsleden precies?

Marr «They were horrible. ’t Waren bikers, die hopen drugs namen. Twee van hen waren Hells Angels, de derde was gewoon een drugsverslaafde met een hele hoop winkelinbraken op z’n kerfstok. Maar ze maakten een prachtig geluid, ze klonken net als The Stooges. Eén van hun songs, ‘Suicide’, is later op een zeldzame compilatieplaat beland: ‘Identity Parade’ (uitgekomen in 1980, red.).

»Ze hebben me gevraagd op mijn veertiende, en ik wist: ‘Als ik een tijdje in deze band zit, word ik een veel betere gitarist. Dat werd eigenlijk het patroon in mijn leven: ‘Als ik hier een tijdje speel, zal ik goeie muziek maken en als een betere muzikant weer vertrekken.’ Er zijn twee groepen waarin ik veel heb bijgeleerd over sound: The The en Sister Ray. In The The leerde ik veel over geluidslagen en texturen, bij Sister Ray leerde ik alles over power en bombast.»

HUMO Om tot het legendarische gitaargeluid van ‘How Soon Is Now?’ te komen, heb jij destijds bij The Smiths een hele constructie met versterkers en kabels gebouwd. Hebben jonge muzikanten het tegenwoordig gemakkelijker, met al die software?

Marr «Zeker. Maar ik ben toch blij dat die technologie niet bestond toen ik ‘How Soon Is Now?’ maakte, want het zou niet zo goed hebben geklonken. Ik zou een loop gemaakt hebben: riff in de computer, copy-paste, en klaar. De sound zou de hele tijd dezelfde geweest zijn, maar destijds evolueerde hij voortdurend, omdat de versterkers elke keer anders reageerden.»

HUMO Ian McCulloch en jij hebben begin jaren negentig een plaat opgenomen, maar die werd gestolen uit een koerierswagen nog voor jullie ze konden uitbrengen. McCulloch vertelde me dat jij die diefstal hebt verzonnen: ‘Waarom stuurde Marr die koerier naar mijn huis in Liverpool terwijl hij wist dat ik op vakantie was in Wales?’

Marr «Klopt niks van. Ik zat toen in Wales.

»Hij zegt veel dingen om aandacht te krijgen, McCulloch. Ik had de tapes naar de platenfirma moeten sturen, maar omdat hij mijn partner was in dat project, stuurde ik ze naar hem in Liverpool, en toen werd de bestelwagen onderweg beroofd. De waarheid is: ik gaf niet genoeg om Ian McCulloch om een ingewikkelder plan te bedenken.»

HUMO Pharrell Williams dan. Je werkte pas nog met hem en Hans Zimmer aan de score van ‘The Amazing Spider-Man 2’.

Marr «Er is een reden waarom Pharrell zo succesvol is: hij is erg geïnspireerd. Stel dat mijn telefoon nu afgaat, dan zou Pharrell meteen iets over de ringtone zingen. (Imiteert de hoge stem van Pharrell en knipt een ritme met de vingers) ‘The phone is ringing / Phone is riiiinging / Phone is riiiingiiiing.’ Veel kans dat het nog een hit wordt ook!

»Pharrell is een heel moderne man, want hij heeft een soort vrouwelijkheid over zich. Het is gezond dat één van de helden van de hiphop, toch een macho-omgeving, zo vrouwelijk en zachtaardig is. Eigenlijk is Pharrell het omgekeerde van Ian McCulloch (lacht).»

Verliefd op Vincent

HUMO In 1991 maakte je met Kirsty MacColl ‘Walking Down Madison’. Weet je nog in welke omstandigheden je in 2000 het nieuws van haar dood vernam?

Marr «Ik zat thuis en een vriend belde me ’s ochtends op met het nieuws. Kirsty en ik waren heel close, ze was één van de beste vrienden die ik ooit heb gehad. Ik mis haar enorm. Haar dood heeft me meer ondersteboven gehaald dan eender welk sterfgeval ik tot nu toe heb meegemaakt. She was amazing (stilte).»

HUMO Nog eens naar het voetbal. Jij was erbij toen Manchester City dit jaar kampioen speelde. ‘On the pitch with Man City getting the Premier League champions cup and being hugged by Sergio Agüero,’ tweette je. Geen knuffel gekregen van Vincent Kompany?

Marr «Ik heb Vincent al ontmoet, en ik snap waarom z’n teamgenoten zo opkijken naar hem. Hij heeft iets nobels, en dat is vrij ongewoon voor een voetballer. Hij is duidelijk ook intelligent. Eigenlijk is hij de Pharrell Williams van het voetbal (lacht). Hij is erg gracieus, beheerst en elegant. God, I think I love him! (lacht)»

HUMO Slotvraagje: ik heb een voorgevoel dat je, hoewel je nu meer dan genoeg solomateriaal hebt om je sets te vullen, Smiths-songs zult blijven zingen live.

Marr «Ik ben muzikant sinds mijn veertiende. Na meer dan vijfendertig jaar durf ik te zeggen: sommige dingen aan muziek maken zijn mystiek en esoterisch, maar er zitten ook aspecten aan die gewoon vaardigheden zijn, niets meer of minder. Zingen is voor mij zo’n vaardigheid. Na vier, vijf jaar backing vocals in Modest Mouse en The Cribs, was ik er klaar voor: ‘Geef me een lead vocal.’ En dan zit ik in die studio niet eerst een hoop kaarsen aan te steken en te mijmeren over mijn kindertijd eer ik begin te zingen. Ik ben er nogal pragmatisch in. Er zit natuurlijk emotie in, maar het is evengoed een vaardigheid die ik blijf ontwikkelen.

»Ik dacht vroeger ook dat entertainment en kunst twee verschillende dingen waren. Ik denk nu dat ze perfect kunnen samengaan. Wanneer mensen geld betalen om je te zien, dan heb je een verplichting. Als ik naar Patti Smith ga kijken, dan wil ik dat ze de best mogelijke Patti Smith is, ik wil niet dat ze Radiohead is. Dat hou ik in gedachten: mensen willen dat ik Johnny Marr ben, ik moet het publiek de Johnny Marr geven die het verwacht. En dus speel ik songs van The Smiths, zeker op festivals.

»Het feit alleen al dat er mensen zijn die dingen van je verwachten: dan mag je als artiest van geluk spreken, vind ik.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234